Briefwisseling der Toekomst. De wereld ziet mij nu nietmaar gij ziel mij, want gelijk ik leef zoo ook zult gij leven. Slechts de letterlijke uitdrukking aannemende en gecne rekening houdende van den geest der goddelijke wet, onze tegenspreker beweert dat Jesus, in plaats van aan zijne disci pels eene les te willen geven, hun eene belofte doet. Maar is de les in de belofte niet begrepen en zegt Jesus op dezelfde plaats niet herhaalde malen dat zij, om te leven, den weg dei- waarheid moeten bewandelen en zijn leven navolgen Zegt hij hun niet dat zij de blijdschap van het beloofde leven maar zuilen genieten en den vrede, welken de wereld hun niet kan geven, maar zullen vinden op voorwaarde dat zij hem bemin nen en zijne lessen of geboden sermonesmandataonder houden Bedrieg 11 niet, vriendje, en verhef uwe leest boven die van een ander niet, want uwe hoogmoed is de eerste inbreuk op de lessen van onzen Zaligmaker. Onze kerklalijnist en wil er niet van weere keeren. Toen wij over eenige weken den uitleg gaven van een tekst van het Evangelie, hij noemde ons défmitoren wij zegden dat dit woord (voortkomende van het verbum definiteuitleggen), gemaakt keukenlatijn was, om dat het niet bestond wanneer het latijn nog eene levende taal was. Van zijnen kant beweerdt hij dat 't oprecht latijn is, zeggende dat 't in latere tijden ge maakt is geweest en dat het de naam is van eene weerdigheid die Cicero niet en kende en die wij waarschijnlijk zelve niet kennen, 't Is mogelijk maar dit laattijdig gemaaksel van een woord, dat te vooren in de latijnsche taal niet bestond, is juist een bewijs dat het nagepoetst latijn of keukenlatijn is, en niet meer aan de echte taal gelijkt als itorgaander, stator, staander, bibitordrinker, manducatoreter, enz. Dewijl onze vlaamsche tegenspreker de voormelde weerdig heid kent en dus gelukkiger is dan Cicero, zou hij ons niet willen zeggen hoe men ze noemt in het vlaamsch of het fransch AYELGHEM, 8 Juni 1874. Met tegenzin dop ik heden mijne pen in den inktwant 'k had volgaarne de spons der vergetendheid gestreken over droevige gebeurtenissen. Omstreeks één jaar is het geleden. Een eerlijke landbouwer kwam een groot ongeluk over hij brak zijn been en bevondt zich in groot levensgevaar. Hierom was 't groote vreugd in ons katholijk kamp. De kwezels der plaatse, en bijzonderlijk een archi-kwezel, liepen rond, hunne handen vrijvende al hup pelende van zalige blijdschap en elkander toeroepende Weet ge T al? GL.... is zijn been gebroken 't Is wel be steed Nog 'nen liberalen stemmer min! En ze loegen lijk paptaarten en waren hoogst verheugd Een paar dagen later een nieuw ongeval. Een vader van ACHT kinderen, een voorbeeld van huizelijke orde en bezorgd heid, zijn hond die symptomen van razernij vertoonde, wil lende doodschieten, verminkte zich de hand door het sprin gen zijns geweer. Nieuwe blijdschap, nieuwe vreugde, bij onze menschlievende christenen. Eene straffe Gods! riepen zij, terwijl men de vreugd op hun gelaat las. Nog later werd eene hofstede de prooi der vlammen. <i God straft de eigenaars omdat zij hare pachters niet katho lijk heeft doen stemmen preekte men in zekere kerken van het omliggende'k Laat daar de boozaardige ongéluks- maren welke men op het mot d'orde meer dan eens rond strooide. En 'k vraag kon men meerdere bewijzen geven van fanatismus,kleingeestigheid, misverstanden kortzichtigheid?? Ja, zal niemand antwoorden. Het waren drie ongelukken waarvan geen mensch is bevrijd en welke iedereen kunnen overkomen. In de toekomst ziet alléén ééne oog het is de