WOONHUIS LANDGOEDEREN, TE IJPEREN. Donderdag 13 Mei 1880, Donderdag 27 Mei daarna Burgerlijke Godshuizen van IJperen, op Maandag 17 Mei 1880, Poperinghe, den 29 April 1886. Het publiek heeft zeer de afwezigheid opgemerkt van den vervelende adjudant Van Merris op het feest dat gegeven werd door den Bevelhebber der Pompiers aan de mannen onder zijne orders geplaatst. De eene zeggen dat M. Bakerooi, zich nog herinnerde van de domme tegenkan ting van den gebuisden advokaat, tijdens de benoeming als hoofd der pompiers, hem kortweg heeft zenden wandelen. An deren houden staan dat Felix, nog al toos woedend, omdat hij de plaats van kommandant niet heelt kunnen bekomen, niet geweerdigd had zich te derangeeren, om het feest door zijnen overste, zoo goedhartig aan zijne kompagnie gegeven, met zijne onbeduidende tegenwoordigheid te gaan vereeren. Enfing een andere adjudant, van den zelfden naam, Sir Elias Van Merris, om de afwezigheid zijns broeders te ver- schoonen, vertelde in deze taal waarvan hij alleen het geheim bezit, dat Felix nog altijd te Brussel was, en het de moeite niet weerd was voor een feestje van zulk weinig belang, de onkost der reize gans- keeren van Brussel naar Poperinghe te doen. Nogtans hoe menigmaal heeft hij niet, om te huis te sparen, in putje winter onze stad verlaten, en te Poperinghe terug gekeerd 't Is waar ten was toen nog geen sprake van de achtbare persoonlijk heid van M. Bakeroot, wiens benoeming tot kommandant der pompiers, hem zoo afgunstig gemaakt heeft, NIET TEGEN STAANDE HIJ HET AFLOOCHENT. Dom en belachelijk niet waaar X. BECELAERE. "Voormëzeele. IJPEREN 24 April 1 Mei. Tarwe 8,800, 19-25 13,400 18-75 Rogge 3,400! 45-75 2,800 15-37 Haver 1,500 18-50 2,200 18 00 Erweten 000; 00-00 000 00 00 Boontjes 800! 20-75 1,100 19-50 Aardap. 7,000' 6-50 7,000 6-50 Boter 14,300| 275-00 13.970 255-00 MET GROND EN ERF STAD IJPEREN, ZITDAGEN. VERPACHTING van ten 9 ure voormiddag in de zitting zaal, Rijsselstraat n° 38. Onder deze goederen bevinden zich de volgende waarvan de pachters vrijwillig heb ben afgezien, te weten 4 hectaren 85 a. 60 e. maaigras te Reninghe, gebruikt door sieur Ch. Tahon 43 aren 70 c. weide, ook te Renin ghe, gebruikt door David Merlevede; 9 heet. 25 a. 50 c. weide, meersch en land te Lampernisse, gebruikt door P. Vanheule en Edm. Cambier; 1 heet. 05 a. 07 c. land te IJperen Sl Jacobs, gebruikt door Alois Sinaeve Deze verpachting zal plaats heb ben voor 9 jaren in te gaan den 1 October 1886. De Notaris TïTECA, te IJperen is er mede belast. Doet maar voort, menheere den adjudant, dat is in mijne kaarte troef. Doet maar alle Zondage sermoens gelijk gij nu doet, en in een jaar tijds zult gij schandelijk van onze gemeente gejaagd ziin. Nadat gij den twist door uwe aanhangers ontstoken nog merkelijk zult ver groot hebben. Gij verdient den naam niet die gij wilt dragen. Uw rijk is van deze wereld nietgij hebt u bezig te houden met het geestelijke van uwe schapen, maar niet met de gemeentezaken, gelijk gij nu doet. Gij, die, och Heere, beter de goè dagen dan Becelaere kent, wilt hier bur gemeester spelen, en de pauw is maar uwen knecht; gij speelt met hem gelijk de kleine kinders niet eene ketsebal. Maar er xal een tijd komen, en deze tijd is niet ver van hier, dat de pauwdie gij nu zoo in nesten helpt, met uwe domme en onwettige adviezen, u inwendig