De kraiskeiis.
Stads Nieuws.
zijn hem te beurt gevallen; het is om
ringd door groole keizerrijkenden wel
vaart en vooruitgang van Rusland en het
Groot Brelanjen, zouden op hun eigen
de hebzucht doen ontwaken van genen
die beide deze bronnen niet bezitten.
Alles of niet, dat is zijne nieuwe leus;
vooruitgaan of achteruit keeren.
in deze omstandigheden, hoe meer
Duitschland zijne sterkte uitbreid, hoe
meer Rusland en Frankrijk de hunne
vermeerderenRusland beschikt over 5
'1/4 miljoen mannen, Frankrijk i 5/4
miljoen. De andere mogendheden blijven
niet ten achteren; volgens hunne macht
en uitgestrektheid volgen zij het voor
beeld. Het is eene algemeone verkwis
ting van alle de hulpmiddelen en der
krachtdadigheid der wereld.
Maar het gevoel van eigenbehoud
is niet voldoende om eene dusdanige
spanning onbepaald te behouden. Twaalf
miljoen mannen kunnen niet straffeloos
onthouden worden van hunne gewoonc-
lijke bezigheden. Duitschland is niet rijk
genoeg om zelfs oen miljoen mannen te
wapenen, en er zal een tijd komen dat
men zich voor deze zekerheid zal bevin
den van ie moeten ontwapenen of aan
vallen dezen uitslag is onvermijdelijk,
en zal maar kunnen vermeden worden
dan als wanneer men de vaste verzekering
heeft van te vreden te zijn met hetgeene
men bezit.
In tegenwoordigheid van al deze cijf-
fers, moeten wij ons dwingen ernstig te
zijn sprekende van de krijgsmacht waar
over wij beschikken. Hel engclsch leger
zoude ten hengsten voldoende zijn om in
de verdediging onzer sterkten te voor
zien. Maar Groot Brelanjen is eene zee
mogendheid de zeemacht is onze ei-
genllijke macht, die dikwijls het bevel
hebberschap verzekert der vaste landen
zoo wel als der oceanen. Eene vloot is
zeer kostelijk, maar zij laat toe van het
menschenbloed te sparen; zij doet aan
lsct hout en het metaal doen wat de
broze lichamelijke machienen verrichten.
Den grooten strijd indien hij zal uitbars
ten, indien hij eenigzins uitbarst, zal
ons niet op het onverwachts treffen, hij
zal ons zelfs het midde! geven van eenige
kleine diensten aan onze vrienden te be
wijzen. Wat de vermeerdering van man
nen betreft, het is onnoodig daar over te
spreken waar zou men ze zoeken P zij
zijn wel geplaatst daar waar ze zijn, het
is te zeggen in alle de bewoonbare ge
deelten van den aardbol.»
Men verwachtte zich ter gelegen
heid van het huwelijk van prinses
Louisa, aan talrijke benoemingen en
bevorderingen in' de Leopoldsorde,
verscheidene dagbladen hadden zelfs
dat feit aangekondigd.
Zooals men kan denken waren
eene menigte knopgaten gereed ge--
maakt om het zoo zeer gewenscht
lintje te ontvangen, maar helaas, er
kwam niets. Alle dagen zien wij den
Mohiteur na, ten einde de nieuwe
ridders, officieren en kommandeurs
aan het publiek hekend te maken,
maar het staatsblad blijft stom.
Wat moeten er nu eene menigte
personen zijn, die eene misrekening
hebben gemaakt en daarover natuur
lijk veel verdriet maken. -4
.Men ziet dat iedereen/ het zijne
heeft in de wereld, elk heeft zijn
kruisken te dragen zelf zonder het te
hebben ontvangen
BURGERSTAND
7)
Huwelijken.
Sterfgevallen.
^^Z3t&3tt)aBR3at^?X3X3^<XnXBXKtS2XKBaSSa
onzer stadswallen verdronken, dit kind vvns gaan
spelen op het ijs rn ongelukkiglijk er door geval
len terstond trok nien het er uit maar het was
reeds een lijk.
