BÜSStSS" Stads Nieuws. PÖPEllINGHE, 25 Mei 1874, om 9 ure 's morgends, ten einde elk het getal provinciale raadsleden te kiezen in die lijst aangegeven. In onze provincie zijn de aangeduide kantons Ardoie, Dixmude, Ghistel, Hooglede, Kortrijk, Moesson. Moorseele, Oostende, Oostroosebeke, Thielt, Thourout, Veurne en Wervick. Huwelijken. Sterfgevallen. IJperen, 10 Mei 1874. Esis'ges'wacSït. - Heden Zondag, 17 Mei, ten 9 ure 's morgens, is erexercicie vooral de leden der Burgerwacht. Ter zelfder tijde dat geheel het bataiüou en de halve-batterij zich onder de wapens bevinden, zal de herkenning plaats hebben van al de gekozene officieren. 's Namiddags ten 5 ure zullen de heeren officieren zich ver eenigen m 't Gouden Iloold hotel, op een Banket waarop zij den heer Sineyslers, luitenant hij het iQ linie-regemént, uit— genoodigd hebben. Willende die heer vergoeden over zijnen overmoeibaren ijver tot liet onderwijs in de krijgsoefeningen dat hij met zooveel hoffelijkheid heeft weten te geven, en het korps officie ren der Burgerwacht in slaat heeft gesteld om weerdiglijk en óp eene zeer voldoende wijze de laak te beklceden waartoe het geroepen is, heeft besloten hem met een prachtig geschenk te vereeren. Be heeren onder-officieren van hunnen kant, dragen hun nen instrukteur, de heer Beelens, le serjant bij 't zelfde reg', een schoon geschenk op, daardoor de banden van vriend schap en weiovereenkomst nauwer sluitende tusschen het garnizoen en de ijpersche burgerij, iets dat alhier ten allen tijde gepleegd werd en het doelpunt van alle ijperlingcn ge weest is. In ons naaste nummer zullen wij trachten een volledig verslag te geven van dit allesints merkweerdig feest. P. Men zegt nog, dat ter dier gelegenheid, de prijzen van het Gouvernement, geschoten in de periode 1872-1875. luister lijk zullen uitgereikt worden aan de overwinnaars, Waarlijk 't ware nu of nooit het oogenblik om deze plechtig heid te volvoeren. Vlaamschc Steï». - Donderdag laatst was het feest bij de Vlaa'msche Ster. Op 5 Mei laatst had dit genootschap, ter gelegenheid van den naamdag van zijnen Voorzitter, een feest ingericht en hem een schoon geschenk tot aandenken opgedragen. Uit dank en erkentenis heeft die heer op zijne beurt de le den een feestje aangeboden en hun met hun huisgezin genoo- digt op eene danspartij. Dezen die weten wat de Vlaamsche Ster is kunnen alleen zich een gedacht vormen van het amusement dat er aldaar genoten werd. OffliMfiMlgSscdcH. - Over eenige dagen bemerkte men dat de deuren dei- Lamotteschool nogeens besmeurd wa ren. Ditmaal was het geene vuiligheid, maar alleenlijk kafémoere. Allengskens toch vermindert het sehandaal en hel is te ho pen dat zulke ongehoorde dommigheden al geheel zullen wegblijvendoch het is te vreezen dat het nog in het kort niet zal gebeuren, daar onze heilige Nieuwsbladen der stad onophoudelijk gal en venijn spuwen tegen de kostelooze Meisje-School Van Zuulpeeue-Lamotte. De armzalige kramerijen tegen de meesteressen, de onnoo- zele verlelselskens van Duimke over hier en daar eenige ver dichtsels van vuiltongen en oude-wijvenpraat, onderhouden bij dat gedeelte der bevolking (waar zij nog hunnen toevlucht vinden door onkunde en bijgeloof gesteund), den geest van kwaadwilligheden en haat, ontstoken door de dienaren Gods, aangesteld om de broederliefde en weiovereenkomst hij het menschdom te doen heerschen. Hunne domme en laatdunkende werkingen tegen het we reldlijk onderwijs, hunne deloyale concurrentie gaat zoo verre dat zij elkander, ten koste van hunne eigene prestige, uitschelden en zelfs de dooden niet sparen. Onlangs