zal vervloeken Wie weet of hij het nu reeds niet doet; gij zult hem zoover brengen dat hij, geene de minste kennis van gemeentezaken hebbende, er noch kop noch staart meer zal aan vinden. En alsdan zult gij uwe knikkers uit de ronde trekken, en hem met al de schande en de vervloeking van de inboor lingen van Becelaere laten loopen. Menschen, onthoudt goed wat ik zegge, en gij zult zien dat het zoo zal gebeuren. Ik zou vele voorbeelden kunnen aanhalen, zelfs kier in Becelaere. En als zij de menschen in 't benut en het verdriet geholpen hebben, trekken zij hun schuitje van kant.... uit christelijke liefde... en... alles ter eere Gods. De pauw verfoeit nu al de fonctionnairen van de gemeente; dat is genoeg gekend. Maar er zal een tijd komen ik herhaal het dat hij zal bekennen dat deze bedienden hunne pi;chten kwijten gelijk de wetten van het land ze hun opleggen Alsdan zal hij aan den adju dant zeggen: wat hebt gij mij misleid! Gij hebt mij onrechtveerdigheden doen begaan, die ik tot mijne groole schande heb moeten in trekken en herstellen. Zoo is 't ook, want verleden jaar wilden zij het traktement van den sekretaris verminderen, wat strijdt tegen de wet, en de katholieke permanente deputatie keurde die beslissing niet goed. In de laatste vergadering van den ge meenteraad heeft er eenen brief van den katho lieken gouverneur afgelezen geweest over de scholen, waardoor hij de handelwijze van de katholieke raadsheeren afkeurt en gelijk geeft aan onze schoolmeesters. Dat is lastig om lezen en hooren lezen héen nogthans is het zoo. I)e pauw is misleid, en daarom is 't dat hij zijne oogen zal openen, als hette laat zal zijn. Adjudant, nog eenige woordjes; want gij zijt compassie weerd. Zijt gij wel zeker van al het- sjene gij 0p Zondag 4 April in den stoel der waarheid verteld hebt? Ik ben zeker dat er- vele leugens bij warenen gij zijt er ook van overtuigd. Maar gij zijt te schepe, en gij moet voort varen. Doch gardea vous, adjudant, gij zult schipbreuk leiden; dat voorzeg ik u. Gij zijt een leugenaar, en een overgroots leugenaar zijt gij, is 't verslaan Als gij bij uwe aankomst onzen burgemeester en welbe minden vriend M. Bayart gingt bezoeken, verklaardet gij met een glas champagne in de hand, dat gij u geene scholen gingl aantrekken Becelaernaars die zijne sermoenen hoort en leert wat er over acht dagen in de Toekomst gestaan heeft, wat zegt ge van dien leugenaar? Zoudt ge dien man aan de deur niet moeten zetten als hij bij. u komt met al zijne valsche beloften Een woordje nog over zijne sermoens. Wie haat en nijd in zijn hert draagt, heeft geen berouw, zegt hij, en kan geene absolutie verkrijgen (en zou bijgevolg eene slechte com munie doen). Hewel, adjudant, uw hert is opgeëien van den haat en den nijd tegen de liberalen, en bijzonderlijk tegen de gemeentebedienden-, wij weten het maar al te wel, mannetje. Bij gevolg doet gij 7 sacrilegien te week, 30 of 31 te maande, 365 in een jaar en 3650 sacrilegien zult gij doen in 10 jaar als gij uw leven niet betert en uwe vijanden niet vergeeft. Maar gij zult zoolang niet loopen op Becelaere; als gij hier eenige jaren op uwen poot zult gespeeld hebben, en de gemeente in den diepsten afgrond zult gedompeld hebben, dan zal mijnheer de geneverflesch u een kruis- ken van ruziemaker geven, en u ergens een pastorijtjen niet ver van de zee