hetgeen niet alleen door vervalsching maar
ook door de aanraking der lucht, door het
ervliegen der stikstof, door de regens, door
gebrachf k. vocluise magaz'jnen teweeg
Er is dus een groot verschil tusschen den
uitslag der ontleding in eene iandbouwstatie
en dezen der proefnemingen met mijnen
guano-meter. Doch deze beeft het groot
voordeel dat men hetn altijd bij de hand
beeft en dat men len allen tijde de proefne
mingen kan herhalen. De ontleding waar
borgt u slechts de samenstelling van het
opgezondene siaal, zoodat men iutusschen-
tijd nog zou kunnen begrogen zijn: ook zou
men wel, telkens dat men vette koopt, me
nigvuldige stalen moeten doen ontleden,
hetgene alzoo kostelijk vallen zou.
Daarbij zal de landbouwer welke eenen
guano-meter bezit, dien niet alleen kunnen
bezigen bij het koopen van vetten; hij zal er
allerlei proefnemingen mede kunnen ver
richten; bij voorbeeld, hij zal zien welken
van zijne twee beerputten de besta ale of
bold bevat en dus ook weten welke vruchten
hij nog met andere meststof moet helpen om
gelijk te staan met de beste ale, en meer
andere proefnemingen nog, welke de ver
standige landbouwer zal onderzoeken.
Mijnheer Marlet zou mij waarschijnlijk
oók zeggen dat hei tuig van geene weerde
is voor de meststoffen die met keukenzout
vervalscht zijn. Ik weet zeer goed dat mijn
guano-meter op het keukenzout werkt en
omtrent 24,3 graden aanwijst; ik weet ins
gelijks zeer goed dat men dat zout tot het
vervalschen van vetten gebruikt, en mis
schien meest van al bij de chemische die
bijna dezelfde kleur hebben. Men kan dus de
meststoffen die volgens mijnen guano-meter
min dan 24,50 graden moeten wijzen met
keukenzout vervalschen; doch niet lichtelijk
zonder dat men het ziet. Twijfel ik er aan,
en wil ik mij van de tegenwoordigheid er
van overtuigen, ik gebruik het volgende mid
del
lk neem eene handvol gelijk welke meststof
en strooi die op eene gloeiende pan of in 't
vuur. Elk graantje zout zal in 't vuur spok-
ken; de andere vette, zelfs het landzout, zal
stil verbranden en opvenzen.
Wat mij aangaat, de vervalsching met
keukenzout heb ik tot nu nog weinig ont
moet: Bij de guano is zij te zichtbaar daar
de witte kleur van 't zout te zeer afsteekt
tegen de bruine kleur der guano. Bij de che
mische meststoffen die voor 't meerendeel
in zomertijd gebruikt worden op de reeds
groeiende vruchten, zou het deze verbran
den en dit is niet min zichtbaar. Ook geloof
ik dat de landbouwers het slecht lukken hun
ner yruchten meer zouden mogen toeschrij
ven aan het onberedeneerd gebruik der
chemische vetten dan aan het vervalschen
derzelre.
Wat het laatste punt van zijnen artikel
aangaat, meen ik mijnheer Marlet te mogen
verzekeren dat ik geen gevolmachtigde beo,
en hem ook het recht ontkennen moet tnij te
verdenken van de landbouwers te wiilen
om den tuin leiden.
lk heb de een te zijn, mijnheer de Uitgever,
Uw zeer toegenegen Dienaar
F. DE 3IAEGHT.
Voormezeele, 7 April 1886.
o—»
Mijnheer F. DeMaeght
te Voormezeele.
Mijnheer! Ik ben blij dat gij u verzet tegeii
mijne waarschuwing, omdat uw verzet mij
de gelegenheid geeft ie bewijzen, dat uw
guano-meter niets waard is voor het doel,
waarvoor Gij hem verkoopt.
Vooraf moet ik U doen opmerken, dat,
wanneer ik uwe eer en uwe belangen heb
aangetast door mijne waarschuwing, de
schuld daarvan geheel aan U is. Juist de
officiëele plaats, welke mij is toevertrouwd,
maakt het mij tot een heiligen plicht alle
bedrog en alle misleiding op het gebied van
landbouw te bestrijden met. alle eerlijke
middelen, waarover ik beschikken kan. Ik
zal dit blijven doen tegenover ieder.
