P0PBB1NME. Vlaamlerens ijzeren wegen. Stadsnieuws. de liberale fraktiën in diloogenblik meer dan ooil noodzakelijk is. Wij hopen dal men dit overal zal begrijpen en cr weldra bewijzen van zal geven. Sedcrl een tiental jaren hebben onze belgische financieschuimers, graaf Lan- grand-Dumonceau, T' Kint, Emerique, Philippart, enz., alles wel berekend, meer dan duizend miljoen franks dei- burgerij ontroofd Sedert dat de vlaamsche levenswijze zich alhier onder de burgerij moderni seerde a la Parisiennesedert dat het verteer grooler is geworden dan het gewin, en men des avonds in de brussel- sche straten ganschc benden vledermui- zen ontmoet, die met het vet van den schotel in hunne boudoirs gaan vliegen... werd er menig gat in de maan gemaakt door de afgeleefde ontrouwe kassiers en immer op de beurs speculeerende geld mannen. Wat al miljoenen werden er ook niet in den grond gedolven door zekere on dernemingen voor het afbreken en her opbouwen Hier is onze capitale heeft de heer- schende ziekte der afbrekerij menig mil joen nutteloos doen besteden. En wanneer we dan onze blikken over het vlaamsche land richten en de St-Pie- terspenningen, nieuwjaarsgiften aan den Paus, enz., overwegen, vervolgens de zotste der ondernemingen, Guatemala en Mexiko, niet uil het oog verliezen, dan weeral cijfert zich dal door miljoenen en miljoenen, ja lot verbazende sommen die uit onzen zak worden geklopt zonder een graankorrel nut te stichten. Over Afrika, die veel overeenkomst met Guatemala schijnt te zullen hebben, willen wo liefst maar zwijgen... Doch eene opmerking, waarvan ieder een de gegrondheid moet herkennen, is dat sedert weinige jaren meer dan twee milliard franks, twee duizend miljoen om zeep zijn Haddemen die gewonnen en gespaarde penningen der belgische burgerfortuin wat nuttiger besteed, ter verheffing onzer kwijnende nijverheid in de vijf vlaam sche provinciën, wat meer aan onderwijs besteed, de uitstervende visscherij ver zorgd, onze handelsbetrekkingen uitge breid, enz., dan zouden wij thans die doodende crisis niet moeten doorwor stelen. In plaats van onze stoffelijke belangen vooruit te helpen, werd ons geld door aartsdomme speculatien met volle treinen en schepen naar vreemde landen gevoerd, voor zekere nevelspeculatiën De papenheerschappij, tijdens 1850 ingehuldigd, het doorslecht anti-natio naal kloosteronderwijs dat er onmiddelijk opvolgde, de volslagene onbekwaamheid dergenen die zulk onderwijs genoten, is ook wel eene der hoofdzaken van de diepe dwaling... in fondsen en schep pingskrachten Wanneer dan zal men voor goed met het breekijzer voor den dag komen om dat dievenkraam af te breken Wanneer zal eindelijk iedereen be seffen, dat ons landje in eenen toestand verkeert die akelig is onder alle opzich ten (J. V. T. Vandezweep) Sedert eersten Januari draagt de Maat schappij onzer ijzeren wegen den rouw! Zij heeft de blinkende koperen plaat, welke op de deur harer hoofdburcelen te Kortrijk prijkte, vervangen door eene soort van doodskaart witte letters op zwarten grond Op die akelige kaart leest men Syndicat pour I'Exploita tion du réseau des Flandres of op zijn Korlrijksch Syndicaat tot het be nuttigen der ijzeren wegen van Vlaan deren. Wat beleekent dit? Is dit nogmaals ccnc nieuwe maatschappij Zal het de laalse zijn Onze ijzeren wegen hebben reeds in de handen geweest eener En- gelsche kompagnie daarna doopte men bet kind Naamlooze Maatschappij van Exploitatieen verder Maat schappij der Steenkoolkommen Wanueer zullen wij eens onze liniën door den Staat zien overnemen Wanneer Als wij naar de Kamers representanten zullen gezonden hebban die onze belangen ter harte nemen en anders doen dan ons paaien met beloften. (De Straal). Woensdag avond was de Elverdinghe- straat in feest. De fanfaren de Witte Klakken, gingen M. De Laveleye eene serenade geven om hem hun geluk te bewij zen dat zij gevoelden over zijn aanveerdén van het Eere-Voorzitterschap hunner so ciëteit. Deze muziekliefhebbers zochten van den beginne hunner inrichting naar eenen man die hunne strevingen zou