De Werkman.
Stadsnieuws.
Maar neen, ge zult zwijgen, stom zijn
gelijk een viscli, want het geldt immers
het gedrag een uwer steunpilaren.
Wat diepe zedeloosheid, treft men toch
onder de geestelijkheid aan
Ziehier een staalken van pastoors
beleefdheid, die wij in een blad van Varsy
vinden.
M. Danelle-Bernardin, groot nijveraar
en republiekeinsch kandidaat, de naïveteit
begaan hebbende, zijne politieke geloof
belijdenis aan de geestelijkheid zijner
omschrijving te zenden, ontving van den
pastoor van Magneux het volgende epis
tel
Magneux, 12octobre 1877.
Mijnheer Danelle,
Dezen morgend, 12 October 1877,
heb ik uwe geloofbelijdenis met twee
stembriefjes Danelle-Bernardin ingeslo
ten, ontvangen.
Ik heb van die drij stukken een pakje
gemaakt en ben gegaan waar men alleen
gaat.
Ik bedank u wel voor de goedheid
die gij gehad hebt mij van gat-papier te
voorzien.
Als gij voort wilt gaan mij denzelf
den dienst te bewijzen, zult gij mij het
grootste genoegen doen.
Geheel aan u,
Degand,
pastoor van Magneux.
Wat zegde van dat proper pastoorken
i.
Wat hoort men d'arme vlaming vragen?
Niets, niets dan werk om zich te voèn
Zijn winst kan toch geen schat bedragen,
Ook wil hij geen fortune doen
Hij wil geen grooter ambt bedrijven,
Als hij maar werk en voedsel heeft,
Is hij voldaan op aard te blijven,
Ziedaer hoe dat de werkman leeft....
II.
Altoos op God stelt hij zijn trouwe.
Ook brengt hij, blij, schoon afgewerkt,
Aan zijne kindren, aan zijn vrouwe,
Zijn loon die 't huisgezin versterkt,
Men eet, men drinkt met vergenoegen,
Nadat men God gebeden heeft...
Met 't loon van zijn zoo slaaflijk zwoegen,
Ziedaar hoe dat de werkman leeft.
III.
Een werkman heeft een oude moeder,
Hij laat haar nimmer in den nood,
Hij is haar engel, haar behoeder,
V oor haar wrocht hij met vreugd zich dood.
Zijne ouders ziet men hem vereeren,
Met hen is hij, beschaafd, beleefd
Hun zegen wil hij nooit ontberen
Ziedaar hoe dat de werkman leeft
IV.
Spreekt op, medoogenlooze rijken
Waarom versmaadt gij hem zoo laf
Waarom laat gij hem soms bezwijken,
Is dit de les die Christus gaf
Steeds ziet men u zijn loon vermindren,
Schoon hij u niets misdreven heeft
Denkt op zijn vrouw, denkt op zijn kindren
Het is voor hen slechts dat hij leeft....
V.
Hij wint bij al uwe entreprisen,
Te weinig om zijn kroost te voên.
Gij zegtde werkman die mag kiezen,
Hij moet geen entreprisen doen
Dus wilt gij hem zoo verre prangen,
Dat hij geen duitje winst meer heeft?
Met al uw gierig zelfsbelangen,
Ziedaar hoe dat een werkman sneeft
VI.
Maar, zegt gij, als hij zoo moet zwoegen,
Hoe komt het dat hij 's zondags toch
Kan zwieren, tieren in de kroegen
Hoezelfs 't vermaak benijdt g' hem nog
Odat gij steeds moet pijnlijk slaven,
Gelijk wat dag de Hemel geeft,
Dan zoudt g' u ook wel eens gaan laven,
Ziedaar hoe dat de werkman leeft....
VII.
Wat meer is, al de folteringen,
Die altoos hij heeft uit te staan.
De schimpen, de vernederingen,
Die hij van u moet ondergaan.
Dit alles moet hem woedend maken.