Gij beschuldigt mij, dat ik uwe woorden
in uwe plakbrieven anders heb voorgesteld
dan ze in uwe plakbrieven staan. Dat is
waar, maar heb ik iets anders gezegd dan in
uwe plakbrieven slaat? Boven die brieven
staat met vette letters: Vervalsching der
Meststoffen In die brieven zegt gij: Wij
zijn er in gelukt, tia lange opzoekingen, een
middel te vinden om de kracht van de mest
stoffen te doen kennen.» Welnu,die kracht
hangt af van de. hoeveelheid planten voeden
de stoffen, welke in de meststoffen steken en
die hoeveelheid kunt gij met uwen guanó-
meter niet bepalen. Bij uwe inlichting op
den buiten spreekt gij. zooals ik IJ met ge
tuigen wil bewijzen, van liet onderzoeken
met uw tuig van alle meststoffen, voedsels,
enz. Gij laat stalen aanbrengen en bepaalt
daarvan de kracht met uwen vochtweger.
Gij gebruikt den naam van een hoogst acht
baar persoon en laat zelfs een aanbevelings
brief van dien persoon zien, terwijl gij van
dien persoon, zooals hij mij zelf verklaard
heeft, niets anders bezit dan een aanbeve
lingsbrief voor den verkoop van sparren. In
bovenstaand schrijven en ook in uwe plak
brieven tracht gij de landbouwers te doen
gelooven, dat uw tuig ten minste voor een
{•root deel de proefstatiën kan vervangen.
Dit is geheel onwaar. Ik wil U eeD voor
beeld noemen om dit te doen yerstaan. Aan
de proefstatie te Gent heeft men bevonden,
dat wanneer men in dezelfde evenredigheid,
als gij opgeeft, gewoon keukenzout neemt
in plaats van sodanitraat, dat men dan met
uwe guano-meter hetzelfde aantal graden
bekomt. Uw guano-meter kan dus de minde
re krachtmet andere woorden de verval
sching van soldanitraat niet aanwijzen. Gij
schijnt dit te verstaan, maar wat gij van
zout in bovenstaand artikel zegt, is juist een
bewijs, dat uw tuig bij vervalsching met zout
geheel onnuttig is.
Ik zal binnen kort in De Akkerbouw het
gebruik van vochtwegers voor den landbouw
eens beschrijven en U al de nummers toe
zenden. lk noodig U uit mij te bestrijden,
lk zal dan met meer feiten aantoonen dat
uw tuig voor hetgeen gij opgeeft, met deugt.
Uwe ondervinding en die van anderen
bewijst in dit geval niets, omdat ze afkoms
tig is van personen, die het niet verstaan.
Ik zou U personen kunnen noemen, die uw
tuig geheel anders beoordeelen en die U
zelis bet geld terug gevraagd hebben. Noem
uwe getuigen, ik zal de mijne noemen, M.
De Maeght?
Door alles wat gij schrijft en zegt, brengt
gij onze landbouwers in het gedacht, dat ze
nu voortaan de proefstatiën minder noodig
hebben, wijl ze nu met uw tuig zeiven de
kracht hunner voedsels, vetten, enz., enz.,
zullen kunnen onderzoeken. Wat kan men
daar anders uit verstaan dan dat uw tuig
dient om vervalschingen aan te wijzen?
Indien uw tuig werkelijk goed was, zou
ik van den prijs niet spreken, maar nu bet
niets goeds aanwijzen kan, is de prijs zoo
hoog, dat ik niet wil neêrscbrijven, wat ik
van uwe handelwijze denk.
Ik mag geen misbruik maken de welwil
lendheid van den geachten Opstelier van dit
blad en moet daarom kort zijn. Welnu, M.
De Maeght, ik herbaal in alle deelen mijne
vroegere waarschuwing; ik noodig U ander
maal uit om U waar en wanneer gij wilt in
het openbaar te bewijzen, dat uw guano-
meter vour het opgegeven gebruik niets
waard is. Uw tuig is een vochtweger en de
aanwijzingen dier wegers berusten op de
verschillende soortgelijke zwaarte, welke
eene vloeistof aanneemt, wanneer andere
stoffen daarin opgelost, gesmolten worden.
Gij gebruikt als vloeistof voor uwen guano-
meter pompwater. Ehwel, wat daarin niet
smelten kan, kan nooit door een vochtweger
aangeduid worden en vele stoffen in vetten
en voedsels smelten niet in water. Boven
dien, hebben vervalschers tal van middelen
om door vermenging van eenige stoffen,
juist bet aantal graden te bekomen als gij in
uwe affiehen opgeest.
