Gazette van 't arrondissement IJperen.
POLITIEKE BERICHTEN.
Nr 75
26° Jaar.
Zondag 5" Juni 1887.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Bareel: Blmndestraat, 18.
AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel.
RECLAHEK 95 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden.
ABONNEMENT
flr. 4-06 jaar* veer de stad; fr. 4-50 veer g efccrl Iclgle
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
10 eentlcmen bet nnmmer.
Men schrijft in op al de postbureelen.
Poperinshe, 6-50 9-09 10-00
3-00 4-00 6-42 9-05
IJZEREN-WEG. 1 Juni 1886.
Vertrekuren van IJperen naar
12-07
9-58.
Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-42.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58
10-10 11-16 2-41 2-53 5-20
8-58
Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16
2-53— 5-20 8-58.
Roeselare, 6-15 Zaterdag7-4510-45
12-20 4-10 6-42
Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 S-57
6-22.
Kortrijk, 5-30— 8-20 -9-58 11-16—2-41
5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 - 2-41
5-20.
Het fransch ministerie is definitief vastge
steld.
M. Rouvier, voorzitter, finatiën, post en
telegraaf: M. Fallière, binnenlandsche za
ken M. Flourens, buitenlandsche zaken
M. Spuller, openbaar onderwijs; M. Mazeau,
justitiën M. Féron, oorlog M. Barbey, zee
wezen M. Dautresne, openbare werken en
koophandelM. Barbé, landbouw.
De heer Fallières heeft reeds bezit geno
men van het departement van binnenland
sche zaken, en generaal Féron, van den
dienst van het departement van oorlog.
De ministers hebben het programma vast
gesteld, waarvan zij in het parlement lezing
zullen geven.
Parijs, 29 Mei.
Het ministerie, zegt Voltaire, dat nu aan
komt, is een ministerie van spaarzaamheid.
De République Frangaise zegt dat het
kabinet zich aanbiedt als een kabinet van re-
publiekeinsche concentratie.
Verscheidene dagbladen denken dat het
nieuw ministerie geen lang bestaan zal heb
ben.
v
Parijs, 31 Mei.
Generaal Boulanger heeft aan het leger
een dagorde gericht, waarin hij zegt, alvo
rens het algemeen bevelhebberschap van het
leger te verlaten, hij er aanhoudt al degenen
te bedanken die hem in zijne vaderlandslie
vende zending behulpzaam zijn geweest.
Men meld uit Berlijn aan het dagblad le
Soleil van Parijs
Prins An toon Van Arenberg is hier uit
Brussel toegekomen. De prins is gelast met
eene zending betrekkelijk opmerkingen door
de Duitsche regeering aan de Belgische ge
daan nopens den wanordelijken toestand
verwekt door de werkstakingen die zijne
plaatselijke beteekenis schijnt te verliezen
om een algemeen politiek karakter aan te
nemen.
De Duitsche regeering heeft het Belgische
ministerie uitgenoodigd een einde te stellen
aan den tegenwoordigen toestand door de
middelen te gebiuiken waarover het kan be
schikken.
Zij denkt dat den duur en de uitbreiding
van deze wanorderlijkheden erge gevaren
zouden kannen verwekken, die de tusschen-
komst van naburige staten zou uitlokken,
indien de Belgische regeering machteloos is
om de rust in hare provintiën te handhaven.
Prins Antoon van Aremberg heeft dus eéne
zeer kiesche zending te vervullen.
De prins werd in verhoor ontvangen door
den keizer met wien hij een langdurig on
derhoud heeft gehad.
P. S. De Agence Havas logenstraft de
tijding van de Soleil.
GEEN CENTIEM,
GEEN KANON MEER
Dat was de kreet, waarmede de kleri-
kalen het liberaal ministerie in 1884 om-
verre wierpen. Hebben zij woord gehou
den
Men kan niet loochenen dat de klerika-
len reeds, onder dat opzicht, het land ge
fopt hebben op eene manier, heel en
gansch zonder weerga in onze wetgeven
de geschiedenis. De bespreking, die men
over de Maassterkten ar.nvangen gaal, zal
ons nogeens te meer toonen, hoe die val-
sche belovers voor geene kleine belofte
verbreking achteruit deinzen.
