Stads Nieuws.
POPERINGHE,
Politieke geschiedenis van Poperinghe.
van 358.000,000 vermeerderd is, cn nogtans er
geen overvloed in de Staatskas bestaat.
M. Frère heeft een waren dienst aan het land
bewezen met de handelwijze der klerikalen te doen
kennen telkens dat zij het staatsroer in handen
hadden,hebben de door hunne voorzaten gespaarde
miljoenen in korte lijden opgeëten geweest, hetgeen
niet belet belangrijke leeningen te doen, op de wijze
dat gedurende de vier laatste jaren de staatsschuld
zoodanig werd vermeerderd dat het land, belast
met eene jaarlijksehe rent van meer dan tien
millioenen, nieuwe belastingen zal moeten te beta
len hebben.
Weliswaar dat deze belanglijke sommen ten
grooten dcele hebben gediend of moeten dienen om
openbare werken te verrichten; maar wij zijn van
gevoelen dat elk kroost zijne lasten moet afdragen.
Het is niet aannemelijk dat men de toekomst belast,
want onze nakomers zullen ook verbeteringen te
doen hebben. Het bijzonderste is dat men altijd
handelt om de werken te verwezenlijken met
bestaande maatschappijen, waarvan veel der kleri
kale kopstukken een groot getal actiën bezitten.
mis wm mm m rp mm w
IJperen, 9 Mei 1874.
Bsis'gci'wacht. - De Kommandant der Burger
wacht heeft een algemeene tabelle aan al de garden doen ter
handstellen waarop de datums van de dagen der cijbelschie-
tingenvoor het bataillon en de Halve Batterij vastgesteld zijn.
De Maandagen 18 Mei, 8 Juni, 22 id., 15 Juli, ten 6 ure 's
avonds.
De Maandagen 17 Augusli, 51 id., 14 September, ten 5 ure
's avonds.
Het blazoen is hetzelfde dat zal gebruikt worden in de Na
tionale Scliieling.
Ongeluk. - Maandag laa'st, 4 Mei, in den namid
dag, is er alhier buiten de Statie-poort een beweenlijk onge
luk gebeurd.
De genaamde Ch. Vanbeselaere, oud 20 jaar, geboortig van
Roeselare en woonachtig te Wijtschaete, kwam langs den
steenweg van Dickebusch met eenen stier die hij aan eene
koord leidde. Tusschen de herberg 't Exercicie-Plein en de
Kruisstraat, is het beest met hem weggeloopen. Doordien
de koord rond zijn hand gedraaid was, gelukte hij er niet in
zich los te maken en wierd wel 00 meters verre gesleept, tot
dat hij met het hoofd tegen eenen duiker bonsde en bleef ha
peren. Daar heeft men het beest kunnen vast nemen en den
ongelukkige verlossen, die in eenen deerniswaardigen toe
stand ten 8 1/2 ure 's avonds naar ons Gasthuis werd over
gebracht, alwaar hij 's anderdags, ten I ure 's na noens, aan
de gevolgen zijner wonden bezweken is.
Vlaamsche Ster. - Dinsdag laatst, ten 8 ure des
avonds, greep er een echt familje-feest plaats in het lokaal der
Vlaamsche Ster. Men vierde er het naamfeest van den heer
Engel Van Eeckhout, Voorzitter der Maatschappij.
Bij zijne aankomst in de zaal werd hij ontvangen en verwel
komt door den heer Ondervoorzitter, daarna de heer Secre
taris in naam van het Bestuur en al de Leden nam het woord,
weidde uil op de liefde en aangekleefdheid van allen, en
vormde den wensch nog lange jaren den heer Van Eeckhout
aan hun hoofd te mogen houden.
51. Jules Vanden Driessche, een der ieverige leden, ver
volgde alsdan met eene redevoering, in naam der werkende
leden, waarin hij den dank betuigde van allen over de schitte
rende diensten door den gevierde bewezen aan de Vlaamsche
Ster in het bijzonder,en aan de vlaamsche zaak in 't algemeen.
De warme geestdrift waarmede deze aanspraken gezegd wer
den en de opgetogenheid waarmede men dezelve onthaalde,
betuigden hoe oprecht gemeend de uitdrukkingen van liefde
en aangekleefdheid van allen waren.
