Vlaanderen- en Walenland.
Stads Nieuws.
91
>an wal te helpenden ongehikkigen
•'Hane-Sleenluiyse. Nu, M. L)e Hacrne
..loet uit Turnhout weg opdat men ge-
,eglen d'Hane in deze goedzeudige stad
zou kunnen plaatsen.
Ziedaar geheel het spel.
Het volgende gaal dus gebeuren:
Uwe vertegenwoordigers en senators van
Gent-Eecloo zullen zich door eenen ver
tegenwoordiger van Kortrijk een ar
rondissement-commissaris der provincie
Antwerpen laten opdringen en zulks ten
voordeele van eenen anderen Antwerpe
naar!
Ziedaar het Nieuwjaar dat op zijde
gelegd wordt voor uw arrondissement,
welk zich, wij rekenen er op. dit zal
herinneren, als het oogenblik daar zal
wezen.
In alle geval moogt gij u aan geene
andere oplossing dan aan eene partij-
streek verwachten.
't Is wonderlijk wat leven de klerikale
dagbladen maken omdat de liberalen van
Antwerpen besloten hebben de liberale
winkeliers en ambachtslieden te onder
steunen. Waarom al dat gerucht, kleri-
kalen? vreest gij misschien dat de libera
len van elders ook dat voorbeeld zullen
volgen? Waarom niet De klerikalen
vervolgen ijverig de liberalen, en deze
laatste bevoordeeligen hem met werk en
verkoop. Is dat rechtveerdig en goed
Neen neen de liberale winkeliers en
ambachtslieden mogen met recht werk
en kalandisie vragen aan de rijke libera
len. Wij kennen er velen die leven met
het geld der liberalen, en den dag der
kiezingen met de twee handen gaan
stemmen voor de klerikalen. Integendeel
kennen wij ook vele kleine burgers, met
lijf en ziel aan de liberale partij gehecht,
en die door de groote liberalen vergeten
en over 't hoofd gezien worden. Mag dit
zijn? Neen! duizendmaal neen!! Die
toestand moet veranderen, ja moet, kost
wat kosten moge. Het mag geen waar
zijn dat de liberalen hunne vrienden
onrecht aandoen ten profijte hunner vij
anden. Daarom zullen wij van tijd tot
tijd op die gewichtige zaak terugkeeren.
Elk zijn recht, maar ook elk zijne plicht,
zoowel voor den rijken als voor den
kleinen burger. Dat is eene waarheid te
Antwerpen, en 't moet er ook eene wor
den te I.lperen en elders.
Zou men het gelooven? Het is het
wasdom en de vermenigvuldiging van
hel Genesis die de liberale denkwijze
moet redden
Er is bestatigd dat, terwijl in de kleri
kale Vlaanderen de bevolking sterk ver
mindert of eenigzins gelijk blijft, in het
Walenland de bevolking er zich op eene
verbazende wijze vermenigvuldigt.
De jaarlijksche officieele statistiek van
Belgie, die verschenen is. mell dat er op
5i december 1875 in ons land 5',253,827
bewoners waren.
Te rekenen op 40,000 iuwooners voor
eenen volksvertegenwoordiger, dan zou
de de Kamers 150 leden moeten tellen,
in plaats van 124 zoo als heden.
Deze uitsluitelijke vermeerdering van
bevolking in de waalsche provinciën,zal,
met Brussel, geroepen zijn om de nieuwe
vertegenwoordigers te bezorgen.
Zes stemmen meer, is eene verplaat
sing van twaalf stemmen ten voordeele
der liberalen, want de klerikalen hebben
toch geene hoop in deze provintien eenen
kandidaat te zien gekozen worden.
Maar, zal men zeggen, de jaarlijksche
optelling maakt noch wet, noch geloof,
en men neemt alleenlijk voor regel de
cijfers der tienjarige optelling.
Ten anderen, gelooven wij, is het in
l loopende jaar dat deze optelling moet
plaats hebben, en sommige beweren dat
er geenszins eene vermeerdering van ver
tegenwoordigers zal noodigzijn.
In alle geval, de kiezingen van 1876
zullen de gevolgen moeten ondergaan der
optellingen; bij gevolg hel Parlement zal
of wel gelijk van leden blijven of wel
vermeerderd worden.
Wat er ook van zij, de kwestie der
vermeerdering of vermindering der be
volking is zeer gewichtig. Zij opent een
uitgestrekt kamp aan de studiën van den
denker, van den wijsheer, in een woord,
van allen die aan de zaken hun waarom
eischen.