Geen centiem, geen kanon meer
Dat beteekent, volgens de verklaring zel
ve van ons klerikaal, veel belovers mi
nisterie, dat de noodige gelden voor het
bouwen der sterkten in de Maasvallei tot
de geringe som van.... V1ER-EN-TWIN-
TIG MILJOENEN zullen beloopen.
Maarer zijn altijd maar's bij,
wannner het soldatenuitgaven geldt,
maar, tengevolge der wijzigingen door het
staatsbestuur aan het oorspronkelijk plan
gedaan, zal die uitgave moeten verhoogd
worden. Het is nogeens het ministerie
zelve die het aan de midden-afdeeling ver
klaard heeft. Dochfmet den besten wil der
wereld heeft het die verhooging nog niet
juist kunnen vaststellen. Het is, daaren
boven, zoo nuttig voor wat soldatenuit
gaven betreft, van de grepe een beetje
vrij te hebben, dat men waarlijk wreed
aard zou moeten zijn om aan te dringen
ten einde het beloop dier uilgavenverhoo-
ging juist te kennen.
Nemen wij dus dertig miljoen en
aat ons overtuigd zijn dat men er nog
1 ver re boven gaan zal.
Maar nog een maar het is nog
niet al. Sterkten bouwen, al heel wel,
maar er zijn dan matrialen noodig om die
te... meubeleeren. Hoeveel zal de meube-
leering of bewapening der sterkten wel
kosten
Vijf miljoen en half omtrent
't is nog eens het ministerie, die het
verklaart. En oprecht gesproken, 't is
voor nieten. Ook mag men overtuigd zijn
dat die omtrent van de vijf miljoen
en half nog tot een rond sommeken beloo
pen gaat.
VIJF-EN-DERTIG MILJ0ENTJES, ten
minste genomen, voor de Maassterkten
't Is een heel mooie stuiver.
Doch het Staatsbestuur en de meerder
heid hebben zich ten allen tijde te ronduit
partijgangers der soldatenuitgaven geloond
om niet te blozen bij die kleine uitgaven
Ook denken zij niet bij die vijf en der
tig miljoenen te blijven.
Boven de Maassterkten, moeten zij
noch de buitenste verdedigingslijn van
Antwerpen vollediger maken, 't Is te zeg
gen eenige schrikschansen en baterijen
bouwen en de sterkten van Schooten en
Perel voltrekken.
Daarbij moet men nog eene proefka-
zern bij elk eene der sterkten van Lier
enWaelhemaanleggen, 'tis altijd het mini
sterie, die zulks aan de middenafdeeling
der Kamer verklaart.
Wat de uitgaven dier kleine dingskens
betreft, zij kunnen niet juist bepaald
worden.
Het is ongetwijfeld de moeite niet weerd
er van te spreken.
Nog eene kleine uitgave van dat slach
zal voortvloeien uit de verbeteringen in
onze schutterij in te voeren. Het ministe
rie zegt niet lot hoeveel dat beloopen zal,
want wij zullen niet te lang hoeven te
wachten om het te weten. Het heeft, in
derdaad, de goedheid gehad de middenaf
deeling te verwittigen dat het, van af het
naaste jaar, de noodige gelden daar voor
aanvragen gaat.
Het is noglans nog niet heel en gansch
al. Er is nog een klein iets. O! bijna niets!
Alleenlijk datgene wat volstrekt noodig is
voor de verandering der wapens van ons
voetvolk.
Hoeveel?O! het is bijkans onbetame
lijk het te vragen. Maar, vermits men op
kleinigheden spreken wil, ELF MIL-
J0ENTJES en niet een cenliemken meer
Dertig miljoen voor de sterkten, vijf
miljoen voor hunne bewaping, elf mil
joen voor de bewapening onzes voetvolks
dat maakt zonder de vollediging der
verdedigingswerken van Antwerpen te re
kenen, noch de Jproefkazernen, noch de
verbetering onzer schutterij dat maakt,
zeggen wij, ZES EN VEERTIG MILJOEN.
