STADSNIEUWS.' biiilenissen te doen aangaan, die veel uit- geslrekter zijn zouden, dan wij wel den ken. Men lieefl schoon kwaad te srpeken van de vaderlandsliefde der natiedeze is nog zoo laag niet gezonken dat zij zich de noodige ontberingen niet op leggen kunne om hare vrijheid, haar zelfbestaan te ver dedigen. Dat men, in een woord, bewijze dat de versterkingen der Maasvallei onont beerlijk, noodzakelijk geworden zijn dat men juist en openhartig zegge wat zij kos ten zullen dat men ook zegge hoeveel soldaten er noodig zullen zijn om de Maas met hare medehulp te verdedigen en ot die nieuwe sterkten geen talrijker leger, geen grooter getal manschappen vergen zullen. Hoe groot de opoffering ook zij, het land zal ze niet weigeren. Maar het land eischt openhartigheid en bewijzen. Zeker is 't dat de liberalen er nooit zullen toe besluiten den heer Beernaert hun volle vertrouwen te schenken, omdat hij geen het minste vertrouwen verdient en omdat bij, volgens't zeggen van den heer Frère-Orban, niet ophoudt den ko ning, het land en de kamers te bedriegen. Zij zullen ook den heer Brialmont niet opzijn woord gelooven, hij, die openhar tig, rechtschapen en een krijgsbouw- kundige van eersten rang is, maar die door eene levendige soldatendrift beheerscht wordt, die een kunstenaar in sterkten is, van het ideaal ingenomen, en van wien men niet zeker is dat ooit eene opoffering, dat ooit eene versterking hem zal bevredi gen kunnen. Zelfs over de noodzaakelijkheid der sterkten van den Maaskom zijn de vak mannen, de genie officieren, het niet eens. Het is dus niet voldoende te verzekeren, men moet bewijzen. En het is vooral noodig af te breken met die verfoeilijke gewoonte, door het Belgisch staatsbestuur in desoldatenkwes- tie te trouw gevolgd, die hier in bestaat dat men het land buiten zijne wete tot te aanzienlijke uitgaven en lasten verbindt, dal men arglistig jegens de natie te werk gaat in plaats van zich manhaftig op ha re vaderlandsliefde te beroepen. Op dat punt zal den heer generaal Bri almont zelve met ons instemmen. Nie mand heeft die verfoeilijke handelwijs meer gelaakt en het woord van dien uit gelezen soldaat, zoo weinig om de parle- ments- en kiesknocierijen bekreund, is niet alleen gebleven. Het heeft weerklank bij meer dan een poliliek man gevonden. Het staatsbestuur zou luidop, open- hertig, onbevreesd en zonder iets te verzwijgen moeten zeggen welke de to- tale som is der opofferingen, door de klachtdadige verdediging van hetnatio- naai grondgebied op heden geëischt. Welnu, 't is hetgene men sedert 1830 nog nooit gedaan geeft. Er heerscht in hel oorlogsministerie, sedert eene halve eeuw eene, strekking, die ik niet zou kunnen goed keuren en aan welke ik den achtbaren oorlogsmi- nister aanrsde een einde te stellen. De ministers van oorlog, die elkan- der sedert 1830 opgevolgd zijn, hebben aan politieke beweegredens toegevende, bang voor het gelier van een deel der drukpers, tegengehouden misschien do,or hunne medeamblenaren der ande- re ministeriên, niet ineens aan het land, aan de laslenbelalders, aan de kie- zers durven blootleggen hoe groot de opofferingen zijn zouden, die door de krachtige en ernstige verdediging van ons grondgebied gevergd zijn.» Wie voerde die manhaflige taal in vol le kamer, onder een katholiek ministerie? «Het was de heer Thonnissen in 1877 Waarom spreekt hij nu zoo niet meer? Zou hel nu vooral niet zijn dat het noo dig wezen aan de h'eeren Pontus en Beer naert te zeggen, gelijk hij 't in 1877 aan de heeren Thiebault en Maiou zesde Ware ik in de plaats van den minis- Ier van oorlog ik zou een volledig bestek \anal de noodige werken voor do verde- diging des