VERSCHILLIG NIEUWS. MARKTPRIJZEN, In r836 werd hij gemeenteraadslid geko zen, l diening, welke hij 51 jaren onafgebro ken v rvuld heeft. Bij koninklijk besluit van hetze' de jaar, werd hij Burgemeester be noem i. Ni< i alleen de achting,de liefde en het ver- trom* m van al zijne ingezetenen genietende, riepe de kiezers des kantons hem op 28 Mei j60, Provinciaal Raadslid uit. herinnert zich de vreugde niet meer, die in deze gemeente heerschte, wanneer den October 1861, zijn vijf-en-twintigjarig jubt jest als burgemeester, met de grootste plee igheid gevierd werd in kerk en dorp, wat iedereen wedieverde om den man te ven en, die de genegenheid aller harten gev men had. '1 Le Majesteit, Koning Leopold II, wil len de menigvuldige diensten beloonen, die j aan gemeente en kanton bewezen had, ver pf hem op 25" October 1866, tot Ridder .zijn Orde. Na meer dan 35 jaren het ambt van Burgemeester uitgeoefend te hebben, •vere srde Z. M. hem den 24" Mei 1880 met het Burgerkruis van le klas. Baar ligt nu de man, die eene zoo lange reeks jaren de achting en liefde zijner mede burgers bezeten heeft. Nu heeft hij het lot van alle schepsels ondergaande dood heeft hem geraakt... doch een man als hij sterft niet; hij leeft voort in zijne werken. Bewon dert de openbare gebouwen, de traliewerken aan het kerkhof, de verhoogde voetpaden in de dorpplaats en voornamelijk de keiwegen, gelegd in de droevige jaren 40, om de arme werklieden broodwinning te verschaffen en ze aldus te bevrijden van den wreeden hon gersnood, die geheel ons land teisterde. Ja, in die akelige jaren zag men niet alleen zij nen iever en zijn medelijden als Burgemees ter maar ook, als bijzondere, zijne liefde en barmhartigheid jegens de noodlijdenden. Wanneer wij eenen oogslag werpen op de zedelijke vooruitstreving van den burge meester, vinden wij dat bijna geheel de ge meente aan hem den weldoenden invloed verschuldigd is van het onderwijs, dat hij steeds met raad en daad aangemoedigd heeft. Zonder zijne verstandige tusschenkomst en bescherming zouden vele jonge lieden van alle standen de kennissen ontberen, welke later hun bestaan en welzijn verzekerd heb- ben. Moet ik in het bijzonder leven van den duurbaren afgestorvene treden om daden aan te halen van de menschenliefde, die zijn edel hart kenmerkte en die steeds aange groeid is tot op zijn sterfbed Zeker neen, want nooit te vergeefs drukte iemand hem zijne klacht uit. Nog daags vóór zijne dood, hoorde hij eene arme vrouw aan de deur en gaf aanstonds bevel haar eene groote aalmoes toe te reiken. Hoeveel inwoners van Becela- re, die hier bij dit ontzield lijk staan, hoe veel familiën dezer gemeente zouden niet talrijke weldaden kunnen aanhalen, waar door zij uit allerlei nood geholpen werden Lang zou de lijst zijn dergenen, welke van hem hulp of troost van alle slach ontvingen. Bescheiden in zijne liefdadigheid, verleende hij geenen bijstand voor de oogen der wereld maar in 't geheim met het doel om goed te doen. Het verlies van zulk eenen vriend is recht pijnlijk en doet alom een diep gevoel van rouw ontstaantranen van dankbaarheid en tranen van rouw vermengen zich en brengen eene edele ontroering te weeg in alle recht schapene harten. En zoo een ondankbare tot zoo verre zij nen plicht vergeten kon, dat hij ongevoelig bleve aan de droevige nagedachtenis des overledenen, dan storte hij ten minste eenen traan over den mensch, die wreed in hart en ziel geleden heeft. Nu dat het gapend graf ons de stoffelijke overblijfselen van dezen Menschenvriend zal ontnemen, zeggen wij hem vaarwel Ridder Bayart, gij laat op deze aarde het kostelijkste aller erfdeelen, dit van eenen schitterenden naam, dit van een bestaan gansch toegewijd aan het welzijn der ge meente, gesteund op het recht. Klim dus tot het zalig verblijf waar het recht zegepraalt en door God beschikt voor de rechtvaar digen Aan uwe ziel zij dus de eeuwige rust, aan uwe werken, de zoete nagedachtenis Slaap gerust in den geboortegrond, waaraan gij u met hart en ziel verkleefd hebt; hij weze u licht deze bodem, die uwe stoffelijke overblijfselen