VAN IJPEREN.
4 FRANKEN JAARS
msm
Nr ©3!). Dertiende Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
EEN NACHTGEZICHT.
VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR RUITEN STAD.
Aankondigingen: 12 een timen tien regel.
Reklamén: 25 centime».
ZONDAG, 21" JUNI 1874.
f| Burkbi. Dixmudestraat. 59.Alle inzendingen vrachtvrij.
Sedert 14 Juni zijn er veranderingen
ontslaan op de Tabellen van den IJzeren-weg. Met
het badsaizoen zijn de verschillige treinen tnssehen
Brugge Blankenberghe en Heyst ten deele veran
derd. De tableaux, naar de ofiïeieele plakbrieven
gedrukt, kan men ten prijze van 5 Centimen ten
onzen bureele bekomen.
VERTREKUREN VAN IJPEREN
I)e kiezïngen van den 9" Juni zijn afgeloopen op
ccne wijze om geen êene der beide partijen te
voldoen. De liberale partij heeft te Gent ecne
nederlaag onderslaan waardoor het Clerieaal mi
nisterie gered werd. Op (>904 stemmers die den
oproep beantwoordden hebben de aftredende
kandidaten van den Bisschop slechts eene meerder
heid van 140 stemmen bekomen, en dat in de te
genwoordigheid der beloften en der bedreigingen
van hemel en hel, welke niet zijn gespaard geweest
om de domme en verdweepte congreganisten te
misleiden, en bijzonderlijk, der merkwaardige
sommen welke men verzekerd te zijn gebruikt ge
weest ont zomntige kiezers tegen hun geweten te
doen stemmen. Het is gelijk hoe, het ministerie
Malou is gered, en bet bekommert zich weinig op
welke wijze het recht blijft; het behoudt nog eene
meerderheid van 4 stemmen in den Senaat en van
14 in de Kamer der volksvertegenwoordigers, die
genoegzaam is om meester te blijven, en gedurende
nog 4 jaren al de plaatsen van ambtenaren die in
dat tijdstip zullen open vallen, door hunne ver
trouwden te kunnen vervullen, krachtdadig middel
om allengskensaan van alles meester te worden.
Van een anderen kant. het ministerie beeft in
de waalsche Provinciën eene zedelijke en gevoelige
oiiderlage gehad. Te Verviers zijn de twee Cleri—
calc representanten door liberalen vervangen, en de
nederlaag aldaar van den heer Cornesse, gewezen
Minister, en die van den lieer Beernacrt, thans
Minister van Openbare Werken die men te
Soignies, niet tegenstaande al de schoone beloften
en ongeloofelijke pogingen, niet heeft kunnen doen
noemen, is een gevoelig verlies voor het ministerie
die slechts maar meer van eene stem in de waalsche
provinciën kan beschikken.
Het is waar, hebben is hebben, doch in poli
tiek het is niet genoeg van liet slaatsroer in banden
Ie hebben, men moet er een vrij gebruik kunnen
van maken, en met de versterking der liberale min
derheid die zoo veel merkwaardige en schrandere
mannen lelt, bet Ministerie zal mei dezelve moeten
rekenen en zich moeten weerhouden van zijne
strekkingen in uitvoer te brengen.
Iels merkwaardigs, dat, in de vlaamsche provin
ciën er nog slechts twee liberale" representanten
overblijven, terwijl in de waalsche provinciën men
slechts één clerieaal telt; zoodanig dat bijaldien
Monseigneur van Brugge nog de heeren Vanden-
peereboom en Van Iseghem door clericalen deed
vervangen, er eene politieke tegenstreving tusschen
de beide partijen van het land zou kunnen uit
spruiten, die de onafhankelijkheid van hetzelve
zou kunnen in gevaar stellen.
Wat te Sl Nikolaas plaats had, is een klaar
bewijs dat de Bisschoppen in onze Vlaanderen
uilsluilelijk de volksvertegenwoordigers benoemen.
b; 'Ta a IJ*
aramaaa
net <x (ma
DE TOEKOMST
IJZEREN—WEG.
Naar POPERINGIlE-HAZEBItOUCK. 6-50. - 12-05. - 3-57.
- li-50.
Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Naai KOR PRIJK. 5-34. - 9-49. - 11-tS. - 2-35. - 5-25.
Naar ROUSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Naar LANGEMARCK. 7-13. - 12-06. - 6-20.
Afgemat, stond ik in JANSEN1US stad, waar mij een
toeval deed komen, op de markt te droomen.
Hel was nacht.— Aan den wolkeloozen hemel flonkerde
"t stargewemel. Statig en zacht glanste de maan in hel
dere pracht.
