VAN IJPEREN. ""oumukmT 4 FRANKEN 'S JAARS N- 592. Twaalfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen- Stads Nieuws. VOOR IJPEREN. Fn. 4-30 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12cenlimen den regel. Reklamcn: 25 een timen. Hall ZONDAG, 27" JULI <873. Bokekx. Dixmuaestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij VERTREKUREN VAN IJPEREN De Kamer heeft zich bezig gehouden met de beraadslaging op het gebruiken der vlaainsc.he taal dit voorwerp werd opgeworpen door de Antwerpschc meetingisten, otn, in het belang der klerikalen eene tegenstreving uit te lokken lus- sehen de vlaamsche en de waalsche Provinciën. Dit ware een groot ongeluk voor liet land. Wij zijn van gevoelen dat wat thans in de vlaamsche Pro vinciën geschiedt heel rechtvaardig is; al de gehooren zijn altijd gedaan geweest in de taal welke aan den verdachte eigen is, en voor wat de pleidooien betreft, deze strekken ter overtuiging van de rechters, en het is dus geheel onverschillig of de verdachten den advokaat verslaan of niet; maar willen dat het openbaar ministerie de be schuldiging in het vlaamsch moet staande houden toen de advokaat in het fransch pleit, is eene ongerijmdheid, en hel is te hopen dat de Senaat dezelve niet zal aannemen. In een land gelijk het onze, hetgeene wat het beheer zou moeten betrachten, is van in de waal sche Provinciën in de alheneën, de kollegien en de stadsscholen het vlaamsch te doen onderwijzen, het zou meer nat hebben dan het grieksch, bijzon derlijk voor degenen die zich tot den militairen staat bestemmen, want wij kunnen niet aannemen dat men officieren of zelfs onder-officieren benoemt die met de manschappen onder hun bevel niet kunnen spreken, noch dezelve niet kunnen ver staan. Ten slotte, wij zijn van gevoelen dat het lawijt over de vlaamsche zaak, in rook moet vergaan. Het eenigsle middel waardoor den "Vlamingen moet recht wedervaren is dat het Landsbestuur zou verklaren dat, na eenen bepaalden tijd, al de openbare ambten, bij voorkeur, zuilen verleend worden aan de personen die de twee talen machtig rijn. De middelsoclie heeft bel rapport op de militaire wet aan den heer Nolhomb toevertrouwd, zij kon geen lid kiezen die meer militaire gedachten heeft, en dat bewijst wat wij van de antimilitaristen te verwachten hebben. Zoolang het ministerie zich op liet voorstel niet geuit luid. de klerikale druk pers, (de Palrie bijzonderlijk), maakte opstel over hare tegenkanting, zij zong het liedeken door hetwelk de klerikale representanten de kiezers hebben bedrogen; de belofte van eenigc millioenen te verminderen op de begrooting van oorlog, en zoo niet de afschaffing der militie, ten minste de vermindering der contingenten en de verkorting van den dienst te bekomen. Nu zij gelukt is de kiezers te bedriegen, keert de Patrie haar bladje, en degenen die de hevigste waren om zich tegen het aangroeien der militaire lasten te verzet ten, zijn thans die welke zich meest bereid toonen om de voorstellen van het Gouvernement aan Ie nemen! noch de MILLIOENEN MEER, noch de VERLENGING VAN DIENST, nocli het vcr- moeielijken der plaatsvervangingen, niets zal hun doen achleruitdcinzen, en de vorderingen van het ministerie, al waren dezelve nog zoo bezwarend, zullen door de verslaafde meerderheid gestemd worden. Voor hetgeen de milioencn betreft, het land is rijk cn zal ze kunnen afdragen, maar heigeen wat meest de bevolking zal kwellen is de verlenging van dienst. Twee jaren verblijf onder de wapens was reeds genoeg om bet ambacht dat de miliciaan in zijne jeugd geleerd had te vergeten, en met daar nog een merkel ijken tijd bij te voegen "zullen er veel ongelukkigen bij hun ontslag in slaat niet meer zijn om bunnen kost te verdienen Een ander bezwaar, en waar tegen dat alle vrienden van de gelijkheid voor de wet, waar in de ware vrijheid bestaat, zich zouden moeten verzetten, is liet vermoeilijken van het plaatsvervangen. Volgens het voorstel zullen het maar de gehcele bemiddelde miiicianen zijn die, ter uitsluiting van alle andere, zich zuilen kunnen doen vervangen, wat voor doel heeft om de afgunst onder de verseheide klassen der samenleving op te