Gazelle van '1 arrondissement IJperen. De Biechtstoel. Gelukkige menschen! j\r 819. 16e Jaar. Zondag 2n December 1811. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen, BERICHT. Politieke berichten. AANKONDIGINGEN RECLAMEN ABONNEMENT: Tot hiertoe is de toestand dezelfde ge bleven maar men verwacht voor heleinde der week toch eene oplossing in den een of anderen zin. De Kamer zal de kwestie van de stemming van budjet oplossen en alsdan zal de maarschalk eene beslissing moeten nemen. De commissie van den budjet der Kamer heeft zich vereenigd. Men denkt dat zij zal weigeren de vier belastingen van het overige van den budjet te schei den. In den ministerraad zou M. Welche aangedrongen hebben bij zijne collegas, om eene verdaging van de Kamer tot 10 December te bekomen. Het wordt gelogenstraft dat M. Dutil- leul, minister van ünantiën, zijn ontslag heeft gegeven. De commissie van onderzoek uit den franschen Senaat die gelast is de oorza ken op te zoeken waardoor de nijverheid in Frankrijk zoo erg getroffen is, heeft de stukken ontvangen waarin is vastgesteld dat sedert den 16 Mei reeds meer dan 5000 parijsche werkleiden de hoofdstad hebben verlaten. Deze werklieden behoo- ren grootendeels tot de nijverheid welke gekend is onder den naam van article de Paris. De Rappel verhaalt dat de nieuwe ministers, toen zij Zaterdag ochtend te Versailles waren aangekomen, dadelijk een bezoek hebben afgelegd bij Grévy, voorzitter der kamer, en dat zoo wordt vertelt, generaal Rochebouet bij die ge legenheid geprotesteerd heeft tegen de meening der republikeinen dat hij bona- partist is. Hij ontkende niet dat hij aan den coup détat van 2 December had deelgenomen, maar voegde er bij, dat hij bevelen welke hem gegeven waren slechts uitvoerde zonder er een oordeel over uit te spreken, en dat hij ook nu, hoewel met weerzin, in het kabinet is getreden, alleen om aan een bevel van den maar schalk te gehoorzamen. Een belangrijk feit heeft te Parijs plaats gehad, dat niet nalaten kan een diepen indruk te maken. De syndikale kamers van Parijs heb ben bij maarschalk Mac-Mahon eene deputatie gezonden, om hem den jammer lijken toestand uiteen te doen, waarin den handel en de nijverheid ten gevolge van de krisis zich bevinden. Die afgevaardigden zijn bij M. Mac- Mahon niet toegelaten, en hij heeft hun zijnen sekretaris, M. E. d'Harcourt. ge zonden, om, in naam van den maar schalk, te zeggen dat het hem spijt, maar dat hij ze niet kon ontvangen. De afgeveerdigden der sijndikale ka mer hebben alsdan aan den sekretaris van den maarschalk een brief afgegeven, om aan Mac-Mahon te overhandigen, waarin zij hunne grieven doen kennen. Zij zeggen in dat stuk duidelijk, dat de groote krisis welke in Frankrijk heerscht, voortkomt uit den onzekeren toestand waarin het land zich sinds eenige maan den bevindt. Zij verklaren dat zij, na den oproep aan het land gedaan, hoopten dat de maarschalk voldoening zou gegeven heb ben aan het antwoord dat het land hem gedaan heeft, en zij vragen dat hij een ministerie uit de groote meerderheid, die het land naar de Kamer gezonden heeft, zou nemen; op die wijze, zeggen zij, kunt gij Frankrijk de kalmte en de veilig heid terug geven, welke het zoo noodig heeft. Gij kunt het doen als gij wilt, mijn heer, en wij hopen dat gij, uwe vader landsliefde gehoor gevende, het wel zult willen doen. Dit stuk draagt hel handteeken van een honderdtal der grootste handelaars van Parijs, die in naam van geheel den handel