ONTGRANER
LEGLEHGQ,
Briefwisseling der Toekomst.
Verschillige lijdingen.
Gebreveteerd in Frankrijk cn in den Vreemde.
EERVOLLE MELDING. - EERE-MEDAILJE.
EERSTE PRIJS.
voor Frankrijk, bij den uitvinder M. LECLERCQ-
LEZCORNEZ, te Sl Sylvester-Capelle (Nord);
Voor Belgie, bij M. VALCKE-HAGE, construc
teur. te IJpercn.
De correspondent, toen hij deze regels nederschreef, herin
nerde zich zeker niet dat nu al de postjes bekleed zijn door
de slaven en de lievelingen der geestelijkheid, en dat het mis
bruik welk hij vreesde voor het geval dat M. Van Merris
burgmeester zou geweest zijn, tegenwoordiglijk bestaat on
der het burgermeesterschap van M. Berten en altijd bestaan
heeft onder het langdurig bestuur van 31. Ch. VanRenynghe.
EES GEÏLREVEERDE MENSCII.
Sedert dat wij het geluk hebben van het schepenschap van
M. Van Merris en al de administralien en postjes der stad
bekleed te zien door de slaven en lievelingen der geestelijk
heid, de arme menschen kreveeren hier gelijk de beesten.Wij
hebben ten minste hiervan een voorbeeld gehad bij een armen
man van 79 jaren oud die, maar het vel op de beenen heb
bende en door uitgeputheid alle krachten van lichaam en geest
verlooren hebbende, aanzien was als een uitzinnige en, bij
gebrek aan hulp of bijstand, gelijk een hond gestorven is.
Eenige dagen te vooren had zijne vrouw hem geleid bij
«enen doktor ten einde hem in het Hospitaal te doen aanveer-
den. De geneesheer, ziende dat die inensch bijna al stervende
zijn huis binnentrad en maar korten tijd meer te leven had,
gaf hem een brieflje die zijne aanveerding in dit gesticht
aanbeveelde maar toen deze, vergezeld van zijne vrouw, zich
met dat brieftje aldaar aanbood, er werd hem geantwoord dat
het Gasthuis niet bestemd was voor zotten (omdat hij een wei
nig rondklapte), maar enkelijk voor zieken, en dat men hem
eaftige hulp ten zijnen huize ging verschaffen in de maaud
Horember die de eerste maand der wintergiften is.
Maar de ellendige zieke kon die beloofde hulpmiddels zoo
lang niet afwachten, en stierf drij dagen daarna, gelijk een
beest in zijn stal, op een handvol strooi over den blooten
grond verspreid, zonder ledekant, zonder de minste bedding
noch dekking, en niet anders hebbende om zijn hoofd te rus
ten dan een omgekeerden stoel.Vraagt het maar aan onzen
katholijken kiesdraver de Kruile, die hem in dien staat de 11.
Olie gegeven heeft.
GODSDIENSTIGE KRONIJK.
Nog twee.
Steur A. Moulin, broeder der christelijke leering te Mont-
brison, gekend onder den naam van broeder Sint-Antonius, is
aldaar achter de grendels gesteken voor openbare aanranding
tegen de zeden.
Een andere broeder, aangevat voor soortgelijke feiten be
gaan te hebben te Chazelles, is ook in hetzelfde gevang van
Montbrison korlgezet, in afwachting dat het Hof van Assisen
over het lot van deze twee zedeleeraars zal uitspraak doen.
Ander gesprek tassthen Frans cn Kobcn,
twee Provenaars.
FRANS. Wel Koben, wat ben ik blijde van u te zien I
reeds drie weken heb ik het geluk moeten ontberen met u
te redekavelen, en ik ben ongeduldig om uw oordeel iu te
roepen over eenige zaken welke ons lieve Proven aangaan.
KOBEN. Spreek maar vrij Frans, ik ben nieuwsgierig
u te hooren.
FRANS. Vooreerst, Koben, moet ik u een woordjen
reppen over onzen Schoolmeester. Men zegt dat deze man de
plaats van koster in de kerk, welke hij vooi loopig bekleedt,
nevens die van geleider der jeugd zal blijven behouden, is dit
geen schreeuwend onrecht
KOBEN. Ja! Frans, en dat onder een dubbel oogmerk.
Vooreerst kan men hier de evangelische spreuk Men kan
geen twee meesters dienen toepassen want iemand die iu
de kerk moet zijn, kan zich ten zelfden tijde met geen onder
wijs bezig houden. Ten anderen met de plaats van hoofdon
derwijzer kan iemand treffelijk leven en het is even met die
van Sakristaan gelegen. Wat meer is, mij dunkt dal den
ministerieelen omzendbrief welke de scheiding dezer beide
ambten eisctit, nog bestaat. Dus geen redens om dit misbruik
te laten voortslepen.
