liazelle van 'I: arrondissement ÏJperen. ftr 6. 25« Jaar. Bureel: Si3xmude«lraut, IS. AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RECLAMES ÏJ centiemen den regel. Brieven en pakken moeien vrachtvrij toe-gezonden worden. ABONNEMENT fa*. 4-00 jaars vo#r de stad l'r. 4-50 veer geheel Betgi Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen» het aommcr. Men schrijft in op al de postlmreelen. Politiek. Stads-, kunst- en Letternieuws. VerschiÜige Tijdingen. Markten, Bekendmakingen. I.I5BEKEN-WEG. —[Februari 1886. Vertrekuren van IJ peren naar Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 5-00 4-00 6-25 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-25. Houthein, 5-50 8-20 11-16. 5-20. Comen, 5-50 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 - 2-53 5-20 8-58. Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Roeselare, 7-45—10-45—12-20—4-10—6-30. Langemarek-Oostende, 7-25 12-22 5-58 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 -9-58 11-16—2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 - 8-20 11-16 2-41 5-20. Bond voor het verdedigen der landbouwbelangen. Onder dien titel komen onze kleri- kaaltjes eene maatschappij, die noch liberaal, noch klerikaal zijn zal, te stichten. Allo boertjes,eene goede beweging, men betaalt' maar een klein franks- ken en tien kleine centiemkens 's jaars om lid van den Bond te worden. Laat u de gelegenheid niet ontsnap pen om voor zulke kleinigheid u uit eenen akeligen toestand te redden. De Bond zal noch liberaal noch klerikaal zijn, maar men zal toch eenen Surmont, ge weet wel, den verdraagzamen Surmont, die zoo vriendelijk is met boeren, (wanneer ze met geld gaan, als 't u belieft) tot voorzitter kiezen. En dat is een eerstewaarborg van onpartijdigheid. Voeg daarbij eenen Colaert tot on der-voorzitter met zeven landbou wers van Watou, Crombeke en an dere groote centers, die het comiteit zullen vormen en dan zult ge aan de onzijdigheid niet meer twijfelen kun nen.Om dat bestuur nu uit die onzij dige mannen staande te houden heb ben de reglement-opstellers (ge ziet reeds van hier, wie het zijn,) een de «uittredende leden zijn herkiesbaar» in het artikel gelast.dat over de her kiezing dier leden handelt. Hoe ver nuftig, hé boertjes? Daarbij komt dan nog een schrij ver-schatbewaarder. Zou dat plaats- ke niet den oud-schatmeester der katholijke wacht voor beschikt zijn Die is toch zoo ondankbaar behan deld geweest en toch was hij onder alle opzichten zoo verdienstelijk. Al lo, lderikaaltjes, geeft hem maar dat postje;gij zult er u wel hij bevinden, alles zal dan in den Bond als op wieltjes loopen.Immers hij heeft reeds een bewijs van bekwaamheid gele verd is 't zoo niet Doch het is het art. 4 van 't regle ment dat om zijne jesuïeterij schit tert. Daar staat immers Alle re detwistingen die geen gemeens heb ben met de landbouwbelangen zijn niet toegelaten binst de vergaderin gen van den Bond Dat is heel natuurlijk, hoor ik reeds zeggen. Ja zeker, lezer, zoohaast er ergens een affreuse liberaal het moest wagen over landbouwzaken te handelen,die voor den eenen of anderen Surmont niet al te aangenaam mochten klin ken, men zal dan tot gemeld artikel zijne toevlucht nemen om den spre ker te bek stop pfen onder voorwendsel dat hij iets bespreken wil, dat met den landbouw geen gemeens heeft. Jesuïten Surmont en Cie zullen na tuurlijk door landbouwbelangen ver staan al wait voor hunne heb- en Tieerschzuchtige plannen dienstig is. Al het overige, volgens hen,zal strij dig zijn met de landbouwbelangen. Ik staaf mijne gezegden met bet- gene reeds in de eerste vergadering voorviel, ge weet wel lezer, op zeke ren 2tlen Kerstdag. Als wij wel inge licht