POPERINGHE.
Mirakels!
Stads Nieuws.
Over drij jaren maakten de klerikalen
opzettelijk cene nieuwe kieswet, waarop
zij al hunne hoop bouwden om de dom
persheerschappij in Belgie voor eeuwig
te vestigen en de liberale partij voor
altijd onmachtig te maken.
Zij werden leelijk bedrogen en in
hunne verwachting bitter te leur gesteld.
Men weet dat in 1872, den kiescyns
voor de gemeente op lü fr. gebracht
werd. Onze vijanden rekenden er op
dat de nieuwe kiezers behoorende aan
de kleine burgerij, overal de balans ten
voordeele der klerikalen zouden doen
overhellen. Zij willen de groote sleden
in hunne macht krijgen om alzoo de
liberale partij den genadeslag te geven.
Gelukten de klerikalen P
Neen! duizend maal neen! Nu is
't oogenblik gekomen zulks te herinne
ren, want dat kan en moet den ijver tot
den strijd hij de liberalen op nieuw
aanvuren.
Inderdaad van de negen hoofdsteden
van Belgie, waren er ach waar de libe
ralen zegepraaldenzij bemachtigden
Antwerpen en Namen, waar de klerika
len sedert jaren den haas speelden de
liberalen triomfeerden in de vijf bisschop
pelijke zetelplaatsen, Mechelen, Brugge,
Namen, Luik, Doornijk, en verjoegen de
klerikale regeering te Leuven, de stad
der katholijke hoogeschoolNog meer,
in bijna al de steden van tweeden en
derden rang kozen de kiezers liberale
gemeenteraden met ontzaggelijke meer
derheden. Nimmer leden de dompers een
grooteren neêrlaag, zoo verpletterend in
hare gevolgen. Ook Dixmude en andere
kleine steden namen een schitterend deel
in den liberalen triomf. De klerikalen
zongen hier op voorhand hunnen zege
praal en integendeel de kiezers gaven
in bijna al de steden de liberalen eenc
groote meerderheid, terwijl de klerikale
kandidaten in 't zand moesten bijten met
een belachelijk getal stemmen.
Wij doen thans deze herinneringen
om de liberalen alom tot den strijd op te
wekken. De aanslaande kiezingen zullen
overal ernstig zijn de twee partijen
zullen op leven en dood strijden. Zoolang
de liberalen meester zijn van de gemeen
ten kunnen de klerikalen niets onderne
men tegen volksvrijheden en de onafhan
kelijkheid der burgerij. Bovendien de
gemeentekiezingen zullen van eene hooge
beteekenis zijn, daar zij juist de wetge
vende kiezingen van 1876 voorafgaan.
En, let wel op, reeds is ons land ge
tuige geweest van gemeentekiezingen die
voor gevolg hadden, een klerikaal minis
terie om verre te werpen, gevolgd door
eene ontbinding der Kamers. Dit ge
beurde in 1857. Nu ook staat ons kleri
kaal ministerie op geenc vaste voeten,
de minste schok kan het naar de maan
doen vliegen. Ja, dat staatsbestuur wan
kelt gestadig, want het is slechts aan het
bewind om hel land in slaap ie wiegen.
Ah België zou slapen als de geheele
wereld werkt en vooruit wil. Dat mag
niet zijn
Neen wij mogen niet langer de be
waring onzer kostbare vrijheden aan de
handen harer gezworene vijanden toe
vertrouwen. Dat de burgers der steden
eens rond kijken naar de dorpen, daar
is alle vrijheid en leven gedood door de
geestelijkheid. Eiwelvrije mannen van
Vlaanderen, wilt gij dat treurig lot ont
gaan en den buiten uit de slavenbanden
helpen verlossen... kiest in October
liberalen voor uwe gemeenteoverheid
zegt luid en krachtig en algemeen de
burgemeester op het stadhuis en de pas
toor in de kerk.
Wij twijfelen niet of IJperen zal zijnen
plicht doen en zijn kloek liberaal vaandel
in eere houden.