Ik hield het oog naar omhoog en overwoog. Ik
zag, afstekend op d'aznren hemelboog,d'Ilalleloren, zwarte
vierkantige rots, zich verheffend als een reus zoo trotsch.
En terwijl ik mijn hoofd liet hangen met verbleekte wan
gen, en't hart met leed en angst bevangen, gevoelde ik
een geheime kracht, die des landes lijden en strijden
voor mijn dwalend gedacht wederbracht....
Ik zag, toen Vlaanderen nauw was geworden, zijne
ridders in tallooze horden, met rampzaligen ijver bezield,
voor Christus altaar geknield, zich hel zwaard omgor
den.
Ik zag ze, op den priesteren stem,trekken naar hel Oos
ten, naar Ilierusalem, niet om lijdenden te troosten,
maar om fe vechten, voor de Kerk en haar gewaande
rechten, om de geloovigen,.... de slechten te bevech
ten en hunne steden te slechten.
En alsof de God, dien ze in hun waan, tergend had
den bespot, hen straffend wilde slaan, ik zag ze door 't
zweerd en den honger vergaan, door de Pest ter néér ge-
sldan....
Terwijl in het vaderland de wanorde zwoegde d"S
bouwers hand geenen grond meer beploegde, de toe
rende nood, de afgrijslijke dood in de hutten drongen,
en hij den rouw van kinderen en vrouw viklorie zón-
Ken.
Ik zag later het volk van het vlaamsche geslacht in zijn
rechten verkracht de zucht naar vrijheid versmacht.
Ik zag hoe hier ten landede godsdiensttwist zijn
toortsen wist te branden. Ik zag het heilige recht
van 't vrije geweten versmeten. lk zag Alva, Hornes
knecht hij den bloedraad gezeten.
Brandstapels en schavotten zag ik op de markten samen
rotten, het duurbaarste bloed vergoten' het kermen
om erbarmen met hoogmoed verstouten, het volk ge
voelloos en lam, en priesters en grooten zingende in
plechtige noten Ad majorem Dei gluriam.
En het denken aan 't verleden deed mij denken
aan het heden.
Ik dacht aan den nacht die op Vlaanderen drukt;
ik dacht aan den nacht, waaronder Vlaanderen hukt
Duizenden tempelen rijzen met hun spits in de lucht
niet om den schepper te prijzen maar om die macht zoo
geducht, huid' te bewijzen.
Dwaalleer en logen legt men 't volk voor oogen de
godsdienst wordt, onteerd, tot een geldwinkel ver-
nêerd.,..
Met hel zweet van den werkman daar bouwt men de
kerk van.
Met des volkes goed en bloed wordt een werkeloos
priestergebroed gehoed en gevoed....
En de slaven dier vermetelen, o schande, zetelen
aan 't bewind van den lande
En 'k zuchtteVlamen,'t bewustzijn dier slavernij
wekt nietuw razernij! doet u niet schamen Vlamen,
wiens wraak zoo vaak op het slagveld uw bloed
vrijgevig deed stroomen, werd dan de moed u benomen?
Gij, die mêe u dorst vernieten, in vroegere tijden,
hardnekkig te strijden voor 't vrije geweten, hebt gij
dan die tijden, dit strijden vergeten Draagt ge
dan willig de keten
En van uit den zuiden trad een wolk, akelig zwart
hoven de slapende stad. Van bangst benard werd mijn
hart. Sterren, toren verdwenen en de maan, die mij
had beschenen was henen
Eu 'k zuchtte: Vlaanderen Draagt ge dan willig de
keten, zijl ge dan uw lijden uw strijden vergeten
wie zal u verlossen, Vlaanderen!...
Op eens, van verre de donder bromt, hij komt en
gromt, en schettert en klettert, en knarst; de
duisternis barst - en spuwt vlammende dolken door den
schoot der wolken.
En een vurige glans omstraalt den hemel gansch. Ik
hoor een ver gerucht, een lieimzinnig ritselen door de
lucht, en voor mijn sidderende zinnen verschijnt een
geest;... een reusachtig linnen omplooil zijnen leest
en sleept dooi' de ruimte hem na
lk sta en voel mij van angst verpletteren. De heniel-
sclie gezant schrijft onder dees onvvèers kletteren met
uitgestrekte hand in vurige letteren
'k Wil vluchten... 'k ontsnap een onzichtbare hand
wederhoudt mijnen stap;ik lees van verbazing vermand
't woord WETENSCHAP.
Rond dit woord pralen de bliksems in bochtige stra
len, 1 en vormen een'glansenden boord.
En dit woord dat ik onder des donders kraken ver
staanbaar heb gehoord deed mij ontwaken. X.