zijn dan reeds stopte men den mond aan eenen boer, die de stout heid beging, van een waar reddings middel voor den kwijnenden land bouw te uiten en te willen bespreken. Ziedaar wat soort van maatschap pij die nieuwe Bond zijn zal en op welke wijze hij den landbouw dien sten bewijzen kan. Men ziet heel klaar dat er daar nooit noch van li beraal noch van klerikaal sprake zijn zal. Hewel, boertjes, zult gij u nogeens zoo gemakkelijk laten bloempjes op- vesten als in Juni 1884? Neen, niet waar? En ge zult ferm gelijk hebben. Een Pessimist. Josehp Arch. De kiezing tot lid der Gemeentekamer van een Engelsclien boer, of, om juister te spreken, van eenen landwerkman uil het Warwickshire is eene gebeurtenis van een geschiedkundig belang, bijna zoo groot als deze van de komst aan het be stuur des Derden-Staats (het \olk) in Frankrijk op 20 Juni 1789. Met de tegenwoordigheid in die vergaderingeener afzonderingsgroep van 86 Iersche afge vaardigden, is die kiezing het wezenllijk karakter der nieuwe Britsche wetgeving. Laat ons dus vooreerst bij dat eigenaardig en sympathiek wezen stilhouden: er is niet een vreemdsoorliger in de Parlemen ten der beide werelden. Het leven van JosephArch,gelijkt op eene dylle (herdersdicht) van Joris Sand. Hij Us in 1826 te Barford, een dorp in War wickshire, geboren. Zijn vaderwas, gelijk hij, een nederig landwerkman, die zeer eerlijk en van eene in 't oogspringende onafhankelijkheid was; zijne moeder, eene wilskrachtige boerin, leerde hem het wei nige dat zij wist: lezen en schrijven. Op negenjarigen leeftijd won hij den kost,, acht stuivers daags, met de oogsten bij middel eener roede tegen de plunderzueh- tige vogels te beveiligen; toen hij de tien jaren bereikt had, word hij hulp-werk man en op twintigjarigen ouderdom kreeg hij het hooge dagloon van elf frank vijf en twintig centiemen te weke. Hij trouwde dan, en zijne keus viel op eene brave vrouw, die haren uitzonderlijken man wist te begrijpen en aan te drijven tot het volledigen zijner opvoeding door veel en goed lezen. 's Avonds, in plaats van naar het Public house te gaan, hield hij zich in het hoekje van den haard met lezingen bezig; hij leerde zoo aan zichzelven de wiskunde, (cijferkunst) de meetkunde en het landmeten. Zijn eerlijken en recht schapen aard, zijne hoogere geleerdheid dan deze van hen, die hem omringden, waren oorzaak van zijne spoedige en groote plaatselijke volksliefde. In zijn district werd hij een soort van wereldlij ken herder, een welwillenden redenaar. Doch twee kinderen waren uit zijn huwe lijk gesproten en zijne daghuur van boe renwerkman werd ontoereikend om zijn gezin te voeden. Hij besloot te vertrekken met zijn allaam in hoedanigheid van zwervenden landwerkman-specialist. Hij maakte kiezel, roeide houtgewassen uit, draineerden venen en moerassen, over- zwaar werk verrichtende en soms twaalf en dertien uren daags met de voeten in het water blijvende. Dan leerde hij hagen snijden en leiden, maakte zich in dat vak alom bekend en begon veel gevraagd te zijn door de boeren der streek. Gedurende zijne zwervende loopbaan vond hij de gelegenheid om al de bijzonderheden van zijnen stiel grondig te hestudeeren. Door eenige boeken geholpen, want hij wijdde regelmatig al zijne avonden aan verstan delijke ontwikkeling, onderwees hij zich practische begrippen van algemeenmaking en verkreeg in alle kwestiën, betrekkelijk den landbouw, een wezenllijk gezag. Zijn gansche leven was enkel aan werk en studie gewijd. Immer langs wegen en straten, met zijn licht reisgoed in eenen neusdoek geknoopt, sliep hij in eene scheur of eenen stal, soms in eenen gracht en had geen ander doel dan vrouw en kinders te voeden, terwijl