lands opmaken; ik zou dat bestek aan hel staatsbestuur,aan de ka- mors, aan de gansclie natie voorleggen en hun zeggen Ziedaar wat er noodig 3 j«j om d.e verdediging van uwe onafiian- kelijkheid,van uwe rechten,van uwe eer te verzekeren 't is aan u te zeggen of gij wilt, ja of neen, ernstig verdedigd worden ik laat er u al de verantwoor- delijkheid van.» Fiere en vrome taal Zal de heer Tbonissen ze heden nog voeren, nu hij minister is en er eenig ge vaar bestaat? Zal hij er in slagen de heeren Pontus en Beernaert te overtuigen Helaas het zij ons toegelaten er aan te twijfelen. Met zoo aan het land de waarheid te zeggen, zou de heer Beernaert luidop, moedig openhartig de verantwoordelijk heid der voorstellen, die hij doen aanveer- den wil, op zich nemen en het is nog ver re van bewezen dat hij wel degelijk zoo veel moed en zooveel openhartigheid be zit. Moeste de heer Beernaert nochtans voor dien dringenden plicht achteruitwijken,hij zou daardoor bewijzen dat zijne plaats, binst deze onrustige, bedenkelijke tijds omstandigheden niet aan het hoofd van liet staatsbestuur is en dat bij verre be neden de taak is, die hij op zich geno men heeft. De heer Beernaert stelt versterkingen in de Maasvallei voor. Hij moet de volle en |>eele verantwoordelijkheid van dat werk met al zijne gevolgen aanvaarden, ofwel hij moet die taak aan mannen met meer wilskracht, met meer vastberaden heid overlaten. Heiland zal niet eene opoffering, hoe groot ook, waarvan de noodzakelijkheid zal be wezen zijn, weigeren. Maar het wil er vrij en gewetensvol in toestemmen en op geenerlei wijze bedrogen zijn. Ook ware het zekerlijk de rol niet der liberale min derheid van aan eenen minister zonder ge- wetenstwijfeling de hand te leenen om het te bedriegen. IJperen, den 12 Maart 1887. SCHOOLPENNING. Vorige lijsten, 55,761-59 Een omhaling gedaan in het avond maal der maatschappij de Vrije Liefhebbers, gevestigd in de her berg de SansSouci, door de Mar quis de Caravano,denGebruineer- denAppeldrager, een half Kilotje Kapittel nr 6. 2-01 Maatschappij Bekwaamheidskiezers in den Sans Souci, 3-07 Bus van de Monark, 15-50 Totaal, fr. 55,782-17 Uitgaven tot heden, fr. 52,742-23 Blijft in kas, fr. 3,039-94 Weidadigbeids-CoDcert. Morgen, Zondag, te middag juist, geeft het muziek onzer Pompiers, in de groote Hallezaal een concert ten voordeele der huis gezinnen van de talrijke slachtoffers der ijselijke mijnramp van Quaregnon. De ingangsprijs is op 50 centiemen gesteld. Daarenboven zal er -nog een plateel bij den ingang der zaal geplaatst zijn. De personen, die het concert niet kunnen bijwonen en die aan dat goed en prijzens waardig werk willen deelnemen, worden verzocht hunne giften aan den heer N. Bou- I dry, fourier-rekenaar van het muziekkorps, te willen zenden. Een gul bravo voor onze Pompiers En I hopen wij dat hunne heilzame poging met j een goeden uitslag zal bekroond zijn; dat de ontvangst tot eene mooie som beloopen zal. ülddep ties* Leopoldsorde. De heer E. Dusillion, Majoor-bevelhebber der Burgerwacht onzer stad, is Ridder der Leopoldsorde benoemd. Wlllcms-ffonds. Af deeling IJperen. Morgen Zondag, 13" dezer, om 3 ure en half namiddag, in de Tooneelzaal onzer stad, VIERDE CONCERT-VOORDRACHT. De personen, die geen lid van de Afdee- ling zijn, kunnen, mits ingangprijs, toegela ten worden. Prijzen der plaatsen 1° plaats, 2 fr. 23 plaats, 1 fr,; 3® plaats, 50 centiemen. Ditmaal worden er geene persoonlijke ingangkaaiton gegeven. PROGRAMMA: 1. Fantasia op de Treurmarsch van Cho pin, De Mersman. Stuk voor fluit uit te voeren door den heer E. Van Elslande. 2. De Moeder van den Visscher, Lied te zingen door den heer A.Delmotte. 