Stadsnieuws. gerucht nopens de in faljietverklaring hadden de gemoederen wat bedaard; want de opschudding werd van langs om hevi ger in die ongelukkige gemeente. Eene belooging was aangekondigd voor 's avonds, maar het slecht weder had vele boeren te huis gehouden Men had daarbij al de slachtoffers de bedaardheid en de kalmte aangeraden en heel zeker zou alles zich bij eene vredelievende be toging bepaald hebben, toen men vernam dat de onderzoeksrechter aan de Pope- ringsche gendarmen bevolen had, een dorpeling te beletten zijne wandeling op den gekleurden ezel voort te zetten, dien hij met de spotnamen noemde, welke men hier gewoonlijk aan den eerlijken!? burgervader geeft. De gendarmen richtten zich met de bajonnetlen op 't geweer tot den betoger, die zich het recht aanmatigde van met zijn beestje overal te gaan, waar hij 't goed vond, voor zoolang hij op den open baren weg bleef. De boer hield vol, terwijl dat de me nigte de gendarmen uitjouwde. Een jon gentje naderde den ezel om dezen te doen voortgaan en de gendarmen maakten zich van den jongen tegenstander meester, 't Was het sein van eene schermutseling. De. betogers wierpen zich op de vertegen woordigers der wet en mishandelden ze, De vader en de moeder kwamen toege- loopen en wilden hunnen zoon uit de handen der gendarmen rukken. Wan neer dezen verlost is, spijts de lusschen- komst onzerveldwachters, gaat de menigte voort met de gendarmen aan te vallen. Een dezer had zijne kleederen gansch ge scheurd en zijne knoopen -en koorden afgerukt. Hadden de gendarmen zich niet in tijds kunnen uit de voeten maken met langs een straatje in den koer eener brouwerij te vluchten, heel waarschijne- 1 ijk zouden zij er het leven bij ingescho ten hebben. In de schermutseling heeft de vader van het verloste kind eene bajonnelsteek ontvangen, die, om het overvloedig bloe den, als gevaarlijk aanzien werd. Gelukkiglijk is de wonde van geringe beduidenis. Maar de menigte voer in vcrwenschin- gen voort en eischte den boer met zijnen ezel, die beide in den koer der brouwerij geleid waren, met bedreigingen terug. Langzamerhand bedaarden de gemoe deren,'dank aan de tusschenkomst van eenige invloedhebbende liberalen. Eene groote opgewondenheid nam op 't einde van den avond weder toe. Men heeft veel gezongen, veel geschreeuwd, veel gehuild en veel verschrikkelijke be dreigingen uitgebracht tegen den zeer defügenV. en zeer klerikalen burgemees ter. Hier en daar waren er wel eenige ber- berggeschillen, maar in der waarheid, de orde en rust zijn niet verder gestoord geweest. De gendarmen zijn 's morgens ten 3 ure naar Poperinghe kunnen terngkeeren. De voorzichtige notaris is Zaterdag 1. 1. door den rechtbank van Veurne in aljiet verklaard geweest. Dikwijls reeds hebben wij te velde getrok ken legen de klerikale kiesreklamen welke of onuitvoerbaar zijnt.i.z.,enkel eene hersen schim of enkel ten nadeele van het algemeen belang kunnen tot stand gebracht worden. Dat onze tegenstrevers er uuiz nd zulke te kende liberalen weten te benuttigen, hoeft niet meer gezegd te worden. Onder dit alles is het wetsvoorstel Dumont en C° voorze ker een echt pareltje en daarom ook hebben wij het heel en gansch ontmaskerd, al het voor en tegen er van klaar en duidelijk uit een gedaan. Wij hebben doen zien dat het enkel de be langen der kasteel hoeren en groote grondbe zitters behartigde, dat de landbouw er niets, bii winnen, maar wel veel bij verliezen konen dat liet de genadeslag was voor on-. ze v" kende klassen. Gelukkiglijk waren wij niet alleen. De. gansche liberale pers en, wij bekennen het gaarne, zelfs