Gelief wel in te zien, dat ik niet uw per
soon bestrijdt, maar alleen uw tuig, uw
guano-meter. Ik ken U niet en heb dus geene
enkele persoonlijke reden voor mijne waar
schuwingen, maar ik heb alle reden otn den
verkoop van uw guano-meter uit alle macht
tegen te werken.
De Staatslandbouwkundige van
Oost- Vlaanderen,
A. F. Marlet.
8tadssiieews.
SCHOOLPENNING.
Vorige listen, S3,717-88
Uitgaven tot heden, fr. 49,830 86.
Blijft in kas, fr. 4,251-58
Bsa ©nis Willems-Fonds
Onze ieverige Afdeeling van het YVillems-
Fonds gaf Zondag laatst zijnen leden een
vierde winter-feest, dat waarlijk puik mag
genoemd worden. De zaal was eivolveel
dames dat, is altijd eene blijde verrassing i
en menig vreemdeling. Dat getuigt dat
ons publiek smaak vindt in feesten waar
men op zijn gemak is, omdat men zich in
den vriendenkring bevindt, omdat de moe
dertaal er wordt verheft en de kommer des
levens zoo wat ruim een paar uren verdre-
ven wordt. Hulde aan het comiteit dat ons
dezen winter reeds vier concert-voordrach
ten, een Kerstfeest en eene voordracht met
zichten gaf.Hopen wij dat zijne pogingen be
loond zullen wordendoor de ondersteuning
van nieuwe volksvrienden.
De spreker, N. J. Sabbe, door allen IJper-
ling als opperbest redenaar goed genoeg ge
kend, had tol onderwerp zijner voordracht
gekozen: Reinaert de Vos. Meer dan een
uur lang wist hij de aandacht te boeien door
de groote waarde bij dat boek uit te doen
schijnen zij bestaat hierin dat het eene
groote maatschappelijke gedachte bevatde
strijd der burgerij tegen den adeldom en de
geestelijkheid in de middeleeuwen. De Rei
naert de Vos is eene dierensaga, een fabel
waarin de slimheid der burgerij door Rei
naert de Vos, de onstandvastigheid, van den
adel door Nobel, den leeuw, wordt voorge
steld, Bruin, de beer, verbeeldt de dom
heid des adels; de geestelijken worden ver
beeldt door den luipaard, die aan Nobel raad
geeft. De trekken zijn geeselend genoeg om
de geestelijkheid te kennen. Ten einde den
toehoorders een gedacht van den scherpen,
satirischen en levendigen vorm waarin dit
boek geschreven is, te geven, las de heer
Sabbe eenige lijnen voor 't was de biecht
van Reynaart, aan Grimbaart, den das.
Spreker raadde den toehoorders aan dit
boekwerkje meermaal te lezen en het zooveel
mogelijk onder het volk te verspreiden. Al-
hoewei de schrijver een priester is, houdt hij
den spot met de pastoors, op wier gedrag
soms nog al veel te zeggen viel; ook zijn de
uitdrukkingen die men bij liet lezen van
Reinaert den Vos tegenkomt niet al te kiesch.
Het kunstgedeelte van het programma
was ditmaal, zooals naar loffelijke gewoonte,
goed samengesteld.
In den duo De Bidder en de Heremiet
bewonderde iedereen de krachtige en helde
re stem van de heeren Delmotte en Coffyn.
Weinige kunstenaars kunnen zooveel uit
drukking aan hun gezang geven als die hee
ren. Groot was ook dan den bijval dien zij
genooten; maar ook welverdiend.
Onze specialisten kluchtzangers, waar
van de verschijning op de planken bij ieder
een goed gestemde luimigheid verwekie,
zongen eenen kluchtduo, die aller lachspie
ren in beweging bracht.
De heeren Goetinck en Van Elslander, bei
den ariisten in den waren zin van 't woord
en wier talent niemand onbekend is,
speelden menig stuk dat de sna>en van het
hart deden trillen zij werden met het
warmste handgeklap en net tweemaal bis»
begroet.
Hetzij ons thans vergund een woord van
dank uit te brengen voor de heeren mede
werkers, die zoo bereidwillig bet Willems
fonds bijgesprongen zijn in 't werk, nat zij
ondernomen hebben.
«as jstrJSiicS Piischen madei-t.