„L, Genaamde Detheux, Jan, soldaat bij het
2de reg' Gidsen, alhier in garnisoen, pogende het
kind te redden, heeft zich zelve in veel gevaar
gesteld en men heeft met vele moeite hem op
zijne buurt kunnen redden. Detheux is ten ge
volge van deze zelfsopoffering zeer onpasselijk en
men heeft hem des anderdags naar het militaire
hospitaal overgebracht.
Een klem meisje, van 3 8 maanden, is den
dl dezer bezweken ten gevolge van brandwonden
welke het bekomen had door het omwerpen'van
eenen kom kokend water die op eenen venster
bank geplaatst was.
Karnaval. - Onze vastenavondfeesten
vallen van jaar tot jaar af en het is, om zoo te
zeggen, maar Dinsdag dat er een weinig levendig
heid in onze straten heerschte, en 's avonds in de
Estaininets en in de zalen der Concorde hebben
wij eenige nog al wel gekleedde groepen aange
troffen.
Twee maskers hebben den namiddag nogal
sukses behaald met eene vettekar, bespannen met
eenen ezel. Eenige opschriften gehecht aan de
kar, aan den ezel en aan de twee maskers heeft
nogal doen lachen, alhoewel er niemand of bijna
niemand er den sleutel van had.
Winster. - Sedert eenige dagen heeft de
'winter ons op nieuw bezocht en eene hevige
koude heeft van Zondag laatst zich doen gevoelen.
Gelukkig zijn de fruilboomen nog niet uitgeioo-
pen, anders wij hadden nogeens mogen een kruis
maken over peeren en appels.
Zeldzaam. - Men spreekt veel over eene
Boomvenditiè welke zou piaats gehad hebben
voor rekening der Provincie.
Indien het moest waar zijn zooals men het
vertelt, ware zulks ongehoord en nog nooit ge
weten geweest in bestuurzaken. Het schijnt dat
men in één lot 574 boomen zou overgeslagen
hebben voor de som van 9000 IV., zoödus dat
iedere boom maar fr. 15-(S3zou kosten!
Men heeft meer dan een geldverkwister in
voogdij doen stellen die op zulke uitzinnige wijze
zijne fortuin niet heeft weggemaakt
Ycuiden 5" tot den 12° Februari 1875.
GEBOORTEN
Iannelijk geslacht 3)
Vrouwelijk
te zamen, 10.
Gustaves Hof, mandemaker en Maria Lapierre,
zonder beroep. Jacobus Vangheluvven, kleer
maker, en Eugenia Decock, dienstmeid.
Calharina Liebaert, 59 jaren, kantwerkster,
echtgenote van Constaiitinus BooneLange-
Thouroulstraal. Virginia Smaggïte, 75 jaren,
zonder beroep ongehuwdRijsselstraat.
Theresia Vandecasery, 70 jaren, kantwerkster,
weduwe van Ludovicus Vanhecke, Hondstraat.
Joannes Lesage, 9 jaren, Zaalhof. Amelia
Scharré, 09 jaren, naaister, echtgenote van Ca-
rolus Swyngedauw.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 3)
de 7 jaren Vrouwelijk idem 41
■3
IJperen, 35 Februari 1875.
©ngeliikken. - Lesage, Jan, oud 9
jaren, geboren en wonende met zijne ouders
binnen deze stad, is Woensdag, 10 dezer, in een
10 Februari 1875.
Godsdienstige maskarade.
Wij welen waarlijk nitl wat onze politieke
geestelijken nog al zullen uitvinden oin de geloo-
vigen den schrik in te jagen en hunnen geest te
ontroeren. Waarschijrielijk in hoop van hun
fanatisrnus op te wekken tot het pant van de
wapens op te vatti n legen de liberalen, zij hebben,
ter gelegenheid van den jubilé, in onze dnj kerken
den gi noten Christus (die in alle kerken irianne-
grootté is) van zijn kruis afgedaan, en, even als of
hij nog maar virsch zou gestorven en rrog warm
zijn, zij hebben hem met zijne vijf wonden en
zijne doornen kroon aan hel volk ten toon gesteld,
liggende elk op een g/oot vierkante plankwerk
die helde gelijk een pupiler en gausch met roode
Stoffe overtrokken was.