Ha met het lot dat gij hem geeft,
Mag hij zich toch wel eens vermaken,
Ziedaar hoe dat de werkman leeft....
VIII.
Waarom hem altoos te beleedgen
Is hij, spreekt op, niet altoos daar,
Om land en vrijheid te verdeedgen,
Zelfs in het heetste van 't gevaar
Hem ziet men steeds het eerst beginnen,
Hij breekt des vijands rangen door
Hem ziet men alloos overwinnen
Den werkman dus zij eer en gloor
N. D. S.
Zonder prijs.
BURGERSTAND
PRIJZEN DER KOLEN
genomen in de Magazijnen.
MONSCHE KOLEN.
Gailletterie per honderd kilos fr. 3-35
per hectoliter
2-65
Tout-venant pr honderd kilos 2-40
per hectoliter 1-90
Fijne per honderd kilos 2-00
per hectoliter 1-60
FREÏNE KOLEN.
Gailletten p. 100 k. fr. 2-60 en 3-30
Gailletterie 2-50 en 3-20
volgens de kwaliteit.
Gailletins of mosseltjes 't 100 k. 2-40
het te huis doen a part betaald.
De leveringen per wagon aan den
prijs der koolmijnen.
De magazijnen zijn voortdurend
voorzien van allereerste soorten van
Koeken en van Chemische Guano en
andere landvetten aan de leegste prij
zen mogelijk.
Het kantoor der Handelsvereeni-
ging is bij M. Ate Yonck-Clembnt,
Bankier, Sterrestraat, n° 4, IJperen.
LJperen,den 3 November 1877.
Scti<n»l|>CM»»ing.-Vorige lijsten, 11,565-73
Au Sultan, partie de whist, trois croê-
tes et un fort, 1 -GO
Le fort a perdu, ga n'est pas étonnant, 0-50
Le fort a ses principes; aux innocents
les mains pleines, 0-10
Assaut d'armes du 28 Octobre, 6-44
Boile de l'eslaminet De Vrange 15-54
La Malle des Indes, 1-00
Omdat Dicfen de Munie van Gent is
gaan zien, 0-10
En dat het zoo curieus is 0-10
En dat er geen Munt te Gent bestaat, 0-10
Collecte faite par A. C. a l'occasïon
d'un diner de familie, a Rousbrugge, 6-50
11,598-71
Uitgaven tot heden, 8,082-02
«lijft in kas fr. 3,516-6»
EoormaatscliappijHieronder
geven wij het programma van het Concert dat
Woensdag aanstaande in hel lokaal zal plaats
hebben. Een tweede Concert, voor al de leden en
hun huisgezin zal gegeven worden in hetzelfde
lokaal den 28 dezer. Wij zullen alsdan als thans
het programma er van mededeelen.
le Partie.
1. Choeur du Songe d'une nuit d'été.
2. Oü vonlez vous aller? barcarolle chantée
par M. Dumon.
5. J'ai manqué 1' train, scène comique dite par
M. Gevaert,
4. Ouverture de Sémiramis (symphonie).
5. L'Orgie des Dieux, couplets chantés par
M. Coffyn.
6. Toujours content, chansonnette dite par
M. Gevaert.
2" Partie.
1. Choeur de Giroflé Girofla.
2. Des réformes! scène comique dite par M.
Gevaert.
PoTkT-Mazurka symPhonle-
Le myosotis mélodies chanlées par
Ne m'oubliez pas M. Vergracht.
5. Ah chaleur cri du jour poussé par M. Ge
vaert.
Le piano sera tenu par MM. Baralto et Valcke.
B«i'ge$'WiscSt4. - Maatschappij cijbel-
schutters. lc schieting van 't winter-saizoen.
