Gazette van 't arrondissement IJperen. POLITIEKE BERICHTEN. V 61. 26° Jaar Zondag 27» Februari 1887. Politiek. Stads-, kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. Stemrecht en revisie. Erik westen. Een luilekkerland voor de zwartjes. Bureel: Olirandestraal, 18. AANKONDIGINGEN 10 eentieraen den regel. RECLAMED i 15 centiemen den regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. ABONNEMENT fr. 4-60 's jaar» voer de «tad; fr. 4-50 veor geheel Belgle. Buitenlands chö verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen het n «r. Men schrijft k op al de postburtelen. IJZEREN-WEG. 1 Dec. 1886. Vertrekuren van IJperen naar Poperinghe, 6-30 9-09 10-00 12-07 3-00 4-00 6-42 9-05 9-58. Poperinghe~Hazebrouck,6-5012-07 6-42. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20 Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-33 5-20 8-58 Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 5-20 8-58. Roeselare, 6-15 Zaterdag 7-45 10-45 12-20 4-10— 6-42 Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 5-37 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 -9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-80 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 8-301— 8-20 11-16 2-41 5-20. De uilslag der kiezingen, welke verle den Zondag in Duitschland hebben plaats gehad, is definitief gekend, behalve nog drie kiesomschrijvingen. Ziehier dien uilslag Zijn beslissend gekozen: 334 afgevaar digden, namelijk 13 progressisten (waar onder 2 septenatisten) 73 conservaleurs, 30 keizerlijken, 89 nationaal-liberalen, 90 centrums (waaronder 3 septenatisten), 15 Polen, 15 Elzassers, 2 Guelfen, 1 Deen en 6 socialisten. Er zullen 60 balloteeringen zijn. Het center blijft bijna gelijk, maar de progressisten, katholieken en socialisten hebben veel verloren. De socialisten, die bulletins hebben uil- gegeven. die triomf geroepen hebben,alsof zij de meerderheid in de Kamer hadden, zullen ie hel ft van hunne zetels verliezen. Zij zullen nog wel eenige zetels in de balloteering bekomen, maar van nu af is het zeker dat de helft der leden, die vroe ger in de Kamer zalen, er niet zullen terug keeren. De progressisten verliezen twee derden van hunne zetels. De Daily Telegraph zegt dat de kie zing van Duitschland sombere overwe gingen doet ontstaan. Zij getuigen de snelle ontwikkeling bij 't volk van gevoe lens, die onverwacht de duitsche eenheid kunnen in gevaar brengen, en die de duitsche staten op verschrikkelijke wijze kunnen van elkander scheuren, dan de vereenigde strijdmachten van Frankrijk en Rusland het zouden kunnen doen. De Daily Teleyraph schat op 40 of 50 stemmen de meerderheid, waarover het gouvernement zal beschikken ten voordeele van het septenaat. Een koninklijk besluit geeft den tekst van den eed. welke de katholijke bis schoppen aan den koning van Pruisen moeten afleggen. De formuul is dat de bisschoppen ge trouwheid en gehoorzaamheid aan den koning zweeren. In de Engelsche Gemeentekamer heeft M. Smith aangekondigd, dat hij het in zicht niet heeft, den uitvoer van peerden te verbieden. (Door een vriend medegedeeld). De ongeloofbare houding van de Brusselsche liberale Ligue, de ver bazende uitleggingen van de Flandre Libérale, de vreesachtigheid van vele progressisten bewijzen ons dat de on gerijmdheden van het art. 47, eischen nog wat te worden afgebroken. Men kent het oogwit van onze oude wetgevers. Men moest de poli tieke rechten enkel aan hen verlee- nen die de Staatslasten droegen. Zij alleen waren aanzien als bekwaam om hunne vertegenwoordigers te kie zen; zij alleen wilden orde en zede lijkheid in 't land. En de Staat, zeer aristokratisch, alhoewel gesproten uit eene volksbeweging, verkocht dit recht 211 fr. 60 c.; verders, na ge streden te hebben met verscheidene oppositiën, heeft hij het gelaten met afslag: vóór 42 fr. 32 c. Zoo dus, 't is wel verstaan: 't zijn deuren en vens ters aan de voorgevels van uwe hui zen, 't zijn eenige meubelen, eene dienstmeid of een paard, die waar borg leveren van uwe verstandelijke bekwaamheid, van uwe genoegzame fortuin, om de gevoeligheid van onze goede wetgevers te stillen Maar de werker, die onze nijver- hedendoet gaan, die den koophandel spijst, die aan den censuskiezer de middelen geeft om lasten te betalen, die een aanzienlijk deel zijns loens verliest door onrechtstreeksche be lastingen, dezen werkman, in een woord die de openbare fortuin maakt, telt voor niets. Denkt eens Orde en zedelijkheid zouden kunnen ge vaar loopen. Het is duidelijk, wel is waar, dat degene, die 42 fr. 32 c. betalen, iets te verdedigen heeft; hij heeft dus be lang in de orde. Nogtaas, indien hij slechte zaken maakt, of indien poli tieke gebeurtenissen hern noodlottig zijn, kan hij zich nog uit den slag- trekken; buiten een klein voorbe houden kapitaal, kan hij zich nog van zijne bekwaamheid bedienen als klerk, handelsreiziger, onderwijzer, enz., in geval hij geen krediet vindt om zich