met die uwer achtbare familie zal vereenigen. Vaarwel, beste Menschen vriend! een laatste vaarwel Lijkrede uitgesproken door den heer Meersseman Mijnheer en, Wie van ons had over eenige weken kun nen vermoeden dat wij heden, op het akelig kerkhof vergaderd, met eenen treurigen blik op dezen gapenden grafkuil zouden staren, om eenen laatsten afscheidsgroet toe te stu- renaan eenen boezemvriend, die onlangs nog ons allen ter hulpe stondWelke neêrslach- tigheid vatte ons aller gemoederen, toen de nare tijding de heer Bayart is niet meer als een donderslag in onzen kring viel!... Onze gemeente is thans gevoelig getroffen door het verlies van onzen diepbetreurden vriend. De onvermijdelijke dood heeft den levensloop van den achtbaren heer Ridder Ferdinand - Augustijn Bayart afgesneden, noch de vurigste wenschen en gebeden eener gansche gemeente hebben deze ramp kunnen afweren. O wreede dood Hoe onverbiddelijk hebt gij dezen weggemaaid, die eene zoo ruime maat verdiensten in onze gemeente verza melde Wij moeten op dit hertverscheu rend oogenblik gelooven dat dit kille graf welhaast de stoffelijke overblijfsels zal in- zwelgen van eenen voorbeeldigen bestuurder, van eenen wijzen raadsman, van eenen vro men verdediger des rechts, van eenen war men voorstaander en beschermer van het onderwijs, van eenen milden weldoener der armen en vertrooster der ongelukkigen, van eenen steunpilaar onzer handboog- en toon kunstmaatschappij In weerwil der smartelijke droefheid die mij bevangt, bij de plotselinge verdwijning van onzen teergeliefden vriend, neem ik, in naam der Handboog en Muziekmaatschappij de treurige zending op mij een laatst vaar wel te sturen aan den man, dien wij, nauwe lijks eenige dagen geleden, nog het geluk hadden onder onze vrienden te tellen, en nu helaas door den dood ons zoo wreedelijk ontrukt is. Mijnheer Ferdinand-Augustijn Bayart, alhier geboren den 25" April 1807, richtte den 7n September 1834 de gild van den H. Sebastiaan in en bleef steeds haar Deken. Daar wist hij goeds te stichton door zijne broederlijkheid en welgemanierdheid, waar van hij een echt toonbeeld was. In 1835 hielp hij onze Muziekmaatschappij Sinte Cecilia tot stand brengen en bewees haar, als Eere-Voorzitter, groote hulp.Over al, waar er goeds te verrichten was, stond de menschenvriend bereid raad en hulp bij te brengen. Ieder jaar, op 28n Augustus, toen wij onzen betreurden vriend onze welgemeende wenschen ter gelegenheid van zijn naamfeest gingen aanbieden, wist hij ons eenige gepaste zielroerende woorden toe te sturen. Een dracht. vrede, vooruitgang; dat was zijne vurigste begeerte. Ten volle overtuigd dat niets meer werkt op het gemoed van den mensch en medehelpt tot zijne zedelijke vol making dan het beoefenen van tooneel en muziek, gebruikte hij al zijnen heilzamen invloed om de leden der Muziekmaatschappij op te beuren, hen tot eendracht en vrede op te wekken, hun moed en volharding in te boezemen. Dank aan zijne raadgevingen en zijn voorbeeld neemt onze Maatschappij da gelijks in aanzien en vooruitgang toe. Gewis zijn er op aarde uitmuntende ka rakters, die men op het eerste zicht toegene gen is. Ridder Ferdinand-Augusiijn Bayart, zeggen wij het rechtuit, was eene dier mede gevoelende zielen, die slechts op dit tranen dal scheen gekomen te zijn om den even- mensch hulp te bieden en te vertroosten. Hoe krimpt onze boezem toch ineen, wan neer wij zijne goede hoedanigheden overleg gen. Alwie met hem omging, vond in hem eenen man van vooruitgang, eenen man, wiens geest met veelvuldige kennissen ver sierd was, eenen man die het onderwijs, die rijke bron van welvaren, hoogst wist te schatten. Hoe menig uur heeft hij met ons niet gehandeld over opvoeding, onderwijs en beschaving!... "Weinigen verstonden gelijk hij, hoe 's menscken veredeling in 't onder wijs gelegen is. Gij, Becelarenaren, hebt ook uit het oog niet verloren hoe hij ia alle omstandigheden het recht wist te handhaven, want menig maal hebt gij zijne rechtschapenheid kunnen bevroeden in zijne verschillige bedieningen. En gij, schamele armen, gij hebt zoo