STAD IJPEREN.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschiüige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Stads Nieuws.
ZONDAG, 26 JULI 1874. Nr 644. 43e Jaar. 4 Fr. 'sjaars; Buiten stad, fr. 4-3Ö. Annonce» 12 den regel - Recianicti, 24c Hel N' 10c
Het omwentelaars Nieuwsblad zou willen doen
gelooven dat den jesuitieken godsdienst nog dien
van Christus is, en wij houden staan dat hij er
niets gemeens mede heeft. De Zaligmaker is op de
wereld gedaald om den vrede onder het inenschdom
te doen heerschen, en deze goddelijke woorden
«bemindt uwen evennaasten gelijk uw zelve»
behelzen de grootste volmaaktheid waarvan een
ware christen niet mag afzien.
Wij vragen aan onzen tegenstrever die zich
altijd beklaagt dat wij met hem niet willen rede
neren, of dit niet wezentlijk de woorden van God
zijn en of dezen die er geen rekening van houden
ware christenen zijn
Bij voorbeeld wij vragen of een verwaande en
haatzuchtige kapellaan die zijne parochianen
ophitst tegen hunnen weldoender die hun doet ge
looven dat, om aangenaam te zijn aan God zij den
gene die hun zooveel voordeelen verschafte moesten
verraden, en die in den preek- en biechtstoel hem
wekelijks lastert, hoont en beliegt ten einde hem
in zijne betrekkingen zooveel mogelijk te hinderen,
zoo verre dat veel eerzame menschen verontwaar
digd de kerk verlaten. Wij vragen het aan al wie.
de goede reden bezit of zoo een geestelijk man eenen
waren christen is? Dit is niet mogelijk, het is
slechts een werktuig der jesuiterij dat hem weinig
bekommert of hij den Godsdienst benadeeliglen
toen de schrijver van het Nieuwsblad de mis van
zoo eenen kwaadzuchtigen mensch moet bijwonen,
wij vragen hem ook of hij zijn betrouwen in de
kracht zijner gebeden zou kunnen stellen.
Het is mogelijk dat onze confrater daarop zal
zeggen, dit al is de daad van een verblinden die
naar des autaarsmaar indien het zoo ware, de
Bisschop, die bet onbetamelijk gedrag van den
bedoelden gekruinde kent, zou hem van zijn ambt
moeten afzetten en hem verbieden van nog eenen
voet te stellen in de gemeente, welke hij in ver
warring heeft gebracht; maar integendeel, hij
wordt door zijn oversten aangemoedigd en bevoor-
deeligd
Dit is een voorbeeld onder duizende dat wij
aangehaald hebben om te bewijzen dat den jesuitie
ken den waren christelijken Godsdienst niet meer
is, en niemand beter dan Paus Clement XIV, in
de beweegredens die hem het orde heeft doen
afschaffen, heeft dit bewezen, helgeene wat hem
ook de dood, door vergiftiging, heeft gekost.
Het Nieuwsblad is nooit verlegen, wanneer het
op de gedane vragen niet kan antwoorden, het zegt
enkelijk, alles dat men schrijft is valschMen
heeft gevraagd indien er een tweeden Alexander
Borgia nog tot Paus moest benoemd worden, wal
er van de onfeilbaarheid zou geworden, en in
plaats van daarop eene voldoende antwoord te ge
ven, het zegt: alles dal men schrijft is valsch!
Wij hebben ten aanzien van Paus Joannes XXII
in geene uitleggingen getreden uit eerbied voorden
Godsdienst en de goede zeden, indien wij. hetgeen
de geschiedenis ons daarover leert, hadden her
haald wij zouden verslaan hebben dat het
Nieuwsblad den gezegden uitvlucht had gewaagd,
hel is in zijne gewoonte van de waarheid af te lie
gen wanneer zij hem tegengaat, maar zeggen dat
alles wat men geschreven heeft valsch is, toen men
ten gronde niet anders dan eene vraagheefl gedaan,
is zuiver weg belachelijk.