FRANS. Ik moet bekennen dat wanneer het er op
aankomt eene belangrijke zaak te beoordeelen, gij met veel
grond en overleg te werke gaat en dat er weinig zijn die de
zaken zoo klaar inzien als gij. Neen, ik wil u niet pluim
strijken.
KOBEN. Laten wij daarvan af en spreken wij eens van
het l'rovensche feest. Zijt gij de schieting gaan bijwonen die
op Kouthof plaats gehad heeft
FRANS. Zekerlijk, in vele schietingen ben ik tegen
woordig geweest, inaar nergens heb ik nog zooveel schutters
bij malkaar gezien. Er waren drij honderd zeven-en-tachtig
liefhebbers en als men daar al de andere aanwezige burgers
bij inoest nemen, het getal personen die er zich bevonden,
zou er ongeveer twaalf honderd man beloopen. Is dat niet de
moeite waard En zoudt gij denken, dal deze lieden gekomen
zijn uit enkele gelegenheid voor het gaaischieten velen
zouden te huis gebleven zijn omdat het weder ongunstig
scheen, indien zij niet aangespoord waren geweest door een
gevoel van verkleefdheid voor 31' de B°°3Iazeman die het feest
heeft ingericht, en door een innige drift tot wraak jegens
eenen man die M. Mazeman gedurig vervolgt en laster
uitspuwt tegen alle vermakelijke en zedelijke vereenigingen
dewelke hij met den eeretitei van liberale beestefeesten
bestempelt.
KOBEN. Door die man bedoelt gij zonder twijfel ons
kappelaantje waarvan gij over drie weken spraakt
FRANS. Dat is gemakkelijk te verstaan, Koben. Sedert
eenige tijd is het onderpastoorlje heel zachtmoedig men zou
zeggen dat het leedwezen heeft over de omwendelingen welke
het te Proven veroorzaakt heeft, maar zijn berouw zal
trouwens maar duren tot eenige weken voor de kiezingen.
M. Lampe peisde misschien zijnen naam onsterfelijk te maken,
want zijne benaming van pastor is nog niet afgekomen. Als
dat mijn doel was, zou ik liever gehandeld hebben lijk de zot
die te Esphèse een gebouw in brand stak en wanneer men
hem vroeg waarom hij dit gedaan had, antwoordde hij zonder
aarzelen dat het was om zijnen naam onsterfelijk te maken.
Deze sloeg ten minsteden bal niet mis en hij veroorzaakte op
verre na zooveel geen schade aan zijne medeburgers, als ons
heilig mannetje wel doet.
KÓBEN. 't Kappelaantje besteelt toch niemand zeker,
Frans
FRANS. Openbaarlijk, neen, maar hij is toch de schuld
dat vele neringdoeners het zullen moeten opgeven, mits zij,
als het zoo voortgaat, welhaast niet genoeg meer zullen
winnen om hunne belastingen te betalen. De winkeliers en
herbergiers, maar deze laatste bijzonderlijk, lijden uittermate
veel bij de feesten welke op Kouthof gegeven worden.
Eu hadden deze neringdoeners hun nooit de oogen laten
verblinden en hunne eigen belangen onder de voeten trappen,
om te voldoen aan het ventje dat hun de duivels gedurig
afschildert als snakkende naar de zielen der liberalen, nooit
zou Proven zoo diep gevallen liggen. Nu mag men met recht
van onze gemeente zeggen, wat Ledeganck vroeger van
Brugge schreef
Wie ooit een doode maget zag,
Den eersten droeven slervensdag
Eer nog de vinger der vernieling
De lijnen heeft gekrenkt van schoonheid en bezieling
Die ondervond hoe zacht, hoe engelachtig schoon
't Genot der eeuwige rust op 'l wezen ligt ten toon.
Want waarlijk, men zou zeggen dal Proven uitsterft, daar
gedurende gansch de kermis nooit geen twintig menschen te
gader op de plaatse zijn te zien geweest, en Zondag laatst
binst het maslklimmen en zakloopen bij Kouthof, waren
slechts een kreupele of twee op gangal de herbergen waren
ijdel. Zou men dan niet mogen uitroeren bij het aandenken
van hetgeen Proven eertijds was O thans, thans zijt gij
waard beschreid (Ledeganck.)
KOBEN. Wel ja! Frans, de provenaars hebben recht
dom gehandeld het beste dat ze zullen kunnen doen, is
trachten te hermaken wat zij gebroken hebben. Kom, Frans,
het is lijd dat ik vertrek goede gezondheid en het zou nu
nog lang kunnen zijn tegen dat wij malkaêr weder zien
want mijne zaken zullen mij verplichten nog al lang en
dikwijls afwezig te zijn.
Een blad van Brugge zegt dat het korps der burger
wacht eensklaps van den heer minister bevel ontvangen heeft
met November aanstaande al de exercitiën der linietroepen
aan te leeren.