begrijpen, om hun moed integeven, hun weerdighjk te verte genwoordigen in groote omstandigheden en hun te verdedigen tegen de schandelijke aanvallen der klerikalen en tegen de onver schilligheid van eenige koele liberalen. In den persoon van M. Jules De Laveleye hebben zij eenen Eere-Voorzitter gevonden, toegankelijk voor allen, begaafd met een dienstveerdig en open karacter,wijs-beraden liberaaldie begrijpt dat het geluk der grooten alléén in de fortuin niet gelegen is, maar in den omgang met al de klassen der samenleving alwaar men doorzijn minzaam heid de algemeen achting weet te winnen. Mocht dit stichtend voorbeeld door veel begoede liberalen gevolgd worden,zij zouden zich volkslievend maken en de liberale ge zindheid zou heropgebeurd worden, de ziekte der onverschilligheid zou welhaast verdwijnen en een geheel ander leven daagde op. Door voorzichtige handelwijze, rijp over leg en aanhoudende werking, niets over haasten, en met recht en rede te werk gaan, zie daar de voorwaarden, welk onder het Voorzitterschap van M. De Laveleye, het bestaan der Witte Klakken waarborcht. Laten wij deze gelegenheid niet ontsnap pen over den voortgang der spelende leden, onder het bestier van den kundigen muziek meester M. Bodar. De uitvoering der verschillige stukken der sérénade, aan den Eere-Voorzitter ge geven, was schitterend en er verdient lof toegezwaaid te worden aan M. Bodar die alles aanwendt om de Witte Klakken eenen rang te doen nemen onder de talrijke mu ziekgenootschappen onzer stad. Vrijdag avond, ter gelegenheid van het eerste bezoek van den heer De Laveleye in het lokaal der Witte Klakken was er aldaar een Concert ingericht. Degene die het programma gezien hebben en tegen woordig geweest zijn in het feest mogen zeggen dat zij in lang niets aantrekkelijker tegenkwamen. De liefhebbers die vlaamsche en fransche romancen, kluchtliederen, enz. gezongen hebben de verschillige stukken op den bandonion alsook deze door de fan faren uitgevoerd, lukten allen even goed. De tal-rijke leden die den Eere-Voorzitter zijn gaan geluk wenschen, hebben eene goeden avond doorgebracht. De plaats is hier te klein om verdere beschrijving van dit schoon feest te geven. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. CÏKUZEiXS.IiïI}. Zangwijze Men zij aan Scheld, aan Theems of Ryn geboren, enz. I. T'is te vergeefs, getracht liet licht te cloovrn, Het vrijheidslïchtdat opdaagt in t'verschiet, Gij die den mensch zijn rechten wilt ontrooven, En op hem als slaaf, minachtig nederziet. Nooit zult gij t'volk als vroeger nog doen heven, Voor uwe macht, uw heiligheid in schijn En op de kosten zijner dweepzucht leven, os Dat zult gij niet zoolang er Geuzen zijn II. T'is nutteloos getracht ons geest te krenken, Met uw mirakels, uw onfeilbaar woord Wij willen vrij het recht hebben te denken Naar ons eigen wil, gelijk t'een man behoord. Gij die ons zegtUw rijk is niet op d'aarde, Maar toch uw wet ons opdringt in l'latijn Die immers niets dan twisten tweedracht baarde, os Dat zult gij niet zoolang er Geuzen zijn F III. T'is te vergeefs, van ons gevergd te knielen, Voor uwe beelden en uw relikwiën Gij speculeert op t'welzijn onzer zielen, Opdat w'n de vrucht, van onzen arbeid biên. Gij zegt aan ons, de gansche week te vasten, Aan ons het water, maar, aan u den wijn Met onze zuur gewonnen centen kwasten, ca Dat zult gij niet zoolang er Geuzen zijn F' IV. T'is nutteloos, aan ons te doen gelooven, Dat gij de zendelingen zijl van God. Uw daden doen zijn luister steeds verdooven, En bij eiken stap, vertreêd gij zijn gebod Gij preekt aan ons, de kuischheid, goede zeden, Wijl ge al verderft, wat edel is en rein, En denkt hel uil te wisschrn door gebeden, os Dat zult gij niet zoolang er Geuzen zijn F V. T'is nu te laat, om brandstapels t'aansleken, Gelijk ge voor ons vad'ren hebt gedaan Der menschen vloek, zal d'euveldaden wreken, Die uw voorgeslacht lafhertig heeft begaan, Geloof het niet, gelijk in vroeg're tijden, Dal rede en recht, voor list en valschheid wijkt Wij zweren thans de Geuzen zullen strijden os Zoolang uw vaan op Neêrlands bodem prijktF' GUST. IJperen, 27 Januari 1877. WITTE KLAKKEN. Scïioolpciming.