FRIC4ÜELLEN!
Stads Nieuws.
POPERÏNGHE}
BURGERSTAND
Van den 17" tot den 24" October 1873.
GEBOORTEN 1 Jj» *»m», 12.
Huwelijken.
Sterfgevallen.
I
j Ik spreek met vrijmoedigheid, want mijne banier is
waarheid, en ik spreek om een mijner plichten te vervullen,
welke daarin bestaat aan alle de waarheid te zeggen, ook aan
degenen welke uiet-kalholieken zijn, want ieder die den doop
ontvangen heeft behoort in eenigerlei opzicht of op
j'eenigerlei wijze, welke te dezer plaatse niet gevoegelijk is op
te geven behoort, zeg ik, aan den paus.
Ik heb de overtuiging dat Uwe Majesteit mijne beschou
wingen met de gewone goedheid zult ontvangen en de
maatregelen zal nemen welke in het gegeven geval vereischt
worden. Terwijl ik Hoogsldenzelve de uitdrukking van mijne
loegeuegenheid en van mijnen eerbied aanbied, bid ik God
dat Hij Uwe Majesteit en mij met de banden van dezelfde
barmhartigheid omvatten moge. Pies.
Hierop heeft Zijne Majesteit de keizer van Duilschland .het
volgende geantwoord
Berlin 3 September 1875.
Het verheugt mij dat Uwe Heiligheid mij, als in vroe
gere tijden, de eer bewijst aan mij te schrijven te meer daar
ik'hierdoor in de gelegenheid gesteld wordt dwalingen weg
te nemen, welke, blijkens den inhoud-van Uwe Heiligheids
brief van 8 augustus, moeten zijn voorgekomen in de berich
ten welke u over duitsche toestanden medegedeeld zijn.
a Indien de mededeelingen welke aan Uwe Heiligheid over
duitsche toestanden gedaan worden slechts waarheid bevat
ten dan zou het niet mogelijk wezen dat bij Uwe Heiligheid
kan ingang vinden het vermoeden, dat mijne regering een
weg insloeg dien ik niet goedkeurde. Volgens de grondwet
mijner Stalen kan zulk een geval zich niet voordoen want de
wetten en regeringsmaatregelen in Pruissen behoeven de
bekrachtiging van mij, als heer des lands.
Tot mijne groole smart heeft een gedeelte mijner katho
lieke onderdanen twee jaren geleden eene politieke partij
samengesteld, welke den reeds gedurende eeuwen in Pruissen
bestaande godsdienstige vrede trachten te verstoren, door
woelingen die den Staat vijandig zijn. Hooge katholieke
geestelijken hebben, helaas deze beweging goedgekeurd niet
alleen, maar zich er bij aangesloten en zelfs openlijk zich
verzet tegen de bestaande landwetten. Aan de opmerkzaam
heid Uwer Heiligheid zal het niet ontgaan zijn, dat dergelijke
verschijnselen zich tegenwoordig in de meeste europesche en
in eenige overzeesche Staten herhalen,.
ii Het is mijne taak niet onderzoek te doen naar de oorza
ken, door welke priesters en géloovigen van een der kristelijke
belijdenissen bewogen kunnen worden, de helpende hand te
bieden aan de vijanden van elke Staatsregeling iin het bestrij
den van de bestaande orde van zaken. Wel echter is het mijne
taak, in de Staten, wier regering mij door God is toever
trouwd, den binnenlandschen vrede te beschermen en voor
de eerbiediging der weiten te waken.
Ik weet dat ik voor de vervulling van dezen koninklijken
plicht verantH oording schuldig ben aan God, en ik zal orde
en wet in mijne Staten tegenover eiken aanval handhaven,
zoolang God mij de macht daartoe verleent. Als christelijk
nionarck ben ik daartoe verplicht, ook daar, waar ik tol mijn
leedwezen deze koninklijke taak te volbrengen heb tegen de
«dienaren eener Kerk, van welke ik aanneem dal zij niet min
der dan de evangelische Kerk het gebod van gehoorzaamheid
als een uitvloeisel van den ons geopenbaarden goddelijken
-wil erkent.
i> Tot mijne droefheid verloochenen vele van de aan Uwe
Heiligheid onderworpen geestelijken in Pruissen de christe
lijke leer in deze richting, en brengen zij mijne regering in
de noodzakelijkheid, om, gesteund door de groole meerder
heid mijner getrouwe katholieke en evangelische onderdanen,
het nakomen van 's lands wetten door de wereldlijke midde
len van dwang te bewerken.
ii Gaarne wil ik mij vleien met de hoop dat Uwelleiligheid,
wanneer zij van den waren toestand onderricht, haar gezag
zal willen aanwenden om een einde te maken aan de gisting,
die met een te betreuren verkrachting der waarheid en met
misbruik van het priesterlijk aanzien wordt aangewakkerd.
