riunen der eerledcn ons, gelijk den verleden zomer, daar ko men iereeren met hunne aangename tegenwoordigheid. Den kleinen Houpentoup die van Rousbrugghe gekomen is, heeft Zondag laatst hier een sermoen gedaan in twee bedrijven up de vlaamsche gazetten, het Nieuwsblad medebegrepen, en heeft al de lezers en sch rij vela ars derzelve verwezen tot den afgrond der hel. Het spijt ons grootelijks in zulk slecht gezelschap te moeten zijn met de gebruinde schrijvelaars. Zoude Houpentoup de hel niet kunnen verdeelen in verscheide compartimenten voor gekruind en ongekruind Men zegt dat dezen vogel zoo welsprekend is dat hij waarlijk welhaast het vreemd pluimgedierte van Proven zal overtreffen. Zaterdag laatst, ten 4 uren 's morgens, men ontmoette in de straten, den omgang gaande met de klak in de hand, zekeren Lucianus Sansen. Men zag hem zonder vaar noch vrees, zelfs onvoorzien van eenen stok, zeer godvruchtiglijk lezen tot den goeden uitval van zijn aanstaande examen en tot bekomen van hel diplome van eersten Ingenieur civil bij de Slolcslagers. Wij zullen den-.goeden of slechten uitslag van dit examen laten kennen met de verzachtende of bezwarende omstandigheden, als zijode van groot belang voordekatholijke partij van Poperinghe en bijzonderlijk voor de Stolcslagers. De gebruinde zwarte ratten en de havermuizen knagen ge durig aan de beurzen der stervende. Vraagt het maar aan zekeren Hauwen, in de Papestraat, wat voor groot gat een havertnuis geknaagd heeft in de beurs van zijne stervende vrouw. AVELGIIE», Juli 187i. Mijne lezers zullen het mij vergeven zoo ik aan mijne be lofte niet volkom, namelijk zoo ik hun den beloofden Discours niet mededeel. Eenvoudiglijk is het om plaats te geven aan een kort verhaal en te antwoorden aan eene vraag reeds honderd maal gedaan in twee ZWARTE BLAREN. Zij zullen zeggen dat ik lieg en uit mijne zuig pardon, voor dat edel vlaamsch. De lezers voor welke ik schrijf (voor geene zwarte, onthoudt het wel) onderscheiden genoegzaam de leugen uit de waarheid. Daarom ware het nulteioos mijne rechtzinnige tegensprekers te overtuigen. Verder de plaats ontbreekt mij om op het verleden terug te keeren. Dit zij éénmaal, voor ai- tijd gezegd. Dus, lezers, luistert naar een' nieuwen leugen Dinsdag morgend, 1G Juni II., toen Phebus zijne eerste stralen op het aardrijk zond, juist op het oogenblik dat de dankbare Woudzangers een prachtig concerto den Schepper der Natuur toezonden, hoorde ik het dof gerommel eens nade rende Vlaschwagen. De moedige Ruin gaat onverschrokken vo'oruitdoch, al met eens, hij snort, hij deinst, en weigert een stap vooruit te zettenVruchteloos poogt de geleider hem te dwingen. Alléén en radeloos is hij, roept, doch nie mand hoort zijne stem. Rond hem ziet hij en ontwaart een wit lijnen met hetwelk de wind speelt.... De oorzaak der benauwdheid zijns paards is daar. Ilij gaat er henen na dit gekeerd en gebonden te hebben MUSKUSGEUREN komen hem te gemoetOnder die vlag ligt een massa, 70 kilo onge veer, levende opgewogen, CANDIDAAT VLEESCH. Hij schild er aan: roerloos blijft het liggen.... Nogtans het leeft want het grolt als een verken. Hij roert nogMijne vingers roept hij uit.... zij waren yepömmarJeerd van de pommade waarmede de vlag besmeurd was Hij wascht zijne handen in den gracht, maakt zijn paard los, nijpt zijn' neus toe en houdt zijn' adem op en trekt zijn ruin bij den breidel voort. Het; dier snoffelt wal, draait