-Vorige lijsten, fr. 7,805-59 Omhaling gedaan in hel Banket van St. Sebastiaan (Gouden Hoofd), 55-50 La Charité, romance door Mijn heer César, 7-51 Totaal fr. 7,906-40 S' Sebastiaan. - Zondag laatst had het jaarlijks banket plaats, Ier gelegenheid der patroonfeest der Maatschappij. Het feest had plaats in het Gouden Hoofd hotel, alwaar de confraters van deze oude gilde zich vereenigd en eenige uren zich broederlijk verlustigd hebben. Onnoodig te zeggen dat het banket overeerlijk was en de wijnen uilgelezen. Lyre Onvrière. - Ten 6 1 fz ure des avonds van Zondag laatst, had er in de groote bovenzaal van het Zilveren Hoofd, een luis- terlijk concert plaats, gegeven door de Lyre Ouvrière, aan hare talrijke leden. Al de stukken, 't zij koors, romancen, klucht liederen en afzonderlijke muziekstukken zijn zeer wel uitgevoerd geweest. Eene bijzondere melding voor den jongen heer Van Egroo die iets puiks op zijne viool voorge dragen herft. Ten slotte een zeer aangenomen avond. Een schitterend gezelschap vereerde dit feest met zijne tegenwoordigheid en de damen waren zeer talrijk, ook deze ieverige maatschappij ver dient aanmoediging, want zij ontziet geene moeite om hare leden aangenaam te zijn. Ougeluk. - Donderdag morgend, korts na 7 l/2 ure, is er een erg ongeluk gebeurd. Eenige herstellingen moetende verricht zijn aan het dak van het huis van M. Carlön-Hynderick, grondeigenaar alhier, waren twee dakdekkers bezig aan dit werk, toen, door het breken van eenen haak, de beiden ongelukkigen naar bene den geslingerd werden. Een der beide slachtoffers werd op den slag gedood. De andere bekwam erge wonden. De heer Poupart, geneesheer, diende den over levende de eerste zorgen toe. Hel lijk en de ge kwetste werden beide naar hel hospitaal overge voerd. Den Vrijdag morgend was het gerucht in stad verspreid dat de tweede dakdekker insgelijks bezweken was ten gevolge zijner bekomen breu ken (twee ribben en een voet, zonder de inwen dige bnuken te rekenen). De eerste omgekomene is genaamde J.Maertens, zeventig jaar oud; de andere, P. Verschelde ge naamd, laat eene weduwe en twee minderjarige kinders achter. l'ransche Schouwburg. - Dinsdag laatst gaf de looneeltroep van Brugge alhier Le Maitre de Cliapelle en Crispin. De zaal was eivol. De tweede vertooning van 't abonnement zal, zoo het schijnt, samengesteld zijn uit: La Fille du Régimenten voor opening M. Chou- Fleuri sera cliez luile.... (JjbclscSifitlci^iiiaatscliappiJ. - 14e schieting van het wintersaizoen. 21 Januari 1877. Schieting met hel geweer Conïblain. 1. Ligy, Albert. 25 20 25 20 20 HO 2. Lebbe, Arthur, 15 20 25 20 20 100 5. Leclercq, Thomas. 20 15 15 20 20 90 4. Swekels, Léon, -15 10 20 20 20 85 5. Poot, Henri. 10 20 <15 25 15 80 6. Dumon, Auguste, 20 20 15 10 15 80 7. Vandêrmariiere, L., 15 10 15 15 20 75 8. Lesaffre, Auguste, 15 10 15 20 15 75 9. Ligy, Félix, 15 10 15 20 15 75 Buiten prijskamp. Iweins, Alfred, 15 20 20 15 25 95 P+ Moord. - Zondag laatst, de gebroeders Verbeke, zonen van sieur Henri Verbt-ke, geboor tig van Gheluvelt en wonende te Waasten spron gen ijlings de herberg den Hert binnen, gelegen langs den keiweg van Ploegsteert naar Waaslen. Deze jongelingen, de eene 20 en den andere 22 jaar oud, waren zeer ontsteld en zij vertelden dat zij op den keiweg aangerand waren geweest en dat er een van hun een pistoolschot in den buik ontvangen had. Inderdaad, de jongste toonde een klein ronde wonde waaruit hij bloed verloos. De ongelukkige is den 24 dezer, des morgens, overleden én het gerecht met de wets- doktoren zijn ter plaats geweest. De vermoede dader van dit schelmstuk is in den nacht van 23-24 op zijn bed aangehouden en naar IJpeien overgebracht, wij zullen zijnen naam nog niet noemen, want het is wel de zaclit- aardigste-man, (en vóór dezedaad) het benauw dsle wezen van geheel Ploegsteert. Het is le hopen dat het gerecht welhaast den grond der zaak zal wijs worden, misschien nog was hij in staal van wettige verdediging. Eeu j»ec«'d toebehoorende aan sieur Vandamme, Amand, van IJperen, is den 24 dezer, ter gehuchte St-Eloi, op hol gegaan langs de kalsijde van IJperen. Eerst verloor het de wielen van den lilbm ij, dan den as, aan den Laatsten Stuiver liet het de brokken der kas eu de kap achter. Gekomen aan de hofstede Vanoverberghe had hel noch loom noch harnas meer; gelukkig- lijk werd er niemand gekwetst. te zamen 9. van den 19 tot den 26 Januari -1877. