STADSNIEUWS. Een dronk aan den üoning. lüerikaïe opvoeding. De opleiders der jeugd. De voorzitter van het congres der onderwijzers te Namen, heeft op het banket een dronk aan den Koning voorgesteld, die door de vergadering luidruchtig werd toegejuicht. De kle rikale dagbladen noemen het eene schande; maar er is nogtans niets dan waarheid in dien dronk en niets beleedigends voor Z. M. Het is de heer Ronvaux, schepen van Namen, die als voorzitter den volgende dronk uitsprak: Mevrouwen, Heeren. In de oudheid, de martelaars, die zich naar het. strijdperk begaven, gingen er bin nen vaderlaodsche kreten latende hooren.- Ave Cesar, rnorituri te salutant Cesar, degene die gij veroordeelt om te sterven, groeten u ik geloof uwe loik te zijn, door te beves tigen dat de vaderlandsliefde van al de on derwijzers, van a: de onderwijzeressen,hunne verkleefdheid aan de dynastie, niet geringer is dan degene van de eerste martelaars der oudheid. (Bravo). Sire, uwe belgische onderwijzers, bloot gesteld aan de aanvallen, wezenlijk woest, van de terugwerking en dompersleer, groe ten u! (Bravos). Sire, uwe afgestelde, gemartelde onder wijzers, door uwe ministers getroffen, om aan uwe wet te hebben gehoorzaamd, groeten u (Langdurige bravos) Sire, uwe onderwijzers en uwe onder wijzeressen, om zoo te zeggen tot uitroeiing veroordeeld, om met eere en getrouwheid den eed van vaderlandsliefde te hebben ge houden,die onderwijzers groeien ul(Bravos). Zij groeten u met een rechtzinnig hart, die gij nooit in uwe theocratische omgeving zult vinden en mot, eene verkleefdheid, die gij te vergeefs onder de ultramontanen zult zoeken. (Bravos.) De onderwijzers en de onderwijzeressen doen de rechtzinnigste wenschen opdat uwe regeering en uw leven lang genoeg zou du ren, om tot de herrinnering van hel ongeluk uit te wisschen, die hen treft. (Geestdriftige toejuichingen.) Ik drink op Leopold den II, aan de ko ninklijke familie. Indereen stond recht.de toejuichin gen waren langdurig en luidruchtig. JVlén omringt den schepen, door ie dereen geluk gewenscht met zijnen dronk. Men was algemeen ontroerd. Dat heeten wij nu eens de waarheid aan den Koning zeggen. Een'telegram. den clronk bevatten de is des avonds aan Z.M.gezonden. Een erg feit is in het klooster der zwarte zusters te Gentily (Seine) voorge vallen. Dit klooster, zooals vele kloosters van hetzelfde slaeh, neemt jonge meisjes in hunne kostschool op, doen ze veel werken, maar geven te weinig onderwijs. Den 26 Oogst laatst,om 6 ure des mor- gends, werd de aandacht getrokken van de geburen, door de kreten van een dei- kleine koslgangsters van hel klooster, een kind van vijfjaren. Dit kind was voor straf, in zijn hemd, blootvoels, naar den oever der Bièvre ge leid, die door de eigendom der zusiers loopt; en daar, de zuster, gelast met den dienst, werp achter eenvolgens drie eemers water op het hoofd en op hel lichaam van de kleine, die verschrikt uitriep: «0,zuster, ik zal het niet meer doen!» Het is alsdan op het geroep der geburen, dat het woest tooneel een eiade nam. Het kind, is er erg ziek van geworden ,en is nu bij de grootmoeder geleid. Er is een klacht ingediend. Men meldt uit Tdat een dei- opleiders van de jeugd, liet daar zoo goed aan boord heeft gelegd, dat hij, zegt men, Zaterdag het hazenpad heeft gekozen, om niet door de ha ren mutsen bij de kraag te worden gevat. Het parket van Leuven heeft zich Zaterdag avond naar Tbegeven om een onderzoek te doen. De broe der', die verdacht wordt van broeder- jyen'szondén, was gelast met het on derwijs en de opvoeding van de wees jongens. En het is aan die handen dat de krijscher Tbonissen de opvoeding en het onderwijs der