~~PÖP12RIN GIÏE,
Politieke geschiedenis van Poperinghe.
Briefwisseling der Toekomst.
BURGERSTAND
Sterfgevallen.
Enz., enz.
fMiositd; uitstaan --1 MouIVèoJ non® k.
9
tïaeekroot, Engel, korporaal, en Boiickeuaere, F.ric, garde.
De bijgevoegde leden zijn de hoeren: Ligy, Felix, luit'-
adj'-inajor; Liégeois Jutien, serjanlVermeulen Guslaf, kor
poraal en Lombaert Emile, garde.
Daarna treilen wij een dagorde aan waarin de kiezingen lot
liet vervullen der opengevallene graden, zullen plaats hebben
voor de 4 eompagtiien en de artillerie op Zondag 15 dezer.
Dan nog een ander welke de verschiilige wapen-inspectien
voorschrijft en dezelve vaststelt als volgt:
Halve batterij op 22 Maart1" komp. 29 Maart; 2de komp.
12 April3do komp. 19 April4de komp. 2(i April, telkens
om 9 ure 's morgens, in de bovenzaal der Halle.
De heeren officiers, onder-officiers en korporaals, wonen
den Dinsdag en Vrijdag van elke week, van 's avonds 6 tot
8 ure. Theorielessen bij-gegeven door den heer Smevsters,
luitenant bij 't eerste regiment voetvolk.
Dit alles bewijst dat men dezen zomer van gedacht is de
instelling op een weerdigen voet te brengen.
Dewijl wij nu over de burgerwacht spreken, wij willen
deze gelegenheid niet laten voorbijgaan zonder melding te
maken van een feit nog van vele onbekend.
Hij onze burgerwacht treffen wij een serjant aan wiens
diensttijd reeds lang voorhij is en nogthans een der ijverigste
leden van de insteiling is, wij bedoelen M. Jan Tyberghein.
Die heer, toen in 't jaar 1850 de omwenteling alhier uit
brak voegde zich bij de mannen die de wapen in de hand
personen en eigendommen deden eerbiedigen en alhier, den
garnizoensdienst deden tijdens de afwezigheid van aile bezet
ting. Op 4 Aug. 1851 werd deze burgerwacht gemobiliseeid
en Tyberghein als allen anderen maakte deel van dezelve.
Onze burgerwacht, gelijk deze der andere steden vertrok
naar de grenzen tot verdediging van den Vadergrond. Tyber
ghein, als eenigen zoon en onderstand zijner moeder, die
weduwe was, moest te huis blijven en werd ingelijfd in den
tweeden ban, die hier ter stede bleef en veel dienst heeft
bewezen.
De definitieve inrichting had plaats in 1848. hij deze gele
genheid snelde Tyberghein een der eerste onder de wapens,
werd korporaal, later serjant en dezen graad heeft hij altijd
met viijt en weerdigheid weten te vervullen. Om de verdiensten
van dezen man onder den waren dag te stellen, zie hier een
dagorde door den bevelhebber uitgevaardigd.
Dagorde van 25 Februari 1874.
M. Tyberghein, Jan, serjant bij de 1komp. Diensdoénde
Burgerwacht der stad IJperen, de ouderdom bereikt hebbende
door de wet bepaald, wordt der controle zijner komp. afge
schreven en bij bet bataillon als vrijwilliger aangenomen.
Ten einde serjant Tyberghein een openbaren blijk van vol
doening te geven voor de diensten welke hij bewezen heeft
aau de instelling der burgerwacht 'en voor den moed dien hij
ten allen tijde aan den dag gelegd beeft, M. Tyberghein is
serjant-honuraire benoemd.
Geleekend de bevelhebber der Burgerwacht.
In tegenwoordigheid van zulke schilferende bewijzen, wij
vragen ons af waarom men de loyale diensten met beloont
met het kruis van 25 jaren dienst Hij heeft er volgens ons
voile recht op.
n»
Yau deu fl" tot den 13"° Maart 1874.
GEKOOKTE* Mannelijkgeslacht 6)
Vrouwelijk 2)
zsrnen 8.
Debruyne, Henricus, 52 jaren, winkelier, echtgenoot van
Menrica De Backer, Elverdinghe straat. Coquelaer, Julia,
77 jaren, zonder beroep, weduwe van Nicolaus Thoréz, Bol-
lingstraat. Degrendel, Catharina, CO jaren, zonder beroep,
ongehuwd, Boiiingstraal.