goddelijke. Welke sterveling kan weten wat hem morgen zal overkomen?Dwaas is het dan zich te verblijden over het ongeluk zijns naasten en daarbij is het strijdig met hel H. Evangelie. (De Espionneur door het sleutelgat der Hellepoort zegt mij dat Petit-Preetje gepreekt heeft dat ik den spot drijf met het Evangelie. Waarom dan Dus zou ik streng laken en de namen aan den schandpaal der openbare verachting vestendergeue dieOP DEN HUIDIGEN DAGE, ten opzichte der katholijke partij, dezelfde taal zou durven voeren. Een deftige kahtolijke jongeling wordt, door een beween- lijk voorval, plotselings, aan de teerderheid zijner familie wiens eer, fierheid en hoop hij mocht lieeten, onttrokken. Zóó hard een slag, zóó droevig een verlies is te wreed voor teedere moeder-, zusters- en broedersharten, spraken wij. De inzichten der Voorzienigheid zijn ondoordringbaar en de mensch moet het hoofd buigen voor hare onweèrroepelijke beslissingen was ons gevoelen Zaterdag, G dezer, zendt een Xaveriaan, de trouwelooze slaaf van onzen Minister van NUTTELOOZE ZAKEN, zijne ziel met eene Kooimnaar de eeuwigheid.Hebt gij ons biermede hooren spotten? Neen. Met tranen in de oogen vernamen wij dat wanhopig einde en toen men ons de cjuestie der begraaf plaats opwierp spraken wij de taal der menschelijkheid, dei- broederlijke deelneming. Deze die het geschapen heeft alléén, kent het menschelijke hart was onze opmerking. En de Théo logie, voegden wij er bij, leert dat, het enkel gedacht van leedwezen en berouw, op de laatste seconde des levens, vol doende is om de strengheid van Gods oordeel te verbidden. Daarom moet men zeggendie mensch leeft niet ineer en ONS (gelijk welke mensch, want pastoors zijn toch ook maar menschen) behoort het niet den mensch te beoordeelen om zijn lichaam te verachten. Laten wij de laak des oordeels aan God en aan God alléén. Die verheven gedachten der grootste Philantropenhebben wij geuit, en wij loven, in dees geval, de geestelijkheid die hare handelwijs volgens ONZE princiepen heeft weten te richten. Het burgerlijk Bestuur wakkeren wij aan, in het toekomende, altijd in dezelfde gevoelens te deelen en hare rechten te doen gelden indien men soms gebruik wil de maken van Ic trou des chiens. GL.... die nog lijdt is, God zij dank, nog in leven des huisvaders hand bijna genezen en de verliezen dés brands zijn door eene Verzekerings-maalschappij vergoed geworden. Wij raden dus de Aveighemsche kwezels volgens dezen regel eens diepdenkenden Philosóofs te willen leven N'insultez jamais au malheur de votre prochain. En de Xaverianen bidden wij betere voorbeelden te willen geven. EEcr' payé pr le J. de C. BOESMGME. (VERVOLG.) Hier onder de vraagstukken van den Boesingschen corres pondent van 't Nieuwsblad n° 439, met de antwoord er op volgende Is het nog eens uit geest van gedoogzaemheid en uit <i liefde tot de vrede dat Zondage laelsl de sloter geweigerd <c was van de perse, zoodanig dat de gilde-broeders niet schieten konden Commandeurer bestaan alhier geene gildebroeders meer, dewijl de sociëteit ontbonden verklaard is gew eestgij zoudt u dus beter bemoeien met den sleutel van uwen wijnkelder, dan met dien van de perse de eersten doet u lekkerbaarden, en de anderen, grijnzen.... grijnzen is zoo leelijk en wij zien zoo geerne grimlachende menschen. ■I 1° Wie heeft er eerst te Boesinghe gezeid ik ben libe- rael a Het ware moeielijk dien persoon of personen te namen, de wijl Boesinghe, gelijk alle andere gemeenten, van over ouds, het licht moet gegeven hebben aan vrijgeestige mannen, vij anden der