belgische volkskin deren wil toevertrouwen. IJperen, den 11 September 18S8. Bij koninklijk besluit van 13 dezer zijn de nijverlieidsdecoratiën van 2e klas toe gestaan aan de werklieden wier, namen volgen DECLEIN, Willem, 41 jaar, gehuwd, bhkslager-meestergast bij den heer Dely te IJperen sedert 1857. DEWILDE, Frans, 61 jaar, gehuwd, meestergast, sinds 21 jaar, in de bleekerij van den heer Annoot te IJperen. HARTEEL, August, 39 jaar, gehuwd, meestergast juwelier, sinds 17 jaar, bij den heer Hollevoet te IJperen. Een koninklijk besluit staat aan de gemeente Watou een hulpgeld van franks 5,833-60 toe om in de betaling te helpen voorzien van de gedane werken aan de buurtwegen. «ïmsgteïtalk. Zondag 1.1. kwam het rijluig van den heer Lapiere in vlucht de Elverdinghe- straat ingereden, toen het ojarig zoontje van Masscho, langzager op de Beeste- markt, onder de wielen geraakte en eene diepe wonde aan het hoofd bekwam. Gelukkiglijk was daar juist een geneesheer bij de hand, die het kind de eerste zorgen toediende en de wond toenaaide. IJperen, den 7 September 1886. Heer Uitgever In een artikel getiteld Het Werk der Kloosters haalt gij eenige bijzonderhe den aan nopens de getuigenis van geloof bare personen die voor den Commis sion du Travail hun gedacht hebben doen komen. Zulks bewijst genoeg dal die kloosters coneurentie doen en dat zij medehelpen om handel en nijverheid te doen verkwijnen. ik wil enkelijk mededeelen wat er te IJperen gebeurt, naar men mij heeft ver zekerd. Er bestaat in IJperen, eene school of klooster, waar men alle slach van kleine kleedingstoffen vervaardigt aan de gena- digste prijzen. Zoo maakt men er voor- schooten voor vrouwen, binders, enz. aan 25 a 30 centiemen. Vrouwen- en kinderhemden maakt men er bijna voor niets.Men breidt en verbreidt er koussen beterkoop dan de breidslers die met de machien werken. En dit geschiedt onder voorwendsel van de kinders te leeren naaien en breien. Ouders en kinders wor den die lieve? zustertjes! geëxploiteerd. Men werkt er voor winkels en in 't bij zonder voor de buitenlieden, De lieve nonnetjes laten het door de schoolkin- ders weten, de moeders vertellen het aan malkander en alzoo is er gedurig werk. Men heeft mij stellig verklaard dat die lieve!! maseurtjes,eiers, boter, melk, enz. nemen bij die, en gene groote boerinnen hei werkdal ze moeten doen doen, be spreken. Men zegt ook dat sommige drukkers er hunne boeken dragen om er ingenaaid te worden, vele beterkoop dan bij de werkvrouwen uit de stad. Ze dragen ook hunne affichen, gazetten en andere druk sels om te plooien. Ik heb ook nog hooren zeggen dat eene zuster zich gelast met het verbin den der boeken in de vacanlie, zoodat bijna al de boeken door de leerlingen ge bezigd, in 't gesticht verbonden worden. Natuurlijk, de kinders die er meest doen verbinden, zijn liefst gezien. 't Is verstaanbaar. X. 's> tv l e ss w Hblaiijcs staJIstiefceaa Het Nieuwsbladje van j.l. Zondag zou gaarne zijne lezers wijs maken dat het kris- telijk onderwijs en de kristelijke zedeleer deze zijn,die aan de maatschappij de meeste waarborgen leveren. Daarom gaat het in de boetstraffelijke statistieken frankrijk opgemaakt, snuisteren en vindt daarin dat er maar 10 religieus onderwijzers legen 30 leeke, ofjiciëelevoor de assisen gevonnisd zijn geweest en dat er maar 3 geestelijken tegen 240 fonctionna- rissen gestraft werden. En het roept dan zegepralend uit: Wij hopen dat onze liberale zusters zorgvuldig van die statistieke zullen zwijgen. Waarlijk het katholiek^orgaanije zal deze maal in zijne hoop niet te leurgesteld zijn; wij zullen van die statistiek zwijgen en zie hier waarom. De lezers van 't