Kinderen beneden de 7 jaren' Mannelijk geslacht 4)
J Vrouwelijk idem. 2)
11 Maart 1874.
(Vervolg. Zie de Toekomst van 15 Februari).
Door deze verraderij van M. Van Renynghe, Poperinghe
werd gedompeld in het zwartste klerikalismus. De stad, se
dert lang in een vervallen en kwijnenden staat, stond om
bankroet te maken; men had reeds, om te voorzien in het
gebrek van finantien, verschelde van hare eigendommen ver
kocht waaronder de schoone herberg van ouds genaamd hét
Stadhuis (om dal zij eertijds voor Stadhuis diende), en men
was op het punt van nog het gebouw der gemeente-school
te verkoopen, toen het geschreeuw der klaarziende burgers
legen zoo eene onbezonnen béstuurwijze dc.n burgmeester eu
zijne sukkelaars van dit voornemen deed afzien. Van een an
deren kantal de takken van administratie waren verwaarloosd
en in de grootste verwarring gebracht door de onbekwaam
heid van oude en versletene bestuurders die altijd dezelfde
waren de opbrengst van het oktrooi, die in vroegere jaren
pleegde te beloopen tol 40 a 4"2.000 IVniikv. Was, door
de blindheid eu dedienstverziiitnióg- van een tachtigjarigen
schepen-directeur welke voor iedereen de smokkelarij gemak
kelijk maakten, en nameutlijk door de blauwerij van geheele
w agens wijn, haver en hooi, bestemd voor den keider en de
stallingen van zekeren lieer Van Benvnghe, gedaald tot op de
som van 10,000 franks. Ai de publieke werken werden
overgelaten aan de willekeurigheid van den burgmeester die,
als brijkenbakker tegenstrijdiglijk aan de wet, voor alle
bouwingen de uitsluitefijke levering der brijken had alle an
dere leveringen 't.zij voor de stad, zij voor den disch of de
hospicen, werden zonder openbare adjudicalie toegestaan
aan de neringdoende administrateurs of aan de leden hunner
familie, zoodanig dat het niet te verwonderen is dat de stad,
na langen tijd gediend te hebben tot melkkoe aan mannen die
van eenvoudige burgers naderhand al heeren geworden zijn
eindelijk uitgeput werd en nu overladen is van schulden.
Huilen de stad lag men lot over het hoofd in eenen mod
derpoel gevormd door slechte stralen,overstroomeude beken,
verslijkte vaarten en grachten, gebrek aan paveien, en hier
door volkomene afscheiding van alle omliggende gemeenten,
zelfs van die welke aan het kanton toebehooren.
Dit was de gesteltenis van Poperinghe toen de geestelijkheid
hier de mannen die de bekwaamheid;en Hen wil hadden van
dezen administralieveu toestand te verbeteren, van het ge
meentebestuur verwijderd hield,; ten einde, door de armoede,
de afzondering en de domhoiiding van het volk, des te gemak
kelijker over Poperinghe te kunnen domineeren. Vermits de
zaken der kerk wel gingen, alle andere belangen mochten
verloren gaan.
Maar deze ondergang ontsnapte niet lang aan de aandacht
der burgerij men zag welhaast waar men geland was en in
Welken strik de mcestermakende coterie, onder voorwendsel
van Godsdienst, de bevolking gevangen had. Nauwelijks één
jaar.na de benoeming van zoo een armzalig gemeentebestuur,
al de oogen gingen open, men verdoemde de laatste kiezing,
en, alsof er voor de stad geen andere toevlucht meer over-
bleefdan de bescherming der liberalen, de inwooners namen
het officieel bezoek van den nieuwen Gouverneur M. den baron
De Vnère (24 September 1849) te baat, om hem hunnen
nood te klagen en zijne voorspraak bij het landsbestuur en
den Koning af te smeeken.