spreken. Zullen de oogen van den maarschalk nu eindelijk open gaan? De Unioneen klerikaal blad van Parijs, zegt dat de Paus erg ziek is en zijn toestand vrees inboezemt. De minste beweging put hem uit. De ontvangsten zijn opgeschorst. Prins Karei van Rumenie heeft den zittijd der rumeensche Kamers geopend en heeft gezegt dat hij hoopt dat de onaf hankelijkheid van Rumenie te zien uit roepen en dat de mogendheden de afschei ding van dal prinsdom met het turksche rijk zullen aannemen. Van het oorlogstooneel schrijft men dat men algemeen hoopt als Plevna valt, de onderhandelingen voor den vrede zullen aanvangen. Heilige autaar waar de mensch zich vernedert en aan God opoffert! roepen de Roomsch-katholieken. Haatlijk, schandelijk overblijfsel van de woestheid der verledene eeuwen zeggen wij. In den biechtstoel is het, dat de macht en de verdorvenheid der hedendaagsche priesters zetelt. Daarishet, dat de dienstboden opgehist worden tegen hunne meesters. Daar is het, dat de vrouw de geheimen harer familie verraadt en om de ver giffenis van meestal gewaande zonden te verkrijgen den vijand van haren man de middelen verschaft om hem te bevech ten en in den afgrond te storten. De biechtstoel is een schavot, waar de vrouw het hoofd van haren echtgenoot, de dienstboden het hoofd van hunnen meester, het kind 't hoofd van zijnen vader dikwijls onder 't mes brengen. Dit alleen is slechtgenoeg om de biecht eenparig te doen veroordeelen. Hewel, wat wij daar gezegd hebben, is nog niets, vergeleken bij andere noodlottige uitwerk selen van die instelling, der redelijke menschen onwaardig. De biechtstoel is daarenboven een groote bron van ondeugden. De tijden zijn voorbij dat men de priesters als onfaalbaar aanzag want iedereen heeft van die pastors en onder pastors hooren spreken, zelfs gekend, die met het geld en 't meisje van hunnen be minden parochiaan wegliepen, en meer andere schandelijkheden. Sedert dat men niet meer levend verbrand wordt om de daden dier heilige mannen bloot te leggen, is men teruggekomen van de gedachte dat zij min dan andere lieden onderwor pen zijn aan driften. Zij hebben belofte gedaan van kuischheid, inderdaad de onderpastor van Bavichove en Van den Bogaerde, de pastor van Rousbrugge, hadden die belofte gedaan, zoowel alsdie talrijke andere soutanedragers, die dage lijks door de rechtbanken gestraft worden voor aanslagen op de eerbaarheid. Paters en nonnen, die leven als prinsen, doen zij geene belofte van armoede Belet dit hen van het land en de huizen te koopen die in den omtrek hunner kloosters te koop komen? Wie zal mij zeggen dat een jong pastortje, wien eene twintigjarige, mooiebiechtelinge haar hart opent, jegens haar geene menschelijke gevoelens in zijn hart gewaar wordt? Om de kruin geseho ren te zijn, is men er niettemin mensch om. Daar zit een jonge priester in zijnen biechtstoel; hij hoort zijne biechtelinge komen, zijn hart klopt feller.... Daar is zij, zij is schoon en lief.... Zij knielt voor hem: hunne lippen raken elkander bijna; zij voelen elkanders adem en drin ken er zich zat aan. Zij kouten van al wat onrein is. De vrouw zegt aan haren biechtvader hetgene zij aan haren man niet durft zeggen. En zij zouden op elk ander niet verlieven!En de priester moet de stem der natuur doen zwijgen maar kan hij dat doen? Dus, de biechtvader kan een meisje slechts ongelukkig maken. En wanneer zijne biechtelinge eene gehuwde vrouw is, wat kan hij dan voor haar?.... Hij kan haar alsdan geen raad