WOONHUIZEN
Mengelingen.
weg bewandelen voor hun onderwijs vooral
heeft hij gezorgd, want hij wiste zeer wel dat
opvoeding en onderwijs moet gespaard gaan,
daarin gaf hij eens blijken van zijn verstand en
gezond oordeel. Zijne kinderen verliezen niet
alleen in hem eenen teederen vader maar ook
eenen wijzen raadgever, en Westouter dan
Haar verlies is zoo groot dat het onbeschrijve-
lijk is, want in de ongelukkige tijden die'het
beleefd moet dit de Westouternaars gevoelig
treffen ook is den rouw onder hen algemeen.
Twee redevoeringen hebben op het graf uitge
sproken geweest, al de aanhoorders waren zeer
aangedaan en verlieten met een beweend hert
de laatste rustplaats van hunnen [dierbaren
vriend of weldoener.
Mogen de kinderen Maas de voetstappen huns
vaders volgen, het ware het bewijs van verkleefd
heid welke zij aan de gedachtenis huns vaders
zouden kunnen geven.
Ook wij, liberalen, zullen strijden voor het
gemeene welzijn en zoo onze ziel nog leeft nadat
zij ons lichaam verlaten heeft, dan zal den heer
Maas hem mogen verheugen.
o—»
Mededeeling van Jan Straal err
ttÉBINGlIELST.
den 24 Mei 1886.
He week vóór Westouter kermis van het jaar
'1883, was God den H. Geest (kom Ys) vergezeld
van Gusten den kom Ys van Zevekote ora eene
wandeling tot den neêdergraaf te gaan doen.
Daar gekomen zijnde gingen zij de herberg
binnen en vroegen eeu glas bier zij spraken
over koeien en kalveren en waarschijnlijk over
Jan Straal ook, toen God den H.gee<t een hesp
bemerkte die in den hoek van den heerd hing.
Gij moet weten, beminde lezers, dat God den
heiligen gee-t onder de gedaante van eene duif
geen hesp eet.maar wanneer hij in het mensche-
fiik lichaam zit,dan is hij er zeer verlekkerd op.
Zoo was het hier ook hel geval met den heiligen
geest Nauwelijks had hij de hesp zien hangen
of hij watertande reeds en riep bazin gij hebt
daar wel eene schoone hespe hangen, ik zou er
wel willen van eten!
Eh wel mijnen vriend, zegt de bazin, wij
zullen er van eten.
Gusten.Parbleu als het maar is van er
van te eten zal ik ook afkomen.
Bazin. Het is ten uwen dienste.
God den H. geest.— Gij moogt op mij reken.
Beide vertrokken naar Reninghelst waar zij
gedomicilieerd zijn onderwege zegde God den
heiligen geest aan Gusten nom de nom, Gus
ten ik trék Zondag op naar de kermis orn eenen
goeden smul te doen, de bazin zal er toe leg
gen voor eenige pinljes bier die ik zal drinken,
getrakteerd zijn met hespe 'tzal gaan, Gusten.
Gusten. Ja. dat is niet getrakteerd zijn
haddet gij geene hesp gevraagd denkt gij dat
zij er u zoude aangeboden hebben, daarvoor
zijt gij geen kalant genoeg.
fi. geest. Wel ik ben zoo delicat niet
-waar men het mij niet presenteert vraag ik het.
ik lach met die beschaamdheid, hebben is heb
ben en krijgen is de kunst.
Gusten. Ik ben zoo beschaamd niet maar
ik meende toch dal het om te lachen was.
God den H. geest. Om te lachen, pas de
danger, mon ami, nioi, je dis vive le hespe et
ii ba's de beschaamdheid.
De kermis was daar en den heiligen geest
trok de Zondag na den noen naar den neergraaf
Hij was flink opgezet,zeker om de bazin te beko
ren en alzoo nog een schelletje meer te krijgen
daar gekomen zijnde, begon hij met personen
die daar waren te bollen. Reeds vier uren was
bij daar en nog sprak men van geen hesp eten,
niettegestaande hij reeds verschillende keeren
naar de bazin gekeken had,maar de hesp kwam
niet af en den tl- geest, moest al watertanden
naar Reninghelst trekken.De Maandag, Dins
dag, Woensdag en Donderdag, ging hij na den
noen wéér naai- den nedergraaf en de zelfde
comedie begon gelijk de Zondag Maar het ging
zoo wel niet, de laatste dag vroeg hij waar de
hesp «as, en de bazin zei ja, wij zullen er
van eten.hij werd kwaad en antwoorde, waar
om beloven en niet doen.
