Gazelle van 't arrondissement IJperen. De Lanteern. ]\r 805. 10e Jaar. Zondag 26n Augusti 1877. BureelDixuiudcstraat, 39. AANKONDIGINGEN 19 centiemen den regel. RECLAMEN 25 centiemen den regel. Brieven en pakken moeien vrachtvrij toegezonden worden. isr.;' ,.i m:\iitRaa ABONNEMENT fr. 4-00 jaars voor de stad, te. 1-50 voor geiseel Selgie. Biiilenlandsche verzendingen, 'I port daarboven. iO centiemen het nummer. Men schrijft in op al de poslbitreelen. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschil fige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen, IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR Poperinghe-Hazebrouck. 6-50. - 12-07. - 6-50. Poperinghe. 6-50. - 9-07. - 12-07. - 5-57. - 6-50. - 8-45. - 9-50. Kortrijk. 5-54. - 9-46.- 11-20. - 2-55. - 5-25.- Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45. Langemark-Oostende. 7-18. - 12-06. - 6-20. Langhrmarck, den zaterdag, 5-50. Politieke berichten. De opening van den zittijd in de depar- lemenlale raden van Frankrijk, is een bijval te meer voor de republiekeinsche partijHet gouvernement had de prefek- ten aangespoord ai te doen wal mogelijk is om de bureelen in den zin van het tegenwoordig sóuvérnernent te doen samenstellen. Maar het heeft in verschei dene plaatsen een nederlaag gehad, die het moet doen zien hoe inpopulair het is. Voor den 16 Mei hadden de republie- keinert maar de meerderheid in 42depar- tementen. De kiezing voor de bureelen hebben hun nu de meerderheid in 46 op 87 departementen gegeven. Opzijne beurt heeft de munieipale raad van St-Etienne, geweigerd de subsidie te stemmen, die de prefekt der Loir vroeg, voor de ontvangst van den maarschalk. Hel is de derde municipale raad dicop die wijze tegen den 16 Mei prolesteerd. Volgens de berichten van hel oorlogs- looneei voorziet men eene herneming der vijandelijkheden. Het wordt bevestigd dat de Kurden en andere onregelmatige bondgenoten van de Turken, de kristene bevolkingen der door de Russen verlatene landen, ver moorden. Men begrijpt dal de overlevende met niet veel vreugde enerkenleniszulke bevrijders onthalen. De zegepraal door Moukhlar pacha in Armenië behaald te noord-oost van Kars, wordt heden door eene oflicieeIe depeche van Konslanlinopel bevestigd. Uit Budapest meldt de Koln Zeit. in een telegramdat Kossuth aan graaf Andrassy een brief geschreven heeft waarin de ex-diklator van Hongarije de rijkskanselier van keizer Frans Josef op- eischt mei de Porie in overleg Ie treden fot het invoeren van hervormingen in Turkije en daarna methaareen bondschap tegen Rusland te sluiten. De Cïvilta Cattolica zegt aan Frank rijk wat het te doen heeft, zoodra het weer lol zijn verhaal is gekomen. Het moet de twee eenheden, de eenheid van Duitschland en van Italië, verbrijzelen. Frankrijks bestaan gebied het. Hetzij het de Republiek behoudt, hetzij het tot de Monarchie of tol het Keizerrijk terug keert, zijne diplomatieke en militaire handeling moet alleen daar op gericht zijn, om Duitschland en Italië te verne deren en machteloos temaken. Drie drangredenen nopen Frankrijk op Italië los te gaan, zoodra zich eene gun stige gelegenheid voordoet; vooreerstzijn staatkundig godsdienstig belang, dal voor Frankrijk ais kolholieke natie, vereen zelvigd is met de vrijheid van den Paus; Ten tweede: de Seplember-overecn- komst, die eene maand, nadat zij ver nieuwd was, in zijn aangezicht verscheurd is door Italië, om zich meester te maken over Rome, en alzoo zijne revolutionaire aanslagen te voltooien ten derde; zijn eer, die geen smed mag dulden. OORLOOS - T IJ D I N G E N. Zoolang hetzij bij Plewna of bij Tirnowa geen beslissend gevecht geleverd