Een verzoekschrift van nagenoeg 300 handteekeningen
voorzien, zal binnen kort, volgens de Journal de Liège, door
ingezetenen van Luik aan het schepenkollegie dier stad ge
zonden worden om te vragen,dat de Nederlandsche taal in de
Stadsscholen naast de Fransche worde onderwezen.
In 31exiko heeft men eenen maatregel genomen waarover
in Belgie al veel woorden den nek gebroken en eene heele
lading flesschen inkt over geschreven werden. Het mexi-
kaansch Congres heeft eene reeks wellen aangenomen, die de
Staat volkomen van de Kerk scheiden. Het heeft ook hel doen
van den eed afgeschaft, het heeft het inrichten van nieuwe
kloosters verboden en daarbij de Jezuieten verjaagd, als
zijnde samenzweerders, onophoudelijke samenzweerders tegen
de menschelijke vrijheid.
Bravo voor 3Iexiko
Maar ach en wee voor België 't Is weêral bij ons dat de
weggeschuple kapoenen zullen komen nestelen
MENGELINGEN.
Een wachtmeester van een regiment peerdevolk, ontving
laatst eene somme geld van zijne familje. Om het geld in
zekere bewaarnis te stellen wisselde hij geheel de som uit in
stukjes van 5 franks in goud en verborg die in de ijzeren
scheede van zijnen sabel.
Deze wachtmeester die tot eene groote familje behoorde,
leidde een tamelijk groot leven en maakte hier en daar nog al
schuld, zoover dat deze die te goed op hem vonden hem bij
zijnen kapitein aanklaagden.
Wachtmeester, het schijnt dat gij schulden maaktIk
heb dit niet geern. Binnen acht dagen zult gij alles betaald
hebben of ik zal u doen degradeeren.
Kapitein, ik vraag niets beters dan mijne schuldeischers
te voldoen, maar zij willen mijn geld niet ontvangen ik kan
er niets aan doen.
Hoe komt dit, explikeer u
Iedermaal, als er mij eene note aangeboden wordt, ben
ik verplicht mijnen sabel uit de scheede te trekken om mijn
geld er uit te halen. Slaar, ja, ge zijt er wel meè, 'k moet
maar 't gevest van mijnen sabel vastgrijpen, en ze poetsen de
plaat als of zij den duivel gezien hadden en nog zonder
bunnen overschot te vragen. Zij denken dat ik hun de ooren
wil afkappen
Dezer dagen kwam een leerling der broederkensschool bij
eenen coiffeur, en vroeg hem 2ijn haar zoo kort mogelijk te
snijden.
Is het uwe moeder die het alzoo wil, vroeg de coiffeur.
Neen, maar de klassen beginnen morgen en de meester
trekt mij altijd bij het haar.
^'ILLUSTRATION EUROFËEBINE,
SOMMAIRE. DU N° 49.
GRAVURES
La Malle-Poste aux Ardennes. Groenendael. Environs
de Bruxelles. Le 3Iartyr, d'après un tableau dc Ant. van
flarumée. Une tempète dans le désert de sable.
TEXTE
Nos gravures. Causerie Littéraire. Les Plaideurs de
Racine. Le jeune idiot. Épisode d'un voyage en Illyrie
(Ex trait d'une lettre particulière). A une Miss. Sonnet.
Le lys blanc. La Tache au FVont. Roman.
MARKTEN VAN IJPEREN.
AARD
DÏS
GRANEN ENZ.
18 Oct.
11 Oct.
verkocht te
kwantiteit.
middenpr.
p. lOOkilo.
verkochfte
kwantiteit.
middenpr.
p. 100 kRo.
Tarwe
Rogge
Haver
Erweten
Boontjes
Aardappelen
Boter
84,600
11,700
000
0,900
2,000
7,400
42-00
26-50
00-00
26-00
25-87
7-00
330-00
90,200
6,900
600
1,100
1,400
7,500
42-75
26-50
25-00
26-00
25-25
7-25
330-00
Veurne. Per 143 liters.
8 Oct.
13 Oct.
Tarwe (nieuw)
40-
tot 46-
55-
tot 44-
Tarwe van fr.
-
-
-
Rogge
30-
52-
50-
32-
Sucrioen
25-
27-
25-
27-i
Haver
17-
20-
17-
20-
Boonen
22-
28-
22-
28-
Tarwe fr.
Oude tarwe
Rogge
Boekweit
Haver
ienven
39 50 a
k
27 50 k
k
k
Per 100 kila 13 Oct.
Aardapp. fr. 6 50 k
Boter, de kilo 3 20 k
Eiers, de 26 2 60 k
Koolzaadolie 73 k
Lijnzaadolie 74 k
Drij werklieden zijn genoeg oim van X t«t 3
fcedoliters koorn per uur te bekomen.
ZICH TE VERVOEGEN