POPERINBH Zwijgen is onverbeterlijk. Stadsnieuws. redevoering, die aldus kan samengevat worden Laat mij toe, Sire, aan eenen waren vriend van Belgie en van uw stamhuis, het groot gevaar aan te duiden van Pruisens overwicht op het vasteland, en van zijne bemoeiing in de zaken der kleine staten. Het is een plicht, tegen dezen invloed te werken, die van Belgie en van Holland zich welhaast naar En geland zelf zou overzetten. Het is, daarenboven, uw belang gelijk het onze, Belgie niet te laten ver vallen tot den rang van satelliet van Pruisen. Wij hebben medegewerkt om Belgie onzijdig en anafhankelijk te maken, en wij xoillen het enkel onzijdig en onaf hankelijk. Dus niet te veel Germanisme. Uw doorluchtige vader wist, en Uwe Majesteit zelf weet, dat de beste vrien den van Belgie te Londen, en niet te Berlijn wonen. Men zal duidelijk zien uit hetgeen men den Koning doet zeggen, dat die zoogezegde correspondentie van het eerste tot het laatste woord valsch is en de klerikalen dit voor de noodwendigheid hunner zaak hebben uitgevonden. Die zwarte mannen, na gedurende jaren van het zevende ministerie gespro- te hebben, waar door zij den Koning bedoelden, doen nu al wat mogelijk is om ons land in twist te brengen met Duitschland maar telkens Duitschland eene opmerking doet, dan leggen die laffe aanhitsers zich op den buik en doen alle mogelijke verontschuldigingen. In 't donker werken en de eene natie tegen de andere opmaken, ziedaar wat de jesuieten gestadig doen, hopende uit de woelingen, die er zouden kunnen uit voortspruiten, eenig profijt te trekken. Wat kan het hen verschillen dat het oorlog is, zij moeten toch geen soldaat worden en al de kosten moeten de bur gers betalen. Zwartjes, wij hebben sinds lang uwe kaarten gezien en kennen uw spel 1° Deel. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. DICKEBUSCH. De kermis van Dickebusch was dit jaar nogal bezocht. Eene zeldzaamheid heeft er onze oog ge troffen. Wij hadden dikwils hooren spreken vau het groot getal nieuwe kiezers welke onze tegenstrevers gemaakt hebben voor de de kiezing van 13 Juni, bij middel van mix- te-peerden. Zie hier hoe zij te werk gingen bij de boe ren die niet genoeg betaalden om kiezer te zijn: had hij een werk-peerd, zij deden hem cadeau van de eene of andere voituur of za del, dit peerd telde alsdan voor mixte-peerd en yolledigde daarmeê de gevraagde eens- 'T is alzoo dat wij maandag laatst, te Dic kebusch, een boe? en eene boerin zagen aan komen, gezeten in eene soort van kloefe met wielen, bespannen met een mollevellen peerd. Dit schouwspel trof ieders aandacht en elke en d'een al lachende zeiZiet daar eenen van den 13 Juni! Inderdaad, men kem gemakkelijk bemer ken op het wezen van dien boer dat het een buitekiezer was En Belgie moet daarmeê gelukkig zijn Yperen, den 1" Juli 1871j De opgewondenheid in onze stad is een weinig gestild. Men begint koelbloedig den staat van zaken te aanschouwen en te beredeneeren. Onze vijanden slapen niet, en, verwaand over bunnen zoogezegden zegepraal beginnen zij reeds feiten daar te stellen welke dienen opge merkt te worden om te doen zien wat zij zouden uitmeten moesten zij eens geheel meester zijn. Er zijn reeds mannen die niet het minste betrek hebben met het ambt van instructierechter, zich de taak opleggen onderzoekingen te doen in voordeel der clericale partij nopens de laatste voorvallen Dan nog ambtenaren van den staat die zonder het minste recht, mindere ambtenaren bedreigen van afzetting, omdat zij den moed hebben te verklaren dat zij openlijk liberaal zijn! Men zou waarlijk beginnen gelooven dat zij meenen reeds meester te zijn en de menschen mogen ringelen, bedreigen en radbraken zooals in de jaren 1565. Maar dat zij zich voor gewaarschuwd houden, wij zijn verwittigd en wij zullen op onze boede zijn en altijd daar zijn om alle onwettelijke aan tijgingen op onze rechten tegen te houden. Wij verzoeken al onze politieke vrienden ons op alles in te lichten dat onwettig door onze tegenstrevers zou kunnen daargesteld zijn, ten einde er de noodige ruchtbaarheid aan te geven. Schoolpenning.