hier en daar een zeldzaam, wel fs waar, klerikaal blad kwamen er hevig ie pen op en bestreden het ouder alle opzichten zoodanig dat ons klerikaal ministerie er hang van werd en het wetsvoorstel veroor deelde om in de kartonnen der ministeries, onbesproken te gaan berusten. Dat hadden wij en al dezen met gezond oordeel begaafd reeds lang voorzien, 't Was gemakkelijk ook. Ia de steden verzekerden de klerikale kiesdravers en kandidaten dat het uithongerend wetsvoorstel niet ging aangenomen worden, terwijl diezelfde kies dravers en kandidaten op den buiten de boeren stellig beloofden hetzelfde wetsvoor stel, dat voor de landlieden eene eeuw van voorspoed en welvaart, tot nog toe heel en gansch onbekend, ging openen, te doen stemmen en tot wet te maken. Tegen die kiesmakelarij, zeggen wij be driegerij, hebben wij de boeren gewaar schuwd. Natuurlijk ons schrijven was voor 't Nieuiosblaclje niets dan Leugen en dom me praat.Wij moesten om zulks te durven staande houden, ezel zijn of denken voor ezels te schrijven. Nu dat het .wetsvoorstel onbepaaldelijk van kant gezet is, nu dat iedereen weet dat het nooit geene wet worden zal, vroegen wij aan de gefopte landlieden of zij het bedrog gevoelen en of zij er te vreden over zijn. 't Nieuwsblad kan zulks moeilijk verte ren, 't beestje springt uit zijn vel en, zoo als vroeger, het verwijt ons wat en zwns»t te schrijven. Als men zich legeneen wets- ontwerp verklaard heeft,zegt het Nieuios- bladje't dunkt ons dat men kwalijk geko- men is om de wetgevers te verwijten dat zij dat wetsontwerp niet gestemd hebben.» Verre was 't van ons gedacht, Nieuws- bladjede wetgevers te verwijten dat zij het wetsontwerp niet gestemd hebben, integen deel, wij wenschen er hen geluk mede.Daar in ten minste, hebben zij wel gedaan om de wille der hierboven aangehaalde redens. Maar wat wij aan de klerikale meerder heid verwijten,is dat zij daardoor nog eene woord- en belolteverbreking bij de reeds zoo talrijke andere gevoegd hebben dat zij de stemmen der landlieden af gaan bedelen zijn met zeemzoete beloften die zij voor af wisten niet te zullen houden, en dat zij zoo eene laffe kiezers bedriegerij begingen, len einde het liberaal Staats-bestuur te kunnen omverwerpen. Dat was 't, wat wij hun ver weten en hun nog verwijten. Het Nieuwsbladje vraagt ons ook of wij willen zeggen dat de liberalen hst wetsvoor stel Dumont en O zullen stemmen wan neer wij schrijven dat zulks nochtans niet op den nek der liberalen kan gelegd worden. Wat wij daarmeê zeggen willen, Nieuivs bladje, is dees De klerikalen hebben in de Kamer 34 stemmen meerderheid en in het Senaat 17 stemmen, meenen wij dus zij kunnen alle voorstel tot wet maken dat zij willen, zonder zich om de liberalen te be kommeren. Ziedaar, Nieuwsbladje, waarorp het de schuld der liberalen niét fs, noch Jijn kan, dat het wetsvoorstel Dumont en Cin den vergeteihoek geraakt is. Is 't verstaan, vriendschap o—» 51c Vlaamsche AIpcus. AAN DE VOETREIZIGERS. Deze titel zal vreemd klinken in de onren van menigen lezer, en wij móeten bekennen dat hij eenen zonderlingen indruk op ons heeft gemaakt, toen wij in de Indépendance Beige van April in 1885,eenen artikel lazen, dat dezen titel droeg. Men is gewoon zich ons Vlaanderen als een type van vlakkeland voor te stellen, dat, uitgezonderd de zeekust al zeer weinig schilderachtige landschappen bezit. Ook wan neer men over eenige rustdagen te beschik ken heeft, richt men zijne stappen bij voor keur naar het Walenland en naar den vreemde zeer gelukkig, wanneer men, op den spoorwagen gezeien, aan die eentoonige afwisseling van groene