Hij was woedend, over hetgene hij affront
noemde, maar het was geen affront, het was
maar eene eenvoudige klacht. Sedert die ge
beurtenis heeft hij nog niet in huis geweest.
Üe kermis nadert nog eens, zoudt gij niet nog
eens gaan om van de hespe te eten; ot is uwe
goesting misschien voor goed weg
Zondag de biecht van Jan Straal.
B&epêctoe.
Op bevel van zijne boogweerdige haas Jan
Klakke van Brugge, zal baas goud vogel van
Poperinghe,den 23 Mei de kerk van Reninghelst
komen bezoeken Indien er iemand begeer hem
te spreken, hij zal ten dienste van eenieder zijn.
Jan baas goud vogel begeert eens met u te
mogen spreken gij zoudt zeer wel doen van te
komen en gij zult met ons het noenmaal nemen.
Groetenissen,
Opperbaas.
Reninghelst, den 24 Mei 1886.
JAN STRAAL.
LAMERTOGUE,
den 26 Mei 1886.
In het schoone jaargetijde, vrienden, vliegt
men op de vleugels van den stoom, zooats
de dichters zeggen de bergen over. In uea
winter reist men, voor het vuur gezeten,
rond zijne kamer, en men geniet al het blijde
van het huislijk leven, zooals onze oudjes dit
genoten en die niet verslingerd waren, zoo
als wij, op partijenkoffihuissociëteit,
club, schouwburgschoolkerken zeker
niet op de dikwijls geestverdoovende, geld
en heerschzuchtige, zwarte bende. Ja, Via-
mertinglienaars, de schoone tijd is voorbij,
want het zwart gespuis heeft bij middel van
stoom en électriciteit, de oude wereld weg
gevaagd om ons zooveel te beter doorde mod
der te kunnen trekken.
Gij, geldflesch, en bijzonderlijk den ge-
kruinden smet drijvuldigheid, zijt de, bewer
kers van den ondergang van veien der Vla-
mertingbenaars. De vernedering uwer dor
pelingen, en de bevorderaars des ongeloofs.
Gij nog, smet, die het durft wagen be
spieders te betalen en rond te zenden in de
herbergen om den worm uit den neus te
trekken van alwie iets durft reppen wat u,
zwarte kazakken, zou tegenstrijdig zijn,ten
einde hun volslagen ongeluk te bewerken, of
tot den bedelzak te dompelen. Overdenkt
het wel, uwe snoode fopperijen zullen u
vroeg of iaat aan het geweten knagen.
Een punt vind ik- zeer opmerkelijk, 't is
dat de kaloten zich onder verschillende soor
ten, onder verscheidene vormen vertoonen,
die niet alleen met elkander in verband
staan, maar zelfs van elkander kwaad sto
ken, ten einde zoo onze long te pelen om jte
weten wie Gusten Nieuwsgierig is. Maar op
merkelijker nog is het, dat deze verscheiden
heid van wezen en karakter samengaat, niet
reeds voor de zoogenaamde kopstukken van
de katholieke oudheid een sieiiig bewijs is
voor de leugenachtigheid hunner heldenda
den waarmede zij hunnen heer en meester
verheeren.
Geen zondaar zoo bedorven, of er is nog
iets goeds in.hein Toch is er in hun gemoed
nog plaats voor zoete aandoeningen en kun
nen zij zich nog soms, al is het maar voor
weinige oogenhlikken, uit het slijk verheffen
waarin zij schier begraven waren. Maar
neen de Toekomst doorklieft u het gewe
ten en zoo weigert gij de absolutie in de
biecht
Hoe zou het anders kunnen, dat de men-
schen hunne religie verlaten, gij dwingt ons
gedurig tot opstand als de vrede begint te
heerschen. Uwen winkel die zoo goed draait
en de penningen die gij gedurig inoogst, zijn
nog niet genoeg om u vet te mesten, geld,
veel geld, altijd geld dat is uwen God, zwart
gebroed, als men maar geld heeft kan mon
gemakkelijk in den hemel gezongen worden,
of men vrijdenker is Of niet, als er kluiten
zijn, schreewt men nog een kwartieruurs
langer. Overweegt dus, laffe heknibbe'laars
der brave lieden, dat, des tnenschens ziel is
geschapen naar het beeld des scheppers, ja,
kan er in zeker opzicht een deel van genoemd
worden.