Echter stellen wij hier met voldoening
vast. dal de liberalen in vele plaatsen van
Vlaanderen duchtig zullen strijden tegen
de klerikale overheersching. Korlrijk,
Mcenen, Popcringe, willen het juk af
schudden en zullen er toe de uiterste
poogingen in 't werk stellen -- zelfs
Iseghem, Thielt en Bouselare geven tee-
ken van ongeduld en die drij plaatsen
zullen ongetwijfeld een gedeeltelijken
strijd aangaan. Moed, liberale vrienden,
wakker op en gij zult zegepralen, als gij
maar wilt.
Ten slotte, wij roepen de liberalen
aan het werk. Een liberale uitslag der
october-kiezingen zou een treffend ant
woord zijn op de uildagingen die ons
dagelijks van de klerikale zijde toekomen.
Hetgeldthier nietalleen gemeentelijke en
plaatselijke belangen, maar de beslissing
eener levenskwestie van algemeen belang.
Wie regeert er dan is het de pastoor
of het volk
Men schrijft uit Gent:
Sedert maandag, is de groote zaal van
den Casino geheel bezet met schrijnwer
kers en versierders om de zaal gereed te
maken voor de fruit-tentoonstelling welke
belooft zeer luisterlijk te zijn.
De voornaamste Maatschappijen, de
boomkweekers en liefhebbers van het
land beantwoorden den oproep door
onzen Boomteelt-Kring gedaan.
De leden van het pomologisch Congres,
op 20 dezer te Gent bijeengeroepen
zullen den rijkdom van den belgischen
boomteelt kunnen vaststellen.
Men verzekert ons dat de groote zaal
van den Casino, nauwelijks voldoende
zal zijn om al de toegezondene fruiten te
bevatten.
In de omstreken van Nijvel, heeft een
onder-pastoor de plaat gepoets na eenen
cadeau gedaan te hebben aan een meisje
van nauwelijks 15 jaar oud.
Een'andere onder-pastoor uit de om
streken van Braine-le-Comle is er van
doorgetrokken, na een meisje van 16 jaar
zijner parochie bedrogen te hebben.
Kon Erasmus uit zijn graf komen, hij
zou zien dat onze geestelijken zeer wel
gelijken aan de priesters van zijnen lijd
die hij zoo wel over den hekel haalde, en
van wien hij zegde, dat zij terwijl zij
op de Maagd passen, zelf weinig op hun
nen maagdom passen.
Het fransch gouvernement vraagt aan
België de uitlevering van 2 broêrkens, in
Frankrijk vervolgd wegens aanslagen ge
pleegd op hunne leerlingen.
Er zijn cr maar 6 van die soort sedert
1838, volgens den Denderbode van ver
leden Zondag, veroordeeld!!!
BURGERSTAND
Sterfgevallen.
omstandigheden kunnen beoordeelen, afhan-
3> gende van een bijzonder geval; dat een man
van eer nooit een enkel oogenblik het gedacht
moet koesteren zijne oogen te wenden naar
hen, die over de openbare penningen beschik-
ken, omdat hunne tusschenkomst, in plaats
van den aard van eene leening of van eenen
bewezen dienst ten titel van wederdienst te be-
i) kleeden, en wat men ook doe, het vernederende
i) merk eener aalmoes zal dragen; dat de eigen-
j> liefde en het ware gevoel der persoonlijke
waardigheid bijbrengen om, zonder morren,
3i met eene onderwerping die gaat tot de heldhaf-
3i tigheid en lot het martelaarschap, de wreedste
3i wederwaardigheden tedragen.
Het is niet redelijk zooveel grootheid van ziel
van wege al de ongelukkigen te verwachten, en
het is onvoorzichtig voor de maatschappij hen
over te laten aan de aanvallen van een kwaad dat
hen overheerscht. Indien zij in die uiterste oogen-
blikken zich niet blindelings laten medeslepen op
den weg der ondeugd, indien zij moediglijk het
martelaarschap aanvaarden, zal het zijn ten
prijze hunner gezondheid en van die hunner
afstammelingen. Zij zullen hunne nederige in
richtingen, de noodige krachten voor een voort
durend werk, de mogelijkheid eene steeds grooler
wordende schuld te betalen, verliezen. Van
gezond en sterk dat zij op dat oogenblik waren,
zullen zij zwak en ziekelijk worden, en dewijl zij
niet in tijde zijn genezen geworden, zal eene
onherstelbare kwaal hen aanranden. Zal dit eene
weldaad voor de maatschappij zijn, en waar zal
men het voordeel voor de kas van openbaren
bijstand vinden Ik denk, Mijne Heeren, dat in
de verouderde gewoonten van de Bureelen van
Weldadigheid geene genoegzame rekening ge
houden wordt van dien aard van ongelukken.