De heer Van Eeckhout, diep getroffen over zulke welge
meende huldebewijzen,bedankte in eene ongezochte taal al de
leden over hunne oprechte gevoelens jegens hem en beloofde
in het toekomende, zoowel als in het verledene altijd zooveel
liet in zijne macht was de Vlaamsche Ster tot steun en leids
man te dienen, daar de laak hem zooveel te gemakkelijker
was,want hij mocht rekenen op de ijverige medewerking van
al de leden. Hij sloot met den wensch te vormen tot den bloei
en vooruitgang der Vlaamsche Ster: hoe meer onderschei
ding haar ten deele valt, zegde hij, hoe meer geluk ik zal ge
nieten.
Men eindigde met den heer Voorzitter twee zilveren servi-
ctn aan te bieden, gesloten in eene prachtige opzettelijke
juweeldoos, ais aandenken van het gevierde feest.
Ounoodig te zeggen dat de feestelingen zoo gauw niet ge
scheiden zijn en men menig beker geledigd heeft op het ge-
hik van den dag.
Koophazatlelskaiaier. - Gedeeltelijke vernieuwing.
Te IJperen zijn benoemd MM. Van Allevnnes-Schockeei,
Breyne-Devos, neg', idem, en Casteleyn-Vanhille, stoker, te
Dixmude.
Degenen die de Dixmudestraat door trekken, moeten eenen
oogslag werpen op de vitrienen van den 'B ON -51 All G HE
aldaar zijn tentoongesteld buiten gewone artikels in zijde,
merinos, laken en vvolle aan den prijs van 2-75 opperwaart.
6 Mei 1874.
(Vervolg. Zie de Toekomst van 26 April).
Ongelooflijk is het hoe Poperinghe, van de gemeentekiezing
van 1848 tol de provinciale kiezing van I860, geëxploiteerd
werd door de klerikale alleenheerschappij en tot welken graad
van fanatismus en verslaafdheid het binnen dit tijdvak gebracht
werd. Terwijl de liberalen alle pogingen deden om den geest
van onafhankelijkheid en vrij levensgenot onder de bevolking
te verspreiden, terwijl zij bijzonderlijk in hunne Koormaat
schappij en in andere kunstgenootschappen en sociëteiten der
stad hunne princiepen trachtten te versterken door hunne
volksliefde en hunne belangstelling in de kunstoefeningen of
andere liefhebberijen die aldaar gepleegd werden, de geeste
lijkheid van haren kant richtte alle slach van congregatiën en
broederschappen in om de vrijheid der jongelingschap in te
toornen en hare aanraking mt;t al wat wereldsch was te belet
ten. Zich het uitsluitelijk bestuur der wereld aanmatigende,
zij wilde dat de nieuwe generatie op dezelve geen andere
plaats bewandelde dan den weg des hemels.
Men had noch burgerlijke L esten noch openbare volksver
maken, hoewel het stadsbestuur jaarlijks, door eene oude
gewoonte, eene som tot dusdanige bestemming op den budjet
bracht, en, wanneer, bij zeldzame uitzondering, aan de eene
of andere liberale maatschappij eene kleine subsidie toegestaan
werd om eene feest te geven die aan de neringdoeners kon
voordeelig zijn, deze werd bij vele menschen al haar belang
ontnomen door het groot getal tegestrijdige feesten, gods
dienstige plechtigheden en katholijke demonslratien die alsdan,
gelijk nu, zoowel buiten de kerk als binnen de kerk met groot
klokgeluid plaats hadden. Indien wij geheugénis hebben van
een luisterlijken prijskamp geopend in het jaar 1851 door de
tooneelmaatschappij Lunglioixs- Viclorienenonder het be
stuur van haren voorzitter M. Vanden Boogaerde, vader,
van eene merkweerdige karnavalfeest, ingericht in het jaar
1855, ten voordeele van de armen, door het levendigste
gedeelte der jonglingschap van Poperinghe, en van een fes
tival, in hetzelfde jaar, ter gelegenheid der inhulding van den
steenweg naar Weslvleteren, de katholijken hadden van hun
nen kant hunne talrijke processien, de plechtige inhaling, in
1850, van zijne doorluchtige Hoogweerdigheid den bisschop
Malou, de groote viering, met processie en lichtsteking, van
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in 1855, en de luisterlijke
inhulding van den heer deken Vandeputte in 1859.