De godsdienst van Jesus-Christus heeft, gelijk ik Uwer Heilig
heid voor God getuig, met deze woelingen niets te maken,
evenmin de waarheid wier banier door Uwe Heiligheid
ingeroepen, ik onvoorwaardelijk aanneem. Nog eene uitdruk
king in Uwer Heiligheids schrijven kan ik niet zonder weder-
iegging voorbijgaan, wanneer zij niet op verkeerde mededee
lingen, maar op Uwer Heiligheids geloof berust, te welen de
uitdrukking: dat ieder, die den doop ontvangen heeft, den
paus toebehoort. Het evangelische geloof, dat ik, gelijk aan
Uwer Heiligheid bekend moet zijn, en al mijne voorvaderen
en de meerderheid mijner onderdanen belijd, gedoogt niet
dat wij in de gemeenschap mefrGod een anderen bemiddelaar
dan onzen Heer Jesus Christus aannemen. Dit verschil van
geloof belet mij echter niet in vrede te leven met hen die het
onze niet deelen, en aan Uwe Heiligheid de betuiging van
mijne toegenegenheid en mijnen eerbied aan te bieden.
Willem.
Voor eene tweede maal is het Fricadellegazetje in den
rouw
D'eerste Fricadelle is een vaisch lawijt omdat het H. Sa
crament den smaad ontving van twee dagen en twee nachten
dvor de Poücie bewaakt te zijn
Ihdien er daar zulke afgrijslijkheid in bestaat waarom
niet,onmiddeiijk na het vertrek der nonnen hel Allerheiligste
doen weghalen
Maar neen, zij moesten komedie spelen
Nu, 't was Vrijdag toen de processie plaats had,
en, zonder dat er ééne.klokke geluid werd, kwam eene me
nigte van alle kanten toegeloopen....»
Alsof die oproerblazers klokken noodig hebben om het
appel te slaan En de Nieuwsgierigen dan
Van het stenen, janken, zuchten, vertellen de come-
dianten een heelen hoop leugens. Zij hebben met al hun ge
weld effekt trachten te maken; integendeel zij hebben ons
rein geloof besmeurd en belachelijk gemaakt.
Gij moet de Fricadelle lezen over de Boetprocessie,
hoe de menigte bij het hooren van het treurig: Paree Do-
mine, enz., ii vveenend meêbad,... en de 999/1001) en nog
meer verstaan geen latijn
<i 'T was Vrijdagen 't was kwart voor o uren
Zou men niet zeggen dat men alles aan het toeval te
danken had en de comédianten hebben hun dag, hunne uur
en hun effekt gekozen
Maar alles heeft niet geholpen, het volk, waarop de
zwarte Tooneelspelers gerekend hadden om te figureeren,
heeft kalm en medelijdend geheel dit spel afgezien
De tweede Fricadelle is schandig en ellendig voor de
opstellers van 't zwart hladje, omdat zij hunnen toevlucht ne
men tot zulke lage lasteringen welke voor gevolg hebben de
Policie en de wetten bij het gepeupel in haat te doen nemen.
Vreezen die mannekens niet, wanneer het volk eens klaar in
hunne handelwijs zal zien, dat zij dc gebroken polten zouden
kunnen betalen
De derde Fricadelle is nog afschuwlijker dan de tweede,
ware zij niet belachelijker. Ziende dat zij al hun vlaamsch in
den wind gezaaid hebben en zich bot vieren tegen de eerlijk
heid van al de mannen der Stadsregeering, zij eindigen met
uit te vallen tegen enkele bedienden van het stadhuis, in
wiens mond zij woorden leggen, die de schrijvers van 't arti
kel zeker maar alleen in state waren om uit te spreken
In dit modderartikel vindt men ook dat het voor de
meisjes der werkende klas genoegzaam is te kunnen, spelle-
werken en in een vlaamschen kerkboek le lezen
Heeft de schrijver lucht gegeven aan de haatzuchlige
neiging zijner ziel, wij maken er ons kompliment over, hij
heeft fiasco gemaakt.
