VAN IJPEREN. FRICADELLEN! 4 FRANKEN 'S JAARS Nr 616. Dertiende Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Rekendinakiiigen. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 centimen den regel. iLReklamen: 2a centimen. ZONDAG, II" JANUARI 1874. Bureel Dixmudeslraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN De Koster. Meester, hebt gij het artikel gele zen in het Journal d'Ypres, van den 5n dezer, waarbij het aantoont hoe de hedendaagsche maat schappij den oorlog doet aan den katholijken gods dienst? De Meester. Dit is onbegrijpelijk hoe het klerikaal nieuwsblad durft zeggen dat de heden daagsche maatschappij den oorlog voert tegen den godsdienst. Het is de jesuiterij die in alle landen een hevigen strijd levert aan de lands-besluren; er is geen een land in de wereld meer svaar Koningen, Ministers en tot de gemeenten zelfs, zich niet moe ien verweren tegen den jesuitieken invloed en tegen de eischen van dit gevaarlijk orde De Koster. Gij spreekt altijd van gevaarlijk, ik versta niet waarom gij dit orde gevaarlijk noemt. De Meester. Kosler, indien de geschiedenis u hekend ware gij zoudt het gemakkelijk verstaan; gij zoudt welen dat van sedert zijn bestaan het alle landen in verwarring heeft gebracht. De Koster. Ik zie niet waarom. De Meester. Omdat het onder voorwendsel van Godsdienst zich van alles tracht meester te maken, en al de omwentelingen die Europa hebben geteisterd, of door, of tegen de jesuiterij hebben plaats gehaddoor de zelve, telkens dal zij tegen stand heeft ontmoet om hare plannen uit te voeren, of tegen, wanneer zij in de landen door haren geld- en machllust een uitsluitelijk meesterschap had hekomen en van het zelve misbruik maakte. De Koster. Men kan haar toch de verwijtse- len niet toesturen welke men aan de liberalen met rede toeschrijft zij heeft toch nimmer zulke gruweldaden begaan. Jan. Gij bedriegt u, Koster, al de gruwelda den door de wanschepsels van 1795 en door de communaars begaan zijn niet te vergelijken aan die waarvan de jesuiterij haar plichlig heeft ge maakt wij spreken van de H. Inkwisitie, de eerst- genaamde deugenieten hielden zich ten minste te vrede met hunne slachtoffers te doodigen. de andere hadden hun genoegen met dezelve te martelen voorallecr hun levende te branden men moet hun ook de moorderij der Dragonnade en van S* Bartholomeusnacht toewijtentoen meer dan 50,000 menschen op de vreedste wijze vermoord werden; in Engeland in 1605 trachtten zij het parlement te doen springen Indien men een overzicht moest doen van al de gruweldaden waaraan zij hebben medegeholpen of door hun zijn opgestookt geweest het zou niet eindigen. De Meester. En in tegenwoordigheid van het voorgaande ik vraag u, Koster, of de besturen en alle lieden die met de geschiedenis bekend zijn niet voorzichtig handelen door zich tegen te weren. De Koster. De tijden zijn veranderd en men heeft geen zulke overdrevenheden meer te vreezen. De Meester. Ja, maar de menschelijke driften zijn de zelfde gebleven, en de gevolgen der om wentelingvan 1850 hebben bewezen dal zij altijd even gevaarlijk zijn. De Koster. Hoe dat De Meester. Is het niet zij die de plunderin gen van 1851 hebben opgewekt, aangemoedigd en verschoond is het niet zij die Spanje overhoop hebben geworpen en de wapens in handen gegeven van het wanschepsel Pastor Yera-crus? En wan neer men de overdrevenheden der klerikale druk pers leest en het baatzuchtig gedrag van zommige kapellanen in overweging neemt, men moet beken nen dat zij tot alles bekwaam zijn, en dat keizers, koningen en volken wijzelijk handelen door hun tegen te vechten, en het is hetgeen wat het Jour nal d'Ypres Oorlog tegen den Godsdienst noemt. De Koster. Maar legen wat moeten de libera len zich verdedigen De Meester. Tegen den jesuitieken invloed die strekt om door het onderwijs, met ter tijd, vorsten en volkeren te kunnen overmeesteren; om te