Indien gij denkt met. boosaa-ds te doen te
hebben, gij zoudt u grootelijks bedriegen,
smet, want wij dragen noch haat noch nijd
in ons hart. Maar gij, drietuilwilt ons
doen buigen als eene twijg voor den wind,
als een soldaat voor zijnen generaal, en in
tegendeel wij irotseeren u. Gusten lacht ge
durig in zijne vuisten, met al uwe dwaze
strekken en nog meer dat gij zoo u beste
doet om hem in eens uwer fijne netten te
vangen die nog te grof zijn voor den armen
Gusten. Heb je 't beet, smetje
Zie, smet drijvuldigheid, wat Gusten de
Vlamertinghenaars toestuurt
Om hoog op starrenboog gezeten
Leeft, heerscht ons rechter,die ons druk
Voorzien, gewogen, afgemeten,
Verordend heeft tot ons geluk.
Laat onbezorgd Hem de uitkomst over
Hoe lang ze in haar ontwikk'ling draal
Ons neerlaag wordt ons zegepraal,
Ons distelkroon, ons glórieroover
De lijdenskroes ons thans bereid
De drinkschaal onzer zaligheid
En inderdaad kapt gij ook gedurig op de
Toekomst en zoudt ze willen vernietigen
en onderkruipen. Weet immers, schooiers,
sinds de Toekomst ook een politiek, wijsgee-
rig, wetenschappelijk en letterkundig blad
is geworden, sinds het zich aanbied als de
wraakgodin van het kwade, de beschermen
gel van het goede, sinds het met onvermoei
de hand het zaad van waarheid en onwaar
heid over den aardbodem strooit sinds het
in alle vrije landen geroemd wordt.
Lieve hemel, hoe geraakt Gusten aan zulke
ellenlange zinsneden ten einde. Sinds dien
tijd, vrienden, heeft het papenras nooit an
ders dan zijne venijnige woorden tegen ons
uitgebraakt. Zij die pootspelers, verdruk
kers der armen, de vijanden van het iihera-
lismus, en, het hedendaagsche vergif der
katholieke religie.
Aan wie zal Boonekamp zijne verwittin-
gen neigen
Gijdie schuldig zijt, Edouard en Char
les-Louis, te doen verdwijnen, omdat zij uw
vui tje niet meer wilden zijn en bijzonder
lijk omdat gij een rnan van niet, een dron
kaard, een valsche bedrieger zijt. Avec
une figure octogone, desl-a-dire a huil
faces
Weê aan u, Boonekamp, want ik vervolg u
als antichrist, en ik hoop u welhaast met
hem te kunnen verbinden. Gij waart maar
vijftien jaren oud wanneer men u reeds eeu
brandstok van de hel noemde, zoodus er zit
geen betering in u, daarom is het dat gij
als eenen razende hond wordt aanzien in
Vlamertinghe.en dat ik hoop zooveel te beter
mijn plan tot uw ongeluk (als wederliefde)
te kunnen vervaardigen, want gij verdient
niet in onze sociëteit te worden aanzien ge
lijk gij u zelfs wilt bedoelen.Dwaling, boone-
karnp, diepe dwaling, want die brave lieden,
bovengemeld, zullen u tot groot misnoegen
ankervast doen leggen en getuige zijn in
eene andere plaats van hetgeen zij oogge
tuige zijn geweest (monopole der kolen).
Uwen pols zal wat meerder slaan, maar... te
vergeefs zult gij trachten u tot, ons te wen
den. Ziedaar den godsklop welke wij u in
't korte geven zullen.
Uwe teleurstellingen en fopperijen, uwe
snoode zinspelingen onder den dekmantel
zullen u welhaast de roode muts doen vallen
want zij heeft genoeg gewaggeld tot uw ver
maak en onze spotternij.
