csspieuws. Nog N i e o w s b I a d en onze Stadsschool. a.koopen. En toch moet men geld slaan in dien winkel zonder mededingers, kerk geheeten; want de kiezingen zijn daar en het beloofd er ruw toé te gaan. Duizenden misnoegden zal men moeten met goud stukken en bankbriefjes bekstoppen en paaien. Daarom heelt men als noodzake lijkste voorwaarde opgelegd, aan alwie den jubel aflaat verdienen wil, van eene aalmoes in den offerblok, met dat doel in iedere kerk geplaatst, te steken. Die geen geld heeft krijgt geen aflaten en derhalve kan het rijk der hemelen nietbinnengaan. Hier ook dus is de hemel voor geld te koop. Waar gaat men naartoe met de leer van Hem, die gezegd heeft: Een rijke zal zoo moeilijk in den hemel komen, als een kemel door de oog eener naald kruipen. Nu moei men aan het omgekeerde geloo- ven. Stel uwe beurs ter beschikking der zwartjes en men zal, om uwe voetstappen te sparen, u den hemel een eindwests tegenbrengen. Maar sluit gij uwe beurs voor die onbeschaamde schooiers, dan hebt ge schoon godsdienstig en godvree- zend te zijn, er is geene mogelijkheid van in den hemel te geraken. Welke kwakzalvers ofte Charlatans Een geus. KLOOSTERSCHATTEN INDEN BRAND. Wij lezen in de Brugsche Beiaard Het heeft deze week in het Ursu- linnen klooster te Laeken, bij Brus sel, gebrand. Dit klooster is eene kostschool en 180 meisjes verkeerden bij deze brand in levensgevaar. Geene ongelukken zijn echter te betreuren. Deze geruststelling geeft de gele genheid tot andere bedenkingen. Dat alle kloosters schatten bezitten, die niet van werken komen, werd hier alweer bewezen. Zekere nonnen bekommerden zich meer daarmee dan met de kinderen, die in den brand waren. In 't ergste van den brand kwam eene non als dolzinnig naar een groep heeren geloopen, al roepen Red den schat Den schat was de vraag. Ja, den schat! Hij is in de kel ders. Volgt mij! Men liep de trappen af langs een kronkelenden gang, brak eene deur- open en was in den schatkamer. Da&r stonden drie zware' koffers in 't groen geschilderd. Dit was de schat. Men droeg ze met veel moeite in eene verzekerde plaats. 't Waren de archieven zegt de P atrie. Voor de Patrie is liegen een am bacht en ze kent het overheerlijk. Moeder Overste, Cuneszonde, zegt de Etoile, was naar de redders toege sneld gekomen. Men had haar gevonden in hare bid kamer en met moeite tot vluchten doen besluiten. Ook zij dacht aan den schat en liep nu naar den trap al roe pen: «Volgt mij niet! Ik verbied het!» Doch 't was te laat om aan dit bevel'te gehoorzamen. Men liep naar de kelders en vond daar de redders van den schat reeds aan den gang. Moeder Cunegonde ging nu den roep vooruit, op hare borst een klein ■stje drukkende, dat ongetwijfeld i grootste kostbaarheden bevatte. Jweer archieven hé Patrie En zoo zij n er duizende kloosters in 't and, waar overal dergelijke schatten ./oorhanden zijn. Schatten, niet door werken gewonnen, maar dienend om de meesterschap der geestelijkheid in alles te verzekeren, eerst en vooral in de wereldlijke politiek. Dit geeft stof tot nadenken. BURGERSTAND VAN DEN 19 ÏOT DEN 26 Februari i88fi. Geboorten. Mannelijk geslacht3. Vrouwelijk id.: 3. Huwelijken De Gryse, Augustus, hovenier, en Cnockaert, Julia, dagloonster. Sterfgevallen Vandaele, Nathalia, zonder beroep, 7o jaren, weduwe van Herman Nosdy, St-Jans-hospitaal- straat. Boyava, Julia, hovenierster, 63 jaren, weduwe van Leopoldus Berten, Brielen-buiten. Robaeys, Fideelus, zonder beroep, 78 jaren, weduwe van Amelia Lescouwier, Rijselstraat Jacquier, Maria, zonder beroep, 42 jaren, echtgenote van DesideriusCrabbe,Plateelstraat. Meirsseman, Petrus, landbouwerswerkman, 67 jaren, ongehuwd, St-Jacobs-buiten. Bras, Joannus, schaliedekker, 78 jaren, weduwaar van Maria Aernout, St-Jacobstraat. Kinderen beneden de 7 j.iren Mannelijk geslacht, 5. Vrouwelijk id., 1. —O In zijn nummer van verleden Zondag, schijnt het N ieuwsbladje heel verwonderd, dat «ij zoo goed zijne inzichten raden kun nen. Dat