-Vorige lijstenfr. 5,218-03 Lichting der bussen in de maand Juni Ciladelle, dl-32 De Vrange, ld-73 Schaapstal, 7-70 Witte Klakken, 22-50 Sultan, 20-00 Gouden Arend, 7-30 Klein IJperen, 6-00 Taverne anglaise, 1-50 Omhaling gedaan in de Café du Progrès 17 Juni 5-50 Totaal fr. 5,511-38 Het comité van den schoolpenning heeft zijne belofte gehouden. In al de cafés en maatschap pijen waar er eew.e busse geplaatst is, deelt bet diplomas en medaillïen uit. Het diploma is in tijpo en zeer zorgvuldig gedrukt, het komt uit de werkplaatsen van den heer Engel Van Eeclchout, de medaillien zijn ingeslagen massief zilver, dra gende langst de eene zijde stads wapen en langst de andere eene lauwerkroon. Concert. - Het bestuur der maatschappij «Witte Klakken heeft de eer het publiek ter kennis Ie brengen dat er op Zondag 2" Juli toe komende van 's middags tot 1 uur, een Concert zal gegeven worden in Stads Halle, ten voordeele der weduwe en drij minderjarige kinderen van wijlen Emiel Traens, piston solo bij bet le linie regiment. Het is eene loffelijke daad welke de Witte Klakken daar ondernemen en het is te hopen dat het Ypersch publiek zijnen voet nevens den hun nen zal zetten om dit weldadigheidswerk tot een goeden uitslag te brengen. Ten einde iedereen zijnen penning zoude kun nen bijbrengen tot hulp aan de weduwe en wee zen, de ingangprijs is maar bepaald op 30 centi- men; wel is waar, men mag meer geven. Alhoewel wij dachten dat de liefdadigheid van geene of van alle politieke partijen was, wij heb ben ons bedrogen: het programma van dit Concert ingezonden aan het Journal d'Ypres, is tot nu toe nog niet verschenen. Dit is eene belooning voorden dienst die de overledene bewezen heeft aan de calholijke sijmphonie, waarvan hij deel maakte; maar hij maakte ook deel der Witte Klakken en dit is genoeg om diensten en liefda digheid te vergeten 1 Zie hier het programm i 1. Les Volontaires, pas redouble. 2. Ouverture des trois Mousquelaires Berr 3. Deatrix, redowa. L. Heylbro°ck. 2" Deel. 1. Fantaisieop hel opera Guillaarae-Tell. Verdi. arr. par H. Vanderlinde. 2. Thereza Walzer. Karl. Faust. 5. Marche des Diamantines (Cendrillon). ^Zelfmoord.-Zondag ten 6 ure's morgens, in ons celgevang wanneer de wachter Taccoen zijne gewone ronde deed om de gevangen te doen opstaan, zag hij dal zekeren Edouard Logie, oud 36 jaar, geboren te Brielen, wonende te Voormezeele, onlangs veroordeeld tot zes maan den gevang voor dienstbodelijken diefstal, zich opgehangen had in zijne cel bij middel van zijnen handdoek vastgemaakt aan de klink van het deurtje der opening in den muur waar men de kamerpot in zet. Eene goede half ure te voren had de gardien hem nog in zijn bed zien liggen. Men schrijft deze wanhopigen daad toe aan het moeten derven van kortendrank, waaraan de on gelukkige verslaafd was. Van den 23" tot den ZO" Juni 1876. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 4) Vrouwelijk id. 4) le Zamen Deconinck, Julianus, lintenwever en Plouvier, Leonia, kantwerkster. Deconinck, Polidorus, werkman en Vandamme, Maria, kantwerkster. Joassin, Mattheus, werkman en Duprez, Maria, kantwerkster. Verbrugghe, Alphonsius, tele- graphiste en Vandelanoitte, Emma, zonder beroep. Heylbroeck, Karolus, vergulder en Merainy, Eu genia, winkelierster. Jolyt, Josephus, 74 jaren, zonder beroep, echt genoot van Wackenier, Albertina, Dixmudestraat. Vanlimbeek, Silvia, 38 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Meeuenslraat. Van Rompaey, Cor- nelin, 36 jaren, koopman, echtgenoot van Mirou, Ermina, Dixmudestraat. Logie, Edouardus, 56 jaren, werkman, ongehuwd, Elverdinghstraat. Duprez, Arthur, 19 jaren, klakkenmaker, onge huwd, Meenenstraat. Rits, Ludovicus, 82 jaren, zonder beroep, weduwenaar van Eieren, Regina, Gaspard Konijnstraat. Vandenbossche, Petrus, 76 jaren, zonder beroep, echtgenoot van Leconte, Maria, Meenenstraat. Kinderen beneden Mannelijk geslacht 1) de 7 jaren Vrouwelijk idem 0) Den 29 Juni 1876. 