5. Duo voor piston en trombon,L.Canivez. Uit te voeren door de heeren V. Massche- leyn en A. Igodt. 4. De Ridder en de Herremijt, J.Concone. Tweezang door de heeren A. Delmotte en E. Coffyn. 5. Concertstuk in sol, De Mersman. Stuk voor fluit uit te voeren door den heer E. Van Elslande. 6. Voordracht.Onderwerp: De CONGO, bijzonderheden door den spreker waargeno men. Spreker M. L. VANDE VELDE, kapitein bij het 4e linie, te Brugge. Gedurende de Voordracht zal de heer V. De Deyne,de voornaamste zichten der streek bij middel van oxyhydriscli licht voorstellen. De Congolaansche prins Sakala, zal waar- schijnelijk de Voordracht bijwonen. Val»cb geld. Het schijnt dat er vele valsche vijffrank stukken in omloop zijn. Het zijn fransche stukken met het afbeeldsel van Lodewijk XVIII. Men kan ze gemakkelijk aan het gewicht onderscheiden; de valsche zijn veel lichter. Z3|aa Itcldcu Het Nieuwsbladje heeft sinds eenige we ken al zijne poer verschoten tegen den libe ralen bekwaamheidskiezersbond, die hier onlangs, dank aan het moedig en gelukkig initiatief eeniger bekwaamheidskiezers, tot stand kwam. 't Papierke weet maar al te wel dat die bond een grooten doorn in den voet van 't klerikalism zou kunnen worden; het gevoelt maar al te wel dat die bond tot eene onomstootbare hinderpaal moet gedijen cien voor de door de klerikalen zoolang ver wachte beklimming van 't stadhuis door'sde- kens knechten. En daarom zag het met een nijdig oog het tot stand komen diens bonds aan en wilde en moeste 't zulks beletten. Het meende den nagel op den kop te slaan door die moedige bekwaamheidskiezers met hun beroep of bedrijf te hoonen. Het regende persoonlijkheden in zijne ko lommen. Het noemde den voorloopigen voorzitter een gebraan appeldrager, een achterlooper en ik weet niet wat nog al Welnu de heer Brunée mag appels,gebraan of andere, dragen, hij is ons dunkens zoo eerlijk, als een advokaatje, dat nog op den eersten klant wacht en, om niet van honger te sterven, dus verplicht is gazetkrabber te worden aan eenige centen per regel. Is de heer Brunée niet rijk, hij hangt ten minste enkel van zijn geweten af en is der halve niet verplicht zijne overtuiging voor eenige centen te weke te verkoopen. Eu wij kennen gazetschrijvers die dat niet zeggen kunnen, en gij Nieuw sbladje? Na de grofste grofheden tegen den voor loopigen voorzitter des bonds uitgebraakt te hebben, was hetj.l. Zondag de beurt van den definitieven voorzitter. De heer Oscar Poupart is verre boven die laffe aanvallen van een Nieuwsbladjes- schrijver aan 20 centen te weke en daarom behoeft hij niet verdedigd te worden. Hij is veel te veel door het volk bemind geëerd en naar waarde geschat, om door de armzalige proza van een advokaatje of een assurantiemakelaartje te kunnen getroffen worden. En nog kan dat gazetkrabbertje aan 'nen hal ven stuiver daags zijn vischwij vengepraat niet eindigen zonder, naar ouder gewoonte, een grove leugen te vertellen. Het zegt dat men in de liberale wachtleve de katho lieken! geroepen heeft en 't heeft zeker slecht gehoord; want daar heeft men wel iets gezongen dat zoo omtrent volgenderwijs luidde: A bas les K. K. enz. Wij willen wel golooven dat zulk gezang de ooren van ons ventje ruischen deed. Ze zouden voor min ruischen ook. Maar, hoor ik vragen, was dat advokatenverstand dan daar In 't geheel niet, vriend lezer, 't en zou niet durven, want dan zou 't moeten de waar heid schrijven of zwijgen om in zijne eigene kolommen niet gedebineerd te wor den. 