den kop en weldra gaat bet stil voort. Zij komen aan Batavia. Baas! aan't hof van Thereza V.. N... ligt een dronke b....; hij stinkt als een otter Wie is'l Uw gebuur de gefaalde Candidaal Ahdie vuile b.... Geheel het gebuurte is te been. Men loopt ter hulp; men heft den Candidaat op die nederploft als een zware steen. Weldra kan men het niet meer houden van den reuk: langs de baan had onze dronkaard eene PAPTAART willen bakken. Deze was te weinig ver uit den vorm gevallen en ongelukkig lijk was de Candidaat met zijn ACI1TERGEZICHTE erin ge sloten. Zijne step was veranderd in eene pauzelij lie vlag ledereen lachten tracht die pauzelijke vlagdrager op te heffen. Hij is te zwaar Hij riekt te goed! roept elkeen. Men komt met een goede flesch Genever de alcool over wint de walgelijkheid des slanks... Hij wordt t'huis gesleept! De dronke bsmijt men op zijn PLUIMEN bed en des noens zijne slaaplakens zijn niet meer zwart maar geel ge- verwd ProficiatOvoor bij zulk een goedrieker te slapen Proficiat stemmers dat hij in 't Conseil niet is gebeurde zulks op 't stadhuis geheel de plaatse kreeg de pestDan had de Vrijheid, met recht mogen schrijven: hel stinkt op het stad huis De Bezembinders en de koeistalzielen had zij kunnen bij een roepen om hel met groeve bezems te vagen. Met de 2764 frankjes waarover de twee Zwarte Papierkes zóó ongerust zijn, hebben de liberale, meen ik tcch, een' smakelijk Dineetje genomen. De papenhouten ('k wil schrijven de schapenbouten) waren' allerlekkerst. I)e champagne was zeker ook goed. Zijt gij afgunstig niet gevraagd geweest te zijn Ais bet nog gebeurt zal ik trachten 11 te doen vragen. Maar, parbleu aan niemand er van te spreken zulae - Een klein vermanigske aan zekere geelachtige kwezels der plaatse die hunne tong wat lang laten hangen Indien gij niet min liegt zal ik u één voor één ganscii bloot leggen al waart ge groenachtig. Du vuile tongen en de zwarte gazetten ver schieten in geen klein gerucht. Kwezelsmoet gij op den hekel mijner pen komen, gij zult u goed gehekeld vinden. Gij weet immers dat ik geene omwegen maak en dat mijne pen, even als de pijl des jagers, recht naar doel gaat. En mijn oogen zijn bijna op uw doel gericht. Een flinksche kerel met baarden bril. BOESOGIIE. De vraagstukken van den Boesingschen correspondent van T Nieuwsblad beantwoord hebbende, wederlegt dezen nu onze antwoorden, maar op zoo oeue triestige manier en zoo groote moeilijkheid, dat men zijné bittere kwelling lusschen de reken lezen kan. Wie beeft er eerst te Boesinghe gezeid ik ben liberaal, vraagde ons de scheeve nekke Wij hebben hem daarop breedvoerig geantwoord, en wat doet sputter Commandeur Hij komt te voorschijn met het 1° deel onzer antwoord, en laat het overige achter. Laat ons die trouwloóze stilzwij gen heid breken Degene die zich te Boesinghe eerst liberaal noemden, ant woorden wij, zijn deze die, als de Paus Gregoritis VII, de si monie veroordeelen, 't is te zeggen, het koopen of verkoopen van heilige dingen. Het zijn nog deze die met zekeren kerkvader uitroepen dat sommige predikanten in de predikstoelen woelen als a kluchtspelers Wijders zijn het nog deze die met den heiligen Cyprianus zich beklagen over het bederf der christelijke maatschappij Sommige priesters, roept die heiligen uit, verlaten hunnen predikstoel, verzuimen hunne kudde om zich met wereld- )i sche zaken bezig te houden. Men ziet ze rondzwieren achter winst en