1. Lesaffre, A. 20 20 25 20 25 1 10
2. Ligy, F. 20 20 25 25 20 110
3. Leclercq, Th. 20 25 20 25 20 110
4. Ligy, Alf, 25 25 20 20 20 110
5. Lebbe, Art. 15 20 25 20 25 105
6. Vandermarliere, C. L. 25 20 20 20 20 105
7. Podevyn, A. 25 20 20 20 20 105
25 25 15 20 20 105
25 25 20 15 20 105
8. Dumon, A.
9. Van Aerde, Ate.
10. Swekels, L. 25 20 20 25 15 105
Van den 26 Oct. tot den 2 Novemb. 1877.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 6) -
Vrouwelijk id. 1) lezdmen/'
Sterfgevallen.
Duhaut, Rosalia, 58 j., zonder beroep, onge
huwd, Lange Thouroutslraat. Geldof, Aman-
dus, 72 j., sekretaris der gemeente S' Jan, echt
genoot van Barbara Gillebert, Groote Markt.
Delrue, Emilius, 23 j zonder beroep, onge
huwd, Recoleltestraat. Mieroo Josephus,
89 j., zonder beroep, echtgenoot van Nalhalia
Meerland, Houtmarkt. Moricot, Virginia, 68 j.,
zonder beroep, ongehuwd, LangeThouroutstraat.
Daneel, Isabella, 78 j., zonder beroep, wedu
we van Jacobus Dupont, S' Jans-Hospitaalstraat.
David, Cecilia, 81 j.zonder beroep, weduwe
van Petrus Verhack, Hondstraat. Verschaeve,
Ludovicus, 78 jzonder beroep, weduwaar van
Coleta Verschave, Rijselstraat. Verdoolaeghe,
Desiderius, 29 j., werkman, echtgenoot van Sil
via Vanuylfang, Meenenstraat.
Kinderen beneden (Mannelijk geslacht 1)
de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 0)
1
Magazijnen elei' IJperselie Han-
(lekvereeniging, gelegen tegen de
Statie van den IJzeren-V\ eg' (ljUaar
tier dn Commerce.)
den 31 October 1877.
De gekruinde mildadiglieid
en liefdadigheid.
Wij zullen eenige woorden antwoorden op de
mildadigheid en liefdadigheid door ons gepleegd,
volgens de gekruinde schrijvelaars van het Vuil
blad, en van ons wentelen in de vijffrankstukken
voortskomende der voordeelen van het koopen,
scheuren, breken en verkoopen der hofsteden, en
waarmede men menigmaal het bestaan van zijnen
evenmensch ontrokken heeft. Zoude deze handel
wijs, in alle gevallen, niet voordeeliger zijn voor
de eigenaren der hofsteden, en zelfs hunne bloed
verwanten, dan de gene gepleegd door onze ge
kruinde zielverlossers Hebben zij ooit eene
hofstede gekocht, om te scheuren en te verkoo
pen Zekerlijk neen Zij hebben de zelve schan
delijk afgeprommeld bij de geloovige onnoozelaars
met of zonder testamenten, valsche ouderhandsche
akten en alle andere oneerlijke middels, onder
belofte van hen den hemel te bezorgen, waaraf
zij zoo liberlijk disposeeren, dat is waarschijnelijk
het bestaan verschaffen aan hunnen evenmensch
Hel geldduivels serpent, en zijne familie hebben
het nog in 't geheugen wat vooi deelen zij ge
trokken hebben uit de drij of vier hofsteden, ter
waarde van 200,000 fr. afgeprommeld door een
klein testamentje bij eene vrouw van omtrent de
80 jaren oud, en 'l is op zulke wijze dat onze
gekruinde zielverlossers de mildadigheid en lief
dadigheid verstaan en zelfs hun wentelen in de
vijffrankstukken 't is geheel voordeelig 11 Wij
zuilen nog vragen aan onze Vuilbladsehrijvers in
welke vijffrankstukken zich wentelen de achtbare
en weldadige heeren Sampers, De Buck, de
Jesuiten van Meerle, Jan Dde Langrandis-
ten, waaraf nog een groot getal nog zetelen in de
Kamers, en nog duizende andere Jesuiten waaraf
de dagbladen dagelijks spreken en de rechtbanken
vonnissen uitspreken, en 't is met zulk geld, en
geen ander dan afgeprommeld, dat onze gekruinde
zielverlossers, luiaards en lafaards, hunne milda
digheid plegen, 't is schandeleus
Onze gekruinde stekvogcis hebben nog andere
middels om hunne mildadigheid te plegen dan
hofsteden af te prommelen. Zij hebben hunnen
jaarlijkschen St-I'ieters Penning, het afkoopen der
chineesche kinderkens, Lourdes en Salelte water,
vastenblok, volle en ijdele aflaten, en alle ander
slach van bedelarij en bedrog bij de geloovige
onnoozelaars, en 't is alzoo dat zij durven spreken
van hunne mildadigheid met een anders geld,
't is geheel voordeelig.
