TAN IJPEREN. i 4 FRANKEN 'S JAARS IV 500. Twaalfde jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. B 11 O l DE KEUS ÈENER VROUW VOOR IJPEREN. Eb. 4-80 VOOR RUITEN STAD. Aankondigingen: 12centimen den regel. Reklamen: 25 een timen ZONDAG, 26" JANUARI 1875. Bukeei. Dixmudeslraat. 59.Alle inzendingen vrachtvrij. Waar gaan wij naar toe? het is de vraag door veel lieden gedaan die de toekomst in ach nemen. Welken invloed op de maatschappelijke betrek kingen zal de overhecrsching der jesuiterij uit oefenen Dezelve is onmogelijk te voorzien. Hare grondstelsels zijn gekend. Pascal, in zijne provinciale brieven, heeft dezelve uitgelegd, en de ondervinding bewees ten allen tijde dat hij ziel» niet bedrogen heeft. Dit gevaarlijk orde betracht de algemeene overhecrsching, en alle middels, zelfs de oneerlijkste, gelijk een je- suilieken prelaat liet heeft gezegd, zijn goed om tot daar te gerakenook wi j voorzien dat na een min of meer lang tijdvak zij machtig genoeg zal zijn om al de misbruiken der middel eeuwen te herstellen*, en mogelijks nog, vóór den afloop eener eeuw ons nakroost onder dit regiem zal zuchten Het middel dat de jesuilen in het werk leggen om hun doel te bereiken is dit van zich meester te maken van het onderwijs. Zij leggen de hand op de jeugd van jongs af, te beginnen met de bewaarscholen tot in de hoogscholen, alwaar zij advocaten, doctoren en tol ingenieurs vormen; zij trachten hun door alle middels te verdweepen, niet in de liefde tot God, maar tot meerder glorie en macht van hun orde; zij redeneeren en handelen gelijk Lodewijk de XIV, die zegde: de Slaat is ik. Zij ook zeggen de godsdienst is WIJ, en alwie daaraan niet toe juicht wordt door hun als goddeloos behandeld en op eene onbetamelijke wijze vervolgd, zoo verre, dat zij de bevoegdheid invorderen van hunne vraakzucht tot op de lijken van hunne tegenstrevers te willen uitoefenen. Hunne macht is reeds zoo groot dat zij den Paus overmeesteren, (waardoor men hunnen Ge neraal te Rome, den zwarten Paus noemt), en dat de geestelijkheid van alle landen aan hun verbonden is en zich van hunne onderdrukking niet kan vrijmakenvelen der onderhoorigen zuchten onder hunne drukking, maar kunnen er zich niet aan ontrekken zonder zich bloot te stellen aan alle slaeh van vervolgingen; in tegen- deel, degenen die hevigst zijn in de politieke worstelingen, of hadden zij hun heilig karakter door alle slag van overdrevenheden bezoedeld, verkrijgen de beste opengevallen posten Terwijl Prins von Bismark en dej koning van Italien alle middels aanwenden om den jesuitieken invloed te bevechten, de fransche republiek steekt daaraan de hand toe; wij zien dat het onderwijs aldaar uilsluitelijk in de handen der geestelijkheid zal overgaan, en deze door geene Staats mede streving meer tegengehouden zijnde, zal het doen achteruitgaan, ten einde eene natie van domkop pen te vormen, welke zonder oordcel zal luisteren naar den eersten omwentelaar den beste die ge makkelijk hel woord voerdt en zijne schijnredens voor waarheden kan doen aannemen. De Belgen zullen zoogauw niet verbeest kunnen zijn omdat zij een beter begrip hebben dan hunne zuiderburen, en bijzonderlijk omdat er alhier, nevens hel klerikaal, een Staatsonderwijs bestaat waaraan de groote steden houden. Maar dit levert een ander gevaar op. dit is van de bevolking in twee partijen te verdeden, hetgene onrust ver volgingen en omwentelingen moet (e wege bren gen. DE TOEKOMST IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN Naar KORTRIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41. - 2-35. - 5-33. Naar POPERINGHE. 