Gazette van 't arrondissement IJperen.
Nr 62.
26e Jaar.
Zondag 6n blaart 1887.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Stemrecht en revisie.
Zou hij gaan?
Oorlogs geruchten.
Bareel: ftixmudestraat, IS.
AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel.
RECLAMED j 15 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden.
ABONNEMENT
fr. 4-99 jaar» veer de stad; fr. 4-50 veor gebeel Belgte.
Bnitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
10 eentlemen het nummer.
Men schrijft in op al de postbureelen.
IJZEREN-WEG. 1 Dec. 1886.
Vertrekuren van IJ peren naar
Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07
3-00 4-00 6-42 9-05 9-58.
Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-42.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58
10-10 11-16 2-41 2-53 5-20
8-58
Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16
2-53 5-20 8-58.
Roeselare, 6-15 Zaterdag 7-45 10-45
12-20 4-10— 6-42
Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 S-57
-6-22.
Kortrijk, 5-30 8-20 -9-58—11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Gent, 5-30i— 8-20 11-16 2-41
5-20.
(Door een vriend medegedeeld),
(Vervolg.)
Het doctrinarisme is er in gelukt
eene hervorming te bederven die veel
goeds beloofde en de beste inzichten
en wilskrachten te verlammen door
het opmaken van een questionnaire
die anders niet was dan een werk
tuig van uitsluiting. Wat heeft het
fransch, de rekenkunde, de geschie
denis, enz., te doen in de opvatting
der gebeurtenissen van het gewoon
leven Een geleerde opgetrokken
door zijne werken, verachtingsvol
jegens onze droevige politische strij
den is men bekwaam als kiezer, dan
een werkman zonder hooge geleerd
heid maar vol goeda reden en gezond
oordeel.
Aangezien het art. 47 gevestigd is
op de vermoedelijkheid, dan is lezen
en schrijven genoegzaam. Die kan
schrijven kan niet alleen lezen,maar
ook wel goed lezen die leest is ver
moed bekend te zijn met de gebeurte
nissen door dagbladen aangehaald.
Het is al wat men met recht eischen
kan. Het bewijs van te kunnen
schrijven ware al spoedig gedaan met
voor den jury zijn bulletin te ver
vaardigen of iets dergelijks neêr te
schrijven.
De revisie die zich opdringt be
wijst van eene beweging in de ge
dachten. Hetgeueart. 47 vraagt aan
de belastingen, de revisionnisten vra
gen het aan het verstand. De orde
en de zedelijkheid berustende op ken
nis zijn min vermoedelijkheden dan
wanneer ze op het census steunen.
Indien het census behouden blijft
door recht van eerstbestaan dan moet
het nog alle zedelijke weerde verlie
zen.
Drie oplossingen bieden zich aan
1° De toevoeging der bekwaamheid
aan de census kiezersmet het te
genwoordig EXAMEN.
Deze oplossing bekrachtigt eene
onrechtveerdigheid, want ze stelt op
de zelfde hoogte twee elementen van
zeer verschillende waarde. Men ver-
eischit van de bekwaamheids kiezers
eene overdreven som van kennis als
men rekening houd van het minst
geleerde census element.
2° De toevoeging van de bekwaam
heidskiezers aan de census kiezers
met lezen en schrijven voor alle for
mule of voorschrift.
Deze oplossing is veel rechtveerdi-
ger, eenvoudiger en meer overeen
komstig met de verlangens van de
verstandige massa.
3" liet algemeen stemrecht.
Het algemeen stemrecht is een zeer
wettelijk verlangen der werkende
klas dat de vrijzinnigen met meer
moed zouden moeten aanveerden.
Den werker heeft alle lastige bedrij
ven, al het gevaar van het werk; 't is
hij die het nijverheidsleven van 't
land uitmaakt 't is nog hij die de
kazernen en de kampen vult; aan hem
al do lasten, waarom geen enkel
voordeel Waarom zou hij niet een
vertegenwoordiger zijner belangen,
een verdediger zijner rechten te kie
zen hebben? Hij is het aanzienelijkste
gedeelte der bevolking hij weet
het en nochtans alle zijne verzoe
ken zijn gedaan geweest met kalmte,
hij heeft ze meer en meermaals met
geduld vernieuwd en tot nu hij heeft
zich onderworpen met gelatenheid
wanneer men hem in zijn hoop be
droog. Lang nog zal hij zoo blijven
als men hem niet verbittert door on
recht, als man hem niet uitdaagt
door bet aan den dag brengen van
geweld middelen, die altoos gevaar
lijk zijn om behandelen. Deze mensch
in zijne ontelbare maatschappijen
van uitspanning en nut, geeft bewij
zen van besturende hoedanigheden,
en van dienstveerdigheid die men
aan de hoogere kringen mag wen-
schen. En hij wordt aanzien als om-
wentelaar.
In de dolle verwarring der bela
chelijke eutopiën des verledens, der
wandaden van een doodstrijdende
volk, der overdrijvingen eens bijzon
deren lawijtmakers, des vergeten
ongerijmd fourrièrismus, des nihi-
lismus, des anarchismus en des soci-
alismus van alle kleur, de burgerij,
die er geen klaar in ziet, verschrikt
zich en, bevende, spreekt het woord
socialism uit.
He wel, dien gevaarlijken mensch
heeft een programma, en in dat pro
gramma staat zijde aan zijde met
zijne duurbaarste verlangens, het
stemrecht en het verplichtend onder
wijs of het middel om wel te stemmen.