duisternissen. Maar het zijn ongetwijfeld de vrienden van dezen die zei Bemint elkaar, doet niet aan een ander, 't gene gij niet be geert gedaan te worden,.... geeft aan God 't gene aan God toekomt, en aan Cesar wat aan Gesar is. Het zijn dezen die, als de Paus Gregorius VII, de Simonie veroordeelen, 't is te zeggen het koopen of verkoopen van hei lige dingen. Het zijn nog deze die met zekeren kerkvader uitroepen it dat sommige predikanten in dén predikstoel woelen als kluchtspelers Wijders zijn het nog deze die met den heiligen Cyprianus zich beklagen over het bederf der christelijke maatschappij c Zij (sommige priesters, niet al,) verlaten hunnen predik- stoel, zegt hij, verzuimen hunne kudde om zich met wereld- sche zaken bezig te houden. Men ziet ze rondzwieren achter winst en rijkdommenZij leven in den overvloed, daar a hunne broeders van honger sterven it 2" Wie heeft er met een loozen trek M. de Boesinghe zvn ii ontslag doen geven van Burgmeester Commandeur, memento pulvis es et in pulverem reverte- ris; ontroert de asschen van den edelen afgestorven heer niet, en houdt u met de levenden bezigHet graf zelve kan uwe wraakzucht niet weèrhouden li 5° Van wien zegt men 't en is niet goed in hunnen neus ii te zitten, zy onthouden lange. Het spijt ons te moeten antwoorden dat het sommige gees telijken zijn van wie men hedendaags zulks zegt.... Nogeens herhalen wij dat de dood zelve uwe wraak niet weèrhouden kan.... Ministers van vrede, uwe portefeuille berst open van haat en nijd ,c 4° Wie nu heeft er eerst in de gazetten beginnen pekke- it len en al wat treffelyk is aenranden I)e schrijver of ingever der artikels gemeld in het Nieuws blad nos 542 en volgende. Gij kent hem zeker wel, schijnhei- ligaard en dan komt gij te zeemen wie heeft er beginnen aanranden, in de gazelten Gij ziet het wel wie Ware er nog schaamte in uw lijf, gij zoudt moeten rood komen tot achter uwe ooren, van zoo weinig moed en openhertigheid te loonenZullen de Boesinghnaars eindelinge overtuigd zijn wie de twistdrijver alhier is God gave dat wij hem wel haast mochten zien fUeiren met de groote vitesse, al ware het naar Japonic. it o" Wie heeft er uit wraek klenmiers doen planten voor ii een molen om den wind te beletten De kiemmers in kwestie zijn geplant geweest lot versiering van eenen hof, geheel al eenen anderen kant alwaar de molen staatdezelve zijn de grootte van genever hutten en gij zegt dat zij den wind beletten't is van straffer tot straffer gelijk bij Nicolel.... Al wat zij beletten, is uw gezond oordeel, en al wat zij laten zien, is dat gij zeer wel de phy siologic van den aardbol kentZalig zijn ze die arm van geest zijn, want het rijk der onnoozelaars behoort hun toe [Wordt voortgezet). POUPERBE&E. Mij Maandag, 1 Juni, te Poperinghe bevindende, zag ik daar eene menigte volk op de Markt verzameld, en gevraagd heb bende wat zulks beteekende, men antwoordde mij dat het een prijskamp van koorzang voor beide geslachten was. Inderdaad deze menigte was verdeeld in verschilhge groepen, voorzien van elk een vaandel en aan haar hoofd hebbende een bestierder in het wit gekleed, die de maal sloeg al zingen en schreewen. Elke groep was voorgegaan door jongens, opschriften dra gende waarop men de namen las der gemeenten die aan deze plechtigheid deel namen. Na eene uitvoering op de Markt gedaan te hebben, de verschilhge maatschappijen doorliepen dcslad,de schoonste stukken van hun repertorium uitvoerende. Indien wij lid van den Jut ij geweest waren, hier is de wijze op welke wij de prijzen zouden uitgedeeld hebben ZANGKUNDE. Sectie der mannen. -1° prijs: Proves, waarvan de zang en de bestierder even schoon en volmaakt waren. Wij hebben niet wel verstaan wat zij zongen, maar men beeft ons verzekerd dat bet de koor was van Jan, brandt de lampe! brandt de lampei! brandt dc lampe nog enz. 2" prijs: Stavele, welke gemeente als sous-directeur, eenen zeer knappen magister bezit die al zingen eetien mond... eenen mond opent, zoo wijd dat menige bakker hem als oven voor het braden van schapenbouten eri rosbeefs zou willen hebben. 