Deze drij gi oote Christussen, aldus geplaatst op
dien rooden grond die scheen overstroomd te zijn
van het goddelijk bloed, werden bedevaarlswijze
rond gedragen door de stad even als men in eene
vastenavond-kavaikadr ren spottig toonbeeld op
de schouders draagt of een maskerswagen voort
sleept. Bij het opkomen van dit buitengewoon
vertoog die niet weinig geleek aan drij bloedige
schavotten, omringd van congreganislen en sukke
laars, zou al wie niet wist wat er gaande was zijn
bloed verroerd hebben. Dit was inderdaad zoo
benanwdelijk, zoo vereendig en ten zelfden tijde
zoo afschuwelijk dat men in een hol zou gekropen
hebben van schrik en dat menige zwangere
vrouwen, met gruw bevangen, hunnen genees
heer over hunne lichaamsonlstellenis hebben
moeten te rade gaan.
Wij zijn van gevoelen dat onze geestelijke
opperburgers al die zotte manieren in geen ander
doel gedaan hebben dan om de liberalen eens
hertelijk met hen te doen lachen en om alsdan te
kunnen zeggen dat zij met Onzen Heere den spot
gedreven hebben, in hoop van hiervan een kies-
wapen te kunnen maken.
Maar 't geen ons meest verwondert, 't is dat de
burgmeester, eenige dagen te vooren, een bericht
had doen aanplakken, het verbod behelzende van
in openbare plaatsen te maskeren of zich te vii
mommen. Na heigeen gebuurd is, heeft men
klaarlijk gezien dat dit verbod maar aan de libera
len toegestuurd was cn da I de katholijke kava.-
kaïlen,' die niet anders zijn dan politieke ver
mommingen, er aan uilzondering maakten, vv at
mot t men nu zeggen van eenen burgmeester die
twee malen en twee gewichten heeft
Alles is volbracht, de II. z.-nding is gedaan. O
gelukkig I'opennghe die nu gezuiverd zijt I... De
twalf gekruinde bcgoochelaars zijn vertrokken en
hebben, geheel legenslrijdigiijk aan den bijval
van den vermaarden Palrizio, alhier een belache-
I ij ken en bespoltelijken naam achtergelaten dooi
hunne onbeschofte en onzuivere sermoenen tegen
de Maatschappij Philkarmonie, welke tot nu prize
poperingsche kwakzalvers onmachtig gebleven
waren, de hinderen, maar veeleer door hunne
buitenspooiigë en oneerlijke middels bcvoordee-
ligd hadden, zoo het blijkt uit bet groot getal
van 000 eereleden.
Onze opperburgers, waarschijnlijk meenende
beter te gelukken in hunne aanrandingen, hebben
hunnen toevlucht genomen lot de bovengenoemde
twaalf gekruinde bcgoochelaars, bekleed met eene
zending die zij ontvangen hebben van Jan van
Leffinghe om de maatschappij te verpletteren. Hel
ordewoord was van aan ieder biechteling te via-
gen of hij deel maakte van de Philhariuonieen,
in geval van ja, hem toe te roepen weg, geen
absolutie noch zaligheid te bekomen.
Deze bovennatuurlijke paljasse-toeren hebben
hunnen gewenscblen uitval niet gehad; zij hebben
met reden en recht veel tegenstand ontmoet, bij
honderden hebben gezworen in vele jaren naai
de biecht niet meer terug te keeren.
Den laatsten bespoltelijken toer dat deze eer-
weerdige paljassen gespeeld hebben met inzicht
van de leden der maatschappij van het concert,
welk Zoudag II. moest plaatst hebben af te trek
ken, was eene cavalcade op den zelfden Zondag
namiddug om 2 ure, met drie Cluirs, voortge
sleept door de machtigste katholijke peerden, hij
hun hair uitgetrokken door een der hevigste
begochelaars van S' Bcrtinus kérk. oor den
praalwagen van deze parochie, het lot was geval
len op lieutenant Pooten-en-ooren die zich van
zijne rol gekweten heeft dat het plezier was om
zien.
Voor het overige geheel de cavalcade was
samengesteld uil eene bende onnoozele congre-
gartisten; boeren-dienstboden, Pappols, Grijse-
bolleo, Pilatussen en nog wat andere appel
mannen al meer of min vermomd.