Nieuwsbladje zelve, die niet heel en gansch onwetend zijn van 't gene er bij onze zuiderburen bestaat en bestaan heeft, zullen zich toch wel, bij die lezing, afgevraagd hebben waarom 't Nieuwsbladje juist in de statistieken gaat snuisteren van een land waar er, tot over een paar jaren nog, om zoo te zeggen geen wereldlijk officieel onderwijs bestond. Al de schoolmeesters waren nog kerkekosters of broeders van liefde of nunnetjes en hingen dus heel en gansch van de geestelijkheid af en deze alleen ook had bevelen in die scholen te geven. Die 10 leeke onderwijzers,Nieuws bladje, zijn dus in 't geheel niet officieel, maar zoo goed als de broêrtjes of nonnetjes religieus-onderwijzers. Meer nog, 's Nieuwsbladjes lezers zullen tot zich zelve wel gezegd hebben: Jamaar, vriend schrijver, wanneer een geestelijke of een religieus-onderwijzer iets misdoet, dat onder ue bevoegdheid valt van 't onpartijdig wereldlijk gerecht, en dat de harenmutsen, met het onderzoek er van belast, hunne plicht willen doen, zij vinden het nestje le dig; de vogel is gaan vliegen; spoorloos ver dwenen is hij en alle opzoekingen worden vruchteloos. De langrok is over de grenzen of wordt in hei eene of ander klooster ver borgen gehouden, waar.hij, onder een ander vermomsel of kloosternaam zijne propere daden herbeginnen of voortzetten kan. Doe eens gelijk de liberalen, telkenmale er een zwalpeier in uwe partij gevonden wordt, want er zijn er in alle partijen, in plaats van hem te verduiken en aan liet ge recht te onttrekken, lever hem aan de rechters over, opdat hij de verdiende straf niet ontkoiue, en maak dan eens statistieken op, wij zullen ze gelooven mogen, maar eer der niet. Stokslager». Het Nieuwsbladje, dat waarschijnlijk nog huivert, als het aan den 7 September van 1884 denkt, zegt dat een priester ie Brussel over straal niet gaan kan zonder met uitda gende blikken aangekeken of luidop bespot en nageschreeuwd te worden. Dat hoeft niet weerlegd te zijn; al wie nog te Brussel is geweest, heeft zich meer dan eens van t tegenovergestelde kunpen over tuigen.. Maar verder zegt het katholiek orgaantje nog dat, moeste een Brusselaar in een dorp den herder der parochie behandelen zooals hij het te Brussel doet, bij voorzeker niet zonder een pak slagen t' huis komen zou. Dus 't Nieuwsbladje bekent dat de vol- bloedste klerikalen stokslagers zijn. Wij nemen er nota van en wenschen ;t Nieuwsbladje proficiat. Op 2 dezer is de genaamde Jul. Lebbe, bediende aan de statie van den ijzerweg te Poperinghe, opgehangen, gevonden op den zolder van zijne woonst. Men zegt dat hij zich aan den drank overgaf. Hij laat eene weduwe en 3 onbejange kinderen achter. 's Anderdaags werd de genaamde Ro- baeys, Engel, Yoermansknecht bij Van Hol- lebeke te Poperinghe, wederkomende van Meenen, waar hij vlas gevoerd had, op den Zandberg te Zillebeke door zijne twee wa gens medegerukt en gansch verbrijzeld. Hij laat ook eene weduwe en 3 onbejarige kin deren achter. Een brand vernietigde deze week de spinnerij-Pouillier en Dhalluin te Rijsel. De schade beloopt tot 300,000 franks. Terzelfdertijd ontstaat een tweede brand in de Valenciennestraat, bij Vernier, krui denier, en drankenkoopman. Meubelen en koopwaren zijn door het vuur vernield. De schade beloopt tot 8000 franks. Een afgrijselijk ongeluk is in de statie van Audenaarde gebeurd. De heer Brog- naux-Dumonceau, advokaat te Roux, die de spoorbaan had willen overtrekken, is door den trein omgeworpen en geheel ver morzeld geweest. PoPERINGME. Het ai'rroot Van Comperaoiüclic feest van 29 Augusti 1886. (Vervolg en einde). Sprekende Zondag laatst, over de grrroote feesten gegeven door de Com mission des