Gazette van 't arrondissement IJ peren. LIJKREDES 26e Jaar. Zondag 8n Mei 1887. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Yerschiilige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. Nr 71. BareelOixmadestraat, 18. AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RECL1MEN <5 centiemen den regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. ABONNEMENT fr. t-OO jaars voor de stad; fr. 4-50 voor geheel Belgle. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen het nammcr. Men schrijft in op al de postbureelen. UITGESPROKEN BIJ HET GRAF VAN DEN HEER Wij vertalen Lijkrede uitgesproken door den heer COR- NETTE, Schepene der stad IJperen. <i Mijne Heeren, Op den boord van dit graf het woord nemende, begrijp ik geheel de grootheid mijner taak en ik verberg mij mijne onmacht niet. Mijne pogingen om mij tot de hoogte te verheffen van hem, wiens afsterven wij be- weenen, zullen altijd beneden hetgene.dat gij vraagt en waarop gij het recht hebt u te verwachten, blijven. Er zijn zulke groote mannen dat hunne zielebreedte aan een bon dig overzicht ontsnapthoe nader men ze gekend beeft, hoe beter men ze heeft kunnen bestudeeren, hoe meer men voelt hoe zeer men onbekwaam is ze in eene kader te lijs ten, die er de bijzonderheden van te midden hunner uitstekendste daden doet uitschijnen. Bij hen heeft alles zijne belangrijkheid; en de algemeene en bijzondere daden. De Heer Henri CARTON was zulk eene. Kloek getemperde natuur, begaafd met een oordeel dat zich raarlijks bedroog, met eenen wil gewapend, die van niets af schrikte, wist hij de moeilijkste zaken in zijne struische hand te houden. Nooit verliet hem zijne koele rede en wanneer hij een doel nastroefde't is dat hij het billijk geloofde; dan gaf hij er die wijselijk berekende richting aan, die bijna onfeilbaar tot den goeden uit slag geleidde. Zijne volharding was onver moeibaar en zonder zich ooit te haasten nam hij op hunne vlucht alle gelegenheden waar, die van bij of van verre hem ter hulp komen mochten. Zijne hooge gestalte, zijne ernstige vormen, de krachtdadigheid zijner wezens trekken waar wel het levend beeld zijner karaktersterkte en van zijne geestesvastheid. 't Waseenegrondig eerlijkeenrechtveerdige, openhartige en rechtschapene ziel. Dat legt zijne aanhoudendheid uit in het volhouden zijner overtuigingen; hij was nochtans geens zins onovertuigbaar en was hij hardnekkig in den strijd, hij kon in ti.jds en gewillig toe geven, en die zaak, onder haren nieuwen vorm, wist hij met dezelfde krachtdadigheid te dienen, die hij gebruikt had om ze te be strijden, zoozeer was hij de slaaf en de vriend der waarheid. Voeg bij die aangeboren deugden een hoogenmaatschappelij ken stand, zijne familjebetrekkingen en gansch den in vloed, er voor hem uit voortvloeiende, die ai de voordeelen welke zich aan zijne schran derheid aanbieden, te nutte maken kan, en zal men zich verwonderen over den invloed, dien de Heer CARTON niet opgehouden heeft te oefenen binst eene lange loopbaan, waarvan den Laboremus n van Septimus Severus de onveranderlijke gedragslijn was Geboren te IJperen. den 16 September 1814,cleed de Heer CARTON zijne humanio ra studiën in het Stadskollegie van deze stad, welke studiën hij te Parijs in het Lyceum Louis-le-Grand voltrekken ging. 't Is ook in de groote stad dat hij zijne studiën in de rechten deed. Na er den graad van licentiaat bekomen te hebben, kwam hij naar België terug en bekwam er, voor den middenjury, den graad van dokter in de rechten- In die hoedanigheid was hij te Brussel werkzaam, als stagedoener bij Verbaeghen beginnende. In 1846 nam hij een werkzaam deel aan het liberaal Congres in hoedanigheid van Secre taris, waarna bij te IJperen de grondslagen kwam leggen van de liberale en grondwette lijke Associatie. In 1847 werd hij in zijne geboortestad tot Arrondisöements Commissa ris benoemd, bedieningen, die hij tot in 1870 waarnam. Iedereen weet met welke onder scheiding hij die bedieningen uitoefende, welke werkzucht hij er ontplooide en welk rechtmatig gezag hij er genoot. Er is geen een dorp, dat de sporen niet bewaard heeft van zijne onophoudende werking. Zijn invloed was overgroot en altijd bediende hij er zich van in een algemeen belang, wel te verstaan. Verplichtend en voorkomend, zijn grootste geluk bestond in zich nuttig te ma ken. In 1860 werd hij Ridder der Leopolds orde benoemd; In 1861, werd hij