Knorrepotten vinden dat het veel is en
staan verwonderd.
Waarlijk wij bewonderen ze Waarin
kan dal hem verwonderen
Wist hel land niet heel goed. waaraan
hel zich blootstelde met het Staatsbestuur
aan de klerikalen toe te vertrouwen. Heb
ben deze niet in alle tijden een zwak voor
de soldatenuitgaven gehad? Heeft men
ooit geweten dat een klerikaal de solda
tenuitgaven beknibbelde
Wat meer is, al de leden der rechter
zijde zouden ze ten allen tijde beknibbeld
hebben, nog zou men van den duivel moe
ten bezeten zijn om het hun le verwijten.
Zijn de Maassterkten, inderdaad, niet on
tegensprekelijk noodig
De geer Brialmont, de krijgsbouwkun-
dige, die gansch Europa ons benijdt, heeft
ze voor zulks verklaart. Is dat niet ge
noeg?....
Het is wel waar dat diezelfde heer
Brialmont, in 1872, die sterkten gevaar
lijk verklaarde, daar zij de verdeeling
onzer legermacht moesten na zich slepen.
Het is wel waar dat het gedacht van den
heer Brialmont, dat van 1872, door de
generaals Leclerc, Renard, Eenens en
Gratry gedeeld werd en dat het op heden
nog door verscheidene onzer voornaam
ste krijgskundigen, door generaal Chazalr
onder andere, gedeeld wordt.
Maar waarlijk moeste een groot
minister zich de moeite geven die kwes
ties zeiven le onderzoeken en te kiezen
lusschen die verschillige meeningen, hij
zou het te lastig hebben.
De heer Brialmont heeft gesproken en
de heer Beernaert heeft ja geknikt, 't Is
gemakkelijker en dan, dat laat aan de
klerikalen toe tot het einde toe hunne
belofte van geen centiem, geen kanon
meer\ na te leven en vol te houden... op
eene jcsuïetische wijze aan hunne partij
eigen.
De les mag aan liet land wel een vijf
tigtal miljoentjes kosten.
PROGRESSISTEN CONGRES.
Zondag en Maandag j.l. hielden de
progressisten hun congres te Brusse
De zaal van het Noorder Museum,
waar de afgevaardigden zich veree-
nigd hadden, was nagenoeg vol.
Ongeveer 600 afgevaardigden uit
bijna al de arrondissementen van 't
land bevonden zich daar. Om 10 1/2
ure werd de zitting geopend.
Aan het bureel zetelen de heeren
Paul Janson, voorzitter; K.Parmen-
tier en C. Devos, sekretarissen; Hou-
zeau, V. Lynen, Em. Feron, Ern.
Reisse, onder-voorzitters; H.Dumont
en P. Heuse, hulp-sekretarissen, en
het meeste deel der inrichtende leden.
Op voorstel des voorzitters nemen
nog aan het bureel plaats: De heeren
Delhasse, oud-inrichtend lid van 't
congres van 1846, en een oud-afge
vaardigde van hetzelfde congres; ook
nog de heeren leden der Kamers, die
afgevaardigden voor het congres zijn.
De openingsrede van den heer Jan
son was lang, doeltreffend en zeer
gepast voor het congres en voor
den toestand waarin ons land ver
keerd. Hij eindigt met al de leden tot
wederzijdsche toegevendheid en tot
eensgezindheid aan te sporen.
Vele goede sprekers treden op om
ten voordeele van het algemeen
stemrecht te pleiten en anderen om
de verschillige andere formulen te
verdedigen.
Vele schoone en groote waarheden
zijn daar geuit geweest en zullen
eenen diepen indruk in het iand te
weegbrengen. Gaarne zouden wij al
die schoone redevoeringen onzen le-
zeren mededeelen, maar de kleinheid
van ons formaat laat ons zulks niet
toe.
Op het einde der voormiddag zit
ting wordt de herziening der Grond--
DE TOEKOMST,
m