wekken om eindclinge den algemeenen verplichten dienst te doen aanvaarden. De klericale hebben ons laatst een staaltje gege ven lol welke baatzuchtige driften zij machtig zijn. De heer Gouverneur had in vroegere jaren eenige uitgaven, welke de kredieten hadden overscherd, uit andere fondsen betaald, en de meerderheid des Provincialen Raads heeft hem daarovereen bevigen oorlog aangedaan, des te onbillijker, daar er weinige of geene besturen zijn die tot dezen middei bunnen toevlucht niet hebben genomen, toen zomniige kredieten ontoereikend zijn, terwijl andere niet geheel verdaan zijn maar het doel van de meerderheid was van door hunne onbetamelijke verwijïselcn en ongeschikte uitvallen, de Gouver neur het leven moeielijk te maken, in hoop dat hij zijn ontslag zou vragen, om aldus een van de verslaafde en gehoorzame aanhangers van Monsei gneur te kunnen in zijn plaats stellen. De onbetamelijke belediging uit baatzucht den achtbaren heer Vrambout gedaan in eene Hsfige bewerking welke de verachting van alle eerlijke lieden heeft opgewekt. gggjggss «5SK! DE TOEKOMST IJZEREN-WEG. Naar POPERINGIIE-HAZEBROUCK. 6-50. - 12-05.- 5-57. - 6-5o! Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-45. - 9-50. Naar KORTRIJK. 5-34. - 9-49. - tt-18. - 2-35. - 5-25. Naar ROUSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45. 1° Nogeens geeft ons liet Nieuwsblad een zoutïoozen oliekoek over de Lamotljes. Wat al verloren vlaamsch!Wat al arme praats Wat al walgachtige uitvindsels Men spreekt er in van slotnunnen! En van ntinnin met een slot en nunnen zonder slot, springen zij van den os op den ezel, maarzij wederleggen de verdwijning van de 50,000 franken nieten besluiten dat de Hospodars de nunnen zonder slot zullen al lamoezen wegmaken en al omhelzen versmachten. Wel, wel! is hel niet wreed, lezers 2° Een artikeltje van 08 centimeters lang over de bede vaart, waarin zij hunne sukkelaars van lezers wijsmaken dat Z. H. Pius IX, zijnen zegen met de telegraf gezonden heeft Deze die een twijfelachtig gezicht trokken werd er hun geantwoord ha 't schijnt dat gij het niet gelooft <i't Doet, 't doet «,zei er een boerken van ten busch- kante, 'k heb nog wel langs den draad een nieuw paar schoèn naar mijnen zoon gezonden en 's anderendaags had ik reeds zijne oude weêr ontvangen 3° Op al de andere walgelijke en reputatie-schendende artikels zuilen wij niet antwoorden. De lezers die nieuwsgie rig zijn om het blad nu of dan te lezen, mogen over ons num mer beschikken, want wij houden het nooit lang in ons huis, daar wij bevreesd zijn dat alles wat wij in huis hebben zou kannen bederven Tot Zaterdage. De Magister. IJperen, 26" Juli 1873. Zneinschsol. - Wij hebben onder het oog eene ptliiie welke onder onze inwoners rond word gedragen ten einde van sladsregeering het maken eener zwemschool te bekomen. Wij kennen de plans van den heer Heyninx niet; doch wij twijfelen niet of met zijne uitgebreide kennissen en dc goedgelegene plaatsen die zich in onze stad bevinden het allerwaarschijnlijkst mogelijk is IJperen te begiftigen met eene inrichting die in dagen van zulke groole hitte, zooals wij komen te verduren, eene ware weldaad voor de IJperlingen zou te weeg brengen. ©ugelnk. - Den 23 Juli laatst, rond 10 ure voor middag de genaamde Adèle Monet, oud 59 jaren, huisvrouwe Phillippus Wybaillie (bijgenaamd Phippen de moordenaar), kantwerkster en bedelares, geboren en wonende te IJperen, in de Schuttelaarslraal, is lusschen Zonnebeke en IJperen, op dit laatste grondgebied (Sl Jacobs buiten) op de ijzeren baan ongelukkiglijk aan hare dood gekomen. Deze vrouw was op hare omlialirigsronde en ging langs den spoorweg van de eene hofstede naar de andere, toen zij door het locomotief, dat in volle vaard was, gegrepen werd en op eenige schreden nevens de baan gesmeten, zoo geweldig dat 3Üe hare ribben verbrijzeld waren en zij op den siag dood bleef. Doordien deze vrouw doof was en een weinig al stuipen gaat heeft zij het gefluit der maij-liien niet gehoord nocli de pogingen gezien van den bareelwachter die alle mogelijks teekens met zijn vaantje maakte.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 1