VAN IJPEREN. 4 FRANKEN S JAARS N' 5vv. Twaalfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. OLIEROEREN van 't Nieuwsblad. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen12 centimen den regel. Reklamen: 25 centimen. ZONDAG, 15» APRIL 1875. Bcreei. Dixmudestraal. 59.— Alle inzendingen v radii vrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN Het Nieuwsblad is gelukkig omdat M. Berten eindeling den mond heeft geopend om ook dc helangens ;van onze omstreek te verdedigen. Het is nog de eerste maal dat een klerikale representant van ons arrondissement de pogingen zijner liberale ambtsgenoten ondersteunt,fen wij juichen toe aan hetgene hij gezegd heeftmaar dat het Nieuws blad die gelegenheid waarneemt om ons achtbare Senateur en M. Vandenpeereboom te vernederen, dit is veraehtingswaardig en het bewijst den baatzucht van zijne gekruinde schrijvers! Zij mogen schrijven wat zij willen, zij zullen nooit kunnen doen gelooven dat M. Vandenpeereboom eene enkele gelegenheid heeft laten voorbijgaan om ons arrondissement te begunstigen, en het verwijsel dat het Nieuwsblad hem toestuurt, van, wanneer hij Minister was niet tot stand te hebben gebracht hetgeen hij thans van het ministerie vordert, is meer dan ongegrond. Nocht onder zijn ministerie, noch onder de liberale ministerien welke zich gedurende 23 jaren hebben opgevolgd, de Vlaanderen in het algemeen en ons arrondisse ment in het bijzonder hebben nimmer redens gehad zich te beklagen. Gedurend die jaren zijn meer dan 80 uren steenwegen tot stand gebracht, en het is bekend dat M. Vandenpeereboom aan het dekreteeren van de vaart en van den ijzerenweg ook veel geholpen heeft; terwijl van sedert de naming van het klerikaal ministerie de Vlaanderen vergelen zijn noch vaarten, noch geen één kilo meter nieuwe kalschiede, behoudens die welke reeds vóór den val van het liberaal ministerie waren toegestaan, zijn ten uitvoer gebracht, en dus M. Vandenpeereboom had gelijk verwijtselen toe te steuren aan het klerikaal ministerie over zijne partijdigheid ten nadeele van ons arrondisse ment, en aan hetzelve te doen gevoelen dat, aangezien men miljoenen en miljoenen verkwist ten voordeele der Provinciën van Luxembourg en Namen, alsook voorde koolvlakte van Bergen, enz: bat zeer billijk zou zijn dat den Staat de spoor wegen van onze Provincie en de begonnen vaart op zich zou nemen en ze zou doen voltrekken, het ware cene billijke herstelling der vergetelheid waarin men onze omstreek gedurend de vier laatste jaren heeft gelaten. De afgeloopene Goede week verschafte ons de gelegenheid om eenmaal meer te bestatigen welke gevolgen de listige bewerkingen der geestelijkheid in de tijdelijke zaken hebben, en de„beweenlijkc uitwerksels dat haar politiek gedrag op den gods dienst uitoeffent. Toen men in vergelijking stelt wat over vijftig jaar, ter gelegenheid der kerkelijke diensten, plaats had, en hetgeen wij heden zien gebeuren, wij moeten bekennen dat het verschil meer dan beklagelijk isWitte Donderdag en Goede Vrijdag waren voortijds dagen van boetvaardigheidde vermogende klassen kleedden zich in het zwart, waren aanwezig in de diensten en ten grooten deele vergezelden met flambeeuwen het H. Sacrament; de bijzonderste overheden zelfs namen deel in de processien en stichtten de menigte door hunne voorbeelden. Heden is het geheel andersde kerken zijn ijdel, weinig lieden der vermogende burgerklas begeven zich naar de diensten, en de flambeeuwdragers in de processien zijn, op weinige uitzonderingen na, eene verzameling van overdre ven dwepers en verachtelijke schijnheiligen welke is dus de reden van zoo eene beklagelijko verandering? De vraag is gemakkelijk op te lossen over vijftig jaren aanzag men de geestelijken als de dienaren der H. Kerk en de voorstanders van den Godsdienstzij waren nog, (hetgene zij had den moeten blijven), de middelaars der twisten, de troosters der bedrukten en de voortzetters van het geloof onzer vaderen. Heden is het geheel anders: de geestelijken worden thans voor niet anders aanzien als verlegenwordigers van het gevaarlijk orde der jesuiten, dat van sederd zijn bestaan de oorsprong van zooveel onheilen is; zij zijn de ondersteuners van alle slaeh van