Men bereidde aan den liberalen Gpuyerjjpur. de schitterend
ste inhaling, gansch de stad werd op de iuisterlijkste wijze
versierd, al de stadshoeren.hpddeffi.btmne schoonste en rijkst-
geknopte hoppepersen tot na den hommeiplok.zorgvuidiglijk
bewaard om hunne huizen te. paceeren en langs alle
kanten, onder den lommer van ontelbare vlaggen en wim
pels, las men alle slach va'ti dichtstukken en opschriften
die den lof van het nieuw opperhoofd der provincie onder
de bevolking verspreidden eu den held der feest deden aan
zien als eenen verlosser. De burgmeester zelf, die de oorzaak
was van hel ongeluk onzer Jstad.(complimenteerde dezen
hoogen ambtenaar op een weenenden toon en beveelde het
noodlijdende Poperinghe aan zijne, mildhartigheid en aan zijn
schrander en onpartijdig besthur.
Ineen banket aan M. den baron Dfe Vrière opgedragen,
M. üebeer, eerste schepen der stad en prins der maatschappij
van rhetorica Langhnirs Victorienen, las ter zijner eer een
lofdicht af in goede cn slechte verzen, waarin wij, te midden
van een blijden geestdrift,de volgende noodkreten aantreffen:
Wij zien dan eindelijk den blijdsten onzer dagen
Wij zienU(Devrière) nu naar wensch, m jeugdig feestgewaad,
Gij wierdt ons, met. den dag, gekond door trommelslagen,
Tot echte blijk dat ons de vréugd ter herte gaat.
Wat heil, o burgértai I is uwe stad besehoren,
Nu gij deez' achtb'ren Heer als opperhoofd aanschouwt,
En li als van de dood op nieuw ziet als herboren.
t riomfdriemaal triomf onz' rurigste verlangen
Zijn bij dit feest voldaanhem zij dan toegejuichd I...
Onz' wenscfien, onze beèn komen hun doel erlangen
't is recht dat elk uit hert hem lof en eer betuigt.
Wij zien dien, die elks hert gelijk een doelwit raakt,
t ls de stad Poperingh' die.nu mug zegepralen
't Is hij die Poperingh' nu zoo gelukkig maakt....
Laten wij op deez' Heer al ons betrouwen stellen,
Hij zal, zooveel hij kan, tot Poperingh's voordeel staan
En bij onz' sineekingen de zijne vergezellen,
Dus zullen wij voor vast onz' wensehen zien voldaan...
Vertoon, Heer! aan onz'Vorst, hoe wij hier zijn verlaten,
Op 'teind van Belgenrijkja, bijna afgescheid
Van onze nagebeurs door al le slechte straten,
Vertoon hem, bidden wij, de grootste noodigheid.
Men omringde M. den baron De Vrière als eenen geluk-
uitdeeler, en, om te beter zijne gunsten te verwerven, men
trok zijne aandacht, in zijnen doortocht door de versierde
stad, op het huis van Pietje Rietje waar zijne ouders of voor
ouders geboren waren en 't welk men hem deed aanschouwen
als zijne wieg, willende hierdoor te kenrien geven dat hij uit
poperingsch bloed gesproten was en zijne arme broeders
moest indachtig zijn. (Om court te zetten).
In afwachting der groote muziekfeest dié Zondag aanstaan
de bij de Philharmonie zal plaatst .hebben, de tooneelmaat-
schappij de Eoeisclie Barbarisleriheeft ons deze week
vergast met twee voortreffelijke vertooniogen die op nieuw
hebben laten zien met hoe veel ijver en smaak de kunst hij
deze jonge tooneelislen geoefend wordt.
Het zangspel Bosalindein 3 bedrijven, door Em. Rosseel
en Fl. Vanduyse, is op eene overheerlijke wijze uitgevoerd
geweest, en de algrmecne en levendige toejuichingen hebben
genoeg bewezen welk vermaak en genoegen hel aan het
publiek verschaft heeft. Ook dit kon niet anders, want met de
akteurs die, bij de Barbarislen, de hoofdrollen op eene mees
terlijke wijze vervuilen, en mei de goede aktrieen die hun toe
gevoegd zijn, is men zeker alle vertooningen te zien welgeluk-
ken.
De duivel op t dorp, blijspel met zang door II. Vanpeene,
't welk de domheid doet uitschijnen van een onbeschaafd
boerendorp, heeft insgelijks veel plezier gedaan door de
natuurlijke wijze op welke deze domheid is vertolkt geweest.
Als men dit stuk gezien heeft, men moet niet verwonderd
zijn over de moeite welke de liberalen hebben om in zulke
gemeenten zich in concurrentie te stellen met den pastor.