't Pleeft het over een veertiental dagen zoq naïef beleden, 't verstandje. Maar 't zendt daar een zijner spioenen, die daar bedrukt een pintje drinkt en dan na de ver garing bij den eenen en anderen om inlich tingen gaat en zich allerlei prullen laat wijs maken. En de bekwaamheidskiezers verma ken zich dan eens hartelijk te zijnen koste. Hij en doet dat wel niet geerne ('t en is niet geestig ook als iedereen u uitlacht) maar hij heeft altemets eenige hoeken te verbinden of een heilig herte in te kaderen van 't Nieuws- bladje, op voorwaarde van twee aanzichten te zetten en alles te gaan afspieden. De be kwaamheidskiezers weten dat en daarom hebben zij een beetje medelijden met den sukkelaar en ze trakteeren hem dan met een glaasje.... uit den spoelbak. En dan wrijft hij van kontentement in de handen. Duts, ga. Niet waar, lezer lief, dat zijn allemaal helden die klerikale gazetkrabbers en hunne spioenen 't Zijn waarlijk helden onder de helden. Arme helden Klesexamen. Ziehier de samenstelling van de Jury's voor het kiesexamen in de beide kantons van IJperen 1® Kanion: Voorzitter, de heer Vandena- meele, gepensionneerd onderwijzer te Vla- mertinghe; bijgevoegde voorzitter, de heer Fraeys, grondeigenaar te IJperen. Lid-sekretaris, de heer Pil, hoofdonder wijzer te Zonnebeke; bijgev., de heer Delen, hoofdonderwijzer te Meesen. Lid, de heer Demeulenaere, onderwijzer te IJperen; bijgev., de heer Hallaert, onder wijzer te Voormezeele. 2® Kanton: Voorzitter,de heer Desaegher, zaakwaarnemer te IJperen; bijgev., de heer Werbrouck, verzekeringsopzichter te IJpe ren. Lid-sekretaris, de heer Grillet, hoofdond. te Brielen; bijgev., de heer Hollevoet, hoofcl- onderw. te Crombeke. Lid, de heer Vandenameele, z., onderwij zer te Vlamertinghe; bijgev., de heer Vla- minck, onderwijzer te Langemark. KlerïïialeiacderlgEseld en volksliefde. Christus was een arme duts en alwie hem volgen wilde of zijne leer aankleven, moest al zijne goederen en schatten aan den arme uitdeelen. Geene ikzucht, geen wereldsch prachtvertoon, veel liefdadigheid, dat waren de eerste beginselen waarop gansch zijne leer steunde. Onze priesters, die zich heel ootmoedig zijne opvolgers noemen, schijnen dat hoofd princiep niet meer te kennen. Getuige hier van dat ongehoord prachtvertoon, dat men nu in zoovele kerken instellen ziet. Niemand zal het wagen, meenen wij, om staande te houden dat zulke luxe met de nederigheid van Christus overeenkomt. Een staalke van de pronkzucht der heden- daagsche plaatsvervangers van dien God'van ootmoed en nederigheid komen wij te ont vangen. Zekere kerkfabriek onzer stad heeft de som van honderd en ïiea frank» betaald voor het verbinden van eene missale of mis boek. Zegge HONDEBD EN TIEN EKANKS VOOr het verbinden van een enkel boek Of het een prachtband zijn moet Wat zou Christus met zulke ij delheden verricht hebben Dat behoeft geen antwoord. Maar 't fijnste van de historie is nog dat dit werk in den vreemde moest gedaan zijn. De IJperlingen, immers, zijn daarvoor zeker niet bekwaam De Bruggelingen of Gentenaars, dat zijn andere bekwaamheden die bezitten talent en kunstsmaak genoeg om eene missale te verbinden; maar de IJperlingen, allez done! wat kennen zij daarvan Zietdaar, neringdoenders van IJperen, waar het geld onzer kerkfabrieken naartoe gaat. Gij hebt schoon onze zwartjes en hun ne kliek de maag te smouten en de beurs te vullen, zij loopen elders, wanneer zij werk te doen verrichten hebben, waar er een schoon stuiverken op te winnen is.Gij moogt hun de muil open houden en de keel invet ten, maar zij, zij jeunen u daarvoor geen zier onderstand, geen het minste gewin. Gij moogt op uwe duizend gemakskens van hon ger vérgaan; ook wat kan dat hun schelen,, als zij het maar breed hebben. Wat zegt ge, IJperscke neringdoenders,.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2