STAP IJPEREN.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschilligc Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
ZONDAG, 2 AUGUST! 1874. Nr 64J>. 15° Jaar. 4 Fr. 's jaars; Builen stad, fr. 4-50. Annoncen 12 c. den regel; Beclamen, 25c.; Hel. Nr 10 c.
Wanneer wij in ons laatste nummer gesproken
hebben over den aanslag gedaan op den Prins dc
Bismark. wij hebben gezegd dat wij uitstelden van
in verder uitleggingen tc treden, vooraleer het zou
bcstaligd zijn of de moordenaar aan de zwarte of
aan de roode omwentclaarsbendc behoorde.
Wij gelooven dat de klerikale drukpers zou
voorzichtig geweest zijn met op de zelfde wijze tc
bandelenmaar verre van daar, zij noemt bet ge
beurde cenc comedic, en tracht den moorde
naar te vcrschoonen met te zeggen dat Kuilman
cenen zot is en van eene zotte famillic afkomt. IIoc
vcrrcdil met de waarheid overeenkomt is onsonbe
kend, maar hoe het zij, wij gelooven dat dc jesui-
terij ongelijk heeft van zoo een misdadiger te vcr
schoonen die niet vuil is moet zijnen neus niet
vagen, en een beduidender spreekwoord zegt:
Eene ongerijmde verschooning is eene plichlig-
vcrklaring.
Dc pogingen gedaan om den plichligc als krank
zinnig te doen doorgaan, komen zeer wel overeen
met die. door dc jesuiten in het werk gesteld om
Joannes Panne, van IJperen, die een aanslag op
het leven van den Prins Maurice dc Nasscau had
gedaan, ook voor krankzinning tc doen verklaren.
De bewijzen daarvan berusten in de archiven der
stad, hetgeen ons overtuigt dat het orde dc ge
woonte heeft van tot dezen middel zijnen toevlucht
te nemen telkens het vermoed wordt.
Zaterdag jl. heeft dc plechtige begraving plaats
gehad van den heer Boedt, ridder van het Leopolds
orde, gewezen raadslid, enz. De toeloop van volk
was talrijk, al de weldenkende personen hebben
willen eene betuiging van achting en herkentelijk
geven aan de overblijfsels van cenen ambtenaar,
die in dc menigvuldige posten welke hij bekleed
heeft, zoo veel blijkens van ijver en vermogens
heeft gegeven.
M. Boedt was een der steuners van de liberale
partij, van welke hij nimmer heeft afgeweken, en
een waren voorstaander van vrijheid en verdraag
zaamheid door zijn verheven karakter en zijne
minzame betrekkingen was hij den vriend van
eenieder en zijne dood is niet allecnliijk een gevoe
lig verlies voor zijne afstammelingen maar ook
voor zijne geboortestad, wiers welzijn hij in alle
gelegenheden ter harte nam.
Wat men in den provincialen raad van West-
Vlaanderen heeft zien gebeuren is eene schanddaad
zonder voorgaande. Reeds van sedert twee jaren,
waren er leden van dien raad, die het verlies van
den achtbaren Gouverneur gezworen hadden, om
dat hij aan de liberale partij toebehoort. De leerin
gen van Mgr. Malou werkstellig makende, hadden
zij, ter gelegenheid des aankoops van twee spiegels,
destijds door den heer De Yrière gedaan, (en die
eerst op het krediet der gespaarzaamheden en
nadien op de provinciale uitgaven werden overge
bracht,) dit aan M. Vrambout opgelegd, ofschoon
zij bekenden dat hij daarvan niets genoten had.
Door alle slach van herhaalde kwaadtrouwigc
indringingen trachteden zij aan de menichte te doen
gelooven dat de Gouverneur dc koopprijs van d.e
bedoelde spiegels en kandelabers, die de zittingzaal
van den Raad versieren, twee maal in uitgaaf had
gebracht, met het doelwit van M. Vrambout in
eene onaangenaame gesteltenis te brengen. Met ge
durig terug te keeren op hunne onverdiende ver-
wijlselen en de kwade trouw waarmede zijne
vijanden en namelijk zekere leden der bestendige
deputatie hem in zijne eer vervolgden, heeft hij in
verontwaardiging hun verweten dat zij lasterende
overdragers waren Daarop hebben zij hun ontslag
gegeven, waarschijnlijk met inzicht den koning tc
dwingen om den heer Vrambout tc vervangen.