Zij zouden zich kunnen afvragen
Waarom zijn de Vlaanderen, met
hunnen vruchtbare weiden en landen,
met de nabijheid der versterkende zee,
min bevolkt, min rijker dan de waalsche
provinciën? En waardoor is het onder
wijs veel minder uitgebreidt in Vlaande-
renland dau in Walenland
Nogthans, de koolmijnwerken, waar
van de Walen onderhevig zijn is
vermoeiend, doodend zelfs. Met de vrou
wen en kinderen aan dit werk te doen
deel nemen, krenkt men de voortteling
in zijne bron en in zijne jongheid.
Niettegenstaande deze twee doodelijke
oorzaken, vermeerdert de bevolking bij
onze broeders van het Zuiden, en dit
met eene snelheid die niet alleenlijk de
verliezen kan vergoeden die men onder
gaat in de Vlaanderen, maar zelfs om
een gevoeliger overschot te weeg te
brengen voor geheel het land.
Deze die het vraagstuk der verminde-
dering van bevolking in de noorder pro
vinciën bestudeerd hebben, vinden als
hoofdzaak dezer treurige waarheid de
klerikale verslaving, waaraan de Vlaan
deren onderworpen zijn, en waarvan de
onwetenheid, en zijne gezellin de armoe
de, het gevolg is.
In Vlaanderen zegt men:
Die bidt, die werkt!
In Walenland zegt men;
Die werkt, die bidt!
Hier aanbidt men den II. Laber,
Daar vereert men den H. Eloy en de
II. Barbara, de groote zinnebeelden van
het werk. Daar leeft men; hier treurt
en kwijnt men.
Ziedaar de oorzaken waardoor de ver
slaving en de ketenen van het vlaamsehe
volk zouden moeten verbroken worden,
tegen wil en dank der klerikalen.
En wij betreuren dat de Vlaanderen
niet een weinig aan deze heilige zaak
medewerken.
De Vlamingen zouden nogthans het
voorbeeld hunner waalsche broeders
moeten navolgen en alras ware het dan
gedaan met de willekeur der klerikalen.
En wat meer is, landbouw en nijver
heid zouden er hunnen vroegeren bloei
weder vinden.
Na de sneeuwjacht die acht dagen
lang op onze kazak gevallen is, hebben
wij hu harden vorst. Verleden nacht
vooral moet het er nog al gespookt heb
ben, want dezen morgend lagen aan
verscheidene bruggen de rivieren toe.
De schaverdijners halen hunne schaat
sen uit den hook en, gaat het zoo nog
een nacht of twee voort, het ijsplezier
zal in vollen zwang zijn.
Vergeten wij echter niet dat nevens
hen voor wie de vorst eene vermakelijk
heid te meer is, zoo vele werklieden
zonder arbeid zijn en zoo vele bohoefti-
gen gebrek lijden.
Laat de groote pilaarbijters en ook de
kwezelaars van beneèn stake hunne arme
broers en arme zusters vergeten en de
onbeschaamdheid zoo verre drijven,
juist van het strenge jaargetijde gebruik
te maken om de ontputbarc schatten
van den paus nog te vergrooten met
St Pieterspenning en Nieuwjaar
Laat hen alzoo eens te meer bewijzen
dat de christelijke wet voor hun papen
hert eene doode letter is
Doen wij zoo veel te meer onze plicht,
liberalen zonder te willen weten wie
zijn plicht verwaarloost en met voelen
treedt.
Gunnen wij een milden penning daar
waar behoeft en dan zullen wij gerust
feest mogen vieren.
(Stad Gent.)
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
IJperen, 2 Januari 1875.
TStcaten*. - De tooneelvertooning van
jongstleden Zondag, gegeven door de Konink
lijke maatschappij de Fonteinisten van Gent, in
Stadsschouwburg, mag als eene der beste ge
noemd worden die wij hier ter stede te zien kre
gen. Die Gentsche tooneelmaatschappij heeft hare
aionde faam ongeschonden weten te bewaren, ja
een perel tc meer aan hare kroon gehecht. Niet
alleen kenden de tooneellisten hunne rol goed van
buiten, maar wisten daarenboven in het gesprek
dien juisten, natuurlijken toon aan te slagen,
waarin kunstenaars van beroep den bal soms zoo
deerlijk misslaan. Het deed ons een waar genoe
gen te beslatigen dal zij er zich allen zonder on
derscheid met hert en ziel op toeleggen om eene
zuivere uitspraak te verkrijgen. En dit is niet
weinig gezeid, wanneer men weet hoeveel moed
en goede wil er noodig en hoeveel allerhande
moeilijkheden er te overwinnen zijn om zich van
den dialectischen tongval, welk men in 't verkeer
met zijne medeburgers dagelijks gebruikt, te ont
maken. Ook lieten houding en gebaren niels te
wenschen over en de kostnmen waren allerbest
geschikt om de lachspieren der toeschouwers in
beweging te brengen. Men mag in der waarheid
zeggen dal alle vier de stukken als op wielkens
afliepen. Dit getuigde nagenoeg de dikwerf her
haalde toejuichingen van'l publiek dat te IJpe
ren, in zake van tooneclverlooningen, niet licht
te bevredigen is.