De vierde Fricadelle is eene bekentenis dat hunne
schooierij in de gazetten te veel opspraak maakt en te weinig
zou opgebracht hebben. Zij hebben een ander middel uitge
vonden omdat zij voorzagen dalDezen die de vogels
voedsel geeft misschien door de openbare inschrijving ware
te kort geschoten.... en zij doen hunne zaken liever zelf. en
in den duik
De Fricndelle op 't Bureel van Weldadigheid is een
wraakroepend mirbruik van het geloof tegen de menschlieven-
heid, en eene lage speculatie op het inpalmen van een nala
tenschap toekomende aan wettige erfgenamen.
Hun laatste Fricadellètje een zielroerende trek
is wel het afpersen bij «iOO arme kinderen in de school te
Lichtervelde, eener som van 150 franken voor de arme La-
motte nonnekens.
150 fr. voor kinderen wiens ouders verre zijn van aard
appels, boter, bier? eiers, ènz., in de kelder te hebben, en
wiens provisie tabak en cigaren in alle geval maar schraal is.
Maar hebben is hebben en krijgen is de kunst
Tot Zaterdage. De Magister.
IJperen, 25" October 1873.
Bapgcs'wacJjt. Artillerie. Uitslag der schie
ting van 20 October 1875.
1° prijs: Ch. Deweerdt. 2" prijs: D. Mahieu.
Dinsdag aanstaande heeft de feestviering plaats, ter gele
genheid van het ontvangen der prijzen behaald door de
hceren L. Cardinael en A.Dumon, op de nationale schijfschie-
tiug van Brussel.
Ten 5 ure begint de schieting.
Ten <5 1 2 ure 's avonds zullen al de leden der maatschappij,
waarvan M. Cardinael president is, en M. A. Dumon, koin-
misaris, zich vereenigen in hun lokaal het Oud Zilveren Hoofd,
om aldaar die heeren te verwelkomen waarna er hun een
Banket zal aangeboden worden.
VlaarasseSse Ster. - Zondag aanstaande geeft
deze maatschappij hare eerste vertooning. Deze voorstelling
met zorg gestudeerd, belooft ons veel goeds en het verlangen
door het publiek naar de vertooningen der Sterre voorspi lt
ons een goeden uitslag, zoowel al den stoffelijke als al den
zedelijken kant.
Zie onze annonern.
«sigeval. - Dinsdag namiddag, ten 1 1/2 ure heeft
er nabij Vlamerlinghe een ongeval plaats gehad, waarvan de
gevolgen zeer erg konnen zijn.
M. I uylstfhe-Sohier, nég' te Moorslede, kwam met zijn
rijtuig, waarin nog andere menschen plaats genomen hadden
aangereden, toen eensklaps de tremen braken en het rijtuig
met man en peerd omsloeg. M. Vuvlsteke is nogal erg bezeerd
doch niet gevaarlijk. De andere zijn er met den schrik en
eenige kneuziugen van afgekomen.
Willems, Philippus, dienstknecht, en Cuvelïer, dementia,
dienstmeid. Dewyn, Hen neus, huidevetterswerkman, ea
Trcve, Rosalia, dienstmeid.
Berten, Adelia, <52 jaren, kantwerkster, echtgenote van Jo
annes Andries, Meenenstraat. Noliet, Maria, 28 jaren,
hovenierster, echtgenote van Felix Perque, Brioien-n.-Ypre.
Boudrez, Maria, 22 jaren, kantwerkster, ongehuwd, Dix-
mudestraat. Samyn, Amelia, 77 jaren, zonder beroep,
weduwe van Ludovicus De Hollander, Bijselslraat.
Kinderen beneden de 7 jaren" ®janne''jk geslacht 25-
J Vrouwelijk idem. 1)
23 October 1873.
AAN ONZE OPPERBIJRGERS.