Het is waar dat, om hen krachtiglijk bij te
staan, men misschien de gewone hulpmiddelen
zal moeten verdrievoudigen, vertienvoudigen,
doch deze tijdelijke overlasting zal nimmer klim
men tot het cijfer der uitgave, welke een voort
durende bijstand later zouden vereischen.
Het is noodig dat de besturen toestemmen
regelmatiglijk duizenden brooden uit te deelen
aan duizenden uitgehongerden, maar zij moeten
ook, wanneer zich dergelijk geval voordoet en
om eene geheele familie te redden, kunnen be
sluiten een ongeluk te herstellen, eenen schuld-
eischer of eene achterstellige huishuur te betalen,
een getouw terug tekoopen. Aldus eene voorbij
gaande krachtige hulp genietende, zal de werkman
gevoelen dat hij de eenigszins onuilwischbare
IJperen, 18" September 1875.
Schoolpenning. - Voorige lijsten, fr. 893-43
Een Poperinchinois, 1-OU
De Dikke gebuur, 1-00
(Vergeten). Vervolg der afgesneden
beurs der maatschapij Sint Se-
bastiaan, (6° storting), 0-50
Vervolg der afgesneden beurs der
maatschappij Sint Sebastiaan
(7de storting), 0-50
Post.
Totaal fr. 890-43
Een koninklijk besluit komt een
postbureel in te richten te Vlamertinghe en te
Watou.
ft Liberale Verceniging. - Zaterdag
laatst zijn er 16 nieuwe leden bij de liberale
vereeniging aanveerdt. Het Comileit heeft zich
daarna onledig gehouden met een groot getal
kies-reclamatien, die aantoonen hoeveel verval-
sehingen er gebeuren daar, waar de clericalen
meester zijn.
In die zelfde vergadering werd-51. Ferd. Mer-
ghelynck lot secretaris aangesteld. Deze heeft
deze taak voorloopig aangenomen.
ft Examen. - Wij vernemen met genoe
gen dat UI. Vandecasteeie, leerling van ons com
munal collegie, met den grootsten bijval, zijn
exaam van ingang in de school van bruggen en
wegen, van Gent, komt te ondergaan.
ft Schooue kunsten. - Zie hier wat de
Impartial van Brussel zegt over eenige onzer
kunstenaars, handelende over de Brusselsche
tentoonstelling van 1875.
M. Henri Louis Permeke is een jonge kun
stenaar die veel aanleg heeft. Een meischen
dag aan de kusten van Vlaanderen en
overwonnen Verwaandheid of glo
rie zijn twee schilderijen, die zich niet alleen
lijk doen onderscheiden door hun goed kleur
gemakkelijke teekening en eene fijne voltooing,
maar door de beste samenstelling en uitdrukking.
>1 M. Permeke, buiten zijne hoedanigheid van
kunstenaar, heeft begrepen dat men vooral moet
trachten aangenaam te zijn. Die schilder zou
waarlijk breeder onderwerpen moeten aanpakken.
Wij denken dat hij goed zou slagen.
M. Roffiaen vervoert ons met eens te midden
Zwitserland op den RifFel op 8000 voeten
hoogte! Wat zonderlinge natuur levert ons
deze hoogvlakten, waar de groenheid strijdt met
de zure lucht, en de stille eenzaamheid met het
bruischen der watervalllen niets is indrukwek
kender als het zicht van den berg Rosa die zich
overheerlijk in de wolken verheft tot eene hoogte
van 4656 meters!—M.Roffiaen alleen is bekwaam
om deze reuzennatuur met gevoel en waarheid
weder te geven ook twijfelen wij niet of onze
beoordeeling is deze van alwie Zwitserland en de
tafereelen van den kunstenaar kennen.