Pompiers Wij hebben vergeten eene fars aan te halen die veel heeft doen lachen. Na dat het muziek van Wervick, onder het kundig beslier van M. Stappens,zich had laten hooren, onze tachlige Meier zich de moeite niet gevende het kiosk te beklimmei) om de heeren liefhebbers te complimenteeren en hunnen achtbaren voorzitter, M. Delva, te bedanken omdat hij zich de moeite gegeven had met zijne artiesten in liet verre Poperinghe te ko men aanlanden, besloten de Wervikanen aan M. Berten eene lesse van beleefdheid te geven, met hem te dwingen van zich eenen plicht te kwijten die in zulke om standigheden altijd ten deele valt aan den eersten magistraat der stad. Ziende dat de achtbare ouderling aan hun verlangen niet voldeed, kwamen twee mannen naar beneden, en den eenen trekkende en den anderen stekende, brachten zij, onder het algemeen gelach,den Meier op de estrade. Op zulke weinig gevoegelijke wijze en tegen zijne goeste in het zicht van ieder een gebracht, maakte M. Berten weinig spel,pratelde eenige onverstaanbare woor den, nam zijne beenen onder den arm, ging vier trappen met nen keer van het kiosk en hij was weg gelijk weggevaagd. De Linseelenaars vaarden nog zoo wel niet als hunne confraters van Wervick,zij hadden de eere niet de edele gelaadslrek- ken van onzen Burgemeester-Volksverte genwoordiger te aanschouwen, noch zelfs niet deze van zijnen socius schepene Van den Berghe. Toen zij te Poperinghe aankwamen zag men niet een vaandal, noch boorde men het nationaal vreugdelied, geen woorde ken welkomgroet, geen eerewijn, geen berinneringmedailje, niet het kleinste complimentje over hunne kundige uitvoe ring, enting, bij hun vertrekken niet het minste officieel afscheidswoord! Goede Linseelenaars! Uitmuntende grensgebu- ren!! Wij denken dat zulks zeker genoeg is opdat gij in hel toekomende meer op uwe hoede zult houden en doen gelijk do Bellenaars en deze van Steenvoorde, die door ondervinding weten welk lot dege- noodigden van den Sire van Framboisie le wachten staat. De feesten namen omtrent 6 1/2 ure een einde. Dus er bleven aan de genoo- digden der grrroote Commissie nog drie schrikkelijke lange uren over, die eeuwen scheenen, om in onze half verlichte stad rond te dwalen Nergens was er bal, tot zelfs geen licht op het kiosk, alwaar men als tijdkorting eenige stukken had kun nen spelen. Het einde van het feest. De on gelukkige genoodigden wachtten met het grootste ongeduld het einde van deze menschenfopperij, en men zag met gehee- t le hoopen van degenen die verlangden van hunne foppers ontslagen te zijn, met allerhaast zich naar de statie begeventer wijl anderen zich droefgeestig langs de straten sleepten, met ongeduld het ver- lossingsuur afwachtende Men heeft ins gelijks opgemerkt dat er in de herbergen velen waren die niet zeer vleiend spraken op de rekening van den katholieken kring. Onder ander hebben wij er gehoord die publiek verklaarden dat de genoodig den der katholieken maar wel onthaald geweest waren dan van de liberalen. Eindeling brak het verlossingsuur aan en, na het stof van hunne schoêri geschud te hebben, verhaasteden de Linseelenaars en de Wervikanen zich in den trein te stappen, zweerende maar een beetje te late, men ze niet meer zou vast hebben. De fakkeltocht was het beste van den avond en wij feliciteeren de fabrikanten van lanteerns en dezen die zoo deftig en zonder lachen de lanteerns droegen. Een woordeken voor slot. De Grrroote Pompiers-Commissie heeft in het in richten dezer feest zoo vrekkig als onver standig te werk gegaan. Een mager sommeken van 300 franken was het eenige lokkaas voor de vreemde als po-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 2