is, zal men omtrent den eigenlijken stand van zaken in 't onzekere blijven, daar nagenoeg de eenige bron, waaruit de gegevens tot eene beoor deeling van den toestand geput kunnen wor den, de berichten van dagblad-corresponden ten zijn, die of in de war gebracht door de marschen en contre-marschèn der'verschil- lige troepehafdeelingen zelven het hoofd kwijt raken, öf met partijdige ingenomen heid voor de Russen of Turken gebeurtenis sen melden, die niet plaats greepen, en bij het samenstellen hunner berichten meer hunne fantaisie en hunne wenschen dan wel de werkelijkheid raadplegen. Om een denkbeeld te geven van de tegen strijdigheid der verschillende berichten van het oorlogstooneel, laten wij eene reeks te legrammen volgen, van oost naar west gaande, komen eerst de berichten omtrent de Dobrudsja en noordoostelijk Bulgarije in aanmerking. St Petersburg, 12 Augusti. Officieel. Gisteren morgend hebben 40 bataljons van het leger van Suleyman pacha den doortocht van Chipka aangevallen. Zij zijn verscheidene malen achteruit ge weken. Het gevecht wordt voortgezet, niettegen staande de duisternis. Ter zelfder tijde is de vijand vooruitge trokken van Latcha naar selvi's middags heeft onze voorwacht in de ligging van Selvi een geweervuur aangevangen. De uitslag der ontmoeting is onbekend. De minister van binnenlandsche zaken van Turkije zendt de volgende telegrams aan den gezant der Porte, te Brussel Konstantinopel, 20 Augusti. De opperbevelhebber van het aziatisch le ger telegrafeert ons dat op 18 Augusti 's morgends, de Russen hun kamp te Gediklar hebben opgebroken en na zich vereenigd te hebben met de strijdmacht te Berguid en Baldirovan gekampeerd, welke bestaat uit 48 bataillons voetgangers, 14 batterijen ge schut en 10 regimenten ruiterij te Yasmilar de keizerlijke troepen hebben aangevallen. Een hevig gevecht greep plaats, en had ten gevolge dat de vijand gansch verslagen werd en de vlucht nam. In dit gevecht dat tot 's nachts duurde, werden moer dan 1200 Russen buiten gevecht gesteld. Onze verliezen zijn betrekkelijk on- beduitend. Eene groot hoeveelheid wapens en krijgsvoorraad viel in handen onzer troe pen. Volgens de inlichtingen van het russische kwartier generaal, zouden de turksche leger machten zich op de volgende wijzen verdee- len Suleyman-Pacha zou onder zijne bevelen 55,000 man hebben, Üsman-Pacha 70,000, Mehemet Ali 35,000 te Rasgrad en 50,000 te Osman Bazar, te zamen 210,000 mannen, die, gevoegd bij de garnisoenen van Widdin, Routschouck, Choumla, Silistrie en de troe pen der Dobrudja, tot 310,000 mannen der turksche troepen bedragen, gelegerd langs den kant van den Donau. Nu zijn wij aan den quinto van den fameiizèn brief gekomen. Briefschrijver, die zulke pijramidale dwaasheden in het lieflijk mondje van uwen don-quiehotle legt, gij wilt niet aannemen dat het menschdom door de geestelijkheid geëxploiteerd worde; hel is te oud en te versleten, zegt gij, een klaar bewijs dat de menschen altijd geëx ploiteerd zijn geweest. Hel is waar, veel menschen die pretendeèren gezonde rule te bezitten, laten zich exploiteereh maar spreek 'nen keer aan menschen die, in armoê zijnde, na de dood van een rijke bloedverwant een schoon stuiverken moesten erven en op den dag van 't over lijden vernemen dal alles aan een geeste lijke is overgemaakt Gij moet toch toupet hebben. Denkt gij misschien dat men zich de talrijke testament-processen niet herinnert, waarhij miljoenen zijn moeten terug gegeven worden Al de schooierijen en de verschillige middels om aan geld te geraken, zijn dal geen exploitaliën waardoor gij en uws gelijken de centen der lichlgeloovigen inpalmt Gij priester, gij zegt dat gij priesters van nabij hebt leeren kermen! 