Het zal thans te zicne zijn of Z. M. van zijn
voorrecht zal afzien en zich door eenige overdre-
vene klerikalen de hand zal laten dwingen. Het
einde zal het ons uitwijzen.
Voor wat het ontslag van de leden der bestendige
deputatie betreft, zij hebben nimmer eene beslis
sing genomen die in het algemeen met meer voldoe
ning werd onthaald; eenieder die met hunne han
delwijze bekend is herinnert zich met welke
partijdigheid zij gewoonlijk te werke gingen, bij
zonderlijk in dc beslissingen betrekkelijk den kie
zers,en met welke onverschilligheid zij al de andere
belangens der provincie verwaarloosden.
Ongelukkiglijk het bedoelde ontslag is slechts
eenccomedie geweest, die zonder gevolg zal blijven
daar zij in de volgende vergadering zich al hebben
doen hernoemen.
''ir'r'rifiiïïfrrirrrrt^-tm-'nimTrfflViwrrnt'iriiriiiniii-riri mi i n n m i iimiinrrrirnTTitTirMimiini^riiiipmlmMiT^ -KMia ■■HiiiwiMÏi(i»iMBwiiiM«i>M«iiii>air ■■■iiiMMMnwiiiwMniMWMMrnirri -t—rT---Tii ui ■iwMMMÉaMiTilWMMiiïiwiiriirfaiiiiwrMMWBrnMnBBWWWMW'T
DE TOEKOMST.
IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN
Naar Poperinghc-IIazefJronck. 6-50. - 12-05. - 5-57. - 6-50
Naar Poperinghe. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Naar Kortrijk, 5-54. - 9-49. - 11-18. - 2-55. - 5-25.
Naar Roesclarc. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Naar Langcmark-Ooslcndc. 7-15. - 12-06. - 6-20.
-m.
Wij zijn de slordige artikels van het Nieuwsblad gewoon,
en zoo wel gewoon dat wij ons met zijn onnoozcl gezecver
weinig bekreunen, maar soms gaat het te ver en op zekere
onbeschoftheden moet men liola! roepen. Aan domme per
soonlijkheden, met of zonder name, waarbij niets anders te
lezen is of lage en walgelijke scheldwoorden, geven wij ons
de moeite niet te antwoorden immers, abvie een sprenkel
gevoelens of opvoeding heeft trekt de schouders op bij het
lezen van zulke artikels.
Wij, die persoonlijk aangerand zijn, wij lachen met hunne
uitscheidingen, en deze die dat lezen, zij lachten mede, en
zoo behaalt het koddig Nieuwsbladjc nogal veel succes.
Hartelijk proficiat, maar wij laten het hem.
Maar nu, een ander paar mauwen
Het Nieuwsblad van Zondag 11. bevat twee artikels die de
mate geven van de waarde zijner opstellers, In 't eene spuwt
men op een allom geëerd en pas toegesloten grafen in
't ander raapt men een gesprek op dat in het bijzonder ge
houden was, en men stelt het in 't blad met eene domme en
stoute persoonlijkheid er bij. Ook daarzonder zou het niet
gaan.
't Is die handelwijze die hehoort geschandvlekt te wor
den.