voor belooning schenken, omdat gij u in het zeewater zoudt kunnen versmooren, in plaats van in den wijn en de Champagne. Gij wilt zoodanig hooge geleerd zijn, en gij kent nog uwen cathechismus niet. Sedert wanneer zijn er maar ZEVEN vreemie zonden meer; gelijk gij zegdet in uw zelfde sermoen? Gij zoudt kunnen gelijk hebben ook; misschien zijn er nu maar zeven vreemde zonden meer; want al de oude zonden zijn versleten en ver geten, en hebben p'ekke gemaakt voor een geheel regiment nieuwe gefabrikeerde zonden. Gij zoudt beter preeken over de dronhen- schappreekt liever van eenen man die te Gheluwe den naam gekregen heeft van Bece- laerschen dronkaard, en die op 19 October 1884 (dag van de kiezing) naar Meenen gereden heelt met den bakkers karre, en al wederkeeren in de naaste kurseecke bijkans op zijne beenen niet meer kon staan van dronkenschap. Zoekt dien mensch op en geeft hem eens eene ferme salade met bijtende peper. Hij verdient dikwijls eene oorvege. Neen, neen, zulke sermoens kan noch zal ik niet laten passeeren zonder er tegen te protes teeren. Indien den adjudant zulke dingen moeste vertellen in de herbergen, de menschen zouden wel durven probeeren ora zijn hoofd wat in te kloppen. Het is groot genoeg; maar er zit al niet veel anders in of haat en nijd tegen de liberalen; ware het in zijne macht hij zou ze opeten, om ze kwijt te zijn. Dat het zoo gemak kelijk ware gelijk eene ilesche champagne bin nenspelen (daarin is hij goed geökserseerd.) En daarmede, adjudant, salut en de kost. En tot wederziens zulle. Als gij nog eens preekt over de Toekomst zal ik er iets in zetten waar over gij zult beschaamd zijn, als er een zierken schaamte in uw dik lijf zit. Niemand weet het nu, maar dan zal ik het publiek vertellen. Gij weet dus waaraan u houden. Ik verwittig u met eene ware liefde tot God. Den liberalen Lanteern. V LAMER TIAGME, den 28 April 1886. De paschen is voorbij, en Gusten is tevreden over de parochianen die zoo ieverig te IJperen de paters bezocht hebben. Dit is in de kans van onze twee vetlappen niet, die met eene helsche moed hunnen offerblok bevlijtigen, en St-Pieters penningen beteugelen. Ik heb het u reeds ge zegd dat uw laatste woord altijd geld was, en dat gij alles klaar en duidelijk uitlegdet om met een venijn gemoed aan de klinkende munt te geraken. Gij bijzonderlijk, smet drijvuldigheid weigert de absolutie in de biecht aan ahvie de Toekomst leest, aan mij zult gij ze voorzeker niet weigeren, want Gusten zal bij u niet ko men. Ik geloof voorzeker dat gij goesting hebt achtbare mannen ten onder te helpen. Maar neen, snoodaard, dat kunt gij niet, want gij zoudt in 't korte uwe schilderij hier kunnen oprollen en op een ander gaan. Bij rechtzinnige, rondborstige lieden, kunt gij niet in onderhan deling komen, uwe faam is teenemaal bekent; en waarmede houdt gij u dan bezig? Moet ik het u aanduiden? Ehwelgij wilt hier meester maken in ander mans huizen, 't zou bij mij niet gepast zijn. Wilt gij nu ook het brood benemen voor haar en hare schaapkens, of is het om vrijen ingang te bekomen gelijk den ouden schoolvos, terwijl gij nu de Itwildibbe verlaat en u in eenen oostersclien hoek wilt schuilen, ten einde aan de vervolging van Gusten bevrijd te zijn Ons oog is fijner dan het moe, nu, doet maar grrroote concurentie aan den schoolvos, wij zullen er twee kapellen