Ridder van 't Eere Legioen gemaakt ter gelegenheid van het onderscheiden deel, dat hij aan eene landbouw Tentoonstelling van Rijsel nam. Eindelijk noemde de Koning hem eenige ja- ren later, Officier zijner Orde. Door de ongestadigheden der politiek aan het burgerleven terug gegeven, hield hij geen oogenblik op zich gansch en geheel aan de stoffelijke en zedelijke welvaart van dat arrondissement te wijden, waarvan hij zoo lang het hoofd geweest was en waarvan hij, tot op het einde zijner dagen, de geëerde en beminde vader bleef. Zonder van de land bouw Associatie, die zijn werk was, en andere instellingen, welke ik niet te verhandelen heb, te spreken, het is aan de liberale Associatie dat wij liem vinden van af zijne wederkomst te IJperen, in 1847, tot aan zijnen dood.Opvolgem.lijk Sekretaris",Onder- Voorzitter en Voorzitter van dien grooten Kring, was hij er gestadig de ziel van. Onder zijn bestuur heeft de Associatie niet opge houden te bloeien en aan te groeien. Men kan verschillen over het slach van bestuur, dat men aan die instelling Hoeft te geven, (in welke kwestie zijn de menschen altijd eenstemmig?) men zou de talrijke diensten, die hij er bewezen heeft, en hoeveel moei lijkheden hij er door zijnen takt en zijne heldere menschenkennis vereffend heeft niet miskennen kunnen. Gelijk aan den landbou wer, die, zijnen ploeg door zijn veld gelei dende, er met trage en gemeten stappen, naar de noodwendigheden zijner teelt, de voor trekt, muntte hij uit in het geleiden met kalmte, zonder schok, zonder geweld van zijn politiek werktuig aan hem, in den weg op het einde van welken hij de zege ontwaarde. Practischman eerst en vooral, voorzich tig en welberaden verzette hij zich tegen elke slecht voorbereide nieuwigheid. Weinig ge negen tot vooringenomenheid, hoe grooten partijganger hij van den vooruitgang was, hij waagde zich niet gauw aan tuimelspron gen; hij aanzag als bovennatuurkundig alle ontwerp, dat geene rekening houdt van de omstandigheden en de plaatsen in alles zocht hij enkel de nuttige, mogelijke uitsla gen. Weinig scheelden hem de namen, waar mede men zich soms zoo gretig opsmukt voor hem, hij kende enkel den tastbaren vooruitgang en in die hoedanigheid mag men zeggen dat bij een waren progressist-realist was. Hij leerde dat men in politiek moet kunnen vergeten en bij bracht die wijze ge dragsregel mildelijk en edelmoedig in toe passing. Het was eene der oorzaken van zijnen bijval. Ik haast mij er bij te voegen dat, hoe meer hij in jaren vorderde, hoe meer men hem recht wedervaren liet en hij moest het gewaar worden, want het aanzien en de genegenheid, waarmede men hem om ringde, werden van iangs om uitgestrekter. Ook welk verlies Alles bevestigt het en de zoo talrijke stoet, die hem tot aan zijne laatste rustplaats uitgeleide doet, en don in druk van diepe treurnis, die hij na zich laat. De Heer CARTON is niet meer, 't is eene overgroote leemte! Allen verliezen er bij, de stad een groot burger, het arrondisse ment een verlichten beschermer, het land een verkleefden zoon, zijne familje een be mind opperhoofd, en wij allen een rechtzin- nigen en trouwen vriend. Dat hij ten minste niet heel en gansch wegsterve, dat zijn aan denken ons levendig bijblijve, en als wij waardig zijn zulk eenen leidsman en zulk eenen vriend te hebben gehad, dat hij ons tot voorbeeld strekke, en a!s wij hem niet even aren kunnen, printen wij zijne groote lessen, ten minste, diep in ons geheugen, 't Is de beste manier, die ons blijft om zijn dierbaar aandenken te vereeren. j> Vaarwel, mijn dierbare Voorzitter, vaar wel i> Lijkrede uitgesproken door den heer GRAUX Mijne Heeren, Er is geen edeler bestaan dan dat van den mensch, die, van af zijne jeugd tot zijn laatsten dag, zich heel eu gansch aan den dienst van zijn land toegewijd heeft. Eu was zijn werkingsveld beperkt, was hij niet door het lokaas der vermaardheid aangedreven, heeft hij geene andere prikkeling gekend dan deze van zijn burgergeweten, geene an dere belooning dan liet gevoel van bemind en geacht te zijn van hen, die, rond hem ge schaard, met hem den vooruitgang en dc vrijheid verdedigden, er is geen leven waar diger aan allen als voorbeeld gegeven te wor den; geen eene dood, die meer treurnis moet doen ontstaan. Zoo was, Mijne Heeren, de man, aan wiens aandenken wij hier eene laatste, eene plechtige, eene smartelijke hulde brengen. Zijne medeburgers, in wier