velden en bosschen voor eenigen tijd vaarwel zeggen mag. Voegen wij ook bierbij dat.deze ziekelijke neiging, om de vreemde landen te leeren kennen en zijne eigene streek te verwaarloo- zen, bij de andere volken ook waar te nemen is dat zelfs vele stedelingen het merkwaar dige hunner woonplaats slechts bij name kennen zij hebben toch dagelijks de gele genheid het te gaan aanschouwen, en ze zijn vast besloten dien plicht (want het is plicht, niet waar te vervullen, wanneer het eens bijzónder goed zal schikken. Ik zelf, die u schrijf, lezer, heb zeer iangen tijd aan die kwaal geleden er Uebslechtsaa.it het bezoek van eenen vreeraden doctor te danken, dat ik ze mij voorgoed van het lijf heb afgeschud. Voorbeelden van dien aard kent gij zeer waarschijnlijk meer En, indien gij u per ongeluk in dit geval bevondt, zoo smeek ik u lezer, wendt u dan toch niet tot eenen Pa- rijschen geneesheer, tot eenen Armand Sil- vestre bijv. Horresco referens Om tot onze schapen terug te keeren, zal ik u zeggen, dat schrijver van bovengemeld artikel in de Indépendance van April 1885, den naam van Vlaanderen's Alpen geeft aan den kleinen heuvelketen,die zichvanCas- s®> lotjep twee uren gaans afstand bovenlJpe- ren uitstrekt. Dat zijn onze Alpen, die ber gen van ICO15,0 meters hoog en op iemand die Zwitserlands ijsbergen niet gezien heeft, allien die heuvels die bijna tweemaal zoo boog zijn als Brugge's Halletoren, ongetwij feld eenen grootschen indruk maken. Een uitstapje naar die streek is uiterst belangwekkend, vooral in dit seizoen, en 't is een dergelijk pleziertochtje, door de aard rijkskundige Maatschappij van Rijsel inge richt, dat beschreven wordt in het artikel, waarvan wij hierna eenige uittreksels laten volgen. Reeds sedert langen tijd worden de Cassel- en de Kemmelberg, de twee bergen die het meest gekend zijn, tamelijk druk door toeristen bezocht; de andere, de Zwarte-, de Roode-, de Vidaigneberg, enz., hoeven zich niet voor hunne medebroèrs te schamen en verdienen niet terzijde gelaten te wor den. «Niets is liefelijker dan die bijna onbe kende landstreek. De reiziger, die zich van Brussel naar Cales, langs Rijsel, begeeft, vermoedt niet eens hoe oneffen die grond van Vlaanderen is op een kleinen afstand van den spoorweg. Het zijn eerst kleine zwellingen van den bodem, waar de weg tusschen groene weiden en hopakkers met reeds overeinstaande leidstaken voortslin- gert. Naarmate men vooruitgaat, ziet men de keten de Vlaamsche heuvels langzaam aan den gezichteinder opstijgen. Van den Katsberg tot aan den Rooden- berg volgen zij elkander op, regelmatig zwellend in 't verschiet, als kleine Vogeezen. met bosschen bedekt, wier frissche loof, van heldere lint, eenen harsachtigen reuk in de verte verspreidt. Tusschen de hellingen zijn groene dalen ingesloten, met prachtige Vlaamsche ijpe- bootuen bepiant, Het rijke dorp Locre verheft zijnen toren tusschen den Rooden- en den Kemmel berg. Deze laatste vertoont zich in al zijne majesteit, de nederige omliggende hellingen beheerschende. Ken met boomen geboorde weg, leidt ons in weinig tijd tot aan den berg. Te voet zijn wij den weg opgeklommen, langs eene stille baan, tusschen jonge lorke- boomen, wier lichtgroen gebladerte en roze- roode kegels op hunne slange lakken afste ken. De viooltjes bloeien, de kraakbeziestrui- ken beginnen hunne bladeren te krijgen, de klaproosjes en de blauwe bloemen der maag- debpalmpjes blinken als sterretjes tusschen het gras. tiet roestige pad loopt tusschen het wordende groen. De kern van den berg is eene brooze ijzeraarde, die den bodem door dringt en door de