is, ons dunkens, zoo moeilijk niet. Men heeft enkel het eene of andere sermoen bij te wonen om zijne patronen die inzichten opentlijk, en zonder omwegen te hoore.u van hooge afkondigen en blootleggen, om te boo- ren roepen van slechte? scho'en, god- en zedeloozemeesters en andere dergelijke titels meer. Men heeft maar de eene of andere paap of paapschgezinde tot eenen ander te hooren spreken van onze scholen, om hem allerlei smadelijke en dikwijls heel laffe aanrandin gen te hooren uitspuwen. Is dat niet voldoende om de inzichten van het Nieuwsblad je, zelfs dan wanneer zij maar half uitgebracht zijn en nog acbier een masker steken, gemakkelijk bewust te wor den Dan gilt M, Plaatselijk het van vreugde uit, omdat «ij bekenden dat er geen enkelen der leerlingen dees jaar in den prijskamp bekroond werd. Wij zien onzen evenmensch gaarne gelukkig en wij zijn derhalve tevre den hem die zoete oogenblikken verschaft te hebben. Doch, of die échec, waarover 't Niéuws bladje zoo verheugd is, de goede faam onzer school ondermijnen kan, dat betwijfelen wij zeer. En ziehier waarom. Verbeeld u van den eenen kant, eene school als de onze, waar er zeven onderwij zers (zonder geloof, maar met diploma's) werkzaam zijn, elk in eene klas mer, 40 tot 60 leerlingen, en veronderstel dat die onder wijzers ai de mogelijke middelen inspannen om die 40 tol 60 leerlingen, met gelijken tred op het pad van alzijdige geesies ontwik keling, eer en deugd voort te helpen, om te zorgen dat geen enkele dier leerlingen achter- blij ve of verwaarloosd w orde en om te maken dat allen, zonder uitzondering, zich binst de te weinige schooljaren, die hun aandeel zijn, ver genoeg vorderen om later han zeiven voort te helpen, hen zeiven te onderwijzen in bet.gene hun onontbeerlijk is. Die school, waar zoo voor de algemeene ontwikkeling van al de leerlingen gewerkt wordt, zal geen tijd vinden om zich uitsluitelijk met enkele leerlingen, die van bijzonderen aan leg getuigen op te houden en deze voor de prijskampen wel en zeker voor te bereiden. Derhalve zal die school weinig kans hebben op wellukken in die prijskampen, hoewel alle kinderen er een onderwijs genieten, dat op stevige grondslagen gesteund is. Verbeeld u van den anderen kant ook eene school, waar zeven onderwijzers (met geloof en meestal zonder diploma's) werkzaam zijn, elk in eene klas met het bovengenoemde getal kinderen, en veronderstel dat die onderwij zers zich «einig bekreunen of al hunne leer-' linger voortgang doen en enkel onderwijzen met het doel in de aanstaande prijskampen het grootste getal bekroonde leerlingen op te leverenveronderstel nog dat zij zich enkel met een zestal leerlingen, die een buitengewonen aanleg hebben, bezig houden om die, ten nadeele der andere, verwaar loosde kinderen, hijzonder goed te kunnen voorbereiden en ze zoo alie zes in den prijs kamp te doen gelukken. Wij vragen Af. Plaatselijk nu welke dier scholen de beste is en welke aan de ouders hei meeste vertrouwen inboez.emen zal? Die vraag stellen is ze beantwoorden, niet waar, vriend Daarom ook stellen wij weinig vertrouwen in de uitslagen der prijskampen voor wat het beoordeelen eener school aangaat i-n wij bepalen ons liever bij de zienlijke ontwikke ling van ai de leerlingen in 't, a gemeen, bij betgene «aartoe de leerlingen bekwaam zijn wanneer zij de school verlaten. En zoo doen alle verstandige Ouders. Voor hen zijn de uitslagen der prijskampen niets dan poeder in de oogen. Zijt eens rondborstig en openhartig, Nieuwsbladje, en zeg ons of liet zoo niet is? Verder is M. Plaatselijk voor de tweede maal verwonderd dat wij den officiëelen jury beknibbelen of aanranden. Maar, vriendschap, wij hebben den jury noch beknibbeld, noch aangerand en enkel gewezen op zekere in omloop gebrachte geruchten, die de eerlijkheid van den jury gansch in twijfel trokken en om diezelfde geruchten ie helpen loochenstraffen vroegen wij u om eenige inlichtingen. Wij dachten dat het u gemakkelijk ging zijn met onte