PÜPERÏIN'GHE,
Politieke geschiedenis van Popcringiie.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
"Vlaamsclie Sies'. - Deze.belangrijke Maatschappij
ko'mt nogeenseen schoone lauwer te plukken op deu Tooneel-
kundigen Prijskamp van Brussel, zij heeft er den vierden
prijs gewonnen. Deze overwinning mag Zeer hoog geschat
worden daar al de Maatschappijen ernstige kampsters waren.
Maandag laatst heeft die zelfde Maatschappij eene aange
name publieke feest hare stadsgenoten aangeboden. De ver
tooning nam aanvang ten 2 1/2 ure en lokte een onzeggelijk
talrijk publiek uitomtrent de drij duikend menschen vervul
den de groote Hallezaal. Op het zien van dezen toeloop waren
de sterrelingen opgetogen en hebben al hunne kunde aan den
dag gelegd om zich weerdig te toonen van de algemeene toe
genegenheid die zij onder de weldenkende IJperlingen genie
ten-en de drij stukken werden ter ieders voldoening .ten
tooneele gevoerd. Muziek, kostumen en dekors waren al in
betrekking en men mag zeggen dat men Maandag laatst een
goede namiddag overgebracht heeft.
M. Vanheule, schepene, die gelast is met het onderwijs,
heeft door zijne tegenwoordigheid het feest vereerd en door
zijn eigen kunnen oordeelen hoeveel moeite de Sterrelingen
zich moeten geven om het publiek aangenaam te zijn. Zijne
tegenwoordigheid is zóó streelend, zóó aanmoedigend ge
weest, dat de leden der Vlaamsche Ster er hem eene eeuwige
erkentenis voor zullen dragen want het is niet alleen met
geldelijke ondersteuning dat men zulke Maatschappijen hel
pen kan, de belangstelling van hooggeplaatste personen heipen
veel meer om den moed op te beuren van de kinders des volks,
zij gevoelen er zich door veredeld en gesterkt, zooveel te
meer daar zij te kampen hebben met verdoken vijanden die
alles in hel werk stellen 0111 deze schoone Maatschappij in den
grond te helpen. Die vijanden van het volksonderwijs bevre
digen zich niet met honende artikels in modderbladjes weke
lijks te schrijven, zij gebruiken nog kleine en groote middels.
Een oorlog op groote schaal is ingericht.
Eerst beginnen zij met hunne stoelen te weigeren. Ziende
dat hunne armzalige werkingen niet het minste beletsel ge
steld hebben aan het welgelukken der feest, zij hebben iets
anders uitgedacht, en twee dagen daarna werd een vader des
huisgezins, die bediende van 't Gouvernement is en altijd
goeden en getrouwen dienst heeft gedaan,op aanklacht van onze
klerikale gelukkigmakers, bevolen zijn ontslag bij de Vlaam-
che Ster te nemen, alwaar hij een der beste en ieverigste le
den is. Zij weten dat zijn ontslag een onherstelbaar verlies
zou zijn en rekenden erop daardoor voorzeker den val dezer
Maatschappij té bereiken. Wat heeft die man, die het brood
voor vrouw en kinders moet winnen, in deze omstandigheid
gedaan? Hij heeft niets anders dan zijne menschelijke waarde
geraadpleegd, en overtuigd dat hij nooit dan eerlijk gehan
deld had, en in de onzekerheid voor het bestaan van zijn
huisgezin, hij heeft vastberaden zijn ontslag, niet van de
Ster, maar van zijnen post gegeven, daardoor den zwarten
boel geloond dateen vlaming zich nooit tot slaaf zal vernede
ren en alles weet op te offeren voor zijne moedertaal
Eerc aan die vastberadenheid en wij roepen de aandacht
van allen in om dien man langs eenen anderen kant schade
loos te stellen over zijn moedig gedrag.
Door overvloed van andere materie, zijn wij genoodzaakt
eenige artikels tot de toekomende week uit te stellen. Ten
dien gevolge moeten wij het Verslag over de ijpersche ker
mis ook verzetten doch wij moeten onze lezeren melden dat
ter gelegenheid der Peerdenloopstrijden van Meenen en het
Festival van IJperen er bijzondere treinen ingericht zijn, op
Zondag 9 dezer.
Van Kortrijk naar Meenen Vertrek van Kortrijk 2-00
's avonds. - Wevelghem 2-10. - Aankomst te Meenen 2-20.
Aan Meenen naar IJperen: Vertrek van Meenen 8-30
's avonds. - komt aan te AVervik 8-40. - Comen 8-49. - Te
IJperen 9-10.