Men vraagt nu wat er te doen staat met het
Politic-besluit,uitgegeven door onzen burgmeester
Berten, hij het welk hij verbod gedaan heeft,
gedurende de carnavaldagen van dit jaar te mas
keren of zich te vermommen Men moet toch
bekennen dat onze gekruinde gochelaars noch
besluiten noch wetten eerbiedigen zij durven
alles onder de voeten trappelen, bij zoo ver dat
zij onzen welbeminden burgmeester bedreigd
hebben voor het geval dat hij verbod zoude ge
daan hebben van de cavalcade te laten uitgaan,
hem zelve, met zijne twee schepenen aan tenen
praalwagen te spannen. Zijl dan burgmeester en
representant, en zij spannen u met uw politie-
hesluit aan eenen praalwagen! 't is om verbitterd
en verbolgeu te zijn tot den hoogsten graad
maar wat wilt gij hij kan er niets aan doen.
Wilt gij nu weten wat den uitval van geheel
dat apenspel geweest is voor de Pltilharmöme?
't ts dat men, na het inkeeren der cavalcade,
uit alle straten hij honderden eerleden met hunne
familie zag optrekken naar het concert der Phil-
liarmonie welker zaal om o ure des avonds zoo
vol was dal men op de hoofden konde gaan.
Vele vreemde leden der naburige gemeenten,
alwaar de pastors des morgens gepredikt hadden
en verbod gedaan hadden de. PFilharmonie hij te
woorïen op straf van doodzonde, hebben bijna
geen plaats gevonden. Mag mén nu niet zeggen
dat deze paljassen iii hunnen bak ge2chuiffeld
zijn
Met den aanstaanden Paschen. wij zouden onze
gekruinde pootspelers aanraden den arts-bisschop
met den ntintius en Jan Van Eeffinghe te doen
komeu om te prediken en alzoo de Vhilharmonie
te doen aangroeienlot tol 700 eerleden en het
lokaal in evenredigheid te doen vergrooten.
Men kent het alleroud spreekwoord waarheid
langs hier, dwaling langs daar, het zelfde
kwaad is zonde of geene, aolgéns men de slaaf
wil zijn of niet van geestelijkheid.
Men heeft voor de duizendste maal het bewijs
daar van gehad ter gelegenheid van 't geene hier
gebeurd is gedurende de jubilé-en carnavalda-
gen:Vuilaard en dronkaard zijn, bij de katholijken
is geen kwaad, maar bij de liberalen 't is dood
zonde.
Dat, bij veorbeeld, een jongen liberalen vos
moest in slaat van dronkenschap gezien zijn, men
zou hem openbaarlijk uitmaken voor een zwijn
maar dat zulks gebeurd met eenen ouden katho
lijken vos, onze gekruinden zullen doen met hem
t gene de kinders van Noe deden met hunnen
geschonken vader zij zullen zich haasten hunnen
priesterrok op hem te werpen om zijnet) staat aan
de liberale oogen te verbergen.
Indien ren liberaal dan moest zoo ver beschon
ken zijn dal zijne vrouw verplicht is hem zijnen
afgevallen broek aan te trekken en de giootste
moeite heeft om hetn tot zijne woonst te leiden,
wal een getier zou liet niet zijn bij onze gezalfde
opperburgers maar dat zulks geschied met eene
slaaf van de gekruinden, of moge hel eene der
katholijke kopstukken van stad zijn, nirn zal het
gedoken houden. Maar zoo een ander spreek
woord hel ook zegt, de kraaien eindigen toch
altijd met het dat te bassen, en zoo weet een ieder
hier dal eenen wel bekendsn fanatieken kalotin die
zelfs hooge bedieningen bekleedt, in den wijn
gaard des heeren verdoold was ep den oogenblik
der opening van den jubilé en dat het door deze
repen js geweest,'l geen iedereen met verwonde
ring bemerkt had.
Er heeft hier Zondag laatst een bedevaart
plaats gehad waar wij jongheden dezer stad be
merkt hebben die, al keukenlatijn zingende, een
overgroot kruis help ten dragen die op eene
soo.it van herrie gelegen was. Des anderdags zag
men dezelfde jongheden die nog in den wijngaard
des Heéren de carnavaldagen vierden zij hadden
bij den Krooteter de café gaan inpakken en zij
zongen en zij schreeuwden, maar t was de
Magnificat miet meer, 't was wat vetter.