Er is eene pistoolschoot op den heer Bismarck
gelost geworden die hem lichtelijk aan de hand
heeft gekwetst, de moordenaar is aangehouden, en
wij zullen ons weerhouden van desweg in verderen
uitleg te treden vooraleer het zal bestaligd zijn of
hij aan de roode of aan de zwarte ontwen Iclaar.s-
bendc toebehoort.
i- T« —ihiii nTi iiéhibTihii ui mil i i s*wr
DE TOEKOMST.
IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJ PEREN
Naar Poperinghe-Hazebrouck. 0-50. - 12-05. - 5-57. - 0-50
Naar Poperinghe. 9-07. - 8-45'. - 9-50.
Naar Kortrijk. 5-54. - 9-49. - 11-18. - 2-55. - 5-25.
Naar Roeselare. 7-50. - 12-25. - 0-45.
Naar Langemark-Oostende. 7-15. - 12-00. - 0-20.
IJpcrcn, den 24 Juli 1874.
Mijnheer,
Ik maak u mijn compliment {jij hebt onder eene goede
ingeving een artikel gezonden aan de Toekomst van Zondag
laatst waarin gij op eene breede schaal de plichten aangehaald
hebt der liberale kopstukken in het algemeen, dus gevolgent-
lijk deze die alhier onze leiders zijn in het arrondissement van
IJperen. Uw artikel is wel onthaald geweest en in menige
gesprekken 't zij publiek 't zij rond den haard heeft men u
geheelijk gelijk gegeven.
Het is maar al te waar, onze partij moet herleven. De
werkingen onzer tegenstrevers zijn al te stout geworden,
hunne middels zijn te groot, opdat het niet hoog lijd worde
door onze vastberadene houding er paal en perk aan te
stellen.
Sedert lang blijven wij gcvoellooze getuigen van alles wat
rondom ons omgaat zoowel bij onze partij als bij deze onzer
vijanden. Niet eene enkele bijeenroeping der leden geschied
er telkens er in andere kiesdistreklen door de onzen ofwel
eene overwinning behaald ofwel eene nederlaag ondergaan
wordt.
Zotidar te willen hier onderzoeken of het vastberadenheid
of initiatief is die ontbreken, toch moeten wij bekennen dat
de onverschilligheid ons in eenen staat zou brengen waaruit
wij moeilijk zou kunnen stappen.
Ziedaar, goede liberaal, wat ik u te antwoorden had. Het
eenige hulpmiddel om onze liberale partij in ons arrondisse
ment te redden, ware zonder uitstel eene algemeene vergade
ring te beroepen, alwaar men middels zou beramen tot het
instandbrengen van maatregels die onze tegenweer met goed
gevolg bekronen.Niet wachten op de onverschilligen, noch op
dezen die niet durven maar de laak aanpakken met dezen die
er zullen komen, die het hert hebben in klaren dage zich te
toonen. Beginnen wij met 20, als het noodig is, maar dat er
een begin zij; wij zullen meer goed lot stand brengen met
20 zekere mannen dan met (50 waarop er weinig te rekenen
valt. Niet dat ik wil onrechtveerdig zijn jegens dezen die
altoos hunnen plicht met bert en ziele gekweten hebben
maar wat kunnen zij indien de jongelingen niet mede helpen.
Dat men eene algemeene vergadering beroepe en onze
liberale associatie op zulken voet inrichte dat men met vrucht
iets kan ondernemen. Het is maar op deze voorwaarde dat de
associatie haar leven kan terug vinden die thans op den boord
der afgronds is, en zij maar één slap meer te doen heeft om
voor altoos verloren te zijn.
Moed, liberale vriend, volherding, en gij zult uw doel
bereiken. Een liberaal.
IfSir.ikcl in (icn I'rovinriali'ii Rand
Die bet niet gezien heeft, zal 't misschien niet gelooven
(zegt de Westilaming).... Maar wij hebben het gezien, en
l'iero Bébé, zoowel ais de leden van den raad hebben het ook
gezien.
Ja, wat heht gij gezien? vraagt de lezer.