nog, ten paaschtijde, ging er eene huismoeder te biechte hij eeuen alhier onlangs nieuw aangekomen pastor. Volgens gewoonte werden alle zonden te kante geschoven en de heilige biecht liep alleenlijk uil op het lezen der gazetten of het onderwijs der kinderen. Waar gaat uw knechtje naar 't collegie Is dat zonde, M. de Pastor? -Ik vraag waar het naar 't collegie gaat? Naar stads-collegie, M. Naar dit gesticht van ongeloof en goddeloosheid gij zult het uittrekken en naar ons bisschoppelijk collegie zenden, anders kan ik u de absolutie niet geven. Maar, Mijnheer, onze stand iaat het nog niet toe, wij zouden te veel schade hebben en ons huisgezin is talrijk wij inoefen toch deur de wereld geraken. En uwe ziele zaligheid dan, en uwe kinders die gij ver loren laat loopen, en de eeuwige verdoemenis Neen, ik geef geene absolutie. Maar Mijnheer en schreeuwt toch zoo luide niet.de men- sclien in de kerk kunnen u hooren.... Dat ze mij hooren Hewel, Mr, aangezien gij aizoo spreekt, ik ben over tuigd dat mijn zoontje daar niets slecht leert, ik zal hem dus in het wereldlijk cofcogie latenten anderen, de oude pastor, zaliger, heeft mij nooit iels daarover gezegd, 'l Is aardig dat dit p.u al op eenen keef komt De oude pasior waarvan gij spreekt I het was een suk kelaar, een domkop (Historiek). ©iscE'unauesifedUag. - Op dc aigemeene labelle der wapenoefeningen staat 7C Juni 1874 aangeteekend, waarop de leden der Burgerwacht, beneden de 55 jaren, dien dag zullen moeten exerceeren. Het Nieuwsliladje, dat zoo heilig argaan van de partij der verdraagzaamheid en gematigheid is in eene stikkende verontweerdiging omdat de Major dien dag, wanneer de processie uitgaat, juist een dienst koniinan- deerl, en daardoor de godvruchtige garden, waarvan onze Burgerwacht krielt, afhoudt deel te nemen aan de Processie van dien dag Wij deeien in zijne aandoening en voegen onze wenschen hij de zijne omdat het dien dag zou regenen daardoor de ex ercicie geene plaats zou hebben en de godvruchtige zielen in staat zouden gesteld zijn 0111 de processie met hunne tegen woordigheid le vereeren - De programma van het Concert, door hel muziek der Pompiers te geven in den Hof der Concorde, is ons ui tijds niet toegekomen. Va eï «Seis 1" tot de se IS" TI el 1874. Van Isacker, Joannes, hovenier, en Lozie, Julia, z. b. Deswarte, Amandus, landbouwer, en Swvngedouw, Emerentia, herbergierster. Delfosse, Arthur, koopman, en Josien, Fannie, zonder beroep. Schimdt, Joannes, 8!) j., z. b., weduwaar van Brigitta Vermeulen, Bijseistraat. Warlop, Sophia, 49 j., religieuse, Weninckstraat. Debcir, Euphemia, 00 j., slachtster, echt genote van Domianus Plamon, Sl Jacobs-nevens-IJperen. Pareyn, Ludovicus, 08 j., kleermaker, weduwaar van Victoria Cherchye, Meenenstraat. Leplae, Philippus, 82 j., z. b., weduwaar van Victoria Danneel, Kecollettestraat. Blomme, Sophia, 7ö j., z. b., weduwe van Franciscus Lesap;e, Lom- haardstraat. Drlbecque, Joanna, 75 j., z. b., echtgenote van Petrus Laire, Mondstraat. Vanbeselaere, Carolus, 26 j., werkman, ongehuwd, Meenenstraat. Bernier, Euphe mia, 68 j., z. b., weduwe van Philippus Devos, Bollingstraat. Declercq, Petrus, 75 j., z. b., weduwaar van Rosalia Cocqurl, Meenenstraat. -Blieck, Joannes, 29 j., langzager, ongehuwd, Meenenstraat. Duflou, Leontina, 41 j., kantw., echtgenote van Theodorus Van Egroo, S' Nicolausstraat. Swingedouw, Jacobus, 94 jz. b., weduwaar van Victoria Hazebiouck, Kauwekindstraat. Cappon, Martha, 79 j., z. h., weduwe van Joannes Vandendriessche, S' Jans-hospilaal- straat. Zorré, Josephus, 77 j., schoenmaker, echtgenoot van