Gazette van 't arrondissement IJ peren.
Onze Drinkwaters.
N' 759.
15e Jaar.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen,
Politieke berichten.
LUCHTSTEENEN.
AANKONDIGINGEN
II EC LAM EN
ABONNEMENT:
In de wetgevende kiezingen welke
zondag in Frankrijk hebben plaals ge-
bad, voor zes volksvertegenwoordigers,
zijn vier republiekeinen en twee bona-
parlisten gekozen.
Een fransch blad heeft de circulaire
afgekondigd welke de minister van oor
log den 8 september heeft doen zenden
aan de divisie-generaals, om te berinne
ren dat zij troepen en geene gewetens te
bevelen hebben. Zeer duidelijk en in een
uitmuntenden geest opgevat, wordt dat
stuk doorde liberalen algemeen geprezen.
De fransche ministerraad heeft zich
woensdag om 2 ure vereenigd. De be
raadslaging heeft voornamelijk geloopen
op de oostersche kwestien. De minister
van builenlandsche zaken. M. Decazes,
heeft zijne collegas breedvoerig onder
houden over het gesprek dat hij met
prins Orlof heeft gedaan en heeft den
raad kennis gegeven van de reeks depe-
cben, door de gezanten van St-Peters-
burg, Berlijn en Weenen te Constanti-
noble verblijvende, gezonden.
Men bad bet gerucht verspreid, dat
leu gevolge dier beraadslaging, er beslo
ten was de Kamers op 17 oclober te
vereenigen, maar men denkt algemeen
dat het gouvernement dea 50 oclober zal
kiezen als datum tot bijeenroeping der
Kamers.
Uit Constantinople meldt men nog dat
Biza pacha minister van koophandel is
Vuur steenen, luchtsteenen aëroliethen,
meteorieten, of hoe men die lichamen wil noe-
benoemd Mahmoud-Damal pacha volgt
hem als grootmeester der artillerie op.
Een artikel van den Journal des
Debats over de zaken van liet Oosten
brengt ecne groote ontroering te weeg.
Evenwel vindt men dal de toestand sinds
maandag niet veranderd is en men be
grijpt die overdreven ontroering niet.
Het artikel in kwestie had betrek over
een voorstel van Oostenrijk aan Rusland
om gewapenderhand in de zaken van
den Oosten tusschen te komen.
Het antwoord van het lurksch gou
vernement aan de gezanten, is dinsdag
nacht te Parijs in bel ministerie toege
komen dat antwoord is niet beslissend.
Hel wordt bevestigd dat Oostenrijk
zich
wil gelasten met het bezetten der
Balkansche provintiën maar op voor
waarde dat die bezetting door eene con
ferentie der mogendheden wordt beslist.
Men denkt dat er pogingen zullen
aangewend worden om eene conferentie
bijeen te roepen.
In afwachting zouden de mogendheden
zich beijveren te Constantinopel en te
Belgrade, om de vijandelijkheden te
doen ophouden.
Rusland schijnt er op bedacht te zijn,
aan zijze vloot eene aanzienlijke uitbrei
ding te geven, wat, Engeland natuurlijk
met lede oogen zien zal. In het begin
toch van Augustus, zegt de Neue Freie
Presse, moet tusschen de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika en Rusland
een overeenkomst zijn gesloten, waarbij
de eersten in Kamschatka een haven met
daarbij behoorend terrein verkrijgen en
daarvoor geeft de regering van Washing
ton aan Rusland 16 monitors, ter waarde
van 16 millioen dollars. Korten tijd ge
leden moeten reeds 4600 russische zee
lieden in burgerkleeding naar Amerika
vertrokken zijn om de vloot te bemannen
en in ontvangst Ie nemen.
Uil Belgrade wordt ons getelegrafieerd
dat de Turken met 20,000 man en 40
stukken kanon bet Serviesch leger, nabij
Gredelin, hebben aangevallen.
Na een gevecht dat ongeveer 12 uren
geduurd beeft zijn de Turken met
groote verliezen afgeslagen.
Het Serviesch leger heeft zijne stellin
gen op de hoogte gehouden.
De Reichstag te Kopenhagen is maan
dag zonder troonrede geopend.
De voorzitters en onder-voorzitters
zijn herkozen.
Uit Rome meldt men dat Turkije aan
het Vatikan een ontwerp van concordaat
heeft gezonden, de moeilijkbeden rege
lende met de armeniaansche kerk en de
volledige vrijheid der roomsche katholij-
ken waarborgende.
Het valikaan heeft dat ontwerp in
princiep goed onthaald.
(Zie ons nummer van 1" October 1876.)
