VAN IJPEREN. FRICADELLEN Aan de heeren lezers der TOEKOMST. 4 FRANKEN 'S JAARS IV 021. Dertiende Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 centimen den regel. Reklamen: 25'centimen. ZONDAG, 15» FEBRUARI 1874. Burf.ei.: Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN Het Nieuwsbladzoo als naar gewoonte, de beduitenis der woorden vervalschende, zegt dat er in de geheele wereld strijd bestaat tusschen de Kerk en derevolutie. Om in de waarheid te zijn, het zou moeten zeggen tusschen de jesuiterij en het burgerlijk gezaghet is dit orde dat al de gouver nementen bevecht, telkens zij niet, gelijk in Belgen, onder de zijne oppermacht geplaatst zijn, en het behandelt als omwentelaars al degenen die zich tegen de inbreuk van dit gevaarlijk orde durven verzetten. Het woord van revolutionnairen zou hem de longe moeten branden, want van sedert 1788 zijn het de jesuiten die meest omwentelingen hebben te weeg gebracht. Wie is het die den weg tot zelve heeft geopend? Er zijn nog grijzaards die zich de tijden herinneren wanneer de Pastors aan het hoofd der buitenlieden, die alsdan niet slimmer waren als heden, met vlegers gewapend, vijgen boomen op de Groote-iVIarkt kwamen desschen VIJGEN was de naam dat men aan de doclrinairen van dien tijd gaf, wiens huizen men deed plunde ren en branden. Waren het zij ook niet dié Louis- Philippe van zijnen troon hielpen werpen En wie heeft de kuiperijen vergeten van in hel jaar 1815 gehandhaafd en tot in 1830 voortsgezet, om den troon van Willem te ondermijnen? Na al zulke voorbeelden van omwentelaars gegeven te hebben, durven zij de gouvernementen en de matige lieden aanvallen die alle omwentelingen trachten legen te werken omdat zij de overtuiging hebben dat, in welken zin zij zegenpralen, zij altijd schadelijk zijn voor koophandel, nijverheid en zedelijkheid. Het ware moeielijk om verstaan, indien men niet wist bij ondervinding, dal het in de gewoonte der jesuiterij is van hare eigene wandaden aan hare vijanden op te leggen. Is het te verwonderen na al zulke voorbeelden dal Italië, Zwitserland, Oostenrijken Pruisen de invloed der Jesuiten trachten tegen te houden Wij begrijpen dat wat de landen thans onderne men niet zonder gevaar is, want men zal aldaar de bevolkingen tegen hun ophitsen, en indien men daardoor niet kan gelukken, zouden het treurige einde van Henri III en van den Taciturne de kop stukken van dezen tegenstand moeten doen naden ken. zelfde straf, als medeplichtigen in de diefte begaan door Alphonse De Kerckhove bij zijnen oom M. dc Peneranda, te Ste Kruis. Alphonse de Kerckhove, voortvluchtig, is door verstek veroordeeld tot tien jaren opsluiting. Het onderzoek en de bepleilingen in die zaak hebben bewezen dat de veroordeelden eerlooze schelmen zijn, bijzonderlijk Alphonse de Kerck hove, die een doortrapten deugeniet is, die, alvo rens den diefstal te begaan, dezelve van larigerhand had overdacht en bewerkt, met eene boosaardig heid waarvan de rechterlijke verhalen weinig voorbeelden opleveren. Gelukkiglijk dat deze schelmen hun onderwijs in geene Staats-ofStadsscholen hebben ontvangen, anders al de klerikale nieuwsbladen zouden met hunne gewone kwade trouw het wereldlijk onder wijs daarvan verantwoordelijk maken Het is niet altijd mogelijk den kwaden aard bij den menseh door het onderwijs te dempen; zoo dus het onder wijs, dat zij bij de Jesuieten hebben ontvangen, kanin hunne wandaden weinig schuld hebben,doch wij moeten doen aanmerken dat indien men bij het jesuitiek onderwijs wat meer de gevoelens van eer paarde met de vrees van het vagevuur, men veel min geldstroopers en schijnheilige bedriegers zou vinden Het Hof van Assisen van Brugge heeft Zaterdag 7" dezer de vrouw De By veroordeeld tot vijfjaren gevang en haren zoon Paul De By lot vier jaar der- DE TOEKOMST IJZEREN-WEG. Naar POPERINGHE-IIAZEBROUCK. 6-30. - 12-05. - 3-37. - 6-30. Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-43. - 9-30. Naar KORTRIJK. 3-34. - 9-49. - 11-18. - 2-33. - 3-25. Naar ROÜSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45. Naar LANGEMARCK. 