voeten vergruisd wordt. Weldra komt men op de spits. Daar heeft men een heuveltje opgericht, waarop men langs een wentelpad toegang heeft. Van op dien belvedere is het zicht wonder schoon. Men beheerscht de boomen die de hellingen bedekken, men ontwaart eene on meetbare landvlakte. Niets zou het grootsche 'en het schoone van zulk een panorama kun nen weergeven. Vlaanderen's velden strekken zich uit- teiijk langs alle richtingen van den horizon. Hei is als eene eindelooze zee van groen,met steden bestippeid, die als witte eilanden uit komen. Ginder zijn het de heuvels van de kleine grensketen. Noordwaarts loopt eene smalle, witte zwelling: het zijn de duinen, waaruit men Veurne en Nieupoort ziet op stijgen; aan den voet van den berg, van de anderen at'gebonilerd, de kegel van den Mont-Aigu of spitse berg, waar bozenop een molen staat; dan, de Roode- ep de Vidaigne berg. Door eene tusschenruimte ziet men den Casselberg; den Katsberg herkent men zeer goed aan het roode dak van zijn Trapisten- klooster; de Zwarte berg dringt als eene kaap in de eentoonige vlakte der omliggende velden door. Aan den voet van den berg ziet men het Belfort en de torenspitsen van Belle. Onder ons, blinkt eene uitgestrekte watervlakte, met bevallige stranden, als eene staalplaat tusschen de sombere olmen ingevlochten; het is de Dickebuscbpoel. Op de linkerzijde van het meer, ziet men Pope ringhe, met zijne grijze daken; rechts IJ pe ren, met zijne talrijke torenspitsen en zijn Belfort, Allenskens wordt het landschap duide lijker. Oostwaarts herkent men Ronse, met den Lenclusberg; dan Komen en Meesen den Drievuldigheidsberg. die Doornik be heerscht; Robaais en Terkoenje.wier huizen eene uitgestrekte oppervlakte beslaan uok eenige torenspitsen van Rijsel. Heel goed ziet men ook de stad Armentières. Misschien is hei landschap, dat men van op den Casselberg kan aanschouwen wat uitgestrekter.' Volgens eene oude klucht, ziet men van op dien berg vier koninkrijken Engeland, Belgie, Frankrijk... en het rijk des Hemels. Maar van op den Kemmelsberg is het zicht veel aangenamer en veel meer afgewisseld. Niet alleen doet zulk een uitstapje een prachtig natuurtafereel genieten, maar men kan van dezelfde gelegenheid gebruik ma ken, om de steden van Zuid-Westvlaanderen te bezoeken: IJperen, o.a., met zijne prach tige Halle en Stadhuis, dient op de eerste plaats gesteld te worden. Indien men dat bergketentje tot over de grens wil volgen, komt inen aan de kleine stad Belle, die een museum bezit, zooals de groote steden er- zouden op roemen: het museum de Puydt. De IIr de Puydt was een geleerde inwo ner der stad, die zijn leven besteed keelt; aan het aankoopen van oude meubels, oude gereedschappen, gleierwerk en kunstvoor werpen van allen aard. Al do vertrekken van zijn huis, buiten het salon, zijn zoodanig gestoffeerd, dat zij op de woningen van onze voorouders gelij ken, uit dat overgangstijdperk, toen de We dergeboorte nog niet geheel haren invloed had uitgeoefend. In de keuken zijn gereed schappen van alle slag. Men vindt er zelfs een speldewerkskussen, waarvan de meid gebruik maakte, om hare ledige uren door te brengen. Ieder vertrek is op dezelfde wijze volgens zijne bestemming beschikt. De voorwerpen, die tot dit doel niet konden gebruikt worden, bevinden zich in de voor plaats. De Fransche Staat heeft zijne medewer king verleend, om dio verzameling te ver meerderen: Schilderijen, oorspronkelijke of navolgingen, stand- en borstbeelden heeft hij geschonken, maar de puikstukken van dit museum zijn door de Puydt zelve inge zameld geworden. Men ziet dat dit bekoorlijk plekje van Vlaanderen verdient van naderbij gekend te worden, en wij zijn overtuigd, dat een ple ziertochtje naar Vlaanderens Alpen niet min genoegen zou verschaffen aan Vlaamsche toeristen, dan aan de leden van het aard rijkskundig genootschap te Rijsel. Bericht dus aan de liefhebbers van genot rijke voetreisjes. 