POPERINGÏB.
Briefwisseling der Toekomst.
A VELG-HEM,
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
achter hun nog dwang noch overheersching sle
pen, en dezen die uwe weldaden ontving, zoo vrij
iaten als voorheên.
Pompiers. - Het Muziek-korps onzer
Snpeurs-Pompiers heeft Zondag laatst, in zijn
lokaal, Benedenzalen ten Stadhuize, zijne pa-
troonesse, Sinte-Cecilia, zeer schitterend gevierd
door een Banket.
Verders is ons zeer weinig gekend over dit
feestdoch ons is het ter wete gekomen dat allen
zeer tevreden waren over den drank en dal de
spijzen zeer lekker gereed gedaan waren. Eere
doen aan de damen die ze zoo smakelijk bereid
heeft.
Burgerwacht. - Schieting met het ge
weer Comblain, aangeboden door den heer Voor
zitter der maatschappij CijbelschuIters, op 22
November 1874.
1Poot, Henri, wacht.
2. Ligy, Felix, L'-Adj'-Major, onder-voorzitter.
5. Lesaffre. Auguste, wacht.
4. Decoene, Hilaire, capitaine, commissaris.
Ij. üesagher, Louis, wacht.
C. Tyberghein, Jan, serjant, commissaris.
\ctn den 20 tot den 27 November 1874.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 1)
Vrouwelijk 2j »e zamen, a.
Laurie, Karolus, langzager, en Defever, Judith,
kantwerkster. Michiel, Julianus, werkman, en
kerrinckx. Sidonia, kantwerkster. Vanbra
bant, Henricus, peerdensmid, en Dondeyne, Leo-
nia, modewerkster. Faes, Augustus, dienst
knecht, en Bryon, Emma, strijkster. Dedecker,
Fredericus, agent van politie, en Debaillie, Ma
ria, zonder beroep.
Dehollander, Damacenus, 53 jaren, timmer
man, echtgenoot van Amelia Bustraen, Boom
gaardstraat.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht I) j
de 7 jaren Vrouwelijk idem 0)
2o November 1874.
TRIDUÜM
ter ccrc van Sle Cecilia.
Gelijk naar gewoonte de maatschappij der
Philharmonie (oud muziek der Sapeurs-pompirrs)
heeft Zondag, Maandag en Dinsdag laatst bare
jaarlijksche patroonfeest met grooten luister ge
vierd. Het was eene uitgestrekte jubeling, een
algemeen vrcugdebeloog. Gedurende den Zondag
morgen hoorde men de stad weérgalmen van de
blijde tonnen onzer muziek gemengeld met hel
zoet geschal der clairons en het feestelijk getrom
mel der tambours.
Daar de engheid van dit blad ons belet een
omstandig verslag dezer drijdaagsche feest te
geven, wij zullen ons bepalen aan eene kortbon-
dige melding der bijzonderste stukken van het
programma.
En vooreerst wat zeggen van het banket waar
mede men de feestviering geopend heeft? Boven
de 200 leden hadden aan hetzelve ingeschreven
en nooit heeft men vrolijker en geestdriftiger ver
gadering gezien. Tol deze maaltijd, opgedischt
met welsmakende spijzen en lekkere wijnen, wa
ren nog uilgenoodigd de twee heeren voorzitters
van onze tooneelmaalschnppijen Langhoirs Vic-
torienen en Roeisclie Barbaristen, ten aanzien
van het verbanschap die alle kunsten en weten
schappen moet vereenigen, alsook eenige verte
genwoordigers der liberale drukpers.
Al deze tafelgenooten, bevangen met het vuur
der kunsten bezield met de gevoelens der recht
zinnigste broederlijkheid, hebben het voorbeeld
gegeven der christelijke princiepen welke onze
Zaligmaker in zijn heilig Evangelie zoo aanprijst.
(Jok heerschle in dien gulharligen kring een
dracht, vrede en geluk.