'Tmannetje met zijn boekje kent misschien dat oude spreekwoord, maar, gelijk al de nieuw- moden abbéljes, 'l is veel le partijdig om zich er aan te vervoegen. Hebben zij te Brugge niet ge leerd, dat de hedendaagsche zending der priesters eene soort van politieke deugenleterij is, die bestaat in 't scheuren van familicn, socirteihn en staten, en in't smaden en lasteren van alle burgers, die nog met de ware vaderlandsliefde bezield zijn En aangezien zij zoowel hunnen stiel doen achter't vensterje en in 't kuipje, waarom zouden zij hem ook niet doen in de vuilbladjes Zij zijn zoo vol van hunne seminarie lessen, dat zij onophoudelijk moeten schelden, twisten, poli tieke artikeltjes uitkramen.... of van haat en nijd moeten bersten Nu, zooveel le beter voor 't liberalismus! 'Tis door de lezing van allerhande schriften en bovenal door de laffe lasteringen van 't roomsch gespuis, dat de zaak der vrijheid meer en meer aanhangers zal winnen 'T mannetjes brieven komen daartoe allerbest le pas, zoo veel te meer dat zij onbe- dachtelijk de stoute logentaal zijner beste vrienden doen uitschijnen. Inderdaad, hij moet eerst en vooral bekennen dat hij den bakker in zijnen stiel en in zijn bestaan gehinderd heeft, lloe dikwijls heeft de Toekomst niet gezeid dat de papenhaat de stieldoenders ver volgt in hunne belangen en op 't stroo zoekt le helpen alwie weigert zich te verslaven Iedermaal loog 'tvuilblad zulks stoutmoedig af en ziet! nu komt Juiltje zelve gelijk geven aan de Toe komst en 't vuilblad in zijnen nek schuppen. De bakkers, winkeliers en pachters zijn niet allen even moedig en even onafhanklijk: legen een die kloek is gelijk een eik, zijn er honderd die buigen liever dan zich door de venijnige bende te laten in d'annoede dompelen. 'T mannetje moet nog bekennen dal het, om bij Jan Van Leffiinghe eene goede note le bekomen, treffelijke burgers schandeloos uitgescholden heeft als aanhangers eener ongodsdienstige sekte opstaanders tegen God, liberale slaven mannen zonder grondstelsels, die de godloosheid der XVIID eeuw voortzettende, alle godsdiensten willen vernietigen. En dat staat al in zijn boekje.... en nog veel andere reden die 't ventje te lang vindt om in 't vuilblad le melden en waarvan de Toekomst reeds eenige schetsen gegeven heeft. Zoo dat nu eenieder, die niet stekeblind is, klaarlijk zien kan 't gene wij zoo dikwijls gezegd hebben, dat de kortgebreekte en rechtstaande macht, om hare hatelijke dwingelandij op 't volk te verzekeren, nietophoudtvan,—doorlaster,logentaal en valsch- heid,haat, tweedracht en vijandschap tusschen de burgers te zaaien. En 't onvoorzichtig ventje hield er zoo straf aan om die revolulionnaire handelwijs der zwarte ongodsdienstige sekte aan geheel de wereld te laten kennen, dat hij den huissier te beene gesteld heeft, omdat de Toe komst zijnen rimram in haar eerste nummer niet gedrukt had Welke drift en welke hevigheid, daar nochtans 't zwijgen onverbeterlijk was 1 Omdat de liberalen zich verdedigen tegen de aanvallen der jesuiterij die de wereld meester wordt en ons, gelijk Spanje, in eenen burgerlij ken oorlog brengt, zijn zij daarom opstaanders tegen God 'T mannetje heeft schoon Vanlieres of Dezutters boekje uitlehalen, het zal aan geen een redelijken man doen