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 4) Vrouweiljk id. 5) Vei- Eecke Henricus daglooner en Ilaeze- brouck Amelia werkvrouw. Vandamme Leopoldus werkman en Bulckarn Maria, kant werkster. Vocquaerl Regina 49 jaren kantwerkster, eclilgenoote van Josephus Tavernier, Meenen- slraal. Mahieu, Desiderius 25 jaren, bakker, ongehuwd, Boomgaardslaart. Monsy, Petrus, 83 jaren, zonder beroep, echtgenoot van Emeren- lia, .Gamin, Meenenslraat. Kinderen beneden Mannelijk geslacht 0) de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 1) Den 27 Januari 1877. Papcklin'kje en onze vcroorileeliag, of «le Popei'ingséhe Don Qnieltotte «lei* x-echtstaande nsaelat. In plaats van zich uilsluitelijk aan te leggen om zooveel hij ertoe bekwaam is een we tenschappelijk en vaderlandsch onderwijs te ge ven aan de kinders die hem toevertrouwd zijn, heeft Papr klinkje, even als 't grootste deel zijner gekortvlekle makkers, zich met ziel en lichaam in den onverdraagzamen drift der nieuvvmoden jesuilrn laten medeslepen. Hij kent maar ééne zaak op aarde, 'l is de eenige reclltstaandx macht waaraan hij zich verslaafd heeft Maar, nevens die verslaafdheid, welke eene grondlooze ijdelheid I Hij is zoodanig overtuigd dat zijn groot verstand en zijne zonderlinge ge leerdheid hem, onder de brugsehe zwartjes, tot eenen hoogen stand zullen brengen, dat hij zelfs voor eene kanoniksmeid niet om zou gaan. Verre van gelijk veel korlbroeks aan ie dereen de uitwendige, platte beleefdheid, de laagherlige en schijnheilige kuiperijen te beloo- nen, pronkt Juiltjeoveral met zulk eene gemaakte statigheid van manieren en zulke eene trotsche houding in zijn melkbleek persoontje, dat hij aan niemand geenen twijfel laat, of hij is opge blazen met de inbeelding dat hij eene belangrijke kerel, een felle Jan is, met hair op zijne tanden en geroepen om, vroeg of laat, eene gewichtige rol le spelen in 't nieuwmoden jesuilenspeL Er slaat wel is waar geschreven dat d'ecrslen de laatsten zullen worden maar in zijne ver waandheid T ventje gelooft, dal hij aan dien al- gemeenen regel niet onderhevig is. I is alzoo, dat op zekeren dag, hij zich zelve sterk en machtig genoeg bevonden heeft, om alleen en zonder iemands hulp, geheel t liberahsmus met zijne maatschappelijke grond- stelselen en al de liberalen met hunne gazetten en sociëteiten le verdelgen en van elkander te scheu ren Zoo gedacht, zoo gedaan I en men zag hem, als 't ware te peerde, het slagveld optrekken even als den vermaarden Don Quichotte de la Manche, zijn peerd, van onder tot boven bekleed met me- daljenscapulieren en nagemaakte relikwien, droeg onder den sleert een groot, geel vaandel met den naamcijfer van J- Cnapelynck, prin cipaal van tbisschoppelijk kollegie. De gekruiude, gezalfde en gekortvlekle beid zat er bovenop, gewapend met eene verpletterde pen, Dezutters onwederleggeiijk en onoverwinnelijk boekje, en een pak donderende briefjes: hij reed alzoo te vier klauwe naar IJper en gaf bevel aan Breyne van, op slaauden voet, een paar van die vreeslijke brieftjes op de Toekomst af te schieten Maar helaas! '1 Was maar lang vuur, gelijk eene nonneveestEn de Toekomst, verre van te beven van angst en schrik, valledede dien po- peringschen Don Quichotte der rechtstaan de macht zoowel bij zijn gezalfd korlbroekje, dal hij in eenen naai en eenen draai van zijne klerikale tuike in 't zand rolde, waar hij sedert zes maanden ligt te spartelen dat het een plaisir is Ongetwijfeld had de Toekomst die onbe leefde, haatvolle, dweepzuchtige brieflies vóór 't

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 2