A an IJperen naar KortrijkVertrek van IJperen 10-00
's avonds. Comen 10-20. \Arervik 10-50. Meenen
10-40. AVevelghem 10-50.Aankomst te Kortrijk 11-00.
Dan vernemen wij dat er Zondag 9 Augusti dag- en nacht-
hai is in de zaal van den Gouden Arend en nachtbal bij
inschrijving in de Comediezaal.
Van deu tot «2en 3!n «ffjilïï§74.
GEBOORTEN v""uwclijeS'ficht gj te zamen 4.
FJslandw, Bcnedictus, rondleurder, en Tyteca, Maria,
kantwerkster.
Maes, Rosalia, 49 j., dienstmeid, ongehuwd, Kleine-Markt.
Harteel, Victor, 2i j., kleermaker, ongehuwd, Hondstraat.
Ruvffelet, Josephs, 88 jaren, z. b., ongehuwd, Rijselstraat.
5 Augusti 1874.
Onze katholijke p>rovisiïses»aad.
liet Nieuwsbladna op zijne mode den toestand van onzen
provintieraad uiteengedaan te hebben, besluit rot de afzetting
van den heer Gouverneur en hekent opentiijk het inzicht
waarroede1 de raad in zijne kwaadtroewige en hardnekkige
dwarsdrijverijen tegen dien hoogen ambtenaar bezield was".
En wil men weten waarom de deputatie de afzetting eischt
van M. Vramhout? Het Nieuwsblad zegt het in de twee vol
gende regels
Elkendeen weet, en de Gouverneur zelve bekent het, dat
er onregelmatigheden zijn in de proviiitie-rekening.
En deze eenvoudige woorden staan in het midden van een
langen en trotschen artikel die van het begin tot het einde
niets anders is dan een geweefsel van woeste smaadwoorden
en onbeduidende gekkernijen tegen den achtbaren heer
Vranibont
Zoo men ziet, 't en zijn geen dieften meer, noch onrecht-
veerdigheden meer, gelijk liet Nieuwsblad het onlangs te
verstaan gaf, die den heer Gouverneur moeten doen afzetten;
maar 't zijn onregelmatigheden in de provintie-rekening
(onregelmatigheden die men in alle gemeenteraden, in alle
provincieraden en zelfs in het Staatsbestuur vindt).
Maar 't geen het klerikaal blad vergeet er bij te voegen, 't
is dat dezelfde deputatie die M. Vramhout zoo geweldiglijk
en zoo schandelijk aanrandt, meer dan nog zoo veel onregel
matigheden in de locale fondsen begaan heeft welke, volgens
de verklaring van M. Janss^us, lot de 30,000 francs be-,
loopen, en alzoQ een stroo gezien heeft in de oog van een
ander, zonder den balk te bemerken die haar de pogen en
den neus vermorzelde.
't Is deze toestand nogtans die de schaamlelooze leden der
deputatie tot de driftige buitensporigheden en de laffe aan
klagingen gebracht heeft welke- wij kennen," en welke, hun
door den heer Gouverneur Ms pieer of min .lasterend verwe
ten geweest zijnde, van zoo eene razernij gevolgd zijn geweest
dat zij deze laatste woorden tot voorwendsel genomen hebben
om hunnen ontslag te nemen, ten einde de hand te dwingen
aan den Koning die hun tot nu geen gehoor had willen ge
ven.
k En nn zegt het Nieuwsblad, hewel de Koning en het
ministerie hebben nu te kiezen tusschen den onbeschoften
Gouverneur en den Provintieraad, wat zullen zij doen
Wees gerust, Nieuwsblad, de Koning weet van welken
kant de onbeschoftheid komt, hij weet dat hij te doen heeft
met eene bende bisschoppelijke slaven en bedevaart-mannen
waar de welvoegelijkheid heel buiten is, hij heeft te veel ka
rakter 0111 voor hunne eerlooze handelwijze te plooien, en hij
zal M. Vramhout, die voor zijne oudbekende rechtschapen
heid en zijne verdienstelijke hoedanigheden in den rechteren
arm was van zijnen vader Leopold I, stilletjes laten waar hij
is.
Ja, gekruinde kwakzalvers, wij weten geheel wel waar men
ons naar toe leidt, en daarvoor wenschen wij eenen tweeden
Biesmark te bezitten die uwe lange rokken en vlerken zou
komen korten. AA ij zien in uw nummer van 2o Juli dat gij
reeds bevreesd zijt zulk epn defligen man hier te ontmoeten
maar een spreekwoord zegtIVeldoen en doet niet vreezen.