Voor ons, die Zwitserland doorloopen hebben
de, verschillige keeren de Riffelberg en den berg
Rosa van nabij zagen, valt het gemakkelijk te
beoordeelen volgens verdienste met hoeveel
nauwkeurigheid 51. Roffiaen alles op den doek
bracht; de teekening van het verrezicht geven er
de voornaamste waarde aan. Eenigen beknib
belden zijne lucht, dezelve bij de onze vergelij
kende, maar dezen hebben zeker nooit de grenzen
van ons land overschreden De strenge waarheid
in alles slaün in het oog, en de schilder heeft
min willen behagen door de aantrekkelijkheid
dan door de fijnheid der kunst.
Jleester landschap-schilder in het geheele
begrijp van het woord, is 51. Roffiaen zich-
zelve 't is te zeggen dat eene diepgrondige
kennis der kleuren en eene zeer fijne uilwerking
kunstelijke hoedanigheden zijn waaraan men
zeer gemakkelijk zijne gewrochten kan uitkennen.
Zijn tafereel heeft zijne aangewezene plaats in
het Staatsmuseum, en wij zijn gepraamd het te
zeggen, het verwonderd ons dat het gouverne
ment, dat zoo haastig was om tableaux te koopen
die veel minder in kunstweerde zijn, der gele
genheid, welke zich nu opdoet, geen gebruik
gemaakt hebbe om den trant van M. Roffiaen in
het hedendaagsch museum te plaatsen door den
aankoop van een echt meesterstuk van dezen
artiest.
ft Benoeming. - Wij vernemen met vol
doening dat 51. J°Simar, zoon van 51. Ch. Simar,
officier-muziekmeester bij het 1° linieregemenl,
komt, na een schitterende kampstrijd, benoemd
vernedering van de openbare liefdadigheid geleefd
te hebben, niet heeft ondergaan. Hij zal zijne
krachtdadigheid verdubbelen, hij zal zich met
volharding verdedigen legen de schrikkelijke
ellende en aldus, door zijn voorbeeld, bijdragen
om onder de werkende klassen de overhand te
geven aan die hardnekkige worsteling van het
werk tegen de armoede, waaruit de grootheid der
volkeren ontstaat.
Ik geloof, Mijne Heeren, dat eene tijdelijke
aldus wel begrepene hulp geroepen is diensten te
bewijzen, welke rechtstreeks in verband staan
met de vooruitstrevende ontwikkeling onzer be
schaving. Zij zoude der openbare liefdadigheid
een stempel van verheffing, ik zegde bijna van
adel, bijzetten, eene soort van voorkomende
kracht, welke haar ontbreekt in het tot nu toe
algemeen gevolgd stelsel.
De maatschappijen van onderlingen bijstand
zijn, mijns dunkens, de huidige inrichtingen,
welke het best aan die opvatting der liefdadigheid
beantwoorden. Door de verschillige afdeelingen
der werkers belang te doen stellen in hunne
onderlinge tegenspoeden, doen zij den werkman
begrijpen hoe nuttig het is te sparen om eens-
daags zijne gebrekelijkheid of zijnen ouderdom
te verzachten. Zij zullen de aalmoes, welke ver
te worden tot muziekmeester bij het 8e Ijnje
regiment.
Het onderzorks-jurij heeft hem genoemd met
onderscheiding, en zulks verwondert ons geens
zins, want wij wetrn dal de drij zonen Simar
thans alle drijen muziekmeester in het leger'
ernstige studiën gedaan hebben in onze konmkl
lijke conservatoirs.
ft ITCiiziek. - Zondag, 19 dezer, van 19
tot 'I ure, op de Groole-5Iarkt, uitvoerieg de)!
beste stukken van zijn reperloir door hel muziek
der Sapeurs-Pompiers, onder het bestier van den
kundigen 51uziekmeester Ch. Otto.
ft Kei-kdicfte. - Een jongeliug van 17
a 18 jaren, is deze week aangehouden, uit hoofde
hij verscheide kerkdieften en andere begaan had
Het schijnt dal hij zou ouderloos zijn en toebe-
hooren aan eene treffelijke famillie van Dixmude.