Een eerste lost werd voorgedragen door den
voorzitter M. Van Merris, aan den koning en de
koninklijke famillie, in vurige en vaderlandsche
uitdrukkingen die met algemeenen geestdrift
onthaald werden. Hierna stelde M. Dhont, onder
voorzitter. de gezondheid voor van M. Van Merris
met eene welsprekende bewoording die al de
diensten welke M. Van Merris aan de maatschap
pij bewezen heeft op de schitlerdste wijze deed
uitschijnen. In antwoord op dezen tost nam
M. Van Merris het woord om de vergadering te
bedanken over de geestdriftige toejuichingen met
welke zij de drinkspreuken van M. Dhondt ont
haald had, en in eene levendige en welsprekende
redevoering, welke wij spijtig zijn hier niet te
kunnen herhalen, hij stuurde op zijne beurt eene
welverdiende lofspraak toe aan M. Dhont over
zijne krachtdadige medewerking aan den voor
spoed van het genootschap; hij bood eene vleiende
hulde aan den ijver der uitvoerende leden en de
aanmoedigingen der eerleden, aan de talenten van
MM. Klein en Vanpouke, aan de heeren Voorzit
ters onzer twee tooneelgenootschappijen en aan al
wie de maatschappij met zijne kunstminnende
ondersteuning begunstigd heeft. Het is onzegge-
lijk welke donder van toejuichingen op dezen
merkweerdigen tost volgde.
Nog eene drinkrede werd uitgesproken, uit
naam der eerleden, door M. Lecluyse aan de
muziekanten,na dewelke M. Van Merris op nieuw
het woord nam om een bijzonder huldebewijs,.te
geven aan de liberale drukpers in den persoon
van M. Angelus Van Eeckhout, uitgever der
Toekomst. Deze heer antwoordde in een korten en
betamelijken zin die aan iedereen wel beviel.
N. B. Door overvloed van stof vinden wij
ons genoodzaakt het vervolg van dit verslag tot
ons naaste nummer te verschuiven.
In alle andere steden van ons land heeft men
gelot om te weten welke raadsheeren aan de
eerste serie toebehooren en het toekomende
jaar moeten herkozen worden. Zelfs men heeft,
gelijk het behoort, en in de belangen van eenieder,
de namen der uittredende leden in de dagbladeren
te kennen gegeven. In onze stad alleen is het
alzoo nietonze gekruinde opperburgers zullen
maar daags voor de kiezing hunne schapen hij het
hair uit den zak trekken en er seffens mede rond
gaan bij de onnoozele hoeren om hen te recom-
mandeeren aan hunne goede en luisterlijke gene
genheid, en, behalve eene plaats die opengebleven
is door het afsterven van M. Edouard Vanlours,
alle zullen herkozen worden.
Men spreekt van twee candidaturen, de eerste
is Glisten van de statie met zijn wijwaterval hij
kan wel noch lezen noch schrijven, maar liet geeft
er niet aan, zegt Basilius; hij zal zijn kruis stellen
op de rekeningen en begrootingen en alles zal ten
besten zijn voor kerk en staal. Ook hij zal zetelen
bij zijnen meester Pier om zijnen krommen mond
af te vagen als hij recht zal gesproken hebben,
en, om, in geval van groot onweder geheel den
raad te besproeien met zijn wijwater, ten einde
deze kerels te bevrijden van alle ongelukkrn.
De tweede candidaat is Mr 5 et 3 font 8 van
de Kleine-Markt in helooning zijner dagelijksche
medehulp met de ahbetjes van het kollegie tot
het opmaken der artikels voor het Nieuwsblad.
Van een anderen kant 't ware zeer nuttig eenen
apotheker bij de twee doktors Ie zetten om, in
geval van opstopping van den raad, pillen te ge-
vens ten einde hun zooveel te gemakkelijker te
doen afloopen.