7-13. - 12-06. - 6-20. Het Nieuwsbladje, na de lijst van 't nieuwjaar van dew Paus gegeven te hebben, die beloopt tot de bagatelle van fr. 10,171-60 c", opent zijne kolommen aan nog een anderen Moorslede, Februari 1874. (1° Vervolg De eonscientien worden naar Ypercn gevoerdenz. Waarom gaan er jaarlijks zooveel Moorsleedsche franc-ma- consnaar Yperen hunnen Paschen houden? Misschien omdat de Ypersche Paters de mauw wat wijd hebben; misschien bestormt men hier de cliënten met eenen stroom van zottig heden c. houd u vast of ge verzinkt ge zijt verdoemd waar ge zit ellendige mensch slecht suject en ik weet niet wat nog al. En alzoo wil men berouw in de ziel storten alzoo wil men haar bewegen God te beminnen o, die onnoozele, die met straffen bedreigen hem, die niet wil be minnen, eene gedwongene liefde, is het mogelijk! Het is ook wel waar dat velen maar te biecht gaan voor de vorm, di'e zouden beter doen 't huis te blijven en zich toonen gelijk zij zijn, dat is geen schande, er zijn ook godsdiensten welke de mondelinge biecht niet hebben. Er zijn er misschien ande ren die 't laten voor bedreigingen gij zult voor dien stem men of geen absolutie gi) zult dat meisje niet meer bemin nen, of geen absolutie gij zult uwen man dwingen voor dien of genen te stemmen, of geen absolutie, enz., enz. Hebt ge in het jaar vleesch geè'ten op een kwaterlemper of Vrijdag, fourt, naar 't zomerland Hebt ge in 'l bal geweest, fourt! De dochters zijn er de slechtste meê, die kunnen zoo wel naar Yperen niet gaan nu, nu, zij moeten ook niet ver legen zijn. Wie zou er zijn geweten, den weg zijner zaligheid durven toevertrouwen aan iemand die in eene openbare re devoering van hoeren, hoerjagers, hoerkoten, grissetlcn en wat nog al walgelijker durft spreken zonder blozen, en dat nog terwijl er nonnen bij zijn en onbejaarde kinders wie zou zijn geweten willen openbaren aan iemand die de braaf ste, de gekende rechtveerdige, de voorbeeldige matige, de uitstekende wijze, de meest dienstwillige voor een slecht mensch zou voordragen 't Is misschien om zulke redens dat de zoogezegde franc-magons van Moorslede naar Yperen gaan. Ik vraag u, in gemoede, landbouwer, werkman, wie het zijn moge van Moorslede, wat is een franc-macon? Mis schien zijn er geen 4 op de gemeente die het weten! En wan neer de vlijtige werkman eene week lang gezweet, gezwoegd heeft om wat te kunnen verdienen voor zijn huisgezin, om in deze dure lijden niet van gebrek te vergaan, en 's Zondags naar de kerk gaat om hel woord van vrede, van balsimg te leeren, verneemt hij niets dan oorlog. Oorlog aan Victor- Emmanuël, oorlog aan de liberalen, oorlog aan de franc- inagons, oorlog aan de slechte, oorlog aan alles! God! waar moeten wij met zulke leering naar toe In September is het Moorslede Kerremis. Jaarlijks zijn cc verscheidene schoone spelen, volksfeesten, die voor de inwo ners profijt en verzet medebrengen. Dit zijn oude gebruiken. De Grieken, de Romeinen hadden zulks ook, maar 't was nog wat anders dan te Moorslede.'t Is juist na den oogst, toen de landbouwers de vrucht huns werk», het loon huns zweefs ontvangen hebben toen de werkman een weinig tijd heeft om te rusten. Dan wil hij zich, gelijk zijne voorvaderen, ver maken. De volkafgezanten kennen die noodwendigheid ti voorzien er in. Menschenbéminners doen bijzondere geschen ken,anderen gaan met de penninghorzen en de feesten komen tol stand. (Hoe zou men dit niet mogen doen, men geeft wel voor Sint Pieterspenning, voor de onnoozele kinderen, voor 's pauzen nieuwjaar, en God weet waardit al heengaal!) H; wel, de Moorsledenaar komt hier ook tegen. Verslaat ge wel, werkman, indien de Moorsledenaar meester ware zou sulks afgeschaft zijn, en dan zoudt ge mogen vaarwel zeggen aan 't vermaak.Wat hoort ge liever dan muziek, en 't kost u niets? Wat ziet ge liever dan de volksspelen welke men hier ver richt, en die nog de omliggende gemeenten uitlokken? Wat doet het u wel aan 't harte uwer overgekome familie toch iets te kunnen toonen, dat verzet, dat doet lachen, zonder erg?En wat brengen de feesten niet op voor de herbergiers, voor alle neringdrijvende menschen, de landbouwers niet uitgezonderd

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 1