Nogtans zulks ware maar mogelijk met een liberaal ministerie,
binnen een jaar of twee, en als dezen Biesmark verscheide ja
ren zal gefonclionneerd hebben en de zwarte bende in de
reden dér wetten zal gebracht hebben, er zal waarschijnlijk
nogeens een katholijk ministerie aan het roer komen welk de
zen Biesmarkover zijn goed bestuur en zijne uitmuntende
diensten, zal belooiièn met eene decoratie, zoo als dusdanig
ministerie komt te doen ten opzichte van den gewezen minis
ter M. Bara. Is het niet de diensten erkennen die M. Bara aan
't land bewezen heeft met de wetten op de studie-beurzen, op
de magistratuur, op de kerkfabrieken en menigvuldige andere
liberale wetten te doen stemmen, welke onze katholijke mi
nisters sedert lang wenschteti te hekomen maar niet durfden
voorstellen? Hebhen deze niet menigmaal verklaard dat de
studie-beurzen in te langgevingerde handen warendat, in
dien men hieraan geen einder stelde, het welhaast met die
beurzen zoude gaan gelijk met de mande zonder gat waarin
men de S' Pieters penning en'al andere kerkgiften verzamelt?
AVelnu, daar de diensten van M. Bara zoo in den smaak
gevallen hebben van onze katholijke ministers en zoo treffelijk
door hun beloond izijn geweest, moet men niet bekennen dat
de medewerking van eenen tweeden Bismark van het grootste
nut zoude zijn A/Vare het zoo kwalijk van Basilius Lacordai-
re II te doen ophouden van schij... op de administratie van
den ijzerenweg en hem, benevens zijnen medemaat den
scherpen tweetander, betere manieren te leeren Van Gusten
Muiier zijne zwaaiende armen op zijne rugge te binden
en hem te verbieden gedurig te prediken op de naaktheid der
damen die in den winter naar het hal gaan Van den Ha-ver-
muis in zijnen graander te doen kruipen om hem, en zijnen
medemaat Joachem, te beletten zoo veelarm en verloren
vlaamsch te storten in den stoel der leugentaal? Van het
vreemd pluimgedierte van Proven in zijn eksternest te doen
wederkeeren om herbroed te worden en alzoo te beletten Po-
peringhe zoo dikwijls te komen verduisteren met zijn zwart
gelaat en zijnen schako in zijn nek \Tan de abbétjes van 't
koilegie tot hunnen plicht van onderwijs te brengen in plaats
van al hunnen tijd te verkwisten in schrijven en vrijven in het
vuilblad van IJperen en van de geburen, door hunne leerlin
gen te doen besmijten met steenen? Van de lange rokken der
Jesuieten te korten en nog veel meer hnnne lange vingers aan
welke zoo veel erfenissen onrechtveerdiglijk blijven hangen
A'an de woedende deputatatie-bende van Brugge schandelijk
uit het rijk te jagen voor hun onstuimig gedrag ten opzichte
van den eerlijken en achtbaren heer Gouverneur Arramhout
En zoude dezen Bismark niet eene dobbele decoratie verdie
nen voor zulke nuttige maatregels te nemen en zulke kracht
dadige werken uit te oeffeneu Antwoord, Nieuwsblad.
Onze nieuwe zaligmakers, wanneer zij van politiek hande
len, stellen zich altijd in de plaats van Christus wiens leering
zij nogtans miskennen en met de voeten schoppen.Zij spreken,
uit zijnen naam, van liefde; maar hunne liefde, zegt het
Nieuwsblad, bestrekt zich maar tot de zielen van Christus
kudde (de kudde welke zij tot de kiesbus leiden), want al de
liberalen zijn wolven uit wier klauwen zij, uit liefde der
k zielen, al trachten te krijgen die zij krijgen kunnen.
Christus, die zich met geene politiek bemoeide, kende in
zijne kudde noch liberale zielen noch katholijke zielen hij
kende maar schapen, en wanneer een schaap de kudde ver
liet, in plaats van het te aanzien als een woif en hetzelve te
vervolgen om het den nek te kraken, hij ging het zelve opzoe
ken en bracht het op zijne schouders naar den stal, zeggende:
sequere me, volg mij op den weg dien ik u aantoon.
Daar is de liefde van den goeden Herder, Pastor bonus.