weder op voet te stellen. De werkman is aan de fabriek ge hecht en deze gaat maar in tijd van vrede. Het stille liggen, de werksta king, den oorlog zijn zijne volstrekste ruïnen. Hij weet dat goed. Hij heeft geen voorbehouden kapitaal, hij heeft geen andere bekwaamheden buiten zijnen stiel. Wie van beide, a. u. b., heeft het meeste belang in het behou den der goede orde? Men spreekt dikwijls, 't is waar, over de oploopendheid van 't volk; maar men vergeet meestal te zeggen dat ze altijd veroorzaakt is door aaa- matigingen gepleegd op zijn moeilijk bestaan: loon afslag, vermindering der werkdagen, hindernissen aan den arbeid, willekeurige boeten, enz. Voor den werker is de goede orde volstrekt noodig voor het behoud van zijn loon, en voor zijne stoffelijke en zedelijke verbetering? Maar de werkman, elk weet het! is gemakkelijk omgekocht en den censuskiezer is met staal bedekt te gen de onzedelijke en onteerende ver zoeken der partij die stemmen koopt. En nogtans wie is het die op een onheilvollen vervaldag de hulp zou aanveerden van eene belanghebbende hand. Het is ook den werkman niet, die zijn contributie biljet zou doen door een derde persoon betalen ten prijze van zijne stem; het is hij niet aie genaakbaar is door den hoogmoed om over eeretijtels te beschikken, noch die het monopolium van de leveringen van den Staat begeert of die van een anderen goeden kalant. En indien hij fonctionnaris is, het is niet eene passe droiteene ver meerdering van jaarwedde, eene prornatie of enkelijk eenige centime ters lint om zeker knoopgat te ver sieren, die hem tegen zijn geweten zouden doen stemmen. Wacht u wel den census kiezer bloot te stellen van valsche verklaringen gebruik te ma ken. Hij vindt alreeds ellendig ge noeg dat deze, die 42 fr. 32 c. betaalt door het behouden eener meid, kiezer wordt. En gaat hem niet spreken van vervoerkosten, diners, verschei dene geschenken en beloften. Maar den werkman! dat is een kerel, die men zou moeten bewaken, moeste hij kiezer worden. Hij loopt de risicos van den handel niet. Hij stijgt in grade niet en hij krijgt geene hoogere vergoeding dan degene hij wezentlijk verdient. Dus gene jacht naar passe-droits. Met zijn gesparig huishouden eindigt bij het jaar, zon der tekort; soms met een klein over schot. Dus geen gat te stoppen. Ik geloof zelf, God vergeef het mij, dat hij het als eene eere aanziet zich van alle knoeierijen af te houden. Gelukkiglijk, het art. 47 is daar met zijn ultimatum; medeburger werkman, gij betaalt geen 42 fr. 32, dus gij zijt beroofd van verstand, van zedelijkheid, gij zijt een orde stoorder.... Vertrekt van hier! Gij kunt representant genoemd worden, de grondwet laat het toe; maar kie zer, nooit Er is geen mensch met gezond oor deel die de herziening van zulk een artikel niet wilt. Maar hot is niet genoeg goed oordeel te bezitten om breede gedachten te hebben en het is daarom dat wij met onze nauwheid van geest, onzen schrik voor breede, milde, oprecht verstandige verande ring dat wij zulk slecht werk maken. Wij willen de census kiezers be houden en onder voorwendsel van kiesbedrog wij willen maar de hooge bekwaamheid er bijvoegen, men is het eens op de gegrondheid der her vorming maar men blijft twisten over de formule (IVordt voortgezet.) Krijscher Thonissen heeft in het Senaat belooft een enkwest te doen om de rijke onderwijzers, die paard en voiluur houden en die een wachtgeld van eene gemeente blijven trekken, op le sporen en hun dat wachtgeld te ontnemen. Het ware maar billijk, zoo er ergens zulke rijke onderwijzers bestaan, dat zij geen wachtgeld meer genieten zouden. Doch, terwijl de goede minister aan 't enkwesten is, zou hij ook niet een willen openen om te weten, hoeveel en welke onderwijzers onmogelijk met hunne fa- milje van hun wachtgeld kunnen bestaan en die ondanks al hunne pogingen geene plaats vinden en zoo moeten honger lij den Wij zijn zeker dat deze laatste veel talrijker zijn zullen dan die welke geen wachtgeld noodig hebben. Een ander enkwest nog, ware ook zeer nuttig: Dat men onderzoeke welke de kannunikken en hooggeplaatste geeste lijken zijn, die groote fortuinen bezitten en niet te min van den Staat aanzienlijke jaarwedden trekken, waarvoor zij, in den waren zin des woords, NIETS doen. Die zouden veel talrijker zijn dan de on. derwijzers met fortuin en met die af te schaffen zou men eene andere aanzienlijke besparing kunnen invoeren, dan met ar me, vervolgde onderwijzers van honger en verdriet te doen omkomen. Nijverheid en handel kwijnen, de land bouw gaat ten onder, de ontvangsten van den Staal verkwijnen; iedereen, in een woord, lijdt aan de krisis, uitgenomen de geestelijken. Voor hen is het een gulden lijd: de schatkist van mijnheer Staat, dat is van u en wij en alleman, staat wijd open en zij hebben er maar uit le schep pen, zooveel het hun hartje lust. En dat is zoo waar, dat een klerikala DE TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 1