voorkomen dat de jesuitea door het herstellen der dooderhand alle landen zouden ten onderen brengen, en omdat de vrijheid van geweten niet zou vernietigd worden, in een woord, tegen de onverdragelijkste tijrannij waarmede men ons bedreigt. De Patrie, in antwoord op een artikel, van la Véritê van Doornik, welke zegt dat de jesuitea die in 1840 zich aldaar zijn komen vestigen nau welijks 100,000 franken bezaten ea dat zij thans meer dan anderhalf millioen rijke zijn, zegt dat dit beter is dan belastingen of opcenten aan de schat- plichtigen te moeten vragen. Wij verstaan dan de gazette van den Bisschop en de jesuiterij met genoegen aan de in bezilver- krijging van zulke machtige kapitalen toejuichen, maar wij kunnen in de tevredenheid der Patrie niet deelen, want hoeveel ongelukkigen zijn van hunne erfdeelen niet beroofd geweest om zulk eeri kapitaal te kunnen verzamelenbeter de lasten door het algemeen doen afdragen dan te gedoogeu dat eenige intriganten door listige bewerkingen de erfenis van zooveel ongelukkigen afpersen. De Gravin Langrand-Dumonceau, veroordeeld tot vier jaren dwangaarbeid als medeplichtige in de hedriegelijke bankbreuk van haren mankomt door onzen koning genade te hekomen zij zal in rust het genot der millioenen mogen genieten door haren echtgenoot aan zooveel duizendc ongelukki gen ontstolen. Hare invrijheidstellingen de vrij spraak van hun die met haar in de zaak heirok ken waren verwonderen eenieder; dit alles is een bewijs van den schandelijken invloed welke de Langrandshende op het minisferie blijft uitoefenen. IJZEREN—WEG Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-50. - 12-05. - 5-57. - 6-50. Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-45. - 9-50. Naar KORTRIJK. 5-54. - 9-49. - 11-18. - 2-55. - 5-25. Naar ROUSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45. Naar LANGEMARCK. 7-15. - 12-06. - 6-20. Saiucusprnak tnsschen den Schoolmeester, den Koster en Jlan Goedgebenr. Hel schijnheilig Nieuwsbladje komt, ter gelegenheid van 't Nieuwjaar, met een schijnheiligen vvensch voor de pinne. Hoor het eens meesmuilend uitroepen Voor de 8° keer mag ik, met de hand op het hert, vrij zeggen dat ik een goeden strijd gestreden lieb. Een weinig verder, met een schuin- schen blik, gelijk al de valschaars, het fopt nogeens zijne lezersIk weet wel dat ik niet volmaakt ben, maar wat ik mag zeggen (zeker met zijne hand ook ergens op) 't is dat mijne meening altijd goed was en mijn inzicht oprecht, Vat j'het lezers Wanneer hel eerlijke burgers, gewe tensvolle beambtenaars door den modder sleepte, het deed dit met een oprecht inzichtjoeg het grauw op tegen de bestaande samenleving en wetten, oh het deed het met eene goede meening Viel het uit tegen het wereldlijk onderwijs, en om zijnen winkel te doen draaien, lasterde het de vleklooste onderwij zers en onderwijzeressen, met op hunne rekening de valschte leugens uit te strooien, dit is al niets,'t was uit een oprecht inzicht. Verdook het de gruwelen of verschoonde het monsters, die, als personeel hunner katholijke opvoeding, de jeugd zulke stichtende lessen gafoh zijne meening was op recht Blaar, Nieuwsbladje toch en gij ailen schrandere krabbers, meent gij toch dat uwe en onze lezers zóó DOS! zijn beeldt gij ul. in dat zij uw spel niet weg hebben neen, neens, 5 is katje.... Want verder het valt uit tegen zijn eigene abonnenlcn die hel opgeve;i hel jaagt den eenen menschen tegen den anderen op, uit haal en vraak tegen alwie niet danst volgens zijn deuntje. Zeemend roept het uitoorlog tegen al wat vijandin- is aan God en zijne kerke bestraffing van ai wat 't Christe lijk leven vermindert en dood doet! En in zijne aanslaande eerloozeartikelen zal het nogeens zijne personen kiezen, hen afschilderen als de slechtste ouder de slechtsten en daarna hen ten prooi Werpen aan de alge-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 1