Onze zielverlossers spreken van het wentelen in
de vijffrankstukken, 't is toch beter als zich te
wentelen op jonge meisjes van beneden de 11
jaren, gelijk het op nieuw geschied is te Rous
brugge, kinderen aan hun toevertrouwd om
onderwezen te worden in de kristelijke leering en
in deugden 't is zelfs in de kerken, en in de
sacristie dat zulke wenteling geschied is, in deze
plaats alwaar, volgens onze zielverlossers, onzen
Zaligmaker berustende is, en welken, waarschij
nelijk, den eerweerden pastoor des morgens uit
den hemel, in zijne handen heeft doen dalen, om
aldaar te plaatsen en in zijne afgrijselijke uitoefe
ningen tegenwoordig te zijn, hij zal er weten van
spreken in het laatste oordeel indien hij de vlucht
niet genomen heeft al het slolergat. Dezen H.
Zielverlosser zal, zooeven als de HH. Debra,
Duchesne, Meinbode,Vanliere, en duizende andere
kleine en groote broederkens, dagelijks door de
rechtbanken veroordeeld, een slachtoffer zijn door
de vervolgingen der liberalen, zoo het de Patrie
van Brugge alreeds aangekondigd heeft. Courage
dan Krooteter, haast u om een banket bereid le
maken, tegen de wederkomst van den H. man,
en waarvan gij het opperhoofd zult zijn.
'T Vuilbiad zegt niets over den weggeloopen
pastoor van Rousbrugge, die veroordeeld is dooi
de rechtbank van Veurne tot 4 jaren gevang, voor
openbare belediging aan de zeden en aanslagen
op de eerbaarheid gepleegd in de school en in
de sakristieop onbejarige kinderen.
Alleenlijk de Krooteter, in eenen brief dien hij
onderteekend en aan de Toekomst gezonden
heeft, neemt in deze woorden de verdediging der
priesters die het ongeluk hebben zich in het net
des gerechts te laten vangen
(i Beschuldigen is gemakkelijk. Er zijn immers
daarvoor maar twee zaken noodig: een schurk,
hoe liberaler hoe liever, vol van razende pries-
terhaat, die hij in de Toekomst of in dierge-
lijke bladjes geput heeft, en eenige bedorvene
li jongens die hij met zijn geld uitkoopt, om de
a ongelooflijkste zaken, tegen den eenen of den
li anderen priester te getuigen en den toer is
ii gespeeld (sic).
Hoort gij, heeren rechters, welk het gedacht
is der zwarte kazakken over de veroordeelingen
die eenen hunner bende schandvlekken, want
geen twijfel of de brief, door 't kalote Monkje
geterkend, is door de medewerking dei' zwartjes
opgezet.
Waret gij nog bedacht aan de liberale denk
wijze toe te behooren, wij zouden zulks kunnen
begrijpen van wege mannen die eenieder aan
hunne eigene maat meten, maar gij maakt deel
van den goeden kant hunner gezindheid; en daar
is nochtans 't gene zij van u zeggen wanneer gij
de groote stoutheid neemt uwe plicht te kwijten
met gekruinde schurken te straffen.