Joanna Meulenaere, Meenenstraat. Demoustier, Maria, 74 j., mutsenmaakster, ongehuwd, Meenenstraat. - Dehol- lander, Maria, 05 jkantwerkster, ongehuwd, Meenenstraat. Kinderen beneden de 7 jaren' Mannc'iiJ\ue?jaL'lt 2)_ J Vrouwelijk idem. I) 15 Mei 1874. lü<; EENE LIBERALE FEEST. Wanneer in Poperinghe eene vermakelijke omstandigheid of eene bijzondere plechtigheid door haren bijval den aard aanneemt van eene openbare volksfeest,'! is meest altijd bij de liberalen dat dusdanige feest haren oorsprong vindt, 't Is alzoo dat wij nogeens Zondag laatst de stad een blij gelaat hebben zien aantrekken en aan vele huizen het vaderiandsch vaandel zagen wapperen ter gelegenheid van eene prijsschieting bij de liberale haiidbooginaatschappij van S'Sehastiaan. Deze scbieting was immers gegeven door den achtbaren heer Gouverneur M. Vrambout, eer-voorzitter der sociëteit, en de tegenwoor- heid van dezen hoogen ambtenaar, voorwien alle weldenkende burgers een rechtzinnigen eerbied belijden, heeft niet weinig bijgebracht tot den luister die deze feest omringde. Willende eene belofte volbrengen, gedaan aan zijne mede broeders, M. Vrambout had hun een geschenk doen toekomen van twalf zilveren serviced tot voormelde prijsschieting be stemd; de confraters van hunnen kant, om, uit erkentenis, aan hunnen eer-voorzitter een weerdig onthaal te doen, hadden de muziek der Philharmonic met hare clairons en tamboers gevraagd tot het opluisteren van den stoet, en eensklaps gansch de stad was in beweging en iedereen was te been als of deze plechtigheid eene aigemeene volksfeest zoude geweest zijn. De stoet, zich ten 5 ure gevormd hebbende op de Groote- Markt voor het lokaal der gilde; stelde zich op weg om voor eerst den hoofdman M. Degrendei uit zijne wooning te halen, en richtte zich van daar, onder het gespel van verheugende pas redoubleslangs de Gasthuisstraat, de Casselstraat, O. L. V. Kruisstraat, de Boesclieepstraat en de Kleine-Markt naar het huis van M. De Coop waar M. de Gouverneur afge stapt was. Daar aangekomen zijnde begaven zich de hoofdleden der gild bij den heer Gouverneur om hem te verwelkomen en hem een broederlijken handdruk te geven, terwijl het muziek de blijde toonen der Brabanconnc aanhief te midden van eene ontzachelijke menigte volk die tot op grooten afstand de straat vervulde. Dit nationaal muziekstuk werd onmiddelijk gevolgd van eene serenade ter eer van dezen hoogen ambtenaar die, na de verdienstelijke uitvoering er van gewaardeerd te hebben, tot de muziekanten naderde om hun zijne voldoening uit te drukken en hun te bedanken over de eer die zij hem aandeden. In eene vriendelijke en levendige aanspraak, hij komplinnn- teerde hen over hunne goede uitvoering, wenschte hun geluk over den grooten vooruitgang welken zij, onder het bestuur van hunnen ervaren muziekmeester M. Klein, gedaan hadden, en drukte de hoop uit van hen in den moedigen kunstijver waarmede zij bezield waren te zien volheiden. Deze redevoe ring werd door het omslaande publiek begroet met het geestdriftig geroep van Leve M. de Gouverneur Het was eene schoone en vrije manifestatie die door niemand opgelegd noch door niemand verboden was. Na nog een laatste muziekstuk zette de stoet, waarin M. Vrambout onder de hoofdleden der gilde plaats nam, zijnen weg voort om langs de Vlamingstraat, de Groote-Markt en de IJperstraat zich te richten naar het schietperk waar de prijsvogels reeds op de pers prijkten. Onder het gedrom der krielende menigte die het geleide vergezeld had, en onder het gespel van dansverwekkende arias, trok M. de Gouverneur met al de gildebroérs het