POFERING] Stadsnieuws. Briefwisseling der Toekomst. Over eenige jaren begroellen de kleri kale gazelten den Koning mei den titel van Z. M. den Uproer Nu beginnen ze op nieuw met dat eerloos verwijt le spelen. Ziehier wat wij in het bisschop pelijk blad van Luik, de Gazette de Liège lezen Wie regeert in Belgie De vrees voor den oproer en diesvolgens de op- roer zelf. Die vrees heerscht in het paleis des Konings, zij beslaat in de ministeriëele hotels, zij zetelt in het parlement, zij doet overal hare over- heersching gevoelen. Eiwel aangezien gij het wilt, kleri- kalen, ja de opstand is overal gebieder -maar wat gij opstand heet, dal is het onwankelbaar besluit van al de goede burgers, zelfs met de wapens in de hand, al de vrijheden le verdedigen dat zij ten prijze van hun bloed gewonnen hebben die vrijheden die gij thans uitspuwt, na dezelve in 1830 gestemd hebben en die gij thans als eene pest uitmaakt, na er voor op den buik gekropen te heb ben die vrijheden die gij zegt met eene zinnelooze verwaanheid te zullen afschaffen, na er eerst een werktuig van gemaakt te hebben tot uwe overheer- sching. Ziedaar de opstand die heerscht in bet land en bij is fier aan zijn hoofd te heb ben eenen Koning getrouw aan zijnen eed gezworen aan de Grondwet BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. ItOUSBRïGGE. Samenspraak tusschen Pé, de kaarte- slaagster, Toone, Técla ZurkelMathüde en Bonvarlé, Toone(woedende). Tes voes, ce voes regardez pas. IJperen, den 44 April 1877. Scïaool|»enuüug.-Vorige lijsten, fr. 9,270-44 De Sultan, 4 7-80 Schaapstal, 8-50 Witte Klakken, 8-20 Zalm, 45-81 Spore, 8-49 Zilver Hoofd, 3-72 Aux Armrs de France, 2-49 Boerenhol, 2-44 Eene partij pijkezot-jagen tusschen han delsreizigers in den Sultan, 4-01 Eene partij pijkezot-jagen tusschen han delsreizigers in den Sultan, 2-75 Eene partij Marmijlen in 't Schaapstal 4-50 Zotten-jacht, (Zilveren Hoofd) 0-50 Uitgaven tot heden, 9,346-05 6,018-45 Blijft in kas fi*. ScBiooac kunsten. - Onze stadsgenoot de heer Ad. Flamandbeeldhouwer, thans Antwerpen bewonende, en waarvan wij over eenigen tijd in de Blauwe Zaal, ten stadhuize, zijne kunstgewrochten heeft kunnen bewonderen, komt zich dit jaar bijzonderlijk te onderscheiden op het pad der kunst. Voor het eerste jaar dat hij de hoogste klas bijwoont (klas van het levend model) op het Akademie te Antwerpen, mag men zeggen dat hij reuzenstappen doet De uitslag der verschiilige prijskampen waaraan hij deel nam zijn verbazend Twee eerste prijzen, Vier tweede prijzen, Twee derde prijzen, en bijgevolg twee van uitmuntendheid Tegenwoordig is de jonge 31. Adolf Flamand, medekamper in den voorbereidenden kamp van Rome, waarvan wij op 50 april aanstaande den uitslag onzen lezeren zullen mededeelen. IJperen zal in dien jeugdigen kunstenaar eenen perel vinden om later aan de stadskroon te blinken. Witte Klakken. - Donderdag avond heeft deze maatschappij eene serenade gegeven aan M. Jules de Laveleye, haren Eere-Vool'zilter, ter gelegenheid zijns naamdags. 31. Deveust, Onder-Voorzitter heeft bij het overhandigen van twee prachtige ruikers den Eere-Voorzitter renige omstandigheidswoorden toegestuurd, waarop 31. de Laveleye, zeer aange daan en overtuigd geantwoord heeft. Die heer, bedankte de moedige leden der Witte-Klakken, over hunne volhouding niettegenstaande het geschreeuw onzer politieke vijanden, die op deze Jlaalschappij Barabas roepen hij beloofde zijne ondersleuning aan de mannen die durven hunne woorden en daden in overeenstemming brengen. In den nood zullen alle goede burgers zich de hand geven om het vaderland, zoozeer in gevaar gebracht door onze onvoorzichtige vijanden, le beschermen en te redden. DeElverdinghe-slraat, waar de heer de Laveleye woont, heeft gedurend de serenade, die omtrent een uur eo haif duurde, talrijke bezoekers gehad. Het onthaal bij dien heer was overheerlijk. De heeren muziekanten, onder het bestier van den heer Bodar hebben blijken van kunde aan den dag gelegd. De Fanfare der Witte Klakken mag gerangschikt worden onder de beste onzer stad en 31. Bodar haalt eere over zijn werk. van den 6" tol den 13" April 4877. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 6) zl)me|) Vrouwelijk ld. 4) Bujardin, Edgard, meubelmaker en llaillard Euplirosina, kanlenwerkstrr. Verwaeide, Leo- nardus, daglooner en Aernout Octavia, kanten- werkster. Dobbclaere, Carolus, koetsier en Colpaert Mariadienstmeid. Grimmonprez, Gustavus, meesterknecht en Dieryck Stephania, dienstmeid. Böhm, Franciscus, kunstschilder en Germonpré Rosalia, zonderberoep. Van Becelaere, Arsenius, 65 jaren, zonder be roep, weduwenaar van Sosepbina Candeel, Mee- neustraat. Bouckeljoen, Calharina, 78 jaren, zonder beroep, ongehuwd, St. Jans-Hospilaal- straat. Vannest, Emilius, 24 jaren, zwinge laar, ongehuwd, Jleenenstraat. Vanderheyde, Josephus, 70 jaren, zonder beroep, weduwenaar van Theresia Wallaeri, Dixmudestraal. Har- teel, Joanna, 82 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Weninckslraat. Deseure, Amelia, 00 jaren, zonder beroep, weduwe van Carolus Duyck, hond- straat. Berten, Leopoldus, 08 jaren, hovenier, echtgenoot van Julia Boyava, Brielen nevens Ypereu. Kinderen beneden (Mannelijk geslacht 3) de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 3) den 14 April 4877. Paasch biecht. Biechtvader. Hoe komt hel dat wij u op de laatste gcmeenle-kiezing niet gizien hebben? Gemeente-kiezer. Eerw. Vader, 't was niet noodig van te komen. B. 'T was zeer noodig, emdat wij in alle om standigheden de goede van de slechte moeten onderscheiden. G. 'K zou toch in consciëntie moeilijk kunnen stemmen hebben voor zekere personen die, om hunne onbekwaamheid, mij geensinls schijnen in den gemeente-raad op hunne plaats te zijn. B. (hevig) Wat is dat nu Als de geestelijkheid goede burgers verkozen heeft die bereid zijn de ware religie te ondersteunen, zijt gij wel stout van haren keus niet goed te vinden weet gij misschien beter dan wij, wiedenoodige bekwaam heid heeft Zijn wij uwe herders en uwe rechters niet, uit naam van God G. Nochtans, Eerw. Vader, ik ben Poperinghe- naar en gij niet Ik hen 53 jaren oud en van kindsgebeente af ken ik zekere dwaze boeren, die daar zitten gelijk kachttls rond eene tafel.... B. (razend) Ah onze kandidaten staan u niet aan en gij durft er mede den zot houden Gij zoudl zeker liever den eenen of den anderen van die ongodsdienstige liberalen op T stadhuis zien 'l is misschien omdat die gasten wat koophandel kennen en vva( meer verstand hebben van we- reldsche zaken of openbaar bestuur Maar zijn zij daarom beter dan brave landslieden, die bovenal de geestelijke belangen in 't oog hebben Gaan de zaken dei' 11. Kerk niet altijd en overal voor de zaken der stad en zelfs van geheel 't land G. (Eenigzints verschrikt). Nu, Eerw. Vader 'k heb toch geen kwaad gedaan met niet te stem men, dewijl niet een liberaal voor den gemeente raad gekozen geweest is. B. Ook, is dat de eenige reden waarom gij deze maal nog absolutie zult hebben. Ik verhoop dat gij in de toekomende kiezingen voor de geheele lijst van uwe geestelijke overheden zult stemmen. Voor uwe zalige penitentie lees twee maal de zeven psalmen, drie maal de litanie van alle heiligen en omdat gij u niet hebt laten zien op de kiezing, zult gij u Zondag aanstaande laten zien in de kerk met, na de vespers, den 14. Kruis weg te gaan. Abbetje. (Weggevlucht uit Brabant en verborgen in 't klooster op den Katsberg.) Eerw. Vader, ik heb aan de bekoringen van 't vleesch niet kunnen wederslaan. Een meisje van zeven jaar, dat ik moest onderwijzen voor d'eerste communie, heb ik Biechtvader. Dat is eene groole zonde tegen de goede zeden A. Ook heb ik berouw over mijn kwaad 'K moet er bijvoegen dal Satan mij nog bekoord heeft met een meisje van negen jaren, en B. Wel, wel Hebt gij niet gedacht op de schande die gij op 0. 