Over eenige maanden Victoor Baelde, clairon
der liberale muziek, enkelijks beschuldigd zijnde
van eene ruit ingeslagen te hebben, werd veroor
deeld door de Rechtbank van IJperen tot acht
dagen gevang. De ■plicht)qheid was zoo wel be
wezen dat hij vrijgesproken werd door het Hof
van Appel van Geut bij 't welk hij zich beroepen
had, j.
Deze week was liet de beurt van eenen niuzie-
kant der katholijke muziek om voor dezelfde
Rechtbank te verschijnen, ook voor eene ruit in
geslagen te hebben met dit verschil dal dit feit
bewezen werd door verschilIijje getuigenissen en
dat den dader, sieur René Billiau, in bekentenis
was. Deze heeft voor straf ontvangen 15 franken
boetOf!
Wij hebben langen tijd gemeend dat bij de
Rechtbanken, het openbaar Ministerie de be
schuldigingen onersteunde; maar 't schijnt dat het
is volgens dezaken, en hel pastsomtijds.
dat liet bovengemeld Ministerie juist van 't zelfde
gedacht is van den advokaat der beschuldigden
zelve.
Indien, lezer, gij somtijds over iels zoudl be
schuldigd zijn, ik wensch u dezelfde kans.
Ik ben grooten liefhebber van uitsteekberden
te lezen,want men vind er somtijds zeer drollige.
Eens, wandelende in een naburig dorp, zag ik
op een uithangberd eene vrouw met eenen doek
op hare oogen en eene schaal in handen houden
de, waarvan den eenen kant op den grond rustte
terwijl den anderen omhoog hangde. Daaronder
was geschreven
Hier ziet men een vrouwken staan
Met schalen die niet juist en gaan
Wie duivels zou dit vrouwken wel kunnen we
zen
Donderdag nacht rond 10 ure liep eene bende
zallaps door onze straten al schreeuwen en vloe
ken en zingen en zoo een helsch gerucht maken
de, dat men aan alle bovenvensters menschen zag
die al reeds slapen gegaan waren en niet wisten
wat de oorzaak van dit laweit mocht zijn. Dit
heeft zoo geduurd tot laat in den nacht.
Het waren onze kalholijken die den goeden
uitval van hunne veroordeeling tot IJperen
vierden. Men hoorde hun zeggen dat zij maar
schrijven en klappen, wij vagen onze kldaar
aan,en wij mogen herbeginnen als het ons lusten
zal, 't is algelijk maar eene zaak voor geld.
Dat de commissaris nu maar zware processen
maakt, hoe zwaarder hoe liever, want wij zullen
dan door de Rechtbank van IJperen kunnen ver
oordeeld worden, en daar is er voor ons recht te
bekomen.
Het is te hopen dat zulke zaken met de libera
len niet zullen gebeuren, maar indien zij moesten
plaats hebben zij weten nu met wat zij het kun
nen afstoven.
Zie hier een blief door een van onze corres
pondenten aan het Nieuwsblad toegestuurd:
Poperinghe, 23 November 1874.
Mijnheer de Uitgever van het Nieuwsblad,
Uwe correspondenten van Poperinghe, om mij
uit politieke wraakzucht te beschadigen in mijne
faam en mijne belangen, geven bijna wekelijks in
het Nieuwsblad een schimpig, smadelijk of laste
rend vertellingsken op de rekening van bet
docteurlje. In uw nummer van Zaterdag laatst,
mij aanwijzende in mijne hoedanigheid van docteur
van het bureel van Weldadigheid te Poperinghe,
zij verkondigen dat ik, hoewel betaald, aan eene
zieke vrouw van dit bureel mijnen dienst gewei
gerd heb, onder voorwendsel dal ik hiertoe geen
tijd had dat ik mij eindelijk maar tot het arm
huisgezing dier vrouw begeven heb na dat hare
man, Francis Minne, reeds verschillige keeren
naar de stad gekomen was om eene visite te be
delen dat ik aan de zieke gezeid heb 't zijn al
prulletjes, 't en zal niet zijn en van daar ver
dwenen ben gelijk 'ne schichtdat alsdan de man,
ongerust en verlegen, zich tot een bekwamen en
verdienstelijken docteur wendde die zich niet liet
bidden, die hij de vrouw komende dezelve ge
vaarlijk ziek vond en haar nog denzelfden avond
de laatste Sakramenlen deed toedienen, en dat
inderdaad de goede en voorzichtige docteur gelijk
had, dewijl de zieke vrouw in den nacht stierf.