zetten. t- Gij ook, mijnheer den armezak, moogt al eens uwen toer hebben. Ehwel, vrienden, 'k zal hem eens te voorschijn brengen. Op een gestelde dag komt hij altijd voorbij mijn venster Wie???... Heb een oogenblik geduldlaat mij enkol zeggen dat het wezen, dat ik bedoel, tot bet menschelijk geslacht behoort. Hij is zoo wat zestig jaren oud, mager, heeft scherpe gelaatstrekken, lange zwarte-grijze wenkbrauwen, die, gelijk als luifels boven zijne donkere, diepliggende oogen uitsteken. Het haar van den man is even zoo grijs en stoppelig als een pas gemaaid koorneveld en zijne kleeding is even opmerkenswaa dig. Zijn korte frak zit hem om het lijf, alsof hij aan eenen kapstok hing. De breede broek, welke een span te kort is, floddert om de beenen alsof er enkel twee bezemsteelen in staken. De man gaat ge woonlijk met kromme kniën, een weinig gebo gen, als zocht hij tusschen de straatsteenen, wat hij tot dan toe nooit heeft kunnen vinden. Wie is hij Aanzijn gladgeschoren kaken, zijn stoppelig haar, zijn wonderlijke flodderende broek, zou men welhaast mijnheer T.... den armezak be kend hebben. Ehwel, vrienden, 't is hij Hij zelfs in persoon, die eene arme, onge- Jukkige faruillie, bijna van honger liet omko- msif. Hij, die de armen moet gaan in hunne hutten bezoeken en troosten, die zijn werk ver zuimd heeft en niet meer weerdig is nog den naam zijner plaats te blijven behouden. Wat is er gebeurt, vrienden Een arme man met zeven, acht of negen kin deren en de moeder tot het ontwakingspunt gekomen, waren bijna in hun eenzaam en ver laten huis, van honger bezweken. Ons dorp heeft nog nooit zoo een wreedelijk, hartverscheu rend tooneel onderstaan... Eén brood was in huis en de kinders weenden van honger. De vader met de tranen in de oogen, zonder werk sedert eenige maanden, zonder geld of eten, konde het niet verkroppen te gaan bedelen, zijne vrouw in barensnood op een stroozak in het huis uitgestrekt, was schier bezweken van honger en koude. De kinders schreiden om een tweede stuk brood, en de vader zinneloos, tot in de ziel bewogen, kon aan hunne lust niet voldoen. Zijt gij het, T...., die de armen troosten moet. Gij, die de taak op u genomen hebt niet partijdig te zijn. Gijnog, die de armen dwingt met hunne schrale centen tot uwen winkel te komen, en die het arme huisgezin op den driegaen letterlijk hebt laten ten onder gaan, door uwe heb- en geldzucht, die u gedurig de hersenen door klieft. Gij ook baatzuchtige, bezoekt en troost de ongelukkige niet, die naar uwen winkel niet komen; en laat ze maar steken als viele het manna 's morgens vroeg uit den hemel. Aan wie, Vtamertinghenaars, moet men die verantwoordelijkheid toeschrijven vyin van ons zal de wraak des hemels op zich geworpen worden voor de baldadige ver achting der armen Ehwel, vrienden, die taak, die overgroote taak, is aan T.... alleen toegeweid; en 't is aan hem, dezelve, op zijn geweten te houden. 