-Wel, een mirakel, en dan nog een waar mirakel
Ziet hier in korte woorden, wat er gebeurd is
Dinsdag, in de openings-zitting, wanneer Koppens-De
Mulie recht stond om, in T belang der goede zaak, den heer
Vr3mbotit over den hekel te halen, waren wij en al de leden
die den spreker omringen als van den weerlicht geslagen.
Gelijker tijd dat De Mulie zijnen stierskop boven slak, kregen
dc leden een schitterend g< flikker in 't gezicht tn die slechts
verdween wanneer Koppens zich wrêr neerzette.
Verschillige leden namen de stoutigheid Dc Mulie te naderen
en zij stonden verbaasd toen zij rondom het hoofd van hunnen
confrater eenen gouden straalkrans zagen, die zooveel te
schitterender was daar de stralen der zon er licht op gaven
Die krans of kroon bestond rondom den monsterachtigen kop
van De Mullie, gelijk het hair rond de groote kruin der pa-
tcrs-vuillappcn Capucienen.
De Mulie kon niet bedenken om welke reden hij het voor
werp was der bewondering zijner collegas, wanneer hij wel
haast rond zich hoorde uitroepen Mirakel! Mirakel
Ryclandt-Zolhuiski, de Rlcppe-Gilliodts, Mahieu, van Roe
selare, en andere dweepers, waren van zin den eersten den bes
ten priester te halm om het mirakel te bcstatigen. Immers gij
moet weten dat De Mulie goed aan zijnen kop te vrijven en te
trekken had, de gouden krans kon hij hoegenaamd niet doen
verdwijnen
t: Laat gerustlaat gerust, collega riep de flambceuwdra-
ger Surmont, t is een mirakel! God, door de tusschenkomst
der maagden van Gourdes cn La Salette, heeft u willen bcloo-
nen over uwe verknochtheid aan de goede zaak en, dewijl gij
bezweken zijt in het affaire van den liberalen Vrambout,
heeft u in de martelkroon geschonken.... Mirakelmirakel
De Mulie die, alhoewel hij ook pilaarbijter is, zijne collegas
naar den duivel had willen zenden met hun mirakel, ging
stillekens bij Pleltinck, de zurkeldoktoor van den raad' en
fluisterde hem in d'oor: zeg Prudentpatroon derdonder-
schermers, hebt gij geene middel om dit van mijnen kop te
doen verdwijnen
Hoe, riep Pletlincks, is 't geen mirakel dan
Zwijg, vriend zei Koppens Demulie spreek toch
van geen mirakel! 'k ben met eenen nieuwen hoed naar
Brugge gekomen, en dc geeluwe voeijering is zoodanig op
mijnen vette kop afgegaan, dat ik er die kroon niet van kan
afkrijgen, alhoewel ik mijne poolen er bijna op kapot gewre
ven heb.
Sissen Blagiski was intusschen bijgekomen en raade De
Mulie aan des namiddags te Blankenberghe een bad te nemen.
Hoe een bad! riep Koppens, zwijg gij onkuischaard
Nu,"gelijk Demulie geen goeden raad kon krijgen, speelde
hij schampavie en liep naar zijn hotel, in de Zonnc.-Daar
begonnen den baas, de bazinne en 'l meissen zoodanig den
stierskop te wasschen, dal, na vier uren vrijven en strijken,
de gouden kroon verdwenen was, zonder den kop nochtans
te konnen zocht maken.
Het meissen heeft daarna moeten gaan rusten, want zij had
drij kilos zeep verbruikt.
Niet te min hoort men in den raad van niets anders spreken
dan van het mirakel der MARTELKROON VAN DEN STIERS
KOP DEMULIE
IJperen, 25 Juli 1874.
Eijj'gei'wacM. - Maatschappij Cijbelschutters.
Uitslag der schieting van 20 Juli.
Hoogst getal punten
1. Dumon, Auguste. 2. Cardinael, Léon.
Schoonste wit
4. Renier, Honoré. Ligy, Félix.
Uit oorzaak der groote hitte die wij dezer dagen gehad
hebben, zijn dc wekelijkschè krijgsoefeningen den Dinsdag
voor het kader der Burgerwacht afgeschaft.