Van tijd tot tijd had men eene jubilé met zending van
jesuieten of vreemde paters die door hunne hevige en benauw-
delijke sermoenen het volk zoodanig verdweepten dat menig
ligtgeloovige mensch den kop verloos, en dat de grootste
menigte, door het fanatismus verblind, eenen afschrik kreeg
van het liberaal landsbestuur en een gezworen haat opvatte
tegen al wie aan de liberale partij toebehoorde.
De groote hagelvlaag die op 24 Oogst 1855 de stad be
stormde, die al de vensterruiten verbrijzelde en de vruchten
op den akker vernielde, werd aanzien als eene straf van den
hemel, veroorzaakt door de francs-macons, en al wie God
maar kende gelijk men Hem afschildert viel op zijne knien
om zijne zoogezegde gramschap en wraak door het gebed af
te keeren.
Maar hetgeen waarin het fanatismus der bevolking bovenal
uitscheen, !t was de zonderlinge gebeurtenis die in December
1857 plaats had in de kerk van S' Bertinus, en die voorzeker
een tijdstip maakt in de annalen van Poperinghe. Het was het
jaar dat Monseignenr Malou, om zich te wreken over de mis
lukking der kloosterwet, zijn fameus mandement uitgaf waar
door deze goede herder aan zijne schapen leerde dat men, om
de liberalen te bevechten, alle middels, zelfs de oneerlijkste
mocht gebruiken. Eene algemeene kiezing had alsdan plaats
op 10 December ten gevolge van eene ontbinding der Kamers
in welke de liberalen een schitterenden zegenpraai behaalden,
en, daar de sermoenen van dien tijd, gelijk hedendaags, de
liberalen en francs-macons afschilderden als afgezanten der
hel, gezonden om de kerken te vernielen en den Godsdienst
uit te roeien, de schrik van het volk was zoo groot dat men
eensklaps, gedurende de gulden-mis, bij het ontstaan van een
zeldzaam gerucht veroorzaakt door het nedervallen van een
ziekelijk vrouwspersoon, zich inbeeldde het wapengeklank te
hooren der francs-macons die men van mond lot mond zegde
van Brussel gekomen te zijn om de kerk stomenderhand in te
nemen. Aanstonds iedereen wilde de kerk uitvluchten, de
pantque werd algemeen, men liep hoop over hoop, men ver
schuilde zich in desakrislie en in de biechtstoelen, en kinders
en oude vrouwen werden door het hevig gedrom in het per-
taal der kerk onder de voeten getard cn armen en beenen
gebroken.
In het midden van zoo eene fanatieke bevolking het is niet
te verwonderen dat de liberalen in de gemeentekiezingen
machteloos bleeven. Doch welhaast, onder den invloed van
het politiek gedrag en de deftige handelwijze van M. Van
Merris in de provinciale kiezing van 1860, scheen deopenbare
geest zich te ontwaken, al wie de goede inzichten van dien
heer kon waarderen schaarde zich rond hem, en het oogenblik
was gekomen voor de liberalen om de toekomst met een
gunstigen blik te mogen aanschouwen. Aanstonds veranderde
het aanschijn van Poperinghe, vele burgers wier gezicht niet
gansch door den domper van het fanatismus verblind was,
werden liberaalgczind, de bevolking scheen te herleven, er
ontstond, om zoo te zeggen, een.... soulagement universe
en de wind waaide van meer tot meer naar den kant van 't li-
beralismus. Het liberaal gouvernement waarvoormen in 1857
zoo eenen afschrik had, won, naar mate het beter gekend
was, van meer tot meer populariteit, en de lasterwoorden
waarmede men het overladen had, dienden voortaan maar om
de kinders te verschrikken.