Wij verstaan dat de Krooteter, die voor doel
heeft veel wijn en menige drijpekken en soulanen
aan de zwarte kazakken te verkoopen, alzoo klapt
en dezen brief te baat neemt om zijnen naam en
zijnen winkel bij de buitenpastoors, zooals de
eerbiedweerdige heer Lampe aan te beve
len en dat hij, in dit oogwit, een gansch vat zeep
gebruikt om, met zijne zwarte medewasschers, le
trachten den gevluchten pastoor van Rousbrugge
wit le wasschen. Maar, eilaas ijdele pogingen,
zij hebben schoon te vrijven dat het vel van hunne
vingers valt, nimmer zullen zij de vlek van 4 jaren
gevang uit krijgen
Als wanneer hij onplichtig is waarom was hij
niet tegenwoordig om zich te verdedigen wan
neer hij veroordeeld is geweest Maar dezen
keer heeft het niet gelukt aan den arm des ge
rechts te ontsnappen, want de ongelukkige
slachtoffers zijner wulpscheid hebben, in tegen-
wil aller poogingen, hunne eerste verklaringen
bevestigd.
En zeggen dat bet den zelfden vuilaard is die
wekelijks tegen de Philharmonie uitviel in zijnen
stoel van logentaal en de treffelijkste juffers van
Rousbrugge beledigde omdat zij deel namen aan
de feesten door deze maatschappij gegeven.
Waar is het nu dat het grootste kwaad ge
schied bij de Philharmonie of in d e sakristie?
En wat moeten nu de jonge snelle dibbetjes
zeggen die dagelijks in zijnen biechtstoel zalen en
hem wekelijks met hun bezoek vereerden
Is het ook den zelfden onbeschoften kortbroek
niet die, over korten tijd, M. den geneesheer
Vantours op zoo eene onbetamelijke wijze ontving
en al wat liberaal was hoonde en met zijne gal
bedekte. En zeggen dat nochtans al de priesters
van Poperinghe ongelijk gaven aan M. Vantours,
die dezen botterijk op zijne plaats had weten te
zetten.
D'heer Vantours is nu wel gevroken, maar wat
moet het gedacht zijner klerikale familie daar
over zijn, bij wie dezen schurk was gaan klagen
over het gedrag van den geneesheer.
Wat er van zijn moge, eenieder ziet nu welk
geloof men kan en mag echten aan den praats
der zwartjes die de Philharmonie, bij de sukke
laars, willen doen doorgaan voor slecht en zede
loos en die op een ander den modder willen
werpen waarmede zij besmeurd zijn. Dat deze die
alzoo afloopen een spiegel nemen om hun eigen
te bezichtigen, zij zullen zich alsdan de moeite
niet moeten geven verder te gaan zoeken om
zedeloosheid en onbeschoftheid te vinden.
Wanneer wij wekelijks de talrijke veroordee
lingen laten kennen, die het zwart gespuis
schandvlekken, zij antwoorden altijd: het is zoo
ver dat zulke feiten geschieden, hoe komt het dat
ei nooit gene dezer omstreek zijn die voor zulke
wandaden zijn veroordeeld
He wel jongens, uwe begeerte is volbracht,
daar is nu een en dan nog een ouderling van 56
jaren God weet sedert wanneer dat spel ge
duurde, want het is toch zeker niet aan dezen
ouderdom dat men zulke driften krijgt.
En gij, leden der Philharmonie, wanneer gij
nog hoort, in hunne sermoenen, den eenen of
den anderen gekruinden Korset-Snoerder de
maatschappij beledigen, van welke gij de eer hebt
deel te maken, laat ze praten en zegt:
Toe zwartjes dan, predikt maar voort
Op de Philharmonie,
Maar zegt ons ook wat uwe soort
Pleegt in de sakristie!
M. Charles Polley is, in het katholijk Nieuws
bladbeledigd van wege de Krooteter een arme