Beschikte de Toekomst over meer plaats, vol
gaarne zouden vrij aan eiken tooneellist in het
bijzonder den hem welverdienden lof toezwaaien,
want allen hebben het ruimschoots verdiend.
Evenwel, vergenoegen wij ons met de getuigenis
af te leggen dat er rollen op meesterlijke wijze
zijn gespeeld geworden.
Wij kunnen niet dan de maatschappij de
Vlaamsehe Ster bedanken over het gedacht dat
zij gehad heeft ons dezen winter vertooningen bij
afwisseling te geven en bovenal zulken goeden
keus te doen in de optredende maatschappijen.
Ook moet zij innig te vrede zijn wanneer zij
hare pogingen zoo god bekroond ziet, en het pu
bliek, als Zondag laatst, hare tooneelzaal als stor
menderhand ziet innemen.
Wij veenemen dal de laatste vertooning van
het abonnement zal plaatshebben op 17 dezer
en dat de VI. Ster alsdan niet meer zou roeren.Het
is doodjammer, want waarlijk, het tijdverdrijf in
IJperen is er maar zeer schraal gedurend den
langen winter en hel ware wenschelijk, aange
zien wij toch geen fransch Theater hebben, ten
minste de Vlaamsehe Ster een of twee vertoonin
gen zou geven.
De Stad zou,ons dunkens, nog we! eene kleine
subsidie willen geven aan deze moedige maat
schappij, die van dezen winter, met de Koor
maatschappij, ons eenig vermaak verschaft.
Straatbengels. - Wij kunnen de
IJpersche dainen niet genoeg waarschuwen tegen
de stoute ondernemingen van eenige straatben
gels die hij de publieke verkoopingen zich tus-
schen de groote menschen dromen en in het
gedrang pogen de zakken van de kleederen dei-
vrouwen af te tasten en wie weet of zij de porte-
monnaies of andere voorwerpen niet zouden
stelen, indien zoo het gebeurd is bij de rneubel-
verkooping bij het hotel de Kasselrij, alwaar wij
verschillige damen hunne verontw eerdiging heb
ben hooren lucht geven over de onbeschofte ma
nieren eeniger sl'raatloopers.
Waar blijft toch de wet op het verplichtend
onderwijs.
Dit hierbovenstaande ware een der eerste mis
bruiken die zouden van onze slraten en openbare
plaatsen verdwijnen.
Burgerwacht. - Maatschappij Cijbel-
schutte. Uitslag der 9" Schieling van het
wintersaizoen (27 December 1874)
Hoogst getal.
1Dumon Aug. 2. Ligy, Albert. 5.
Podevyn, Aug. Ligy, Arthur.
Leegst getal.
t. Ligy, Félix 2 Lebbe Arthur. 4
Lesalfre, Aug.
Uit oorzaak der noodige werken voor de in
richting der schieting is de inhuldiging van het
nieuw lokaal der Maatschappij uitgesteld tot Zon
dag 10 dezer.
T WINTERT.
't Wintert aaklig binnen, buiten,
Want bevrozen zijn de ruiten
Menig haard is zonder vuur,
En het brood onheuglijk duur.
Echter waakt met zorg de moeder,
Hopend op den Albehoeder,
Bij het ki ankbed van haar kind,
Dat zij smoorelijk bemint.
Vrouwe, wil niet droevig weenen,
Niet zoo wrang en anslig stenen
Ora uw wichtje dat bij God
Dra geniet een beter lot.
't Wintert treurig ook in 'l herte,
Als onstuimig minnesmerte,
Om het maagdlijn dat hem plaagt,
Aan des jonslings boezem knaagt.
Van 't beslaan met zijne keten,
Moet de grijzaard meer nog weten;
Was hij vroeger Wug te been,
Thans is druk zijn deel alléén.
Waar of men zich wende in 'l leven,
't Wintert overal om 't even.
Winler maakt het nimmermeer,
Klimpl men op tot hooger sfeer.