Voor het eerste Een der eerlijkste en geachtste burgers
komt te sterven. Eene groote menigte woonde den lijkstoet
bij, bewijs tot den overledene en zijne bloedverwanten der
algemeene genegenheid. Maar de overledene en zijne familie
zijn liberaal dit is genoeg op dat de heilige krabbelaar,
door den H. Geest zeker ingeblazen, een' hoop onnoozele
praats met veel scheldwoorden erin zou uitkramen om zich
te beklagen dat dezen eerlijken burger eerlijk begraven is
geweest. Maar zegt, wat wit gij dan, zoete schrijvers
Iloezonder dat men u vraagt loopt gij de huizen der zieken
en stervenden af: en als er dood gegaan is, zendt gij koster of
bediende ten slerfhuize om te welen met welke klas de
overledene zal moeten begraven worden, en dan, nauwe
lijks is de uilvaart gedaan, of gij begint te schreeuwen en te
tieren tegen-den dooden en de familie die u haar geld geeft
Bekent dat gij wat onbeschaamd zijt en daarenboven zeer
kwalrouwig. Immers gij spreekt altijd van Gewijde aarde
onze kerkhoven, liberalen delven alsof het kerkhof uw
goed ware en gij er meester van waart: en gij weet nogtans
dat, luidens der wet, de Kerkhoven dé Gemeente toebehooren
en gevolgentlijk dat de Burgmeester er de politic van heeft
en geenszins dc Pastor. Welja, gij zoudt het anders willen,
maar zoo zijn toch de zake». Ongetwijfeld hebt gij het recht
van uwe graven te wijden, maar niet van dc plaatsen aan te
duiden waar men zal begraven of te niet. Dat gaat u niet
aan. Gij zijt nu, in deze ongelukkige eeuw, 0 in cijfer vóór
het burgerlijk gezag en het burgerlijk gezag is het dat Meester
is op het Kerkhof, dat de Gemeente toebehoort uwe catho-
lieke Minister Delcour heeft het zelve bekend als hij schreef
in zijne circulaire dat de Pastor moet gehoorzamen aan
den Burgmeester alswannecr er een onvcrschil te weeg is ge
bracht nopens eene begraafplaats. Dus, Nieuwsblad van
het arrondissement van IJper, spreek zoo op geen' meester
lijken toon blijft in uwe rol en tracht eerst dat de It. Kerke-
meesteresse worde op het Kerkhof en overal, en dat de we
reldlijke overheid geheel en gansch onder hel gebied sta der
geestelijkheid, en als gij dezen staat van zaken zult bekomen
hebben, spreekt dan als meester. Maar, intusschen, zijt
wat meer gemanierd.
En, a propos van gemanierdheid, een woord over het
tweede artikel
Dit artikel verhaalt, niet min noch neer, een bijzonder ge
sprek dat gehouden is geweest in een Estaminet. Ik spreek
niet van de lage smaadwoorden die daarin staan: alleenlijk
wil ik den lezer de manier van Nieuswbladcn »te schrijven,
te kennen geven. Het is zeer gemakkelijk, maar wat onbe
schoft. En alzoo ziet men wel dat het Nieuwsblad door een'
hoop langgcroklc maar kortgemanierde boeren geschreven is,
anders zouden zij weten hoe men betamelijk gazelten schrijft,
't is te zeggen publieke bladen waarin men van zaken spreekt
die het publick aangaan. Eu men zoekt geene sloffe voor ar
tikels Mijnheer B1, met te passeren de Zondag noen vóór
een' Estaminet waar men buiten zit, om af te luisteren, al
voorbij gaan, wat er gezeid is: indien men in het bijzonder
leven wil dringen moet men in geene gazetten naamlooze ar
tikels schrijven, maar in het bijzondere handelen en zijn aan
zicht tooncn, en men is een lajfaard, hoort gij het, als men
dan in den donkeren schrijft.
Dat het publiek nu oordeele. Maar God spare ons,
van zoo een speur na te volgen. Persoonlijkheden en scheld
woorden zullen wij dus altijd laten ten gebruike van pijn—
dragers en gezalfde schrijvers
De stoffe zou ons nogtans niet ontbrekenA.
gïr-®<-is
Klerikale vcrccuiging tc Brussel.
De bond der klerikale vereenigingen van het land heeft
Zondag eene vergadering te Bruseel gehouden, onder het
voorzitterschap van den heer graaf Leo de Robiano, senateur.
80 tot 90 afgeveci'digden waren tegenwoordig.
Bij al de afgeveerdigden is het vaste besluit genomen, te
werken om overal de kalholijke krachten ernstig in te rich
ten.
Er is beslist
De oorzaak der vermindering van de parlementaire meer
derheid moet waarschijnelijk onderzocht worden en er zullen
ook maatregelen' worden genomen in het vooruitzicht der
wetgevende kiezingen, welke binnen twee jaar moeten plaats
hebben, en de klerikale dagbladen overal te bevoordeeligen
en de katholieke eigenaars aan te sporen geen annoncen
ineer te geven aan liberale dagbladen, enz.
Wat antwoorden de liberalen daarop? Wat werkingen
stellen zij tegenover die sterk afgeteekende handelwijze? Het
is niet alleen verboden aan de katholijken liberale dagbladen
te lezen, maar zij mogen er niet de minste annoncen aan ge
ven.
Zou het geen tijd worden voor de liberalen zich ernstig
met dien toestand bezig te houden en aan de klerikalen niet