gensprekelijke bewijzen op te treden om de eerlijke en gewetensvolle handelingen van den jury te staven. Wij vinden ons bedro gen. De inlichtingen, gelijk de bewijzen, blijven weg. Wij wachtten eene week. twee, drie weken en. wij wachten nog. Maar, wij zeggen liet rechtuit, nu is onze overtuiging aan het wankelen; in dit geval zonden wij wellicht aan het vlaamsche spreekwoord; er is altijd water of waas, waar het. kalf verdrinktgeloof hechten. Fin gij, Nieuws blad jc? Nog iets Da Nieuwsbladschrïyvev is ra zend dol, omdat wij hem weêrlegden en zijne artikelen als lastertaal deden uitschijnen. Maar, hoor ik reeds zeggen, als dat niet zoo is. hij kan u wel het tegenovergestelde be« ijzen, .la, lezer, en hij doet het, ook. Weet ge boe? Luister: Het Niewwsblad telt boven de duizend lezers en de Toekomste er diepe in de vijf en twintig. Dat is al. wat het ons te zeggen weet. Of dat ernstig is! Och iieere toch! Selderdepikkel! een gedacht. Zou de fate hier den man met teekenenZou M. Plaat selijk het getal onzer lezers niet berekend heboen volgens dat der zijne. Misschien. Hewel, M. Plaatselijk't is proper! W. 't Niet. o VERBETERING VAN HET PAARDENRAS. De Gouverneur van West-Vlaanderen heeft de eer de belanghebbenden te berichten dat de bestendige deputatie des Provincialen Raads, in zitting van 9 der loopende maand, besloten heeft dat de keuringen en prijskampen voor hengsten van gekruist ras en van zuiver bloed, te Kortrijk, aangekondigd voor den 22" Maart -1886, integendeel, den zelfden dag, te Thou- rout, Burgplaats, zullen plaats hebben. De paarden uit al de localiteiten der Provin cie mogen aan deze wedstrijden deel nemen. Po!»EIUNGHÈ. den 2! Februari '1886. De onverbiddelijke dood komt nogeens in de rangen der piiilharmonistén een lid weg te maaien. De aandoening is nog warm, veroorzaakt pas eenige weken door het af sterven van een der ijverigste leden, toen een nieuw verlies hun komt te treffen in den persoon van M. Leo Maesen, te vroeg aan hunne vriendschap ontrekken, den 16 fe bruari laatst. De afgestorvene, die als uitvoerend lid. vee! beloofde, «as schaars 20 jaar oud Zooals in de vorige begravingen zagen wij de geestelijkheid vol haat en vrok. Onmach tig tegen de levenden, hebben zij op nieuw op eenen doode hunne wraak bot gevierd door het weigeren het, lijk te gaan halen! Deze daad van onverdraagzaamheid heeft, niet belet dat de begraving indrukwekkend was. Volgens berekening der nagedachtenissen aan de kerkdeur uitgedeeld, mag men op 800 schatten, de personen die in deze treurige plechtigheid deelnemende, gehouden hebben te protesfeeren tegen de inkwisitoriëele en van meet- tot meer onverdraagzame handel wijzen onzer geestelijken. Wij bestatigen nogtans met, voldoening, dat rie Philharmonie. verre van gehinderd te zijn door de farcen die zekere Bulten denken haar te spelen, van langst om meer bloeit. De gekruinden doen niets anders dan onze kunst-maatschappij tot aanbeveling te die nen. In Januari laatst begraafde men te Pope- ringhe vrouw Helleboiuit-Hennaert, en men verbood aan de familje de cloodzanfjes in de kerk uit te deelen, onder voorwendsel dat de personen die maar eenen dienst van vierde klas konden betalen zich dezen praal niet mochten veroorloven. Den 8 Februari daarna, kwam er een zekere Deweerdt te sterven, die men met de zelfde 4Je klas begraafde, rriaar de familje mocht alsdan bij tien altaar de doodbeelde- kens uitdeelen. Geene de minste politieke zaak was op het spel. In het eerste geval was cl»echtge noot der overledene pompier,— in het tweede was de afgestorvene zelf pompier. De Poperinghenaars, niettegenstaande de kleine aangelegenheid die zij daaraan ech ten, vraagden zich af hoe het komt dat men in 't zelfde geval den eenen dien luxe toelaat en aan den anderen niet. Een kopstuk van den k.k. lostte welhaast dit vraagstuk op, hield staan dat het op verzoek was van eene achtbare kalote geheel toet bevriend, met deze familje dat men dit onderscheid gemaakt had voor