De samenspraak tusschen 't Docteurlje en Cher Chou, ge
geven door uwe langerokte en kortgebroekte ahbétjes, is zoo
belachelijk en zoo pijnelijk als zij lang is, bijzonderlijk aan
de vraag van weet gij ,een hofstee te scheuren ievers in hel
ronde? of een postje van sekretaris alzoo, of...» Ja, zegt
maar, kwakzalvers, of een postje van onderpastor in plaats
van Opsomer, Pollepel of Sampers, en daarbij nog een afge
perst sommeke van 200,000 fr. van pastor Neuwe, 85,000 fr.
van Peneranda, of 50,000 fr. van de Famoljes (waarvan gij
nu in de rouwe zijt en moet blijven tot alswanneer gij
zult restitutie gedaan hebben), in plaats van hofsteden ie
scheuren waartoe men moet gepatenteerd zijn om rechtveer-
dig geld te winnen. Maar neen, uwe kwakzalvers verstaan
zulks niet, men moei, ofwel publieken dief van groote wegen,
ofwel grooten kalholijken onkuischaardzijn om in helijpersch
vuiiblad eene schoone plaats le bekleedeu.
Voor wat het sekretariaat van Woesten betreft, weest ge
rust, wij zuilen hiervan een breed verslag geven met al de
omstandigheden en de handelwijze van het pasterke en nog
andere gekruinde en ongekruinde kopstukken, welk verslag
waarschijnlijk, tegen uwe begeerte, veel te lang zal zijn.
Weest er zeker van, de boerkens zullen op Cher Chou niet
schieten, kwakzalvers, voor de hofstéescheuring, zij zonden
veel liever schieten op (len graaf Fangrand-Dumonceau, Sam
pers en op de Jesuiten die al hun geld gestolen en afgeperst
hebben, terwijl Cher Clwu hun schoon land geeft voor hun
geld. En wilt gij nog beier weten op wie men welhaast zal
moeten schieten, leest en overweegt den brief van den keizer
van Duilschland aan den Paus, en gij zult daarover wel on
derricht zijn.
Maar onze kwakzalvers verstaan zulks niet; zij moeten het
geld van de onnoozelaars afperssen voor S' Pieters penning,
den vastenblok of voor het nieuw broederschap van het H.
Hert van Jesus. Zij zullen op u niet schieten die sukkelaars,
om dat gij de hel en het vagevuur hebt om hun de vrees in
hel lijf te jagen, en den hemel om hun kosteloos te beloonen
van uwe afperssingen, niet waar, Nieuwsblad
En aangezien gij in de samenspraken zijt, wij raden u aan
er in te volherden en nu ne keer een te geven, bij voorbeeld,
tusschen Kuiptjeen vrouwAmelie.Den doktorCivial zal onge
twijfeld u hierop de noodige inlichtingen kunnen verschaffen.
Daarna zoudt gij eene kunnen geven tusschen den gekruin-
den Pollepel van Beveren en zijne congreganistetusschen
Opsomer en vrouw Julie met hun zoontje; tusschen père Du-
four en de comtesse de Valmonf, tusschen Pappot en jouf-
vrouw Eugenie met hare deschmachientusschen César
Grysebolle en vrouw Florencetusschen Pierlala en zij"®
jonge meid tusschen Jan Delaet en D'hane-Steenhuyse tus
schen de kleine broederkens en hunne leerlingjes van beneden
de 13 jaren tusschen Louis Venynt en zijne hommelbeestjes,
enz., enz.
En indien gij in deze onderneming eenige moeilijkheden
ontmoet, wij beloven u vastelijk onze medehulp. Vatje 'I,
Nieuwsblad
De gezalfde navolgers van Christus zinspelen nogeens ®fi
eene zekere beroeming op de vervolgingen welke zij inspan
nen tegen hunne liberale evennaasten, en, verwonderd zijnde
dat zij dien of dien stieldoener nog niet hebben kunnen doen
vergaan van honger, zij maken alle slach van veronderstelli»"
gen en eindigen met spotswijze te zeggen dat hij leeft op
beurs van M. Van Merris (wiens mildheid Z'j nogta»5
betwisten).
Neen, neen, lieve apostels, die mannen blijven leven omd3'
gij hen niet genoeg vervolgt, en omdat gij geene mof|!c
genoeg doet om, door uwe vernederende middels, de trcfD'