'l Was ook wat vetter op den souper van de
Tuilers die plaats had in eenen katholijken bier
winkel. Men hei ft eerst wel geè'ten en gedronken
op de ontuangen-absolutie, en men heeft dan
wat later in den nacht, paterken langst den kant
gepleeld en wat gekust en gelekt voor panden,
maor dit alles met de grootste zedigheid
wij zullen niet zeggen wie men op eenen tafel
geleid heeft ofschoon wij het gezien hebben,
want men had vergeten de rolgordijnen te laten
nedervallen, maai- qad zulks bij de liberalen moe
ten gebeuren, 't is dan dat men zou geroepen
hebben; 't zijn oprechte schandalen.
Een vrouw van het gebeurte heeft rond 2 ure
's nachts haren man daar gaan uithalen, maar dat
is al gepleegt admajorem Dei gloriam.
Ook voor die mannen is er absolutie te beko
men bij de voere.
Wij hebben met groote genoegen bemerkt,
onder deze die in den bedevaart van Zondag-
laatst helpen de Christussen dragen, de heeren
Beghln, Clabati Ilooghelede Vandenberghe
luitenant der pompiers dezer stad, enz.
't Heeft ons geenzins verwondert der achtbare
lieden deze boetveerdigheid te zien plegen
dewijl men gepredikt had dat Christus maar
gedragen mogt zijn door brave, goede en oprechte
katholijke burgers, die alleen waardig waren
deze eer te genieten. Onze oprechte toejuichingen
dan aan deze moedige christenen en bovenal aan
M. Vandenberghe, die alzoo eenen pet-el te meer
aan zijnen kroon zal zien blinken.
Te naaste week, nog wat uitleggingen nopens
de jubilé die hier komt te eindigen. De palerkens
zijn vertrokken, maar hun geheugen is hier ge
bleven bij alle deze (en zij zijn in zeer groot
getal) aan wie zij hunne absolutie geweigerd
hebben ter gelegenheid der nieuwe uitgevondene
doodzonde, die bêstaat in deel te maken van de
Vliilharmonie.
Zondag laatst moest hij de Philharmonie de
achtste winterfeest plaats lubben, en, niettegen
staande de zending te Poperinghe ingelicht om
aan die maatschappij den doodsklop te geven,
niettegenstaande de weigering van absolutie aan
al wie van dezelve deel maakt en de schrikbeelden
waarmede men hoopte de damen van die verder
felijke plaats te verwijderen, deze avondfeest heeft
over al die tegenkantingen luisterlijk gezege
praald en niet min bijval gehad dan die waarvan
Palrizio den zondag te vooren de held was. De
zaal was letterlijk opgepropt en niemand scheen
zich te bekommeren met de zotte schandalen van
onze tegenstrevers, De algrmeene aandacht was
uitsluitrlijk gevestigd op de aangename kunstoefe
ningen die men bijwoonde en onder welke men
belangrijke zang- en muziekstukken te bewonde
ren had.
Onder de menigvuldige sol-os, duos, trios en
qualuoi s, zoo door de leden der maatschappij als
door vreemde artiesten met veel kunst uitgevoerd,
hebben wij bijzonderlijk te melden de verlustigen
de kluchtliederen en boertige zangtooneeten
waarmede de heeren Paoia, Ri-mo en Nicol van
Brussel ons vergast hebben. Dze heeren, wier
talenten wij reeds in voorgaande omstandigheden
hebben kunnen waardeeren en toejuichen, ver
schaffen een vermaak die de somberste wezens
moet blijgeestig maken en die de voldoening in
alle herten siert.
Maar de bloemtuil der feest komt zonder tegen-
zeg toe aan M. Arthur I.igy, van IJperen,
i" prijs van het Conservatorium van Gent, die met
zijne uitmuntende viool dezen muziekavond is
komen ophelderen. Niet alleen men bewonderde
met verrukking in dit instrument de zoele, teedere
en zuivere toonen welke M. Ligy met de'grootste
behendigheid er uit wist te trekken, maar bijzon
derlijk de deftige uitdrukking die alle herten
zoo gevoeliglijk raakte alsof het een klappend or
gaan zou geweest zijn. Ook hangde, om zoo te
zeggen, de algemeene aandacht aan dit liefelijk
speeltuig waarmede iedereen zich in nauwe