31. de H. Kerk zoudl trek ken, indien zulke zaken door de justitie gekend waren en ter kennis kwamen der slechte ga zetten A. Ja, en mijn leedwezen is daarom te groo- ter.... Ik had nochtans alle middelen ingespannen om de eer van O. 31. de H. Kerk niet bloot te stellen, want 'k had de meisjes bedreigd met de hel en al de duivels, indien zij aan iemand daarover durfden spreken... 31aar de moeder van 't jongste meisje.... B. (haastig) Ongelukkig Is het uitgekomen A. Neen, Eeew. Vader, weesl gerust. Zij had maar eenige vermoedens opgevat en haar kind doen klappen. Zij is alsdan raad gaan vragen aan haren biechtvader en alle middelen zijn aanstonds ingespannen geweest omdat de zaak niet rucht baar zou komen. BJa maar, indien hel uilkwame A Wij hebben reeds eenige goede getuigen die mijne onschuld voor de rechtbanken zonden bevestigen, en wij zullen gemakkelijk de kintlei s leugenachtig maken, indien het noodig ware. B. Is men zeker daarin te gelukken A. Ongetwijfeld, want den advokaat van t bis dom zegl dat er geene klare bewijzen bestaan en dat hij de zaak op eenen goeden voet gebracht heeft. B. F.u hi e zijt gij hier gekomen A. Uil vrees dat er van zou gesproken zijn. Ik ben voor eenigen lijd bij de trappisten gezonden, maar 't was niet noodig, dewijl men mij over twee dagen geschreven heeft, dat de moeder aan haren biechtvader beloofd heeft, geheel de zaak verborgen (e houden. B. 31ogr hel God gelieven Nu, moet gij in het toekomende wel opletten. Gezien iiw leed wezen en omdat er geen schandaal gegeven is geweest, zult gij voor uwe zalige penitentie eenen Vader ons en een wees gegroet lezen. Biechtvader. Ah, 't is gij Gij staal op de lijst der slechte kiezeis. Rentenieruit de stad. Eerw, Vader, 'k ben hier niet gekomen om te spreken van kie zingen, maar om te biechten. B. (spottend) Ja, om te biechten wal gij wilt, maar niet wat gij moet biechten... Gij zijt van de Philharmonie, gij hebt gestemd voor Van- denpeerehoom en gij leest slechte gazetten. 3Iaar, al dat moet gij niet biechten R. M. Vandenpeereboom is een voortreffelijke, weldoende man, die aan menigvuldige familien dienst bewezen heeft en die aan 't welzijn van 't arrondissement en van geheel Belgie verkleefd is. B. Ja, ja... en voegt er maar bij, dat hij een slechte liberaal is, een kerkvervolger, een godde- looze, die aan de katholieke kerk hare studie beurzen heeft helpen stelen, een valschaaed, die in den schijn wel stond met zijnen kozen 31. Malou en zelfs met vele priesters, maar die nu geheel en gansch naar den slechten kant gedraaid is, en dat hij de meisjeschool R. (grimlachend) Wees bedaard, Eerw. Vader, 't ware te lang om bier te antwoorden op alles wat gij daar zoo haastig aanhaalt. I.aat mij hier eenvoudig biechten en gij zult mij plezier doen, indien gij wilt eens komen wat klappen ovei politieke zaken. B- 'K heb met uwen polilieken praat geene affairens. R. Waarom komt gij dan zelve daarmee uit, waar het niet le pas komt B. 