't Zou moeilijk anders zijn. Gij doel uwen c»i- delaber nog eene beestighcid vertellen met hem te doen boffen met de welda digheid zijns broeders! Maar sukkelaar toch, wie heeft er hier van Westoutreof van den broeder van uwen pailjas ge sproken Als de geestelijken ex- ploileeren is het niet altijd voor eigen zak tot prcuve, de kloosterlingen, die vrijwillige armoê zwoerendezen bezit ten kloosters gelijk paleizen en maken gebruik van dien ingemeenen rijkdom om te gaan stemmen voor slad.Provincie en KamersGij ziet wel dat gij raas kalt en gij uwen moorlelslamper doel kouten als 'nen gaai. En dan voor den bouquet hebt gij den moed nog te zeggen dal er priesters be stolen zijn en nooit stelen. Orkl, boulje! reeds lang was dat potje gedekt, en ware hel niet geweest dat 'nen fameuzen kroonhalzer, die nu weg is, en alhier de wet wilde maken, men zou er nooit meer van gesproken hebben, maar aangezien gij uw Ialeverstand zoo doet raaskallen met zijn broêrc die priester is, weet dat die pootspeler ook'nen broeder had die priester was en die nochtans een half miljoen van arme hoertjes en dienstboden gestolen heeft Dal is maar één voor beeld onder duizend. En voor hel slot van uwen quinto, denkt gij een slimme uit te meten met uwen Opsomer voor den dag te komen die eens eenige regelen aan de Toekomst gezonden heeft. Indien een blad onteerd wordt door het zenden van een brief, mijnen braven en deugdzamén man zou het wel thans de Toekomst zijn door hel overnemen van uw armzaligen dom geratel Sexto Gij bekent dat ik kluchtig was mei Basviole voor de pinne te bren gen. Ehwel, nopper, ge hebt gelijk, ik wilde maar kluchtig zijn en de verwaand heid kastijden door het belachelijke van zulke kerels te doen uitschijnen, want ik wil hem geen kwaad, 't is 'nen goê sul van 'nen jongen, gij ondervindt hel, gij doet er al mede wat gij wilt Verder vertelt gij arme praat, vriendje, zoo dom als 't achterste, van 'nc koê. Gij zijl sterk met uw woord blasphemeeren. Als ik kluchtig ben, en gij bekent het, kan ik blasphemeeren? Weel je wie er blasphe- meert. slimhoorc, het is hij die van den naam Gods gebruik maakt om zijne po litieke driften te voldoen, die God aan roept en alle heiligen,en binst de midde- lentijd de menschen den duivel aandoet en hun in doeken windt. De tweede vraag der 23c les van den Mechelschencalhechismuszegl duidelijk: 2. V. In wat manier geschiedt blas- phemie? A. Als men God of zijne Heiligen iet toeschrijft dal legen hunne eer is, of iet loochent dat hun toekomt, of van de zelve spotgewijs spreekt. Gij ziet wel, kwaadtrouwige jongen, dat gij kaatst met het woord blasphemie, en dal gij blasphomeert door uwe handel wijze en ik niet als ik kluchtig ben en laclie, niet met God noch mei zijne Heiligen maar met belachelijke per- soonaadjen En dan, wat verduivelt raaskalt gij daarover 't huwelijk? Ik versta er waar achtig niet van, 't is misschien omdat ik niet getrouwd ben, of ook omdat het ge schreven is door een die ook aan het hu welijk niet getast heeft Maar waarom dan zulke papredens doen vooruilzetten door iemand die getrouwd is Nu,,Boutje, ik vergeef hel u, want gij weet toch niet wat gij doet en doet doen. Wij komen nu aan den Balkon. Gij zegt dal ik jaloerseh ben. Van wat van den Balkon Och Heere toch, 'k heb een Balkon; of is liet van de manier hoe men Bal kons bekomt, dal ik jaloerseh zou zijn Stel ii gerust, ik ben vrije en onafhanke lijke vlaming, die mijn doen en laten voor geen duizend Balkons verkoop,die, gerust en welgezind laehe met alwie'met DE TOEKOMST r> r. i!

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 1