Men geeft te verslaan dat al die omstandigheden
op denzelfden dag plaats gehad hebben dat ik,
oude geneesheer, het dreigend gevaar der ziekte
niet kende en dat een jonge doktor (sedert kor-
tenlijd officier de santé te Boeschepe, Frankrijk)
meer kennissen heeft dan ik. Maar zie hier de
waarheid
De vrouw Minne, die omtrent eene uur van de
stad woonde, is 10 of 12 dagen ziek geweest. Op
den eersten dag dat men mij geroepen heeft (30
Juli laatst) heb ik mij aanstonds hij haar begeven;
ik vond haren staat niet gevaarlijk en drukte de
hoop uit haar binnen kort te kunnen genezen; ik
schreef eene remedie voor om er van in te nemen
gedurende verscheidene dagen, na welken tijd ik
den man verzocht mij iets te laten weten indien ik
niet eerder mijne visite vernieuwd had. Op den
Zondag (2 Augusli) was ik voornemens een bezoek
te doenmaar de zuster der vrouw Minne die
naar de slad gekomen was om mij eenige inlich
tingen te brengen, zegde met eene zekere voldoe
ning dal de zieke gebeterd was maar dat zij toch
vvenschte binnen kort nog eene visite te ontvan
gen. Dit vernemende ik gaf nogeens dezelfde
remedie in hoop van nog meerdere betering te
bekomen, en beloofde de gewenschte visite, die,
ingezien die verbetering niet zeer dringend
was, binnen de eerste dagen te verwezenlijken.
Deze zuster is, zonder de minste opmerking, zeer
tevreden vertrokken. Den Maandag of Dinsdag
was ik op weg naar het huis van Francis Minne
maar een onvoorzien voorval praamde mij naar
stad terug te keeren. 's Anderdags 's morgens
komt de man om (sprekende aan mijne vrouw op
eene zeer beleefde en vriendelijke wijze) te zeggen
dat zijne vrouw gansch genezen was en dat hij
mij de motile wilde versparen van eene nuttelooze
reis te doen. Geene andere loopingen zijn gedaan
geweest om eene visite af te bedelen.
Maar welhaast vernam ik dat Francis Minne bij
den apotheker geheel andere remedien was gaan
halen dan die door mij voorgeschreven, en dat
zijne vrouw, in plaats van genezen te zijn, sedert
eenige dagen verslecht en berecht was. Doch, op
't verzoek van een der heeren dischmeesters deed
ik haar nog eene visite maar de man zegde mij
aanstonds dat zijne vrouw onder de zorg was van
M. Decanter en dat zij met geen twee docteurs
konde meersteren, en ik vertrok.
Na eenige dagen vernam ik dat deze vrouw-
overleden was, en alzoo komt het dat, als wanneer
een oude liberale geneesheer hoopt eene zieke te
geuezen die naderhand in de handen sterft van
een jongen katholijlien officier van gezondheid,
de eerste een man is die missen kan, en de
tweede een goede en voorzichtige dokleur is.
U verzoekende, Mijnheer, krachtens de wet.
deze voorgaande regels in uw naaste nummer te
willen inlijven, ik heb de eer ul. te groeten.
Dr LECLUYSE.
Over eenigen tijd, eene dienstmeid had zich ver
beurd in eene liberale herberg, van eene naburige
gemeente. De kapellaan, dezer parochie, dit ver
nomen hebbende, ontbood de meid en zei haar
dat zij in zoo eene slechte liberale herberg niet
mogt gaan verblijven, dat het een huis was van
verderfnis en waar hare zuiverheid in groot ge
vaar zou zijn, enz., enz. 't Geen iiogtarrS het
meisje niet belet heeft met Roosje te gaan woneit".