midden hij geleefd heeft, die hem alle dage aan 't werk gezien hebben, kunnen zich allen zijne be langloosheid,zijne onvermoeibare volharding die noch de rust in de overwinning, noch de ontmoediging in den tegenspoed kende, herinneren. Zij kunnen zeggen dat niemand met meer wilskracht voor de liberale partij in dit arrondissement gestreden heeft dat hij er onophoudelijk de krachten van steunde en africhtte, en dat hij rond zich het ver trouwen wist te verspreiden, dat de geest drift en de opoffering inboezemt. Maar de blijk van dankbaarheid, die ik hier in naam der Liberale Federatie geef, is deze van de liberale denkwijze van gansch België, 't Is voor haar dat ik de graf stede groeten kom van hem die, gedurende veertig jaar, een barer dapperste strijders was. i) Hij trad jong in de politieke loopbaan. Hij miek deel van den Brusselschen advoka- tenstand, toen hij in 184G een der sekreta- rissen werd van het Congres, dat de schitte rende ontwaking van het liberalism open baarde. Commissaris van dit arrondissement van 1847 tot 1870, hij volbracht, gedurende 23 jaren, zijne bestuurders plichten met dat zeldzaam karakter, dat de rechtschapenheid van den beambte met de onafhankelijkheid van den burger vereenigen kan. Een dag kwam, op welken die onafhan* kelijkheid als ccn gevaar aanzien werd. Men tolde hem af; maar hij behoorde tot hen die door de afstelling in aanzien stijgen, en de eer, die hem in Juni 1871 op een feest dat niemand onder u zeker vergeten is, aange daan werd, was een der roemrijkste herin neringen zijns levens. Op dat feest, dat de bijzonderste burge meesters en een groot getal aanzienlijke burgers van bet arrondissement vereenigde, bracht men hulde aan zijne verhevene ge voelens, aan zijne onvermoeibare zelfopoffe ring. Twee groote belangen, zegde men, lagen n hem vooral aan het harthet openbaar onderwijs enden landbouw. Want hij wist dat het door het onderwijs is dat men dc zedelijkheid der volkeren verbetert, dat men ze bekwaam maakt om de vrijheid n zonder zwakheid en zonder buitensporig- lieid te beoefenen... Ook zijn zij talrijk de sclioone schoolgebouwen die hij helpen op- bouwen heeft, en de goede onderwijzers, wier benoeming hij aangeraden heeft. Maar in 1870, gelijk nu,haalden dezelfde diensten zich dezelfde wraaknemingen op den hals. In het gepriveerd leven tredende, zegde de afgestelde beamte aan zijne dankbare medeburgers, aan zijne vrienden, die hem omringden «Na aan uw hoofd gestaan te- hebben, keer ik in uwe rangen terug en altijd zal ik een der dapperste cn der verkleefdste soldaten zijn dezer groote gezindheid, die aan ons lief Vaderland een tijdperk van d 23 jaren vrijheid, welvaart en voorspoed verschaft heeft; van die gezindheid die den naam van Belg in de achting der volkeren doen stijgen heeft. Die belofte, Mijne Heeren, heeft hijdien wij komen te verliezen, getrouwiglijk nage leefd. Tot op zijn laatsten dag heeft hij van de zegepraal der liberale gedachten het groote doel zijns levens gemaakt. Bij het graf is het betamelijk dat de driften zich bedaren en het is hier niet dat men met hevigheid de politieke taal hoeft te spreken. Maar het is een plicht voor ons, die met hem gewrocht, gestreden hebben, in naam dezer groote gezindheid, waartan hij een der duchtigste, belahgloossto en standvastigste verdedigers was, de smart, welke zijn afster ven veroorzaakt heeft, uit to drukken en het diep gevoel dat wij een dezer mannen komen te verliezen, wier aandenken voortleven zal te midden lau ieders achting en van de erkentelijkheid van hen, die België en de vrijheid liefhebben. Lijkrede uitgesproken door den heer RUBBRECHT, Notaris te Proven Mijne Heeren, De natuur van den mensch is niets. Zijn verstand, zijne werken zijn alles. Die waar heid doe.t zich vooral gevoelen op het oogen blik dat wij ons voor altijd van hen scheiden, wier leven enkel een gestadig werk in het belang van hunne gelijken was. De menigte, hier uit al de hoekeu van het arrondissement toegestroomd, om een laatsten blijk hunner genegenheid te geven, om een uitersten vaarwel te zeggen aan den i eerlijken man, dien wij beweenea, toont ge- j noegzaam welke leemte de onverbiddelijke I dood onder ons komt te maken, welk over- j groot verlies, dat wij komen te ondergaan, i 't Is dat de Heer CARTON, inderdaad al de belangen van het arrondissement, al de »E TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 1