gelooven, dat God en de rechtstaande kortgebroekte macht der broerkens en der principaaltjes de eene en dezelve zaak is. Dat hooveerdig tabakmannetje was reeds lang bekend om zijne botte glorie en nu wilt het zich doen aanzien voor God of een stuk van God zelve! De afgoderie gaat te verre Met al de geleerdheid die men in 'tsi menarie opraapt, spreekt 't mannetje van de godloosheid der XVIII" eeuw. En och heere 't spreekt daarvan gelijk de blinde van de koleuren, en 't weet daar zooveel van als Pitje Ballieu 's hondje. Misschien heeft het in 't seminarie hoo ren spreken van eenige der vermaarde wijs- en staatgeleerden die gedurende de XVIIIe eeuw, in hunne verhevene schriften de schandelijke mis bruiken van den goeden tijd gebrandmerkt hebben: misschien heeft hij eenige hunner namen in zijn mirakuleus boekje gelezen. Maar Juiltje heeft nooit geen letter van die schriften mogen lezen, omdat ze O. 11. M. de jesuite kerk al in den Index gesteld heeft, uit vrees dat ze de oogen van 't publiek zouden openen op de heu veldaden van het pupismus. En 't is alzoo dat de muizekes, de joachims, de korsel-snoerders, de Basiliussen Lacordaire, de tweetanders, de krulle- bollen en de principaal tjes daar tegen afloopen juist gelijk de grauwe Julie, zonder te weten waarvan zij spreken. 'T ware curieus te hooren van welke onder de godlooze schrijvers der XVIII' eeuw 't ventje spreken wil, en 't ware ons zeer aangenaam van eenige regels uit hunne schriften in zijnen naasten brief te lezen: 't ventje weet niet dat geheel de grondwet van Belgie en de gerustheid van ons land gesteund zijn op wat hij zoo bespottelijk de godloosheid der XVIII6 eeuw noemt Die goddeloozen hebben veel geschreven op de vrijheid van geweten en van wetenschap die, tot spijt der reqhtstaande kortbroeks in onze grondwet opgenojneia is, Wij weten wel dat den afgevallen franc-magon van Rome die schoone vrijheid vervloekt en 't principaaltje moet doen gelijk zijnen meester. Maar M. Berlen, alhoewel hij gekozen is om de ongodsdienstige sekte te verpletteren en de macht der kortbroeks te hon den recht slaan, zou tegen die vrijheid geen enkel woord'durven zeggen in de Kamers Proef, dal Juiltje en 't boekjes rimram goed zijn voor kwe zels, luiters en oude wijfs. '1' is mogelijk dat de hooggeleerde doktor Civiale eens aan zijn mclkbleek neeflje gesproken heeft van zekeren doktor Chapius die namens 0. Z. Moeder de H. Kerk en op bevel van den gezalfden Bisschop van Luik levendig ver brand is geweest, omdat hij, gelijk wij, liberaal was en zijne medeburgers uit de dwin gelandij der papen verlossen wilde. Maar, in de seminarien, spreekt men niet van zekeren Gior dano Bruno, die levendig verbrand is geweest te Rome, omdat hij bewees dat den aard bol draait rond de zon en niet de zon rond den aardbol: dusdanig dat het vertellingske van Josuè' die de zon deed stil staan, maar onnoozele praat is. Welnu de liberalen rechten een standbeeld op ter eere van die twee martelaren der vrijheid van wetenschappen daar integendeel de zwarte ongodsdienstige bende eene kroon verschaft heeft in den jesuiten hemel, aan den bloeddorsti ger! beul Pius V die, namens zijne kerk, aan Karei IX en aan Philippus II gebod gaf van in Vrankrijk en Belgie, alle hervormde kristenen te rabraken en te verbranden, hunne vrouwen kinderen leven dig le begraven 't Mannetje zou moeten weten dat het de gode loosheid der XVIII0 eeuw is die al zulke gods dienstige moorderijen heeft doen eindigen en dat zij de kerkelijke moordenaars aan de misachting overgelaten heeft van al wie een menschelijk hert in zijn lichaam bezit Hedendaags, kunnen de opvolgers van Pius V de liberalen niet meer verbranden. Zij moeten zieh vergenoegen met dezelve uit le schelden en te ruineeren't Is altijd zooveel