rijkdommenZijleven in den overvloed, daar i) hunne broeders van honger sterven Scheeve nekke, gij zegt dat het onnoozel praat is dat wij uiteendoen, het is wij niet die dat zeggen, hel zijn de kerk vaders, het is de Paus Gregorius Vil...... hij was ook onfaal- baaren gij durft zeggen dat bet een onnoozele pralelaar wasEr is geen een liberaal die met zulke misaenting van eenen Paus spreken zou, gelijk of gij doet Spreekt van geen vrede noch van menschlievendheid meer, gij hebt dat recht verloren na uwe afgrijselijke verwenschin- gen, die zoo tégenstijdig zijn' niét 8e minzame woorden van den Zaligmaker op den Golgotha. Wrai mooien opvolger zijt gij.! Het liberaal zaad, waarvan gij spreekt, heeft altijd goede vruchten te vvege gebracht op Boesinghe, en d'heer Bulse- raen, onzen beklaagden herder, wist hét onder zijne kudde te behouden om zijne schapen van het schurft te bewaren Vat j'et de par le flanc gauche naar Pilckem Eide par le flanc droit kijkt keer alhier, en zegt ons waarom gij Zondag naar den bedevaart niet gegaan zijt Gij w aart onpasselijk niet waar, en gij wandelde geheel d'achter- noen op de Gemeente.... waarom ontzag gij dien dag, Com mandeur, gelijk of gij vermond zijt Gij spreekt al te lichtveerdiglijk van den Godsdienst, wij hebben voor den waren Godsdienst meer eerbied dan gij, maar verfoeien alie schijnheiligheid, van waar en van wie zij" komen mag MENGELINGEN. Klink brelink, klink berlink, brelink klink. Sissen. Trinne, wuk èn ze ut klonken té Trinne. 'k Weet nie, Sissen, 't is twot van peeren. Sissen. Kö, weetjet gij? Kö. Jaak, 't is van mullepeeren. De gek. 't Is da nie, domme kl't is van mulleplic- ren. (Trinne, Sissen en Kö kijken bezijds en verbaasd). De gek. Versta jet nog nie,'t is dat de gonne die willen leeren mulleplieren, de Pilckemsche congregatie moeten bij wonen. Trinne. Ga je nie gaan, Sissen? Sissen. Nink, Trinne, ke kan mijn cijferbout nie meer houden... en gij, Trinne Trinne. 'k Weet nie als 't nog zoii gaan, Sissen, 'k lelie al verre in de vijftig..... Kö. - Wat geeft dat, TrinneSara cijferde nog als ze tsestig was 't Zijn nu andere tijden, zegt Trinne, zij monkelt en gaat heên. De Markies zit-de congregatie voor; er moet cetie nieuwe moeder gekozen worden, alsook eene onder-moeder, eene voedster-moeder, prefects, sotis-prefecte, sloterbevvaarster... enfin geheel de santé boutique moet vernieuwd worden. De kiezing heeft plaatsRoselie is moeder af, zij miek te veel gerucht al over 'l plankiet gaan... De Markies is over den uitslag kontent; hij pronkt... en met zijne opgeblazen kaken, zijne luikeroogskens, zijne scheeve nekke en zijne carressante handjes, stapt hij statig voort tot bij een omgekeerd zeepe valje, waarop hij statig klemt. Met weemoedige stem, verheugt hij zich over den uitslag der kiezing, maar beklaagt zich bitterlijk over eenen andereu uilslag dien bij zekere congreganisten te statig in d'oogen slaat. Ik naeende, zegt hij, dat ik nog ai twot had die wel ii was,en ik kome te vernemen dat er welhaast eenige in dui- i> gen gaan vallen'k verzoeke de sloterbewaarster van p^r ii naasten beter voor mijne slotjes te zorgen. Men weent bitterlijk over de opengebrokene slotjesDe stem van den Markies is belemmerdDe vereeniging is op geschorst. YOORïtIEZEEEEj 23 Juni 1874. Heer uitgever der Toekomst, Ik bid u eene plaats in uw geeerd biad te willen verieenen aan deze weinige regelen. Ter gelegenheid van liet festival