Een einde moet komen aan die treurige
t'ooneelen die door uwen valschen invloed
bij ons niet meer gewaarborgd zijn, want
wij trootseeren u en uwe laffe bespieders die
welhaast hunnen toer van gebrek aan brood
zuilen mogen verwachten (brrr...)
De kwildibbe heeft op heeterdaad betrapt
geweest den roozenkrans te lezen, tiaar ge-
viezene meid had, hel geziendaarom was
zij verboden dezelve na te volgen of vrucht
baar te maken, en zie, vrienden, hoe lafhar
tig de kwildibbe het op haren rug wilt wer
pen. 't is gemakkelijk als men geen tegen
stand van antwoordt krijgt. Dié nooit
gestreden heeft, heeft nooit gezegenpraald.
Maar die nooit gedeugd heeft, weet ook
wel riemen te snijden uit een ander mans
vel.
Tot Zaterdag voor beter nieuws.
(Gusten Nieuwsgierig.)
Eene raadgevingEme weduwe, wel wat
rijp van jaren, maar nog goed bewaard, gaat bij
doktor l)..., die ook weduwaar is en legt uil wat
zij lijdt. De doktor antwoordt baar
Mevrouw gj moet zoo spoedig mogelijk
hertrouwen.
Mrl i), d ktor, als u dat bevalt.
Ycrsehooning, Madame, de doktors voor
schrijven wel een geneesmiddel, maar nemen hem
Zelf niet.
Ze was onpasselijk. Een rijke koopma n die
eene schoone jouge vrouw had, gaf een feest op
zijnen buiten. De genoodigden wandelden in het
park en de koopman zelf wandelde in den scha
duw der hoornen, toen hij eensklaps door hetge-
bladerde zijne vrouw in de armen zag van een
jongen advokaat.
Dtze laatste bewerkende dal de koopman hem
gezien had, riep eensklaps.
Haast li, beste Mijnheer Hoorremans... uwe
vrouw is niet wel.
En gij, zegde de koopman, hebt mij het air
ze zeer wel te vinden.
Baas Jan ging deze week' naar Audrnaarde
toen hij in den trein zat haalde bij zijne pijp uit,
maar vroeg eerst aan eene dame of zij legen den
rook kon.
Neen, mijnheer, ik kan hem niet verdragen.
Oh dan beklaag ik u Madame... En baas
Jan stak zijne pijp aan.
Leeraar. Uw zoon, mijnheer, is te onrr.3tig
in sommige opzichten. Zes a acht glazen hier
iederen avond is veel te veel voor een jong
mensch.
De vader. Maar daarentegpn is hij in andere
opzichten ook weer erg matig. B j». water drinkt
hij nooit
Mama tot haar vierjarig dochtertje.
Lieske wilt gij 't wel eens laten van aari de
klontjes'suiker te lekken
Mama toch ik lek er niet aan... ik geef ze
maar een kusje...
Cies I)... komt eene kennis tegen en z gt ik
heb daar bij mijnen huismee.sl.tr geweest en had
al de moeite van de wereld om hem een weinig
geld te doen aannemen.
Dat is niet mogelijk, en waarom
Omdat bij er veil wilde hebben.
Mijnheer Slerüok, zegt M. Pypaert gij moest
mij eens dien boek Lenen met printen, het is al
zoo laog dat ik hem wenscli t" lezen.
Hel spijt mij M. Sterlink, maar ik heb voor
princiep genomen, nooit hoeken uit (e leenen...
men geeft ze niet terug. G;j ziel dat mijne biblo-
lileek goed voorzien is. niet waar. Ehwel al die
boekeu heb ik geleend
Z-g eens, gebuur, wat worden de lieden in de
stad toch verwonderlijk knap. Daar hebber ze
nu weer iets uilgevonden, dal ze stenograplite
heetcn. Als ge nu begint iets le vertellet) en ge
hebt slechts een paar wool den gesp' eken, dan
hebben ze uw gansche redevoeringal van 'l begin
tot 't rinde opgeschreven.