31 December 1874. X.
Alwie iets buitengewoons zien wil, begeve
zich voor de koopwaren-tentoonstelling van het
magazijn DEN GOEDKOOP, in de Dixmudestraat,
N° 33, alhier.
Het is waarlijk bewonderensweerdig.
Van den 25 December 1874,
tot den 1° Junuari 1875.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht Z)
Vrouwelijk 3) Z3tIun>
Mulle, Pius, werkman, en Borreman, Célina,
kantwerkster.
Neyrinck, Amandus, 44 jaren, werkman,
echtgenoot van Virginia Bardijn, Meenen Straat.
Saverijs, Maria, Co jaren, zonder beroep,
echtgenote van Joannes Baptiste Froidure, Rijs-
seltraat. Victor, Rosa, 71 jaren, kantwerkster
ongehuwd, BoUingstraat. Dehollander, Pauli
na, 17 jaren, kantwerkster, ongehuwd, Meeuen-
staat. Desmedt, Amelia, 67 jaren, zonder
beroep, echtgenote van Carolus Callens, St-Nico-
laus nevens Ypre. Marisael, Amelia, 63 jaren,
zonder beroep, echtgenote van Franciscus Dcvos,
Bukkerstraat
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 4)_
de 7 jaren Vrouwelijk idem 5)
23 December 1874.
(Overgeblevene correspondentie der verledene
week).
Zondag en Maandag laatst hebben de Barba-
risten nogeens twee schoone verlooningen aan
bet liberaal publiek gegeven. Zij speelden: De
Vleiersblijspel met zang in twee bedrijven door
Pieter Geiregat, en Eene rat in de val, zangspel
in een bedrijf door Karei Versnaeven.
Het is onnoodig bier, zoo kort na hunne
laatste vertooning, nogeens den lof te maken der
akteurs en actricen die zich iedermaal zoo wel van
hunne taak weten te kwijten. Iedereen kent ge
noeg den ijver, de leerzucht en den vooruitgang
waarvan deze verdienstelijke kunstliefhebbers
reeds zoo vele blijken gegeven hebben. Verge
noegen Wij ons met te zeggen dat deze opvoer,ng
allerbest afgeloopen is,dat zij veel hertelijk gelach
en vrolijk handgeklap onder de aanhouvvers ver
wekt heeft, en aan deze op nieuw eene zeer ver
makelijken avond verschaft heeft, terwijl de calo-
len geen ander verzet vinden dan in hunne
dagelijksche pinte hier en hun oorenscheurend
ketelmuziek.
Zulke ijverige kunstminnaars verdienen van
meer tot mfer aangemoedigd te worden niet
alleen voor hunne loffelijke tijdbestedingen aart
taal- en tooneeloefening, maar bijzonderlijk voor
de groote geldopofferingen welke zij, lot het wei-
gelukken hunner pogingen, zich opleggen.
Wij hebben een nieuwen Suisse, in S' Berlens-
kerke.
Eertijds 't was Ko-de-pijke en nu is het Paljas-
de-pijke.
De man heeft, zoo het schijnt, lesse gaan
nemen naar Brussel, in S"- Gtidule-kerk, en hij is
er zoo trotsch als eenen pauw van afgekomen.
Hij tracht alle de manieren van den pijkeman
van aldaar na te apen maar 't geen hij in deze
lesse niet geleerd heeft, is de wijze op welke hij
zijnen Souwarow op de kerke-tegels moet zien
botsen, wanneer deze gegaloneerde chapeau-
claque, gelijk Zondag laatst, voor de onbetame
lijke balschheid van den Suisse van zijnen kop
afgeslagen werd.
In de volgende misse was het een ander spel,
want, nogeens het volk willende tergen 't welk'
van achter in de kerk bleef staan, hij werd be
dreigd van eenen braven schep in zijne achter
poort te ontvangen.
Indien hij zoo nog wat voort gaat zal deze
Paljas welhaast eenen welverdienden roem van
kluchtspeler verdienen, en men zal hem geduren
de de octave van den Ommegang een koordetje
schellegaren door Louis Venynt aan zijne achter-
grate kunnen doen vastmaken om hem te doen
dansen gelijk de polichinellen welke men op
sommige kramen ontmoet en waarvan Maria-
Theresia Croquette's of Camille Oerco's hier zou
kunnen den draad houden.
30 December 1874.
Gelijk wij het reeds meermalen gezegd en her
haald hebben, de poperingsche correspondenten
van het Nieuwsblad bevatten nooit geene kunst
tien van openbaar nut. Al wat men er in vind-