gewonnen voor hunne moeder de jesuite kerk. Nog een woordeke op de liberale slaven. Met het oogenblik dat een jongen zijnen broek laat afsnijden tol boven de knieën, en de zwarte sleppe aantrekt, is hij member der rechtstaan de macht, maar hij wordt ook zoo even eene verstrekte slaaf naar ziel en lichaam. Hij is, als 't ware geestelijk onman en wij zien dagelijks dat zulks te veel of niet genoeg is. Hij moet gaan waar hij gezonden is, dansen gelijk men schuifelt en alles doen wat men hem oplegt. Is hij benoemd als adjudant van eenen kindsgeworden pastoor, oppasser in eenen nonne- kloosler of pennelekker bij een bisschoppelijk vuilblad, hij moet gehoorzamen. En geen observatien in de bende Indien het Jantje van Leffiinghe behaagde, bij voorbeeld, van 't princi paaltje uit 't kollegie naar Lapscheure te jagen 't mannetje zou moeten buigen gelijk een riet. Het wordt reeds verboden aan 't ventje van de boeken te lezen waarvan het spreekt; 't is de lessen voorgespeld welke het moet geven in 't kollegie en een enkel woord van Jan ware genoeg om liera zijn broekje te doen afdoen, gelijk het gaat met een droeven jongen. Zeg Juiltje zijn-er ook zulke liberale slaven? Volgens 't spreekwoord, als men eenen hond aan den keten legt, wordt hij duI Is het misschien daarom dat al onze gebondene kortbroeks zoo briesschende geworden zijn Wij verhopen dat, om op deze vraag te antwoorden, 't mannetje, de permissie zal bekomen nog een briefje uit zijn boekje te trekken en naar de Toekomst te zenden. Poperinghe, den 27 Juni 1876. Wij zouden gelooven te ontbreken aan alle goede broederlijke gevoelens, indien wij aan het artikel in het Nieuwsblad, geschreven uit het bisschoppelijk kollegie van Poperinghe, op den goeden en katholieken uitval der kiezing, niet antwoorden met op onze beurt uit le roepen God zij geloofd Gebenedijd zij den H. An- tonius omdat hij op dezen kostelijken dag al zijne katholijke verkrns liber en los gelaten heeft: de H. korset-snoerder, de II. Joachim, de H. Gusten de krulle, de H. muiskens, 't principaalte met zijn boekje, de H. Basilius Lacordaire II met zijnen aanhechtigen en niet min heiligen Bruno Acx, belast en beladen met al zijne vonnissen, hertelijk dank Iedereen kan wel verstaan dat, ten gevolge van dezen goeden uitval, de katholieke kopstukken van Yper, vergezeld door een muziek genoemd: de Blauwe Koussen op Zondag II. aan onzen representant, M. Berten, hunne geluk- wensching zijn komen brengen. M. Berten had op voordeel zich verstaan met M. B. Ghillebaert, op welke wijze hij deze kerels moest ontvangen, en naar den uitleg op de waarde der personen gegeven le hebben, M. Ghillebaert was van gevoelen deze te brengen in eene weide, net zoo als hij zijne kachtels en muilezels stelt, welke hij alhier in groot getal brengt uit Piccar- dien. M. Berten deelde aanstonds in dit gedacht en heeft de weide van een zijner hofsteden, bij de statie van den ijzcrwtg, gebruikt door Louis Van- caeyseele, ter hunner beschikking gesteld, bene vens twee tonnen bier en wat roggen brood tot hun voedsel; ongelukkiglijk de bekwame Pruis was afwezig. Verscheide redevoeringen werden uitgekraamd door de Ypersche kopstukken zoo alsMuzette, Boutspille, Streul en Buykbie, welke beant woord werden door de vermaarde kroot-eter VanutbergheLouis Venynt, de Orgel pisser, Laitcliaud de Bruxelles en con- soorten. De vette welke zij op de weide gelaten hebben zal de schade niet kunnen vergoeden welke zij aan hel gras veroorzaakt hebben en Vancaeyseele vraagt eene schadeloosstelling aan zijnen eigenaar M. Berten. Omtrent den avond zijn zij vertrokken in yoi- turen, rond en dikke van eten en drinken, bij zooverre dat er een van de vpiture gerold i$ en f

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1876 | | pagina 2