'T is juist llier dat het te pas komt en zoo wel te pas, dal ik geern zou weten of gij bereid zijt, ja of neen, om in het toekomende voor onze kandidaten te stemmen R. Voor uwe kandidaten voor 31. Biebuyck, die zich evenwel distingeerit in de Kamers als voortijds op 't tribunaal voor 31. Struye, die maar goed is om wereldlijke vader te zijn in een iiorineklooster of voor 31. Berten, wiens mond zoo straf gesloten is als zijne deur en zijnen geldzak B. (over van gramschap) Zoo dat gij nog de stoutmoedigheid hebt van mij hier le komen uitlachen R. Die wat verdient, moet wal hebben. 'K weet nu voor laog dat de biechtstoel maar de weg meer is naar de stembus. Eh wel, mijne burger lijke vrijheid zal ik legen uwe biisabsolulie niet verwisselen, noch mijne vaderlandsplichten aan de priesters slachtofferen. Gij moogt uwe abso lutie voor de domme boerenkiezers bewaren B. (woedend) Wij zullen zien op uw sterfbed R. Ja 'k verwacht u daar gij zult zelve komen schoon spreken om mij uwe Gazet, Trom pet en Busabsolutie te verkoopen voor eenen grooten uiivaard Jlaar, ik ook, zal dan zien wal er mij le doen staat.... (Hij vertrekt). De Biechtvader gaat in de sakristie een glas water drinken. Over eenige dagen en katholieken belastbaren burger dezer stad deed zijne aanmerkingen en klachten aan een van onze gekruinde kortbroeks en kiesdrjvers, over de 4"7 nieuwe centimen opcenten verhooging, gestemd door onze achtbare raadsheeren op de grondlasten en het personneel, en vroeg er de oorzaak van. Dezen II. man ant- woorde eenvoudiglijk dat de oorzaak ervan was het spijt onzer gekruinde en ongekruinde slads- overhiden over de stoutmoedigheid met welk de liberalen hun veidedigen, zoo schriftelijk als mondelingen tegen onze aanrandingen om de Philharmonie le doen scheuren en verpletteren.Ja maar, Eerw. Vader, riep onzen katholiek uit, waar het niet mogelijk ons builen deze verhoo ging le laten en deze lasten te leggen uilsluitelijk op dezen die zulks verdienen Neen lieven vriend, anlwoorde op nieuw onze kortbroek, ongelukkiglijk de wet laat zulks nog niet toe, maar integendeel, en in vergelding dees wij schenken aan ul. al le samen, met de toe stemming van Jan Van Leffinghe, het aandeel der liberalen in al de voordeelen spruitende uit de giften van St Pieterspenning, na aftrek de 10 kosten van ontvangst verschuldigd aan den op volger van 31 gr Anlonelli, uit de giften van Zondag aanstaande voor de katholieke universi teit van Leuven den Vastenblok giften tot afkoop der Chineessche kinderkens uit het Lourdewater uit de overvloedige bloedstorting van Louise Lateau, welk mirakel is bekrachtigd geweest door onzen minister Delcour, op goeden vrijdag laatstuit de nieuwe inrichting door Huis-Muis, van de weldoeners der schaal, be staande in dagelijks (wee of drie zingende missen; uit de voordeelen van Deztillers boekje »an Brugge uit het kristelijk en zedelijk onderwijs pegeven door (te gekruinde heeren Duchesne, Bogaerls, Dangreville, Dubois, De Bra, Vanliere, Si aas, enz., enz., enz., aan de jonge kinderkens van beide geslachten uit de volle en ijdele aflaten, en nog veel andere voordeelen der H. Kerk, te lang alhier te melden, welk ul. tot de hemelsche glorie moeten leiden, en die, hoop ik, wel de 17 centimen opcenten vervangen. Dank u, Eerw. Vader, 't is geheel trooslig maar weinig voordeelig voor het lijdelijk, want hoven deze verhooging moeten wij nog ons deel betalen in al deze heilige uitvindingen in het lokaal der kommeeren, Merklplaals. PA Toone, ik wensch u geluk over den goeden uitslag uwer zurkel-expositie alsook over de goede inrichting die gij er hebt weten aan te geven en de behendigheid die gij gebruikt hebt tol het inrichten van de zurkel-tombola. Waar lijk, Toone, gij zijt den steunstok der armen. Sedert uwe aankomst alhier kunnen de armen hier schier renderen, daar zij van te vooren geheele dagen met ijdelen buik moesten staan te zonnen gij zijt een ware uitvinder, ik mag