geven want hij zelf heeft geene familie, geene vrouw, geene kinderen hij weet niet wat hei is. Maar de katholieken wachten niet tot 20 jaar om naar de biecht te gaan. De kinderen moeten er heen, van zoo haast zij om zoo te zeggen kunnen spreken. Als zij nog onbewust zijn van alle kwaad, gaan zij dit voor het eerst in den biecht stoel noemen zij ontvangen daar een onderwijs, dat dikwijls hun leven moet verderven. Familie, jeugd, kindsheid, alles wordt besmet door de biecht. Maar laat ons lie ver nog medelijden dan haat hebben voor de priesters welke die vuile instelling verdedigen; want door hunne ouders dikwijls nog zeer jong aan het priester dom verkocht, werden zij zoodanig opge bracht, dat de waarheid voor hen logen is, dat zij goedkeuren helgene ieder mensch met onbedorven hart en gezond oordeel hardnekkig zal bevechten. Verbond). Nergens vindt men een ras dat meer klaagt,kriept en kreunt dan de priesters Wilde men gehoor geven aan hunne ser moenen en dagbladen, zij zouden heden- daagsch ergere vervolgingen te doorstaan hebben dan de christenen ten tijde van keizer Nero. En nochtans 'l zijn zoo gelukkige sna ken Deze die zich op het priesterschap toelegt is van zijne jeugdafhet voorwerp der volkoinenste zorgen. Is hij niet rijk genoeg, daar zijn talrijke studiebeurzen welke hem langs de verschillige scholen naar het seminarie brengen. Op het tijdstip der loting, kan de schandige bloedwet, die heden burgers en werkmans zonen verdrukt, hem niet treffen, hij is vooraf vrijgesteld Geene der burgerlasten, zooals garde civiek, jurij enz., raken hem; hij kent ook geene plichten; de wet is hem slechts toepasselijk voor het aanbrengen van wel daden. De Slaat, aan wie de priester van geen nut is, betaalt hem voor mis te doen, te prediken, biecht te hooren, te doopen, te trouwen en te begraven. Maar geen van deze dingen zal hij verrichten zondereen tweede maal betaald te worden door de goede sullen welke naar zijnen winkel gaan. Oprechte winkel ja! met dat ver- sehildatdewinkelie rgeenpaten t bet aalt! En is dit alles? Wel neen! Men geeft de priester een sierlijk huis, 't welk hij onvergeld bewoont, en daarbij is nog te voegen den opbrengst van rond- halingen, offeranden, giffen, fondalien, enz. Geen wonder dat hunne beurs ver dikt ter zeiver tijd als hunnen buik Tegenwoordig ziet men soms onttroon de koningen, bankiers zonder geld, ge ruïneerde, heeren. boeren zonder hooi in hunne blokken, maar nooit heeftiemand een pastoor in de krot gezien. Bureel: Dixuiudestrnat, 39. 30 centiemen den regel. 35 centiemen tien regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. E#3 tf^ji A, fr. 4-00 's jaas-s tooi- de stad, fr. 4-50 voor geheel Belgie. Buitenlandsche verzendingen,'t port daarboven. 10 centiemen het nummer. Men schrijft in op al de postbureelen. DE TOEKOMST IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR Poperinghe-Hazebrouck. 6-50. - 12-07. - 6-50. Poperinghe. 6-50. - 9-07. - 12-07. - 5-57. - 6-50. - 8-45. - 9-50. Kortrijk. 5-54. - 9-46.- 11-20. - 2-55. - 5-25.- Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-50. Langemark-Oostende. 7-00. - 12-06. - 6-07. Langhemarck, den zaterdag, 5-50. De personen die hegeeren een abonnement voor 1878 op de TOEKOMST te nemen, zijn verzocht het bedrag ervan in een mandaat op den Post, of In Postzegels ons te laten toekomen.Zij zullen alsdan van heden af tot 31 December aan staande ons blad gratis ontvangen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 1