ras toch niet vergeten hoe hij zelf uwen nood opzocht, en hoe teerhartig hij, meteenen traan in het oog, u zijn brood deelde met de Overtuiging dat hij, die den arme de hand toereikt, schatten in den Hemel vergadert. In onze gilde van den H. Sebastiaan, in onze Toonkunstmaatschappij zullen wij ook eene onbeschrijfelijke ledige ruimte aan treffen. Dit smartelijk verlies dompelt daarbij nog eene der achtbaarste familiën in den diepsten rouw. Gij allen, omstanders, die hem ken- det, gij weet misschien beter dan ik, wat zorg en kommer de heer Bayart koesterde voor hetgeen hem duurbaarst op aarde was. Doch vertroost U, neerslachtige bloedver wanten des afgestorvenen, God verlaat deze niet die Hij beproeft. Reeds geniet hij daar, boven in den hemel, den loon zijner goede werken. Gij, allen, Mijnheeren, die zijne vrienden zijt, weent en bidt.... Gij, armen, bidt, want uwe geheime weldoener is onder ons niet meer!.... Wij ook, vriend Ferdinand-Augus tijn, zullen Uwer gedenken, den bermherti- gen God smeekende dat Hij u in het zalig verblijf opneme, waar noch lijden, noch ver driet meer is. Vaarwel dan, duurbaren Vriend! Zien wij vóór ons aan den boord van het gapende graf uw onbezield lichaam, toch is uw leven niet ten einde; Gij blijft onder ons leven door uwe onuitwischbare voorbeelden, door uwe heilzame raadgevingen, door uwe onschat bare weldaden. Lang zal uw aandenken in onze gemeente blijven voortduren. Rust dus zacht, Ridder Bayart, en de Heer schenke u de kroon der onsterfelijken Vaarwel, Ferdinand-Augustijn Tot we- derziens, beste Vriend en Weldoener! Vaar wel, Heer BayartEeuwig vaarwel! Gent, 30 Maart, 1887. Verschrikkelijke moord der wed. Vervier, geboren Boddaert. Gisteren namiddag was in onze stad het gerucht ver spreid, dat er in de Akkergemstraat, n° 23, eene schrikkelijke misdaad was gepleegd, binstklat endage, om 1 i/2uredes namiddags. Zooals dit altijd in zulke gevallen plaats heeft, zong ieder vogelken zijn liedje en be schuldigde men reeds een lid van de familie, die geheel en al onschuldig was en op het oogenblik der moord niette huis was. Ziehier wat wij over die moord vernemen Mev. Boddaert, weduwe Vervier, rente- niarster, oudongeveer 50 jaren, woont in de Akkergemstraat, n. 23, met twee harer kin deren een zoon vanongeveer i7 tot 18jaren oud en een meisje van 13 jaren. hond 11/2 ure verlieten de kinderen het huis. Het meisje ging naar school in de Vi sitatie en de jongen begaf zich naar de foore met een zijner kameraden; Rond 2 l/2ure heeft een gebuur Mad.Ver vier in den hof gezien met een kerel die een ronden hoed en een chocoladekleurigen frak droeg. Om 3 1/2 uren kwam de werkster van Mad. Vervier. Zij vond de deur half open en in den gang eene met bloed besmeurde manchette. Zij liep verschrikt buiten en riep een poli tieagent die, in de kelderkeuken gekomen, er de meesteres van den huize vermoord aantrof. De kelderkeuken komt met twee kleine venters in d' Akkergemstraat uit Het lijk lag te midden van eene bloed plas. De wonde in den hals is met een stekend veorwerp toegebracht. Een sterke band was rond de keel geknoopt. De linker kant van het gelaat is doorsne- vanaanden mond totaan het oor. Twee stoe len waren omvergeworpen en op den tafel stonden twee propere kommen, een suikerpot en eene lamp. Op het vuur, in den ketel, was het water dat moest dienen om koflij te ma ken, nog warm. De moord moet tusschen 3 ure en 3 ure 1/4 gebeurt zijn. Een derde kom lag gebroken op den gropd. Al de meubels waren doorzocht met het inzicht van te stelen, maar men weet niet of de dief-moordenaar zich yau iets heeft kun nen meester maken, de zoon niets kennende van de zaken zijner moeder. Het is zeker nochtans dat Mad. Boddaert niet meer dan twee h drie honderd franks in huis had Haar fortuin bestaat meestinonroerende goederen. De moordenaar heeft 't zilverwerk niet ge vonden. De deur van het huis der vermoorde sluit zeer moeilijk daarom zeker liet de mooi de naar tiaar tegenaan. Het mes of bet voorwerp waarmede de moord werd gpleegd, is niet teruggevonden. De twee bebloede manchetten van den