9-05. - 8-45. - 9-38. Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-50. - 11-45.- 5-40. - 6-32. Naar ROÜSSELAERE. 7-35. - 12-33. - 6-40 S3j§k gtm DE MANNEN. Ren mag der mannen moed en wilskracht hooger roemen, Hun scheppingsgeest voor vrouwen ongenaakbaar noemen, De Vrouw blijft ongestoord steeds Godes meesterstuk, Dt- bron van alle goed, tot liefde en hoop geboren, Hel edelst wat Zijn hand in Zijne wijsheid schiep. Toen Hij op ééncn waak 't geschapene in wt-arn riep lu rouw en smart tot 's mcoachen heul en troost verkoren,' Strekt zij het raenschdom tot sieraad en waar geluk- DE VROUW. 'Zonder hulpe hier beneden Niets vermag ik, arme vrouw; Wezen Zwak en teèr van leden. Ik gelijk een groolsch gebouw, Dat bouwvallig staat te pronken Na een eeuwenlang bestaan Aan een vuur, wiens flauwe vonken Straalioos dreigen uit te gaan. DE MANNEN. Heb wat geduid, wij bicden u ons hulp; Vat goeden moed en staak die wrange klachten Een einde komt aan 't eettwenbange wachten Dal blijheid heersche in elke Wcrkm'ansstulp Wij, mannén van het volk, met vasten wille, Wij zullen vrees en moederangst doan stillen, Uw zware laak verlichten en verzachten, iie! welzijn van uw dierbaar kroost betrachten. Door 't stichtend onderricht Dat hart en ziel verlicht! Wij, Mannen, in de volheid onzer krachten TE ZAMEN. Door eed word' bekrachtigd ons heilig verbond Het stroore geluk gansch het aarderijk rond I De Vrouw zij de leidster van 't jeugdig geslacht Zij sterke bet in 't uiten van 'l vrome gedacht Het groeie en ja bloeie zeer hoog in verstand. En strekke eens tot eer en tot roem van zijn Land G. Rotif.rs. V O L li. S LI E Jongens, a's gij eens aan trouwen denkt. En een meisje u toelacht en gij wenkt, Ziet maai' wel dan uit uwe oogen, Want allicht zijt. gij bedrogen Toont u maar wat liefdeloos: Maagdenhartjes zijn zóó hoos Jongens van hel Vlaamsche Land, Perst nog op geen liefdeband Valt uw liefde op eene pocz'le maagd, Tracht dat gij in uwe keuze slaagt. Wed zij zich de borst-le rijgen Om aanbidders zóó te kr ijgen Draagt zij ook een wijden rok, Opgesperd met,stok op stok jongens van het Ylaarhsche Land, Ze is geen freule naar' uw hand Neemt haar nader nog in oogenschouw Schijn bedriegt: te laat volgt het berouw. Is haar hoed of muls vol strekken Om u te doen waterbekken Tuigt haar gansche kleederdracht, in één woord, van weelde en pracht Jongens van hel Vlaatnsche Land, Zet mejufier aan den kant Als ze 's zondags naar den schouwburg gaat, Zaagt ge boe ze daar tc pronken slaat Anders kan ze niet dan zwieren, .Fier en groolsch zijn va» manieren En om van de mood' te zijn, Radbraakt fransch zeer goed en fijn Jongens van het Dietsche strand, Neemt een meid van Vlaandrenland Als gij alles nu in hoopjes legt, Zulk een deerne past niet voor den echt. Kwistig ui het kleên der kindren, Zou ze uw schijven gauw doen mindreu Maken van uw buis een hel. Zulk een wijfin duivelsvel! Jongens van het Vlaamsche Land, Kiest een gade met verstand Jongens, als gij dan aan trouwen denkt. En een meisje u toelacht en gij wenkt, T Lief zij, lijk uw vaadren deden, Viaamsch van taal en vlaamsch van zeden Spot maar met den vreemden hlaai En het gékke fransch-geWaai Jongens van het Vlaamsche Land. Snoert met zóó een' d'huw'iijksband j noTifctis.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 1