Dat men niet meer kome met de
ongerijmdheid der bestendige kleri
kale meerderheid. Zeggen wij ons wel
dat nooit geen bestuur dan hetgene
dat ons tegenwoordig onteert de wil
lekeur en den vernielingszucht zoo
verre drijven zal.
De wisselvalligheden van het alge"
meen stemrecht zijn min te vreezen
dan die van het censusstelsel met
zijne rampspoedige werkelijkheid.
De IJpersche correspondent der Indé-
pendance schrijft aan dat blad dat hij van
welingelichte personen komt te vernemen
dat de heer Ridder Ruzette van gedacht is
in 't korte zijn ontslag als gouverneur van
West-Vlaanderen te geven en dat hij de
heer baron Surmont, oud-lid der Besten
dige Deputatie en klerikale senator voor
IJperen, als opvolger hebbe n zal.
Wij weten niet of dat wel waar is en
of de heer Surmont liever gouverneur dan
senator zijn zou. Maar wat wij weten is
dat de titel van Senator aan onzen baron
niets opbrengt, terwijl dien van gouver
neur hem een jaarlijksch inkomen zou
verzekeren gelijk aan de opbrengst van
zoo wat acht of negen schoone hofsteden.
Daarbij zou de achtbare baron geene jaren
achtereen op de betaling dier jaarwedde
wachten moeten, gelijk het nu wel eens
met de pachtprijzen der hofsteden het
geval is. En als men dan een beetje
schraabzuchtig is, niet waar heer baron?
dan zou men aan zulk eene bediening wel
de voorkeus geven.
Nog meer. Onze baron, die zoo geerne
burgemeester van IJperen gespeeld had,
begint waarschijnel ijk te ondervinden dat
zijnen haring hier niet wil braden, dat hij
nooit er in lukken zal de IJperlingen
appelen voor citroenen te verkoopen en
dat de burgemeesterszete! op ons stadhuis
voor hem dus immer te groene blijven
zal.
Die beweegreden bij de eerste gevoegd
zou wel in staat kunnen zijn om onzen
waarden baron er toe te doen beslissen
IJperen en zijn senatorschap vaarwel te
zeggen om baas gouverneur te gaan spe
len.
Als het zoo is, moeten wij wel zeggen
dat het een welsprekende bekentenis is
van jwege onze klerikaaltjes van hunne
kopstukken zelve beginnen te vorien dat
zij nooit liet liberalism in IJperen zullen
verdringen kunnen en dat het voor hun
geraadzaam is of te vertrekken, om in
geene meerdere schande te moeien komen,
of zich gerust te slapen te leggen lot dat
er voor hunne betere lijden aantebreken.
't Is pijnlijk voor hen, 'l is waar, maar
des te geruststellender voor ons.
Misschien is de overeenkomst, de eens
gezindheid der IJpersche liberale leiders
ders daar wel voor iets tusschen. 't Was
onbetwistbaar op dezer tweedracht dat
de klerikalen hun laatste boontje te we
ken stelden.
En dat boontje ook wil nu niet meer
weeken
Arme klerikaal tjes
ledereen schijnt van meening dat de
uitslag der kiezingen in Duitschland,
waar Bismarck zegenpraalt en de aanhan
gen van hel zevenjarig stelsel eene vol
doende meerderheid hebben zullen, den
vrede verzekeren moeten. Doch wanneer
men nagaat wat al voorzorgen en door de
verschillige mogendheden genomen wor
den moet men wel bekennen dat dit alles
nog verre van geruststellend is. Uit de
laatste artikelen der Opinions van Rome
en der Popoio Romano blijkt het klaar
dat, in geval dat Rusland, hetzij Duitsch
land, heizij Oostenrijk aanvalt, Italië zich
onthouden zal in den strijd tusschen te
komen. Doch moeste Duitschland door
Frankrijk aangetast zijn, dan zou Italië
zich aan dezijde van Duitschland scharen
en den oorlog mede maken, terwijl Oos
tenrijk zich onthouden zou.
Oostenrijk zou ook niet tusschenkomen
ingeval eenen oorlog tusschen Frankrijk
en Italië uilbersten moest maar dan zou
Duitschland Italië legen Frankrijk onder
steunen.
De drie mogendheden, Duitschland,
Oostenrijk en Italië zouden enkel dan al
le drie in bondgenootschap den oorlog
aangaan, wanneer een van haar door twee
mogendheden met eens zou aangerand
zijn, ingeval, bijvoorbeeld, dat Duitsch
land door Rusland en Frankrijk terzelf-
dertijd zou aangevallen zijn. Buiten die
verbintenissen tusschen de drie mogend
heden onder elkander aangegaan zouden
er, volgens de Italiaanscbe bladen, nog
andere zijn die van den eenen kant tus
schen Duitschland en Italië en van den
anderen kant tusschen Oostenrijk en Ita
lië bestaan, met het oog op zekere moge
lijkheden
De Gazette van Keulen ook beves
tigt het driedubbel verbond tusschen
Duitschland, Oostenrijk en ltaliën aange
gaan.
Wanneer men drie groote mogendheden
zich ziel op dergelijke wijze aan eenslui
ten moet men wel Bekennen dat de voor
uitzichten verre van vredelievend zijn en
dat een algemeene Europeesche oorlog
aan den gezichteinder op daagt. Enkel
behoeft de eene of ander reden, de eene
of andere omstandigheid zich voor te doen
om dien schrikkelijken oorlog te doen uit
bersten en heel Europa te vuur en te
zwaard te zetten.
DE TOEKOMST,