moordenaar werden op tiet gelijke vloers gevonden. De politie heef; vermoedens tegen eenen kerel dien zijn hoopt weldra in handen te zullen hebben. Om 4 1/4 uurs is het parket ter plaats komen. De heeren Wurth, prokureur des koni Wouters, substitut van den prokureur konings, eD Lochtmans, greffier, met bebi van den heer politie-commissaris Van V, sernaal en de adjunkt. De Roo, hebben ;e zamen met den wetsgeneesheer Leboucq, de neodige vaststelling gedaan. De vrouw schijnt gestorven te zijn ten ge volge van bloedstorting, door de verschik- kelijke wonden toegebracht, en ook door de verwurging bij middel van een soldaten bretel. Erzijn bloedruppelengevondennevensden lessenaar in de eetplaats staande, die aan de keuken paalt. Erge verdenkingen berusten op een jonge ling, waarvan de inlichtingen en bewijzen die men heeft bekomen, hem als den dader aanduiden. In alle geval moest den dader het slacht offer kennen, anders zou men niet kunnen denken dat Mev. Vervier met hem in den hof gewandeld heeft. De zoon is rond 4 1/2 ure, van zijn wan deling te huis gekomen en men kan oordee- len wat elïekt de tijding der moord van zijne moeder op hem moet hebben gemaakt. De oom heeft de twee kinderen bij zich ge nomen. Het kleine meisje weet nog vanniets. Rond 1 1/2 ure is er een kerel inde her berg gekomen van 81. Westendorp, Akker gemstraat nr 2. Hij scheen 25 a 26 jaar oud, was scheel en gekdeed met eene zeer span nende bruine broek, donkeren overjas. Hij vroeg een halvetje en een strooiken voor zij ne pijp te ontstoppen. Een der vensters van de herberg heeft zicht op het huis der misdaad. De kerel in kwestie plaatste zich er voor en scheen met groote aandacht iets te bekij ken (waarschijnlijk het huis der moord). Zijne zonderlinge manieren trokken de aandacht van den baas des huizes, die juist van zin was een weinig te slapen, doch met dierf vooraleer de kerel vertrokken was. Bij het lijk der vermoorde heeft men een bebloede zakdoek gevonden, alsook een bre tel die waarschijnlijk tot de ver wurging heeft gediend. De bretel was genummerd. Deze bij zonderheid heeft veel bijgedragen om den vermoeidelijken moordenaar kenbaar te ma ken. Na de moord is hij naar zijn huis gegaan om van kleederen te veranderen. De kleederen welke in zijn huis zijn aange slagen berusten op het politie-bureel van de 2" wijk, waar zij door Westendorp, herber gier, erkend zijn, als die welke de kerel aan had, die om 1 1/2 ure in zijn huis is geweest en wier zonderlinge manierenzijne aandacht hebben gewekt. Eene talrijke menigte heeft gansch de na middag en gedurende den avond voor het huis der misdaad gestaan daar werd na tuurlijk het geval druk besproken. IiE GLOBE ILLUSTRÉ, (10 francs par an). La tentative criminelle dont l'Empéreur de Russie a été récemment la victime donne un poignant caractère d'actualité au dessin intéressant, que publie, a ce sujet le Globe Illustré dans le numére qui vient de parai- tre. Le dessin du bal paré ettravesti qui a eu lieu au local de la grande harmonie de Bruxelles. Une double page représentant l'embarquement d'un escadron de cavalerie par chemin de fer. Une page de croquis humoristiques et une charmante gravure extraite du beau livre Environs de Paris complètent heureusement ce numéro du Globe Illustré. On sabonne au bureau du journal. BE VLAAMSCHE ILLUSTRATIE, No 27. le jaar. Zaterdag 2 April. INHOUD. Platen. Wie zal het winnen? Palmenzondag. Aardbevingen in 't Zuiden van Frankrijk. Nizza. De Hoed. De Lijmpot. Tekst. Onze platen. Lidia, slot. Vlaamsche kronijk. De ijzeren vrouw. Mijne moeder. 's Menschen wil is zijn hemelrijk. De schat in den afgrond. Men abonneert zich ten bureele van dit blad. IJPEREN 26 Maart. 2 April. Tarwe 11,300 18-75 17.100 18-50 Rogge 2,600 14-75 2,900 15-12 Haver 5,500. 14-75 2,600 15-50 Erweten 2,300 17-75 600 18-00 Boontjes 4.200 18-73 3,200 •17-50 Aardap. 4,000 6-50 6.000 6-00 Hater 10,086 260-00 11,291 250-00 GRANEN j enz. j verkochtte kwantiteit middenprijs p. 100 kilo. verkochtte kwantiteit middenprijs p. il>0 kilo.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 3