dat ten onzent plaats greep, heeft menigeen alhier een bezoek afgelegd. Veel rari teiten zijn er voor vreemdelingen niet te zienedoch een onlangs verschenen Politie-reglement welk in alle herbergen van rechtswege hangt, trof iedereens aandacht, en het is niet zonder reden. liet is stiplelijk verboden alhier dansfeesten te houden noch muziekanten, noch orgeldraaiers, liedjeszangers of kunstenmakers,Beestenleiders mogen geen voel op de gemeen te stellen en alle overtredingen worden strengelijk gestraft met boeten en kot Alles dit is ingericht tot het behouden der regeltucht, goede orde en goede zeden onder de bewoners der gemeente. Van 1 October lol IS April moeten alle herbergen ten 10 ure 's avonds gesloten werden en bazen en drinkers 'worden met eene massa boelen en gevangenis bedreigd voor de minste overtreding. Inderdaad, heer uitgever, niets riekt meer de middeleeuwen dan een zuikdanig Policie-reglement in eene gemeente waar niets aanleiding gaf tot zulkdanige strenge maatregels. Waarom toch het weinige leven dat er te Voormezeele nog bestaat uitdooven door eene bestendige vrees voor kot of boete; want niets mag er gedaan worden zonder eene vooraf gaande toestemming van den Burgemeester, die zich meesten deels ter gemeente niet bevindt. Ziet gij daar eene volksbruiloft, voorafgegaan door een accordeonspeler, en die zich hier en daar stilhoudt in eene herberg om een vrolijk dansje te wagen; ziet gij ze te Voor mezeele aankomen ten klaren dage te midden huns vermaaks gestoord, een proces-verbaal worden aangedaan omdat zij geene permissie van den Burgemeester hebben! Hoe vindt gij den grap Volgens mij, ik zeg dat ai die maatregels overbodig waren en maar dienen om de herbergiers en andere neringdoeners te plagen. Of, indien het voor de goede zeden is, men heeft vergeten te zeggen in 't reglement dat het verboden is in de herbergen in eenen hoek of achter de deure beentjes over den knie te zitten of zijne beminde een paar toten te draaien. Ik ben nieuwsgierig te weten of de leden van den gemeen te-raad allen medegewerkt hebben tot het opstel van dit reglement en of zij, niet tegenstaande hunne onderteekening, inwendig er hunne goedkeuring aan geven? Ontvangt, heer uitgever, mijne groetenissen. Een Voormezeelenaar. WOESTEN. Men leest in den Progrès de Charleroi,in datum 23 Juni: Den correctionaeelen rechtbank dezer stad heeft dezen, voormiddag den gewezen onderpastor Opsomer van Wroesten veroordeeld in 3 jaren gevangstelling en 300 fr. boete over dieftsai van 10,000 fr. ten nadeele van zijnen meester. Men is nieuwsgierig te vernemen tot welke straf en scha deloosstelling zijnen ouden pastor van Woesten zal veroordeeld worden tot IJperen over zijn losbandig sermoen van 17 Mei laatstleden tegen de eer en reputatie der weduwe Paul Ver- straete en hare dienstmeid. MARKTEN VAM IJPEREN, AARD DER GRANEN ENZ. 27 Juni. 4 Juli. verkoebtte kwantiteit. 1 mkidenpr- p. 100 kilo- verkochtte kwantiteit. middenpr. p. 100 kjlo. Tarwe 21,200 58-00 26,900 57-50 Rogge 5,600 28-00 4,800 28-00 Haver 0,400 50-23 100 54-00 Erweten 300 28-30 0,500 29-50 Boontjes 5,000 28-75 •1,500 29-75 Aardappelen 2,500 15-50 5,500 10-50 Boter 505-00 500-00 Veurue. Per 145 liters. 24 Juni. 1 Juli. Tarwe (nieuw) 58- lot 43-50 40- lot 4i- Rogge 29- - 50- 31- Sucrioen - - - - Haver 20- 21- 19- 22- Boonen 28- 51- 50- - Ei weten 50- 52- 52- 7)7 -

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 3