Hij was student in 't klein seminaire te Roeselareï
ft Biefte»*. - De twee vrouwspersonen
waar wij in ons laatste nummer over gesproken
hebben, beschuldigd van verscheide dieften alhier
bedreven te hebben, zijn beiden in het gevangen-
huis te IJperen.
ft Past op - Er is onlangs in de omstre
ken van IJperen een vertinner geweest, (gezegd
Potje-dek), die in verscheide plaatsen koper, tjn
en andere voorwerpen heeft ophehaald 0111 te
vertinnen, te verinaken of te vernieuwen. Dezen
persoon spreekt fransch en vlaamsch, is oud van
40 tol 50 jaren, niet groot van gestalte. Hij
belooft alles aanstonds te arrangeeren en in het
kort weder te brengen; maar tol heden ziet men
hem met de medegenomene voorwerpen niet terug
keeren. Er is vastgesteld dat het een bedrieger
moet zijn want hij verscheide van deze afgehaalde
voorwerpen reeds verkocht heeft.
Men veronderstelt dat hij zich heden langs de
kanten van Nicupoort of Thielt bevindt en de
zelfste bedriegerijen zou poogen te begaan.
Eene 'niet onderteehende briefwisseling ons
uit Rousbrugge toegezonden zijnde, kan in ons
blad geene plaats vinden.
De inzenders van zulke artikels zullen wel
willen in acht nemen dat al wat over geen alge-
meene politiek handelt niet. overgenomen wordt,
dan behoorlijk onderteekend en den prijs betalen
van '10 centiemen den drukregel. De redactie.
Vim den 10" tot den 17" September 1875.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht
Vrouwelijk 7) ,e Zamt'n> lZ'
Barbez, Eulalia, 23 jaren, kantwerkster, onge
huwd, Sleenenstraal. Bailleul, Theresia, 73
jaren, zonder beroep, weduwe van Josephus
Renty, Rijselstraat. Vanderstichele de Maubus,
Amedeus, 58 jaren, zonder beroep, ongehuwd,
Hondstraat. Breyne, Petrus, 62 jaren, dag-
Jooner, weduwaar van Amelia Noyez, Bukker-
slraat.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht G)„
de 7 jaren Vrouwelijk idem 2)
15 September 1875.
Eenen jongeling toebehoorende aan eene
klerikale famillie onzer stad, kwam laatst zijne
studiën te eindigen in de Universiteit van Brussel,
waar hij de diploma van doktoor in geneeskunde
bekomen had.
Eene plaats van doktoor was ledig in een
naburig dorp,de ouders des jongelings begeerden
dat hunnen zoon zich daar vestigde en dezen
stemde toe aan hunnen wensch.
De jonge doktoorvergezeld door zijnen
schoon-broeder wie een klerikaal van hel schoon
ste water is, ging eens tot dit dorp met het
gedacht daar een huis te huren en, ter dezer
gelegenheid legde hij een bezoek af bij den pas
toor der gemeente.
Nauwelijks was hij daar binnen getreden en
had hij zich laten kennen, of de gekruinde op-
perburger begon hem uit te schelden erger dan
een koei-wachter. Wat koomt gij hier doen, riep
hij woedend uit, wie heeft u hier geroepen
Zeker eenige boosaardige liberalen Maar zulks
zal niet gebeuren, ik zal u bevechten waar ik kan
en maken dat gij hier niets zult te doen hebben.
Wat, gij die uit de slechte Universiteit van Brussel
ff»»™»' L.
nedert, doen verdwijnen, om dezelve te vervan
gen door de vrucht des werks, hetwelk veredelt.
Het zal niet ten onpas komen, Mijne Heeren,
hier aan de Gemeentebesturen den plicht te
herinne,en, welke hun opgelegd wordt door art.
12 der wet van 18 Februari 1845: Elke arme,
in geval van behoeftigheid, zal voorloopig onder
steund worden door de gemeente waar hij ziel1
bevindt.
Welnu het gebeurt maar al te dikwijls, en
met droefheid bestatig ik het menigmaal in mijne
openbare verhooren, dat die bijstand geweigerd
wordt, bij gebreke dat de behoeftige niet op
staande voet eene toelating of eene belofte van
teruggave kan afleveren van wege de gemeente
waartoe hij ingevolge zijne onderstandswoonst
behoort. Het zijn de gemeentebesturen zeivenen
niet de ongelukkigen, die verplicht zijn de
noodige stappen aan te wenden om den reken-
dienst dienaangaande te vereffenen. Ik geloof
openbaarlijk de hoop te moeten uitdrnkken, dat
de gevoelens van menschlievendheid, even als de
uitdrukkelijke schikkingen der wet van 1845, een
einde zullen stellen aan die beklagenswaardige
misbruiken.