zeg gen een tweede uitvinder der schietpoeder, en ik verlang eens van u te hoorrn,hoe gij die schoone kunst van het kweeken der pompoenen en zurkel in onze streek hebt gebracht. Na uwe dood ver dient uw standbeeld te pronken nevens dat van den Jésuit Desmet. Kaarteslaagster. Pé, gij komt daar zoo even te spreken van de armen die ondersteund geweest zijn met de opbrengst van de zurkel- tombola. Zeker hebben de menschen daar deugd van, zelfs heb ik dezen avond eene sparredrager, Oostersch krimineel dronken, in een klein her- bergje gezien, hij riep: bazinne geeft nog erne pinte! het kan niet op, ik heb twintig franken van de zurkel gehad (Kalmer). Pé, ik zal u eens zeggen hoe ik dat sekreet van het kweeken en vervaardigen van pompoenen en zurkel ontdekt heb: In mijne jonge jaren heb ik mij bijzonderlijk toegelegd, om tot het ambt van accoucheur van de garde civiek le kunnen geraken, mijne ouders waren er tegen, zij hadden ongelijk, want ik had er zoo wel voor gediend, zij hadden mij liever zeeman gezien. Als een gehoorzaam kind deelde ik in hun verlangen en eenigen lijd daarna scheepte ik te Lapscheure in, aan boord van de Steamer La Calotle-frisée, voor Pernambouc, geladen met witte muizen en kommeeren. Na een langen overtocht, landden wij gelukkig in Brésilie aan, waar wij ons zoo spoedig mogelijk van onze vervelende koopwaren ontmaakten. Voor wedervracht hadden wij eene lading ruwe Brésillaansche zurkel aanboord welke voor mijne geboortestad was bestemd, gedurende de over tocht wierd hij gestoofd en lekker geprépareerd, en gelijk ik altijd eenen fijnen kadé geweest ben, heb ik meteens geheel de kunst afgesnuist en heb daar door het geluk mij tegenwoordig aan het hoofd te bevinden van een der nuttigste en lekkerste maatschappijen van den Continent. Pé. Toone, gij zijt een stiede kerel, uwe uitvinding verdient beloond te worden, ik zal al mijne pogingen aanwenden om u tot Ridder van het orde der Vledermuizen te doen verheffen. Técla. In plaats van onzen allerbesten Toone te versieren met een kruis, hetgeen ik zoo Schaarbeekachtig vind (stillekens, hij heeft er maar al le veel van, van nu) zoudt gij hem niet beter een hooger postje geven. Pé. Técla, daar zijn tegenwoordig geen hooge plaatsen open, ten zij een, de die van Mi nister Prélentionnaire bij den Koning van Mor- sabique. Técla (woedend). Ik wil Toone daar niet zien gaan met al die apen. Bonvarlé. Ik zou de eer willen genieten mijn kundig pinseel te gebruiken om Toones portret te maken. Indien zulks mij geoorloofd ware, wcest verzekerd dat ik aan onzen pom poen-en zurkel-held een portret zou kunnen aan bieden wel zoo schoon als dit welk ik op den toog van Auguste Leroi heb gekletst. Allen roepen leve Bonvarlé Mathüde. Pé, zou er geen middel zijn onzen teergeliefden Toone heilig te doen verkla ren vóór zijne dood Pé. Dal ware mottig, maar als Toone hem blijft gedragen gelijk als nu, tot op den dorpel der eeuwigheid, is hij zeker van eene plaats in den Hemel voor hem alleen te hebben zoo groot als hel vrijbosch. (Klin-geling-geling). Pé (hevig). Toone, men belt, doe open. Toone springt op, opent de deur, een rost vroumensch, in haren mantel gewonden, komt binnen, behandigt aan Pé een briefken, waar schijnlijk behelzende wat zij gedurende den avond gehoord, gezien en vernomen had. Pé overleest hel en schudhoofde zegde hij: Toone, geef haar daar een van die zantjes en dat zij ver- trekke om morgen nogrens op haren post te zijn. Op dat oogenblik verspreidde er zich eens klaps een onverdraaglijke warmen geur in de vergaderingplaats en men was genoodzaakt de zitting te verschuiven tot de toekomende week. 0

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 2