Jammer was het dat dezen maal de zaal niet vervuld was
gelijk naar gewoonte en dat de loffelijke pogingen van dit
kunstminnend genootschap door geen grooter getal aanschou-
wers zijn aangemoedigd geweest. De oorzaak hiervan is waar-
schijnelijk te wijten aan buitengewoone omstandigheden welke
men in de korte dagen, vóór den vasten en vóór de IJperfeest
(die bijzonderlijk dit jaar vele poperinghenaars naar zich
getrokken heeft) niet ontmoet.
Wat ervan zij, deze yerlooningen zijn niet min verdienste
lijk geweest dan al de voorgaande waardoor de Barbaristen
onze winteravonden zoo dikwijls veraangenaamd hebben. Wij
kunnen niet laten hun eene eervolle hulde te bieden over
hunne ieveiige volherding in hunne kunstliefhebberij en in
hunne broederlijke vermaken.
Zie hier, volgens den correspondent van 't Nieuwsblad, de
verbeteringen 'welke ons katholijk bestuur in de stad verwe
zenlijkt heeft sedert den val der liberale schepenen
1° Alles gaat en leeft zoo wel als te vooren.
2° Het water loopt in de vaart gelijk te vooren.
5° De petrole verlicht in den nacht (als men ze niet ontij
dig dood doet) juist gelijk onder Menheere's korte en mislukte
administratie.
Wat zegt gij, kiezers, van al die verbeteringen en nuttige
veranderingen welke de laatste kiezing iu de stad teweegge
bracht heeft? O gelukkige stad
't Is jammer dat men niet kan zeggen
1° De brandspuiten gaan hier zoo 'Ivel als te vooren, (want,
in geval van brand,zij zoudeu hier gaan gelijk teS'Nikolaas).
2° De petrole verlicht zoo wel als de gaz (die onder eene
liberale administratie hier reeds zou schitteren).
5° De muilbrekende trottoirs van M. Berten zijn zoo effen
als die van ïl. Van Merris.
4° Het leven der caloten is hier zoo aangenaam en verma
kelijk als dat der liberalen.
Wervick, U Maart 1874.
lieer Opsteller,
Wij vernemen met veel plezier dat er Zondag, 15d*» der
loopende maand, om 7 uren 's avonds, in den Ti vol i te Wer
vick eene Conferentie zal gegeven worden door den zoon van
papa en den neef van nonkel van Meenen.
Hunne welsprekenheid veel gekend zijnde, zijn wij zeker
dat zij eenen grooten bijval zullen behalen, zoo veel te meer
dat hunne Conferentie zal draaien pp de eerste der acht Zalig
heden, die is gelijk gij weet
Zalig zijn zij die arm van geest zijn,
(F ant het rijk der hemelen behoort hun toe
Om de maag ter zeiver tijde als den geest te spijzen, zullen
er door onzen suisse andoiullcttrn te koop geboden worden,
welke men in de intermeden zal mogen knibbelen.
Avelghem, 9 Maart 1874.
Een gedwongen zuiverheidsbewaarder belooft ons een
wandelingsken te komen doen naar Escanaffles en Bossoyi
om, zooals hij zich uitdrukt
Dingen te vernemen voor dewelke zekere heerkts van
Avelghem zouden rood worden tol backten de oor en.
Dat wil, in menschelijke taal, zeggen dat hij èen enkwest
over de zedelijkheid dezer heeren zal gaan doen. Heel wel
t Gedacht is niet slecht. Nogtans, hij zou kunnen zijn doel
missen. Wij zijn verzekerd dat men aldaar met eer en lof zal
spreken van die heeren want niemand moet langs die kanten
papatje zeggen aan die heeren.... Daar wij niet willen dat
die sukkeluars zijne moeite voor niets doet willen wij hem
eenen vriendelijken raad geven. Hij is verzekerd van dergelijke
schoone dingen te vernemen indien hij hem volgen wil.
Ziehier dan, besmeurde deugdenonderzoekerals ge afstap'
te Avelghem, doe een wandelingske in de Statiestraat; iJ"
een glas bier drinken in den Voerman en vraag daar wie de
zoon is van den Dikken, doe u de geschiedenis verhalen Yan
den geivijden Cousin. Em.... met 2jne ongewijde Nicb'e