Op denzelfden tijd deed 51. Vrambout, die als gouverneur
aan het hoofd der provincie geplaatst werd, zijn officieel bezoek
aan de stad Poperinghe die zijn geboortestad is. Nooit heeft
men zoo eene triomf gezien. De heer Gouverneur, door een
grootschen stoet vergezeld, ontving bij zijne stadsgenooten
een oprecht koninklijk onthaal dat nog de inhaling van zijnen
voorzaat M. den baron Devrière in luister en pracht overtrof.
De stad offerde hem een overheerlijk banket op waaraan het
gemeentebestuur, al deopenbare ambtenaren en het puik der
liberale partij deel namen. De prachtige versiering der stad
werd nog opgehelderd door een luisterlijk vuurwerk waarvan
men nooit in Poperinghe de weerga gezien had, en door eene
schitterende en algemeene lichtsteking doormengeld van
ontelbare transparanten die al de vurigste vreugdegevoelens
en de vleiendste lofbetuigingen uitdrukten. Op een dezer las
men
Juicht, burgers, zingt den lof van een uitstekend man
Ofschoon hier niet gevormd, hij is hier toch geboren.
Jahij is pop'ringnaar Met trotschheid moogt gij dan
Hier viéren 't roemrijk heil dat u thans is beschoren.
Des anderdags werd deze hooge ambtenaar door de too-
neelmaatschappijen der Langhoirs-Victorienen en Roeische
Barharisten en door het landbouwgenootschap vereerd met
een tweede banket. Iedereen was fier over het bezit van zoo
een weerdigen medeburger, en gedurende zijn verblijf in stad
hoorde men langs alle kanten het geroep van Leve de gou
verneur! Leve M. Vrambout! Het kollegie zelf juichte hem toe
door de uitsteking van talrijke vlaggen en wimpels. Met een
woord de vreugd was algemeen en gansch de stad scheen op
nieuw haar geluk te moeten vinden in de princiepen van
haren hooggeplaatsten inboorling.
(Wordt voortgezet).
Bij het naderen der kiezing voor de Kamers, de klerikalen
beginnen nogeens in de helft van het land op hunnen poot
te spelen uit vrees dat de liberalen een einde aan hun schoon
regiem zouden stellen. Ter dezer gelegenheid herinneren wij
ons dat een onzer opperburgers, verheven op zijn politieken
stoel, onlangs zijne gapende toehoorders wijsmaakte dat, in
dien de liberalen aan't Staatsbestuur kwamen, wij de jaren
'negentig zouden zien wederkeeren.
Onze opperburgers zijn zeer onwijs beraden en grootelijks
verblind, want, indien de jaren negentig nog konden weder
keeren, het zoude maar zijn onder een klerikaal bestuur.
De liberalen hebben gedurende 25 jaren bijna op eene ge
stadige wijze het Staatsroer in handen gehad, en nooit heeft
het land meer rust, meer welvaren en meer voorspoed geno
ten. Het is maar wanneer de roomsche patriotten de kiezers
door bedrog, leugentaal, verdweeping en dwang tegen hunne
natuurlijke neigingen doen stemmen, en alzoo de volksverte
genwoordiging vervalschen ten einde van Belgie een romein-
schen Staat te maken, dat men oneenigheid, twist en oproer
onder de bevolking ziet ontstaan. De Belgen hebben verstand
genoeg om, zonder de tusschenkomst van eigenbatige en
heerschzuchtige raadgevers, over hunne politieke belangen
te kunnen oordeelen.De vrije stemming alleen kan eene echte
en natuurlijke volksvertegenwoordiging voortbrengen.
Al wat natuurlijk is blijft in een regelmatigen en vasten
staat; maar al wat vervalscht, gedwongen of geforceerd is
zoekt doorjeene terugwerking zijnen natuurlijken staat te vin
den. Alzoo ook moet eene onechte volksvertegenwoordiging,
om hare echtheid te hernemen, wanneer de wettige middels
hiertoe onmachtig blijven, omwentelingen voortbrengen die
vroeg of laat, in geval van te grooten tegenstand, de jaren ne
gentig zouden kunnen doen wederkeeren. Dus, opperbur-
burgers, houdt u voor verwittigd en blijft op uwe leest, want
de domheid zal in Belgie niet langer als in andere landen bo
ven het verstand zegepralen, noch aan de goede rede gebie
den.