Ons voorig onderzoek van het zuive
ren van Zillebeek-vyver heeft ons ge
bracht tol het besluiten dat wanneer men
denzclven droogtrok, gedurende eenige
maanden niet meer zou kunnen den
kasleelgracht spijzen. Zoodan, aangezien
de stad voor eenigen tijd niet zonder
water kan gesteld worden zou meu
moeten trachten de waters van den
majoor-gracht in den kasteelgracht te
leiden. (Gelijk of iedereen weet zijn deze
waters thans gescheiden door den IJper-
lée, die langs den waterkeerbij de
Rijselpoort de stad binnenstroomt). Ten
dien einde zou men moeten een pompend
tuig gebruiken in beweging gebracht door
eene locomobile b. v., want men moet
weten dat het water in den majoorgracht
komende van den Dickebusch-vijver,
omtrent een meier leegcr is dan dal uit
den kasteelgrachl wiens water van den
Zillebeek-vijver komt. Ten anderen
wanneer men rekening houdt dat de
kasleelgracht omtrent vier maanden
lang de stad kan spijzen, zal men begrij
pen dat deze pomp maar ten hoogste twee
maanden zou moeten werken.
Wij hebben een der middels aangeduid
welke men zon kunnen gebruiken tol het
kuischen van den Zillebeek-vijver; er
beslaat nog een ander middel, welk,
volgens ons, alzoo zeker en gemakkelijk
is om uitvoeren, en dat aan de slad het
gebruik eener pomp zou sparen. Wij
zullen dus met er baast de schets van dit
tweede middel geven
Wanneer het water teenemaal afgela
ten is, zou men op zijne grootste lengte
eenen dam moeten maken ten einde den
vijver in twee deelen te scheiden. Deze
voorloopige opdelving zou de volgende
voordeden opleveren
Vooreerst zou men des winters eraan
kunnen werken en een groot getal men
schen kunnen arbeid verschaffen en
langs den anderen kant zou de spijaing
der slad er niets door te lijden hebben.
Inderdaad de dam zou den vijver in
twee deelen verdeden, welke wij het
rechter en hol linker deel zullen noemen.
Veronderstellen wij dat men beginne met
het rechter gedeelte te zuiveren al den
beneden kant om al den opperkanl te
eindigen, binsldien zou het water dal in
de beek komt, in hel linker gedeelte
loopen, en door het sluis, in stads
grachten gelaten zijn. Dit water zou in
geencr deelen de werken kunnen hinde
ren die door den dam, waarvan wij
hoogst spraken, zouden beschermd zijn
zelfs indien door eenen stormwind den
dam doorgebroken werd. hel water zou
nog zijnen natuurlijken weg volgen,
aangezien men begonnen heeft al den
beneden kant met hel wegruimen van
den modder.
fSiii'cel: l)lxiiiu(lc«ti>aat, 39,
9 0 centiemen den regel.
45 centiemen dmi regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij
toegezonden worden.
fr. .fi—00 jaar» voor de sfcid.
fr. 4-50 voor geSsee! Kelgie.
Bnitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
10 eentienicn liet nnmmer.
Men schrijft in op al de posthni'eelen.
DE TOEKOMST
IJZEREN-WEG.
VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR
Poperinghe-Hazebrouck. 0-40. - 12-07. - 3-57
- 6 50
Poperinghe. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Kortrijk. 5-34. - 9-46.- I I-I5. - 2-35. - 5-25.-
Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Langemark-Oostende. 7-18. - 12-06. - 6-20.
Van alle kanten de» lands ontvangen wij lij
dingen over het luchtverschijnsel van Zondag
avond, dat ieders bewondering verwekte. Men
verzekert dat er op verscheidene plaatsen lucht-
sleenen gevallen zijn. Door luchtsteen verslaat
men eene soort van steenen, die uit hoogere
luchtkringen schijnen te komen en op de aarde
vullen als van vlammende meteooren gevolgd. De
eenen, gelijk de sterrekundige Laplace, beweeren
dat deze steenen uit vulkanen der maan zijn op
geworpen, anderen en met meer reden, denken
dat het kleine hemellichamen zijn, die in de
ruimte zweven, en door onzen aardbol aangetrok
ken worden, wanneer hare aantrekkingskracht
sterker is dan de kracht hunner beweging. Na
dergelijk voorval vindt men soms op de opper
vlakte der aarde ijzerachtige massas, waarvan hel
gewicht soms duizend kilogrammen overtreft.
Dit zijn voorzeker gevallene luchtsleenen. Ook is
de verschijning der vallende steenen een feit van
in alle oudheid gekend.