hij zich in zijn ambacht volmaakte. Persoonlijk,door overgroote zuinigheid en wilskracht, kwam hij er altijd toe winstgevende weken te maken. Maar Wat al ellende verduurde bij op zijne wegen niet!.... Joseph Arch zocht er de oorzaak van en vooral het middel tegen op: hij eindigde met vast te stellen dat er maar een bestond: de volle dige herinvoering van het landeigendom- melijk beheer in Engeland. En alsdan, beginnende den nieuwen kruistocht te prediken, doorliep hij de graafschappen en legde aan de landwerklieden hunne noodwendigheden en hunne rechten uit. In 1872 slichtte hij «de Yaderlandsche Landbouwersbond. 's Avonds er voor nog ongekend, was hij reeds op het einde van eenige maanden de wereld door ver maard als de hoofdman der rapste, bui tengewoonste en wettigste beweging der eeuw. Tallooze boerenvereenigingen rie pen hem als hunnen leider uit, gelastten hem met hunne belangen en zonden hem naar Ganada om de kwestie der landver huizing te hestudeeren. Eindelijk,na veer tien jaren onophoudende krachtsinspan ning en propaganda, (verspreiding en aanbeveling) is hij nu het Parlement inge treden. Zijn persoon loochent het gedacht niet, dat men, volgens deze levensbeschrijving van hem opvatten kan. Het is een man van zestig jaar, die er nauwelijks vijftig schijnt; hij is groot, recht en kloek, van het zuiverste Engelsch-Saksische ras, met schoone blauwe oogen, waaruil een lie ven, zachten en helderen blik straalt, lijnen neus, de bovenste lip geschoren en een peper- en zoutkleurigen baard. Het voorhoofd is edel, de algemeene gebaren kalm, vreedzaam en geestig. Kenmerkende bijzonderheid: de heer Joseph Arch heeft eene vleezige lip en de gemeten voordracht des sprekers van beroep. Bij homvloeit de zinsnede er uil, met hare bijzondere wendingen, die eenen alLijd gereeden woordenschat daarstellen, en welken men gewoonlijk bij den leeraar en den advo- kaat aantreft. Gansch zijn leven ook heeft hij tot het volk gesproken: eerst als vrijwilliger der methodistische prediking, daarna als volks redenaar voor de landbouw beweging. En het is met zijne grondige kennis der stof, welke hij behandelt, met de persoonlijke ondervinding van een leven, heel werk met zijne diepe rechtzinnigheid, met zijne vurige overtuiging voor de rol, die hij voorlaan spelen zal, dat hij heden avond zelf, of morgen zijn maidenspeech in het Parlement, binst de bespreking van het verzoekschrift, uitspreken zal. Ik twij fel niet of hij seffens op den eersten rang der debaters komen zal Dpze Kamer heeft met spijt gezien dat de redevoering van Zijne Majesteit niet in het minste zinspeelt op eene aanstaande verbetering in den toestand der land wer kers: dal is de stelling, welke de nieuwe afgevaardigde ontwikkelen zal en op wel ke, zegt hij mij, hij hoopt een honderdtal aanhangers te vereenigen. Het is voldoende, twee minuten met den heer Joseph Arch te redekavelen, om te zien dat hij onder zedelijk en verstan delijk opzicht, de eerste de beste niet is. Zijn uiterlijke draagt het kenmerk van den werker en heeft de helderheid van den denker, wier studiën hem tot stellige gevolgtrekkingen geleid hebben. Het is een gemeten en doordachte geest, die zich over alles een persoonlijk gedacht gevormd heeft en die nooit spreekt zonder zeker van zijne gezegden te zijn. De indruk, door dien landman op mij teweeggebracht is deze van eenen landmeter of van eenen natuurkundige, die op het laatste de maatschappelijke vraagstukken zou be handelen, na er zijne geestesgewoonten, zijne stipte nauwkeurigheid, zijn onwan kelbaar en uilsluitend vertrouwen in het ondervindelijk feit aangebracht te hebben. (Temps.) DE TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 1