't Is nu juist het getijde van het jaar, waar zulke reisjes het aange naamst zijn, en een paar dagen zijn voor dit uitstapje voldoende. POPERINGME. RericBst aan Sset publiek. De hoveniers, de groentenkweekers en de- groote, kleine landbouwers, enz., enz., die wenschen zaad van bramen, peenen, distels en andere planten van den zelfden kaliber te heb ben, kunnen zich aanbieden ten stadhuize, in 't bureel van schepene Vandenberghe, alle dagen van 8 tot 10 ure 's morgens, en. om zich een gedacht te geven van dit onkruid, zij hebben zich maar te wenden tot de nieuwe bisschoppe lijke square, welk op dit oogenblik een buiten gewoon uitzicht van deze soort van planten ople vert. De afsluitingsmuren, maar sedert eenige maanden opgebouwd, zijn reeds in puin geval len en beletten geenszins de liefhebbers van nabij den groei van dit schoon gewas te gaan bewonderen. Wanneer wij hierboven zegden dat de ingang van den hof in kwestie vrij is, wij waren mis, want onze opperbazen, door een advies dat op zijne pooten staat en opgesteld is door een ge- buisden advokaat met naam Felix, die zij doen uittrommelen hebben, verbiedt in het toeko mendedat... de hennen er geenen poot meer mogen inzeilen. Dan, om te toonen aan hunne getrouwe on derdanen dat hun bevel niet om te lachen is, zij hebben den eigenaar van de henne die onwetens dit policiebevel was te buiten gegaan (de henne) tot 10 fr. boete veroordeeld o Poperinghe, den 21 Mei 1886. Wij komen te vernemen dat de doorluchtige Felix een... erfdeel komt te doen! Van zoohaast dit gelukkig voorval (voor zijne geldbeurs) hem officiëellijk te wete kwam, was hij geheel "van zijn schik en viel bijna in onmacht. 's Anderendaags riep hij al de groote koppen van den K. K. bijeen en zich tot 11. den voor zitter wende, verklaarde hij dat hij in 't vervolg geheel van levenswijs ging veranderen en ia plaats van gierig, gelijk hij altoos geweest was, hij voortaan zich zeer mildadig zou getoond hebben Om te beginnen zwoer hij op al zijne ver eenig de buizen dat altijd en overal zijne poli tieke vrienden en>'bijzonderlijk ZIJNE muzie kanten zal bevoordeeligen De goede katholieke kruideniers waaronder den dezen is die zich vermaard heeft gemaakt door het fameus habiet van onzen betreurden gouverneur, zullen zijne kalandieze hebben en hij zal naar Brussel niet meer gaan om zich in het gros te bevoorraden In plaats van in de hoofdstad zich te doen zijne kleeren verveerdigen bij den eenen of anderen kleermaker uit de rue Royal aldaar zal hij zich doen kleedcn bij de eene of andere ZIJNER artiesten die dezen stiel uitoefent. Buitendien verplicht hij zich. in geval dat God op nieuw zijn huwelijk mocht zegenen tl hij in roode letters den naam zou aankondigen die zijn kroost in het HEILIG DOOPSEL ID ontvangen heeft, van voortaan bij MM Decrvsi of Sansen zich te begeven, in plaats van bij het buis Gailliez. J Meer nog, hij beloofde dat, indien zijnen broeder Elias nog seeren te maken zou heh ben hij zich niet meer op een vreemde zoö wenden, maar wel bij de leden van den K K wiens talenten door iedereen zijn gewaardeerd geweest en die mets meer te leeren hebben De heer Voorzitter doo zulke milddadigheid getroffen, van wege Felix, druke NeuzegbeZ

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 2