Een onzer vele medewerkers van den
buiten,verontwaardigd door de huichelende
handelwijze der geestelijkheid, die over een
paar jaren nog alwie wat vrijzinnig dacht
uit kerk en biechtstoel verjoeg, banvloekte
en verdoemde en die nu met zeemzoete taal
deverjaagden,de gebanvloekten en verdoem
den weder don biechtstoel lokken wil, zond
ons het artikel Paschen nadert dat nog
al groote en onwederlegbare waarheden be
vatte en dal wij daarom ook gretig opna
men.
Daar waren van die waarheden in vervat
die \an iedereen dienen gekend te zijn en
die bij eene eerste lezing reeds een diepen
indrun achterlaten. Hebben wij het gretig
opgenomen, nog veel gretiger zullen onze
lezers (volgens 't Nieuwsbladje ten getalle
van 'li) het gelezen en bedacht bebhen. Het
is iets uat. uiterst welkom is bij die zielen,
die door onze huidige priesters in haar ge
loof getergd en gekwetst werden, en die om
hare vrijzinnigheid en grootscbe gedachten
alle godsdienstige vertroostingen door eene
alles^beheersehende geestelijkheid ontzegd
zijn geweest.
Doch er waren er ook bij wie het in 't ge
heel niet welkom was. De Nibuwsbladtw&n-
nekens, b. v. Deze sprongen er voor uit hun
vel. in meer dan drie volle kolommen huilt,
tiert en spertelt K.lote dat het deerlijk om
zien is. En toch gelukt hij er niet in een en
kel dier waarheden te weerleggen. Al wat
het ventje kan is ons een reesem scheld
namen naar het hoofd werpen. Ongelukkig
lijk voor hem zijn wij reeds daaraan gewend
en zulks maakt ons noch koel noch warm.
Die verwijtsels staven zelfs een gdeels de
waarheid van onze gezegden. En toch kun
nen wij niet nalaten aan onze lezers, die
't Nieuwsbladje niet in hun bereik hebben,
eens te doen zien, hoe K.lote ons artikel
weerlegt.
Dat er in bet nieuw Testament, zegt hij,
geen sprake van biecht en is, wij logen-
- straffen op dat punt den Toekomstschrij-
ver ten vollen, en terwijl bij zoo geern in
de schriften van voordezen snuistert, wij
raden hem aan van eens, met nauwkeu-
rtgheid, te lezen, wat er in 't Concilie van
Latran, in 1215, over de biecht gezeid
wierd.
Ziet ge 't, lezers, om te bewijzen dat er in
het nieuw testament ergens van de oorbiecht
sprake is, verzendt K.lote ons en zijne bo
ven de duizend lezers naarhet Concilie
van Latran
Zijt gij nu nog niet overtuigd, lezers?
Hewel, ik wel en ten vollen, zulde
Als wij zeggen dat de schrifture nergens
melding maakt van absolutie geven of wei
geren, antwoordt K.lote:
Wij twijfelen of de Toekomstschrijver
geheel de Schrifture gelezen heeft, en wij
twijfelen nog al merkelijk; wij ook en le-
zen maar zelden in de II. Schrifture.
Hoort gij het. lezers, omdat K.lote maar
zelden in de Schrifture leest, daarom is het
merkelijk te betwijfelen of onze medewerker
geheel de Schrifture gelezen hebbe en daar
om is 't ook stellig zeker dat die zelfde
Schrifture klaar en duidelijk melding maakt
van de oorbiechte.
Is die K.lote niet onovertrefbaar Is hij
geen grrrroote meester in het afleiden van
gevolgtrekkingen?
Och Heere toch! Hij verdient waarlijk een
kruiske op zijnen... rug.
Maandag, 19 dezer, is de genaamde
Emiel Gekiere (gezegd Danse), oud 40
jaren, geboren en wonende in onze stad,
bijna verongelukt. Terwijl hij bezig was
met werken aan het afvoeren der vestin
gen, bij de statie, alhier, stortte eensklaps
eene zware bres aarde op hem neder,
waaronder hij begraven lag. Spoedig ont-
delfde men hem, en ontwaarde dat hij
slechts een been gebroken was; men heeft
hem onmiddellijk naar het burgerlijk hos
pitaal overgebracht, alwaar men hem de
noodige hulpmiddelen verschafte.
Zijn toestand is thans zonder gevaar.
Gekiere is gehuwd en vader van 4 kin
deren. Er wordt voorzien, door de tus-
schenkomst van het achtbaar Stadsbe
stuur, in het onderhoud van vrouw en
kinderen.
BURGERSTAND
POPEIUNGHE,
den 22 April 1886.