IJPEREN
22 Mei.
29 Mei.
Tarwe
10.700
48-50
16.500
18-50
Rogge
2,700
45-30
2.200
43-50
Haver
4,400
17 50
200
17-25
Erweten
000
00 00
000
00-00
Boontjes
000
00-00
700
19-00
Aardap.
4,000
6 00
3,000
6-00
Boter
16,005
230 00
17,000|
235-00
Openbare Verkooping
MET AFHANKELIJKHEDEN
gebruikt als Smis, Wagenmakerie
en voorde zen Bakker ie,
TE BECELAERE,
cp dem Molenhoek,
in koopen verdeeld als volgt
EERSTE KOOP.
Een HUIS van twee woonsten, met verdere
aanhoorigheden, ten dienste van smis en voortijds
bakkerie, slaande op 2 aren 93 centiaren cijns-
grond van M. Gustave Titeca, brouwer, te Ean-
getnarek, bekend op het kadaster sectie A n"
372e en 372f; gebruikt door medeverkoopers
A. VANDENBROUCKE, aan 100 fr. 's jaars, en
CH. VANROBAEYS, aan 73 fr. en te samen fr.
'15-45 voor cijns al boven de lasten en zonder
pacht.
TWEEDE EN LAATSTE KOOP.
Een HUIS en verdere aanhoorigheden, ten
dienste van Wagenmakerie en 8 aren 10 centia
ren medegaande erf, bekend op het kadaster
sectie E, n" 290 en 291 gebruikt door Charles
DEJAEGHER, aan 110 fr. 's jaars, boven de las
ten, zonder pacht.
Deze verkooping zal plaats hebben door het
ambt van den Notaris DEGRYSE, te Becelaere,
met tusschenkomst van zijnen ambtgenoot Mter
VICTOR PYCEiE, Notaris te Ledeghem, in
(weezittingen, wanof de eerste voor den INSTEL,
op WociisjEag S Juni 188® en de tweede
voor den TOESLAG, op 9 der zelfde maand,
of acht dagen na den instel, telkens tom 4 uren
namiddag, ter herberg den Hert, op den Mo
lenhoek, te Becelaere.
Kantoren van de Notarissen VAN-
IDEM BERGSE, te Pervyse, en FROOT,
te Woumen.
OVERSLAG.
DINSDAG, 8 JUNI 4886, ten 3
ure juist namiddag,bij Pieter FLA-
MEYGH-HAERYNCK, te Keyem,
van
1Een schoon HOFSTEDEKE
en h. 2-52-65 c. erf, te Keyem., oost
nabij de dorpplaats.— Gebruikt door
Désiré Vanbesien en andere om aan
stonds in 'tgebruik te treden.
Ingesteld fr. 6.575-00
2. H. 4-52-98 c. MAAIGRAS,
in 3 koopen. in Keyem-Waele. Ge
bruikt door Désiré Vanbesien tot 11
November 1886.
Ingesteld fr. 2.275-00
3. II. 3-31-20 c. WEIDE en
ZAAILAND, langs den steenweg-
van Leke naar Schoore. Gebruikt
door Desire Vanbisien, tot 11 No
vember 1886, en Sebastiaan Deyriese,
tot het scheen der oogstvruchten van
1886. Ingesteld fr. 6.800-00
4. Een HOFSTEDEKE en
h. 0-82-70 c. erf, in Keyem en
Schoore, nabij voormelden steenweg;
ten meesten deele gebruikt door
voornoemden Devriese.
Ingesteld fr. 2.650-00'
5. H. 0-85-40 c. MAAIGRAS.
te Slvpe, kadaster sectie B n1' 722.
Gebruikt door Vanbesien te Keyem
Ingesteld fr. 1.500-00
we* rA^S!i^yx%^rx^accac■^^3S^mzL^siU2^sJ^^n!iK^t^^rr^X3aa^rsx^rr!^,vr^a«ai^^Jütsmsx^ax^saMx^■^ r?3BKxcj^Marig5a3iaA»^-£'«r/^/>^.TP*rxgr>-?r«S<»a?&"
(Hl WEN
enz.
verkochtte
i
middenprijsj
p lUOkilo. j
verkochUc
kwantiteit
1 midden prijs
p. 1C0 kiio.
i
van
1NSTELPENNINGEN TE WINNEN.