den zoon uit Sint-Laurent. R. Poperinghe, 22 Februari 1886. Sedert den dag dat de poperingscbe pom piers eenstemmiglijk den mislukten advo- kaat, gewaarschuwd hadden, dat zij op geene wijze onder zijne orders wikten dienen, en dat de koning, gehoor gevende aan hunne rechtveerdige eischeri, den geachteri en be minden M. liakeroot benoemd heeft tot op perhoofd der stadsoldaten der stgd van Van Compernolle, de adjudant Felix'in zijne eigenliefde erg gekwetst, bezit zich zelve met meer in zwoer, bij zijne monumentalen neus, van zich te vreken. Alleenlijk, was deze die thans zijn opper hoofd geworden was een man van karakter en handen en tanden had om zich te verde digen, besloot hij zijnen toevlucht tot eenen list te nemen en het voordeelig oogenhlik «f te wachten. In afwachting liet hij het gerucht ver spreiden, dat, als wan neer men M. Bakeroot tot opperhoofd der pompiers benoemd had het alleenlijk was omdat de adjudant Felix' dien Imogen graad r.iet had willen aanvaar den, al/.oo doende gelooven dat het door zijne weigering)!was dat den nieuwen benoemde de kommandopluim bekomen had. Nogtans, sedert zijne nederlaag, deed den leuvensche gebuisden geene oog meer toe* hij beloerde van ver en zonder ophóuden zijn nieuw opperhoofd, om bij de minste gele genheid het vuur in de stoppe testeken. Maar als i klein Felixje den slimmen meende mi ie hangen, was M. Bakeroot, die zijnen man kende en geheel wel wist hoeveel gal er in zijn hart verborgen was, hield hem van zijnen kant op zijné' hoede, 'en liet is dank aan deze aanhoudende waakzaam heid. dat men eene samenzweerinr over eenige dagen ontdekt heeft, welke ge-smeed werd (ter oorzaak van Bretellen) in'de ver holenheden van den k. k. Maar zult, gij u misschien afvragen, hoe is het mogelijk dat eene zaak van BRETEL LEN, de rust zou kunnen smoren der «til'e Poperinghenaars? Niet nogtans is meer echt en wij en vragen maar om onze ]e2ftrs daarin te voldoen, met hun deze afgrijslijke zaak te vertellen, alleenlijk zal het maar binnen acht dagen kunnen zijri. DKCKLAERti. V rienden. leest, als t u belieft, tot het einde den BRIEF VAN DEN KERKTOREN AAN DEN BURGERVADER VAN BECELARE. B elbeminde Burgervader 't Is reeds lange dat ik geen bezoek van u ontvangen heb, en ik ben gelukkig op heden eenekoutenaneie met u te mogen slaan. Welbeminde Vader, als er alhier een vreem deling van elders aankomt, hij trekt met mede lijden zijne schouders op, als hij mij beziet en de goede parochianen van Becelaere.' die ik zoo get rouwig op het geroep van mijne schoone klokken, ter kerke zie komen, de parochianen zijn uitnemende spijtig dat ik sedert lang niet hersteld geweest ben en helaas jm in zulk eenen afgrijzeljjwen, Jeelijken staat verkeere. Want, welbeminde Vader, ik ben wreedaar dig van steunen beroofd. Drie of vier niéuwe architekten hebben mij wel van riabii komen nazien; maar 'k geloove dat hun vernuft 0« wat te klein is om mij te helpen. Ja ik Eén van eene onmènschelijke maniere van getrouwe steunen en van een deel van mijn vel beroofd. En gij hebt ook verstand genoeg, teerbeminde Vader, om te\weten dat men zonder steunen welhaast zou vallen, en dat, als het vel we"- is het vleesch bederft. Ik heb hot reeds ondertan den aan mijne Noordwesterzijde waar men over een jaar of acht, ook een stuk van mijn litf ge trokken had. J Men zei dat het was om ongelukken te ver mijden. Maar welbeminde Vader, indien men een stuk van uw lijf trok, zoudt ge dat niet reeds als een ongeluk aanzien 7,oo is het ook een ongeluk voor mij 'dat er zoo onbermhertig stukken van mijn lichaam ge trokken worden. Ongenadig ben ik hier nu óan regen en natte, winden en koude blootgesteld en ik veroudere en verslechte wel 100 maai zoo rap als vooi dezen 0 teerbeminde Vader, heb toch compassie nietmijii arm lot Wees toch zoo wraakzuch tig niet ten opzichte der kerk en der priesters Als gij de schoolkosten hebt kunnen verhoogen-. r"V -O z" Vei ij tl

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 2