Wij treffen nog het volgende aan in een werk
van d1 T. C. Winkler, over de luchtsteenen
men, zijn «ngetwijfeld delfstoffelijke zelfstandig
heden die klaarblijkelijk uit de atmosfeer op de
aarde vallen, en wel als gevolgen van het barsten
van een vuurbol of bolide het zijn brokken van
zulk een hemellichaam. En daar is geen twijfel,
want men heeft duidelijk de brokken van zulk
een barstend vuurbol op aarde zien vallen, en
kunnen aanraken, terwijl zij nog heet waren.
Soms dringen zulke luchtsteenen diep in den
bodem. Zoo, bij voorbeeld, ligt er in den grond
van het eiland Lania Uwaï een aërolielh van 6 lot
7 meters in doorsnede, die men tot heden te ver
geefs getracht heeft uit den grond op te halen.
Als men zulke steenbrokken aanraakt, onmid-
delijk nadat zij op aarde gevallen zijn, brandt men
zich de hand daar aan, maar zij koelen snel af,
waardoor bewezen wordt dat die hooge tempera
tuur slechts aan de buitenste gedeelten, aan de
korst, en niet aan de geheele massa eigen is. Men
gelooft tegenwoordig vrij algemeen dat de boliden
in zekere betrekking staan, wat hun oorsprong
en wijze van bestaan betreft, met de menigle van
kleine planeten die rondom de zon wentelen, en
dat zij waarschijnlijk zeiven een deel uilmaken
van ons zonnestelsel.
Hoe dit alles ook zij, zeker is dat de luchtstee
nen die op de aarde vallen, voor ons zeer belang
rijk zijn, als brokken van lichamen die vreemd
zijn aan den bol die wij bewonen. Daarom ver
zamelt men ook tegenwoordig vlijtig alle meteo
rieten die men kan vinden, en reeds vindt men
belangrijke verzamelingen te Parijs, te Londen,
te Weenen, en op eenige andere plaatsen in Hol
land vooral die van prof. von Baumher, te
Haarlem. Die te Parijs onder toezicht van
Daubrée, bevat monsters van 240 boliden, terwijl
er volgens Flammarion gezamenllijk in de
verschillende verzamelingen slechts 255 verschil
lende gevonden worden.
Voorbeelden dat er door het vallen van zulke
gloeiende luchtsteenen brand ontslaan is, üjn
niet zeldzaam, en men kent in 't geheel 44 geval
len dat menschen gedood zijn door het vallen van
een steen uit de lucht. De grootste steenen die
uit de lucht zijn gevallen, zijn de volgenden De
aërolielh die op den 15 juni 1821 te Juvénas in
Frankrijk is gevallen, weegt 92 kilogram zonder
de verspreide stukken te rekenen. Die van Ghile,
gevonden tusschen den Rio Juncal en Padernal in
de Cordilleras van Macama, weegt 104 kilogram.
Hij is op de tentoonstelling van 1867 te Parijs te
zien geweest. Die van Murcia, in het museum te
Madrid, weegt i 14 kilogram. Die van Engisheim
welke in 1492 daar gevallen is, weegt 158 kilog.
Maximiliaan I heeft hem zien vallen. Deze steen
drong bijna twee meters in den grond, en is
langen lijd als een wonder in de kerk bewaard.
De luchtsteen die op 25 december 1869 te
Moerzoek te midden van een troepje Arabieren is
gevallen, moet nog zwaarder zijn, want hij heeft
bijna een meter in doorsnede. De aërolielh van
Caille, in Frankrijk, die lot eene bank bij dp deur
van de kerk heeft gediend, inaar tegenwoordig in
het museum te Parijs is, weegt 625 kilogram. De
aërolielh die in 1810, in den nacht tusschen den
20 en 21 april, te Sanle-Roca in Nieuw Grenada
is gevallen, weegt 750 kilogram. Toen men hem
vond, lag hij bijna geheel in den grond. De
grootste en zwaarste luchtsteen die tot heden
bekend is, is de aërolielh die door den veldlocht
derFranschen in Mixico, naar Parijs is gekomen
en niet minder dan 780 kilogram weegt.
De scheikundigen hebben door eene menigle
ontledingen bewezen dat de luchtsteenen geene
enkele stof bevatten, die ook niet op of in de
aarde wordt gevonden. De grondstoffen die men
er in heeft ontmoet, zijn ten getalle van twee-en-
twintig. Ongeveer naar de hoeveelheid gerang
schikt, zijn het dc volgende: Ijzer, magnesium,
silicium, zuurstof, nikkel, cobalt, chroon
mangaan, titaan, tin, koper, aluminium, kalium,
natrium, colcium, arsenik, phosphooi-, stikstof,
zwavel, sporen van chloor, koolstof en waterslof.