nieuwe geloofspunten, en door valsche mirakels aan te kondigen en als waar te doen doorgaan, zij trach ten de bevolkingen te verdwepen om meester schap en geld te verkrijgenzij hoonen en belasteren dagelijks alles wal eerlijk en onafhan kelijk is; zij zaaien haat en nijd in de huisgezinnen, om in de kiezingen stemmen te werven, eenigsle doel van al hunne pogingen, helgeenc voor gevolg heeft dat de menigte, in plaats van dienaren van Christus, hun uilsluitelijk aanziet als politieke kwakzalvers die door hunne listige en onbetame lijke werkingen den twijfel in de gemoederen te wege brengen. IJZER EN-WEG. Naar KORTRIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41. - 2-35. - 5-33. Naar POPERfNGHE. 9-05. - 8-45. - 9-38. Naar POPERINGHF.-HAZEBROUCK. 6-50. - 11-45.-"3-40. - 6-52. Naar ROUSSELAERE. 7-55. - 12-35. - 6-40. GEBAKKEN IN DEN NUMMER VAN 5 APRIL 1875. 1° Een koeke over 't bederf en de zedeloosheid, 'l Zijn nogeens de liberalen die alles bederven! de libercderij alhier, de liberalerij aldaar, enfin, gij en kunt er u geen gedacht van maken wat voor sloufs de liberalen zijn Ziet gij daar de heilige beetjes van clerikalen staan hoe zedig, met de oogen neder geslagen en 't herte verheven maar niet tot God Zie eens hoe zuiver, hoe kuisch Moest het opkomende geslacht zoo kuisch zijn als het van lessen ontvangen heeft, de liberalen zouden dien stroom van bederf en zedeloosheid moeilijk kunnen beteugelen Ja, de wereld is innig bedorven; maar aan wie de schuld? Indien er nu zooveel gruweldaden voor den dag komen, hoeveel zijn er voortijds, wanneer de klerikalen meester waren, gebeurd er waarover nooit iemand ingelicht was Is het daarin niet dat het ergste bederf der samenlevingligt?.. 2" Hier zijn de schrijvers zeer nederigzij zijn kwaad omdat men in de gazetten soms geen Monseigneur tegen een bisschop zegt!.... wat verduiveld gaan we nog al hebben? En tijdens zij onzen welbeminden koning aanvielen omdat hij het een of ander naar hunnen zin niet had gedaan, dan hadden zij liever geborsten dan Z. M. Leopold II of Zijne Majesteit de Koning te zeggen... Wat de gloriet och doet En nog een honderdtal regels met farcen, of ze peïzen het, tegen een magister die zij in onderwijzer verkleeden om hunne furie tegen die steunpilaren van 't volksonderwijs uit te werken... Als men gedaan heeft met dit te lezen, men vraagt zich af wat zij daarmede willen zeggen 5° Hun spuigbak-artikeltje is een mislukten oliekoek'. Nooit schooner woord hebben zij legen zich zelve uitgevon den. Spuigt maar schrijvertjes, spuigt maar omhoog, het zal later weder op uw hoofd nedervallen 4'' Een groote politieke oliekoek wordt uitgekraamd "t Nieuwsblad je dat heel slim is, het zegt het zelve,, zal trachten aan zijne lezers uiteen te doen wat de tegenwoor dige politiek is, en het is niet gemakkelijk, het bekent het. Wranneer wij gedaan hadden met lezen, wij ook verstonden er niets uit, ten zij dat den vrede inoest komen door den Sylla bus enEncyclique En het slimste argument van alles: indien de catliolijken niet boven raken, dan zullen zij de onderlage hebben en alzoo omtrent twee kolommen van dien ar men praat, waarin men nogeens den gevangen Paus doet ten voorschijn komen. Nu, nu, als gij 't niet en verstaat ten is geen schande, men moet ai hooge geleerd zijn om de proza van die verstandige moozeschrijrers te verstaan En 5" In een buitenlandschen oliekoek beklaagt zich het Nieuwsblad, omdat de priesters in Italië geen oproer ineer mogen prediken (gij moet weten het noemt dit het woord Gods verkondigen Het valt uil tegen de regering van Frankrijk omdat de Jesuiten aldaar niet mogen helpen om Spanje's ondergang te bewerken. Het zegt nog dat het volk in Zwitserland zich beklaagt omdat het met de liberalen gestemd heeft. Die artikelmakers zijn ook van de eerste leugen niet dood en van dezen keer liegen zij om beters wille zeker, want het volk van Zwitser land, moede van al dien harrewar, hebben, te samen met de burgerlijke overheid, al die lawijlmakers aan de deur gezet en zullen eerlang priesters naar hunnen keuze nemen, die, zonder exploitatie, de zielen zullen bestieren. Tot Zaterdage. De Magister.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 1