't Is alzoo dat die menschenfoppers willen lauweren planten, hunne glorie is nog niet vaardig, en God-dank vrienden, laat ons in plaats van lauweren, vreedzaam aardappelen en witte boouen planten. Men leeft er langer van, dan van lauweren, en 't schijnt oneindig gezonder te zijn. Ehw'l, boonekamp, durft gij nogafliegen dal Gusten de waarheid niet schrijft Zoodus, gij, den gewezen redacteur der artikels ran Pogeringhe, zullen liet ook leugens zijn als ik I opi-nbaailijk verklaar dat wij samen collabo reerden. Weet gij nu wie ik hen?? F.n zult gij welhaast de Vlameriinghenaars gerust lutrn? Ik, van mijnen kant, heb mijn bladje niet ge- keerden heb daarenboven geen bespieders noodig gelijk gij, zooals afgevallene boeren! of uit geschudde herbergiersdie gedurig in uw huis zitten om de vensters en het huis te kui- schen, om hout te klieven, of om een vet kieken te pluimen. Dat is schoon administratie- werk, niet waar Flieksche stoeldraaier is godvruchtig gekomen, hij is uit de gi de der pompiers getrokken, omdat ze op de vergaderingen altijd slerhte liedjes zin gen. Wat voor een kwakzalver is dat, hij heelt maar het vel meer op de beenen. Kronnnenek weet wel waarvan. [Mystères.) Tot Zaterdag. Gusten Nieuwsgierig «UJJUL» ft «OUI Er bestaat hier sedert jaren eene sprllewerk- schole. Het is 't gebruik dal de nonnen de werken afsnijden en verkoopen. Laatst nog vertrokken de lieve maseurtjes! tnel de werken en keerden terug Zonder geld. Natuurlijk werd er daarvan gesproken. De eene zei t'eene en de andere zei iets anders, zoo dat elk zijn liedje zong, zoodanig dat de minne tjes zich kwaad mieken en Zelfs geld van bet hunne?! gaven doch in colerie en zeker met spijt om de klaps te vermijden. Zulks zou niet meer gebeuren indien elk zijn werk te IJperen mocht verkoopen doch het is te peizen dat ze 't niet zullen doen. Waarom is dat Hebben die lieve nonnetjes nu ook patente om kerkeboeken te verkoopen met de eerste communie? of hebben zij geene palen te noodig. Oozen Janis knape begint ook al van v,y, Deuze te maken. Dat manneke van zijn ee"' broekske, als hij preekt valt al hevig uil t< ger, slechte scholen cn die slechte vereeniging enz., en in den biechtstoel klapt 't mant maar van geen absolutie te geven. Je geachte lezers, eene vrouw, die een kind he zuster kweekt heeft geene absolutie kunnen h ben, omdat het kind naar de gemerntescl ging. Dat is nu onder de wet van 1884 door de kaloten gemaakt. Comediespel Julten doet maar uw beste, jongen, gij toon' dat gij niet benauwd zijt. Nieiiegenstaande uwen groolen voortgang, dien gij gedaan bebt dezen winten in 't coliegie, zult ge moeite hebben om gelijk te krijgen. IVO STIEN. GRANEN enz. verkochtte kwantiteit midden prijs p. 100 kilo. verkochtte middt a orlj kwantiteit p.iOCk.'e. Op de markt van heden zijn er 80 zwijne- jongen verkocht geweest van 16 tot 21 fr. het stuk OPENBARE VERKOOPING van een gerievig Den Notaris BUTAYE, residerende te Up- ren, Sterrestraat, n'2, zal te koop aanbiedt met gewin van 1/2 voor insteipenning, t volgende goed Wcatkant der Uondstraat. Een leer gerievig WOONHUIS, geteekei n' 52, ten dienste van Winkel en Gantine, me Grond en Erf daarmedegaande, palende vau noorden het huis der weduwe Billiet, van oosten gemelde Hondstraat, van zuiden het huis van M. Boiiquel-Vandromme en van westen den cour van M. Lapiere-Vandevyvere. Gebruikt door de verkoopster vrouw Virgi- nie Mieroo, weduwe van Constant Legon, met behoud van gebruik tot 1" October 1886, Uit huis is te zien alle dage. INSTEL OVERSLAG: telkens om 4 ure namiddag, in d'herberg DE MA4NE Groote Markt, te IJperen. Het kohier van lasten en de tij telen van eigen dom zijn berustende Ier studie van den genaam- den Notaris BUTAYE.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 3