Dank aan de gedienstigheid van onzen brief
wisselaar uit den K. K. hebben wij kunnen ken
nis nemen van eenen brief onlangs in het Jour
nal dYpres verschenen, onderteekend door
den doorluchtige doktor V«nderheyde en zijnen
soaus den heer Keukelinck,hoofd onderwijzer
der Broederkensschool, ineengesmolten met de
oude Gemeenteschool.
De twee onderteekenaars van dit manifest
(beiden vreemd aan stad) gelukkig hunnen
naam in een wel denkend dagblad te doen blin
ken lieten aan bet vlaamsche volk en in het bij
zonder de Poperinghenaars weten, dat er laatst
te Thielt besloten is geweest alhier eene ge
denkzuil op te richten, ter gedachtenis van wij
len den eerwaarden heer De Boo, te Beveren
geboren, en gedurend de laatste maanden zijns
levens hoofd der christenheid in de goede stad
van ARTHUR.
Wij zijn verre van de hoedanigheden van den
overledene priester te willen in twijfel trekken,
ons door M M. Vanderheyden en zijnen vriend
Keukelinck als een grooten geleerde afgeschil
derd. Wij zullen er nog zelfs bijvoegen, dat.
volgens het gezegde van eene zijner innige
vrienden, bij het aanveerden van de dekenij
van Poperinghe, MDe Boo, bezield met den
geest zijns goddelijken meesters, besloten had
van al zijne krachten m te spannen om
onder zijne schapen den geest van wei
overeenkomst en broederlijkheid te bren
gen, zoo diep geschokt door twee zijner
voorzalen, van rampzalige memorie.
Dat men dan een brons oprechte aan dien
vreemden geleerde zelfs twee, indien het
aan de heeren Vanderheyde en Keukelinck
plezier kan doen wij zijn'er in niets tegen
Maar wat er ons verwondert, 't is dat die toe
vallige Poperinghenaars en hunne vrienden
die waarschijnlijk met hunne centen zullen
helpen de gedachtenis vereeuwigen van M. De
Boo. niet een weinig zich herinneren van dezen
die binst hun leven, zij als orakels aanhoor
den.
In eensgezindheid met onze tegestrevers, zou
men aan het hoofd dezer orakels onzen ouden
burgemeester moeten stellen, die in hoedanig
heid van kolonel der Burgerwacht, als hoofd
der stad. en lid van den provincialen Raad en
der Kamer van Volksvertegenwoordigers zij
nen levensloop (van 4830 tót 1874) tén dienste
zijner medeburgers gesteld heeft
En nogtans is er nooit in het gedacht gescho
ten bij een lid des KK. van door bet kleinste
gedenkstukje noch zelfs het eenvoudigste graf
schrift de nagedachtenis van hun ouden overste
te vereeren
Zij hebben er nooit opgepeisd, tot zooverre
Voor do sabel van een sergent-major, O 30
Eene parti j domino in de Café d'Anvers, (1-55
Voor de gierigaard, 25
Bus ran hel Zilver Hoofd, 2 58
Som voortgebracht gedurend het feest
ingericht door het Willems-Fonds, 10-45
Som overhandigt door de iorichlings-
commissie der bals van den Karnaval, 591-50
Bus van dm IJpersoheu kiub te Gent, 20-75
Totaal, fr. 54.402-26
sj:
Ongeluk.
VAN DEN 16 TOT DEN 25 APRIL 1886.
Geboorten.
Mannelijk geslacht8. Vrouwelijk id.: 5.
Sterfgevallen
Pitillion, Karolus, werkman, 79 jaren, wedu-
waar van Amelia Mahien, Meenenstraat. Mae-
ckelberghe, Amelia, zondtr beroep, 35 jaren,
echtgenote van Constantinns Mahieu, Meenen
straat. Demares, Karolus, metser, 45 jaren,
ongehuwd, St-Pietees buiten.— Spilliaert, Leon,
lieutenant bij de infanterie, 54 jaren, echtgenoot
van Celina Mieroo, Beestenmarkt. Fiey, Bar
bara, zonder beroep, 76 jaren, wedmve van Ka
rolus Desaghrr, Weeniukstraaf. Borivarlé,
Charlotte, zonder beroep, 70 jaren, ongehuwd,
Slerreslraat Robaeys,Clemencia,74 jaren, on
gehuwd, Rijselstraat.
Kinderen beneden de 7 jaren
Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id., 0.
Maandag, 26 April, zal het bureel van'den
Burgerstand alleen van 9 tot 10 ure's mor
gen dsgee-pefed zijn.