3" prijs: Westvleteuen, voor eenen zangkoor pas redouble op het aria Bulte Marulle, waar zit Marie, enz. Sectic der vrouwen. ■I" prijs: Westoutre. Men bad gezworen een trop engeltjes op de aarde nedergedaald. Onze oprechte geluk- wenschingen aan dezemaagdeljes en aan hunnen direc teur die hun zoowel dresseert! 2" prijsWatou. Wat stemmen! wat lieve stemmen wat hemelsch geschreeuwMaar ook met eenen behendigen artiest zoo als dezen die hun leidde, moet men al gauw opgeleerd zijn. 5" prijs: Locre, die alhoewel maar klein in getal, nogtans zeer wel gezongen heeft. En zeggen dat die meisjes dat leeren aan.... ik wil zeggen al stoppen! Prijs van verstkomendeBeveren; van grootste getal: Watou; van grootste pracht, I" prijs: Poperinghe, met Ko de Pijke. Zijn ambtsbroeder van Watou had dit jaar niet mogen mede kampen, om reden bij verledene jaar den eersten prijs bekomen had; hij was uit de matte; ook heeft hij t' buis gebleven. 2e prijsStavele, met een meisje haar vaandel dragende waarop men las: ik ben de onbevlekte ontvangenis. Proficias onbevlekt dochtertje Eervolle melding: aan eene poperinsche sociëteit die eene prachtige en zeer behoorlijke batteuse mede had, alhoewel de desscher afwezig was. Wij zouden nog daarbij eene bijzondere en buitengewoone onderscheiding toekennen aan de Kake, voor zijne deftige alleenspraak, ofschoon men er geen enkel woord van verslaan heeft; maar zijne intentien waren goed. Ik denk dat een ieder in mijn gedacht zal deelen en dal de verschilhge prijzen, bestaande in kostefooze aflaten, alzoo zullen toegewezen zijn. De stoet was vergezeld door een groot getal inwooners dei- stad, waaronder wij bemerkt hebben Tuiters en Maneblus- schers, cadés met pooten en ooren, contre-bazen en tot afge kookte en onlangs bekeerde leuvensche studenten met buizen overladen, en die met groote schreden de stappen van nonkel basje, treuriger memorie, navolgen. Alles is wel afgeloopen en builen een vijftigtal menschen die door de brandende hitte en vermoeidheid ziek geworden zijn, men heeft geene andere ongelukken te betreuren gehad. Wij verhopen dat Poperinghe alle jaar met zulke schoone feesten zal begunstigd zijn. De slechte liberalen hebben schoon daar mede te spotten, zij hebben schoon te zeggen dat al de katten van het land zich op de Markt scheenen verzameld te hebben om onder meest te miaauwen wij houden staan dat zulke plechtigheden den geest der boeren verlicht, die alzo^ door hunne opperburgers, bij hunne neus geleid worden tot het eeuwig leven. Amen. P. S. Eene andere correspondentie uit Boesinghe kan, bij plaatsgebrek, maar binnen acht dagen overgenomen worden. MARKTEN VAN IJPEREM. AARD DER GRANEN ENZ. 15 Juni. 6 Juni. verkochtle kwantiteit. middenpr- p. 100 kilo- verkochlte kwantiteit. middenin', p. 100 kilo. Tarwe Rogge Haver Erweten Boontjes Aardappelen Boter 19,300 4,800 0,400 700 2,400 4,000 58-12 28-00 29-50 50-50 29-00 10-00 270-00 21,700 5,500 500 4,100 1,90.0 0,000 58-12 28-50 50-30 29-30 30-25 9-30 290-00

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 3