Maar wij vernemen nu dat't zelfde kapellaantje
eene zuster beeft die, jonge dochter zijnde, zon
der de medehulp van den H. Geest, moeder ge
worden is.
Daarom is het, kapellaantje lief, dat gij eerst
uwen eigen hof moet trachten zuiver te houden,
vooraleer gij ten onrechte elders kwaad-kruid
wilt vinden.
En dat is toen nog de neef van Jan van bij de
Kromme-beek
25 November 1874.
Mog een brlefke.
De pamphlet Journal de Courtrai getiteld,
laat de verdediging varen van een' zoogezegde
Doder, want hij voelt dat men hem, buiten zijne
wete misschienin den panneaü heeft doen
geven. Papatje's disploma zal dus in zijne kolon-
nen het zonnelicht niet genieten. De alwetende
Vrijheid, in de onmogelijkheid haren cliënt
ordentelijk te verhemelen, voelt ook dat zij eene
flauwe begaan heeft en daar zij onmogelijk zich
lot zwijgen kan besluiten, zinspeelt zij op de ver
diensten van Docter M. Lameire.
Haar wil ik zeggen dat deze laatste zijne
studieën op de Leuvensche Hoagschool heeft ge
daan dat hij daarna de ziekengesticliten van
Parijs en andere hoofdsteden bezocht heeftdat
hij, in de omwenteling van 1830. in ons Vader-
landsch leger als docter de geneeskunsluiloefende
Voor het overige de talrijke familien welke hij
sedert 40 jaar bezorgt pleiten genoegzaam zijne
zaak opdat ik erop niet langer steune.
Wat Papatje betreft, heel het arrondissement
weet dal hij nooit andere scholen gedaan heeft
aan deze van zuster KOBA eene waardige voor
zaat van onzen hedrndaagsche Curassier zuster
Pauline, t Is waar, in die tijden waren er geene
scholen voor knechtjes noch voor meisjes en
daarom is het misschien dat mijne vrouw en ik
daar onze studieën hebben moeten voltrekken.
Mijne vrouw zei mij dat Papatje nooit van de
slimste was en dat zuster Koba veel moeite had
om hem het kruisken A, B, te leeren dat zij
mijne vrouw hem duizendmaal de ezelooren
(volgens het gebruik van den goeden ouden tijd)
opgezet had omdat hij altijd de eerste zijne les
wist
Papatje groeide op in jaren en ook in slimheid.
Weldra wierd hij achterlooper van een' empiri
que en later dezes opvolger. Hij is het nog.
Ik vraag het u, geachte Lezer en beminnelijke
Lezeres, de opvolger en discipel van een' empi-
rique kan hij anders dan empirique wezen? De
leerling eens hoefsmids, kan deze voor goudsmid
doorgaan 't Is alsof men een roggenbroodbak-
ker patissier noemde.
Volgens mij is hij empirique cn aldus zal hij
leven en sterven. Misschien wordt hij na zij
nen dood de plaasterlegger van S' Job, zijn
patroon. Dat postje staat nu open zegt mijne
vronw.Dat hij zijne certificaten inzende voegt
zij er bij zij spot toch zoo gaarne en hij
zou daar kunnen aanvaard worden en meer dan
100 franks in 't jaar winnen. Zij zal de petitie
maken als hij wil, uit oude liefde, neen uil oude
vriendschap.
Het Hof van Appel heeft den vinger erop ge
legd en gezegd dal het niet anders kan wezen
niet waar Vrijheid en Journal ??De KATHOLIJKE
misdadiger krijgt DRfE MAANDEN GEVANG.
1200 FRANK BOET EN DE ONKOSTEN VAN
TWEE 1NSÏBUCTIEN, omdat hij een weerlooze,
uit partijgeest,afwacht en door slagen zijn been
breekt op eene onmenschelijke wijze. Opgepast
katholijke deugenieten dat is eene eerste les.De