En onze hedendaagsche schaapherherders, zoo als Basilius,
Krulleboliüs, Lampius en andere politieke karikaturen die
doorwormd zijn van broederhaat, zouden zich aan zoo eenen
Herder willen vergelijken en, om dat de klaarziende men
schen hunnen verkeerden weg niet willen volgen en recht
streeks met God, in plaats van met die onbeschofte profeten,
de affairtjes van hunne ziel effen doen, zij behandelen deze
als wolven van Christus kudde 0 die onnoozeie bloedjes
Niettemin, dat al die verwaande mannen hunne politieke
en heerschzuchlige driften afleggen, dat zij ons op hunne
schouders halen om ons op den weg van eendracht en vrede
te brengen, aanstonds zullen wij met hen verbroederen; wij
zullen te samen dansen en springen, en kermis houden gelijk
op de bruiloft van Canaan, en alsdan zal de ware evangelische
broederliefde op de wereld heerschen.
"WkSkB"
(Vervolg en slot. Zie de Toekomst van 51 Mei).
Maar indien de liberalen geene grootere inbreuk konden
doen in den gemeenteraad waar hunne partij, die bijna de
helft der bevolking uitmaakte, slechts vertegenwordigd of
verdedigd werd door twee leden van hnnne opinie en een zoo
gezegden indépendant, zij bleeven nogtans hunnen zetel be
houden in den provintieraad die hun in 1864 door de klerik.i-
lenheviglijk betwist was.Onzeprovinciale raadsheer,M.Coevoet,
tot de plaats van subsituirt benoemd, moest vervangen worden,
en M. A an Merris, dit jaar niet meer {gezindzijnde als in I860
om eene katholijke kandidatuur te aanveerden, niettegen
staande al de pogingen, de loopingen en de beloften hiertoe
gedaan door den bisschop en den deken dieop nieuw aan
zijne slippen hangden, werd door de liberalen voorgedragro
tegen M. Ch. Devos die eindelijk de kandidaat werd der ka-
thoiijken.
Aanstonds de geestelijkheid en de katholijke kopstukken,
die zooveel vruchlelooze moeiten gedaan hadden om M. Van
Merris onder hun vaandel te winnen en die de hoedanigheden
van dezen heer altijd zoo hoog geprezen hadden, trokken al
hunne loftuitingen in en vervangden dezelve door eene mi-
traille van lasteringen en vervloekingen gevolgd van eene
langdurige scherpschutterij waarvan wij tot heden toe nog
soms in de kolommen van het Nieuwsblad den pifpaf liooren.
Maar de oogen van het volk begonnen open te gaan men zag
dat die schielijke en geweldige aanranding der geestelijkheid
maar eene politieke takliek was, en de liberale kandidaat be
kwam boven zijnen mededinger de twee derden der stemmen.
Deze schitterende triomf werd in Poperinghe gevierd door
eene feest waarvan men zelden' de weerga gezien heeft en een
banket werd door de liberalen aan den nieuwen provintie-
raadsheer aangeboden uit erkentenis over zijne kloekmoedige
houding, zijn deftig gedrag en zijne uitmuntende volksliefde.
Deze overwinning, waaraan de kiezers van Reninghelst en
Westoutre, die alsdan meest al liberaal waren, medegeholpen
hadden belette nogtans de katholijken niet van in de
gemeente-kiezing van 1806 hunne voorige meerderheid te
behouden maar in de provinciale kiezing van 1868 behaalden
de liberalen nogeens een verpletterenden zegepraal.
Blr Van Merris werd korts daarna door het kiezerskorps van
het arrondissement als representant verkozen in de plaats van
M. Ch. Van Renynghe, en deze nedervelling van eenen man
die in 1848 zijne liberale vrienden zoo schandelijk verraden
had er door de verloochening zijner voorgaande princiepen
het libera lismus voor lange jaren tot onmacht gebracht had,
werd voor de liberalen eene dobbele triomf, welke nogeens
door eene luisterlijke ovatie aan M. Van Merris gevierd werd.
Men zag in de kiezing van dezen heer, als volkvertegenwoor
diger, de opening van eene gelukkige toekomst voor Poperin
ghe, en men las op eene der talrijke praalbogen welke de
nieuwe representant in de Potles,traat moest doortrekken om
zich naar zijn kasteel te begeven, het volgend opschrift
De zegepraal is eind'lijk waar!
Dit zien wij voor onz' oogen.
In t donker wordt bet helder klaar:
Van Merris neemt :t vermogen
Des mans die, over twintig jaar,
Zijn' vrienden heeft bedrogen.
ÏI. Van Merris werd ook weihaast schepen derstad benoemd
en van dit tijdstip voort hoopten de poperingsche liberalen