strijdperk binnen om te samen niet hen de noodige schikkingen en de voorwaarden der schieting vast te stellen. Drij eerscliolen door hem gegeven openden de kamping waaraan niet alleen de liberale, maar zelfs de nog overblijvende katholijke konfraters deel namen. De medestre ving van deze laatste werd aanzien als eene onbetwistbare protestatie van hunnen kant tegen al de hatelijke lasteringen en onrechtveerdige beschuldigingen waarmede hunne vrienden uit politieke drift den heer Gouverneur onlangs overladen hadden, en de schieting werd met de grootste vermakelijkheid en de vreedzaamste broederlijkheid voortgezet lot 7 ure, op welke uur al de prijzen afgeschoten waren. Intusschen hadden de muziekanten zich versterkt en ververscht met hesp en een goed glasje bier in de naburige liberale herbergen en nieuwen adem gekregen om op hun instrument te blazen in den terug keer van den stoet. Met verrukking onderscheidde men in de gelederen der schotters de vrolijke overwinnaars wier borst met een voor- treffelijken bloemtuil versierd was en wier blij gelaat aankon digde hoe gelukkig zij waren een gedenkstuk van deze luister- li j K e feest naar hun huisgezin te mogen dragen. Na M. den Gouverneur begeleid te hebben tot zijne verblijfplaats, scheidde de stoet uit een, en iedereen vertrok met de voldoening van een aangenanien dag doorgebracht te hebben ter gelegenheid eener feest die lang in het geheugen der Sehastianisten zal blijven. 1 TT— 't Was Maandag laatst de beurt der Tuiters van ten voor schijn te komen. Zij hadden eene dubbele plechtigheid te vieren ten eersten den feestdag van hunnen kommandant, ten tweeden den pa troondag der pompiers (den heiligen Mamerlus). Zij hebben twee vliegen met eenen lap geslagen, alzoo de onkosten zijn minder en de heeren officieren moeten zoo dikwijls in hunne welgeslotene beurs niet schieten. De poperingsche bevolking is zeer te vreden over dezen maatregel genomen door de Tuiters, want alzoo moet men ook niet twee maal de ooren gescheurd zijn door hun helsch gerucht. Jongens, watlaweit! Maar ook met een vijftigtalman nen, zulks is niet te verwonderen. Toe dan, couragie Tuiter- kens, nog wat instrumentdragers er bij en in het eerste concours die zal plaats hebben, moogt gij strijden tegen de beste muziekgenootschappen van het land voor den prijs van grootste getal. Is het onverschilligheid of wel zijn de inwoners onzer stad bevreesd alzoo uitgetuitte zijn? Altijd is het zeker dat onze laweit-makers de stad doorloopen hebben in de grootste eenzaamheid. Tot meester Achille toe had niet geradig ge vonden hen te vergezellen. Jongens, gij moet toch daarvooren uwen moed niet laten vallen, men moet zoo veel doen om den Hemel te verdienen, en hebben de Philharmonisten hier beneden de eerste plaats, gij zult hier namaals daarover beloond zijn want, zoo als uwe gekruinde opperburgers zeggengelukkig zijn de armen van geest, want het rijk der Hemelen behoort hun toe. Men leest in het Nieuwsblad v Een mensch die drinkgeld geeft aan brave menscnen en later ze aanklaagt en doet verhuizen om dat zij het onl- vangen hebben,die toont eene menschlievendheid lijk eenen hond. Pardon voor 't woord, 'k en ken geen heter. Wij zullen hier den uitleg geven van 't gene waarop dc kwaadtrouwige correspondent zinspeelt Eenieder weet dat kortelings een openbare bediende de stad heeft moeten verlaten voor zaken bedreven te hebben die zeer berispelijk zijn, vooral hij iemand die door den aard zij ner bediening belast is daden, zoo als deze door hem zelf gepleegd, te doen vervolgen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 2