STADSNIEUWS. SE ZIJN MEERDERHEID Ooze persoonlijke opzoekingen, zegt het iSieuicsbladjelaten ons toe te beweeren, dat de lastenbeta- lende katholieken eene schoone meerderheid hebben op de lasten- x betulende liberalen.» Wij gelooven 'tgaarne iS ieuwsblad jemaar uwe persoonlijke opzoekin gen hebben u misschien het averecht- sche der waarheid vertelt, gelijk gij uwen lezeren zoo dikwijls appelen voor citroenen verkoopt. Inderdaad hoe kwam het dan dat in 1881 nog, toen de lasten betalende burgers alleen kiezers waren, dat de liberale lijst toch gekozen werd, ge lijk naar ouder gewoonte. Gij zult toch niet houden staan dat het de katholieken zijn, die in kiezingen te huis blijven en nog min dat het de katholieken waren die dan stemden voor de mannen door wier toedoen de Lamotjes om zekere, hoewel heel wettige, redens hadden moeten ver huizen. Hewel, Nieuicsbladje, dat is een Gordiaansche knoop, die door ons niet zal los gedaan worden Wij ver liezen er ons latijn bij. Zeg ons eens hoe gij er met uwe persoonlijke opzoekingen wijs uitge- worden zijt Dat zal ons genoegen doën. AFZETTING VAN EEN MAGISTRAAT. Te Brussel is M. Demaret, substituut van den prokureur-generaal, van zijne be diening, bij koninklijk besluit afgezet. Ziehier wat de Etoile over die zaak Za terdag schreef Donderdag 1.1. moest een soldaat der lanciers voor het militaire hof verschij nen, die in beroep was gegaan tegen een vonnis van den krijgsraad welke hem voor deserteeren had veroordeeld. Op het oogenblik dat de soldaat zich op de bank der beschuldigden neerzette, gaf hij eenen brief aan den voorzitter, die, na hem gelezen te hebben, hem over gaf aan den krijgsauditeur, die het uitstel len der zaak vroeg en bekwam. In dezen brief bekende de soldaat dat hij verscheidene jaren met zekeren per soon onnoembare betrekkingen had ge had en hij door dezen persoon tot deser teeren werd aangezet. De kameraden van den lancier hadden bemerkt dat hij altijd de zakken vol geld had het is een fraaie jongen die vreemd soortige manieren had. Enkele soldaten hadden hem zelfs op zeer duidelijke wij zen doen verstaan, dat men hem van ze kere zaken verdacht. Het ministerie vond een steunpilaar in de Heerenkamer, die de beslissing der kiesbare Kamer vernietigde en de uitgaven toeliet, welke de afgevaardigden geweigerd hadden. Deze kwamen daartegen op en verklaarden die stemming van de Heerenkamer onwettig. De zitting werd dan gesloten verklaard door een koninklijken omzendbrief van 14 Okto ber, in welken het Staatsbestuur verklaarde, dat het zich verplicht zag de begrooting uit te voeren buiteu de voorschriften der grond wet. Het was noch min, noch meer de weigering der afgevaardigden over 't hoofd zien. De strijd tusschen den troon en de wetge vende Kamer duurde zoo voort zouder dat de vijandelijkheden sterk uitkwamende afgevaardigden teekenden protest aan in naam der geschondene grondwet en het Staatsbestuur steunde zich op de leenroerige, gezindheid en vervolgde de vooruitstrevende dagbladen. Het jaar 1863 herstelde de eens gezindheid niet:" op 8" Februari sloot de Ko ning met Rusland een verdrag om de oproe ren in Polen te helpen onderdrukken en 6choud bijnaoogenblikkelijk de onzijdigheid. Bij de heropening der Kamers ontstond er een nieuwe twist tusschen den voorzitter der Volkskamer en de ministers, die weigerden liet voorzitterlijk gezag in de zittingen te erkennen. De Koning trok partij voor zijne ministers. In eenen brief van 2<> Mei, sprak bij eerst de sluitirs der zitting uit en dan om er ge daan mede te maken, de ontbinding der Kamer. Op 1" Juni schafte bij bij bevelbrief de vrijheid der drukpers af. Op de Congresvor'rate 11 iigdoor Frankrijk gedaan, antwoordde de Koning door te aan- Hij werd benauwd, ging den persoon, met wie hij betrekkingen had alles zeggen en hem zijne vrees dat alles zou uitkomen, mededeelen. Het was alsdan dat de persoon in kwes tie hem den raad gaf te vluchten en hem geld gaf om zijne vlucht te volbrengen. De persoon die de soldaal opgaf behoort tot de magistratuur en bekleedt er eene groote plaats. De beschuldiging was formeel. De briet werd aan het parket overge maakt en de advokaat generaal Van Mal- degem werd met het onderzoek gelast. Hij deed den soldaat in het gevang van St-Gilles, waar hij opgesloten was, een verhoor ondergaan dat drie uren duurde. Deze hield alles staan en gaf zelfs eene nauwkeurige beschrijving van hef huis van den magistraat,dien hij beschuldigde. De heer Demaret, die tot de klerikale partij behoort, heeft zijne benoeming van substituut van den prokureur-generaal te Brussel, te danken, aan hel tegenwoordig ministerie, ofschoon deze magistraat, die te Bergen verbleef van gecne goede faam genoot. Hij is gehuwd en vader van 5 kinderen 1 De verantwoordelijkheid valt op M. De Volder, die, om aan de klerikalen voldoe ning te geven,dien persoon benoemd heeft. De klerikale bladen zullen niet durven nalaten die afstelling te melden, maar zul len er niet durven bijvoegen dat die man tot hunne partij behoorde. De afgestelde magistraat, zegt men ons, is gevlucht. Hij zal door vriendekens ver wittigd zijn geworden. INTERNATIONALE PRIJSKAMP van WETENSCHAPPEN EN NIJVERHEID te Brussel 1888. Sinds het Staatsbestuur, Mijnheer de Graaf Adolphe du Caslel de la Howarde- rie tot bestuurder benoemd heeft der Bel gische afdeeling van den Grooten Interna tionale Prijskamp van Wetenschappen en Nijverheid, heeft het uitvoerend Comitelt zich werkzaam met de inrichting voor de vreemde landen kunnen bezig houden De officiëele uitnoodigingen zullen kor telings door het Staatsbestuur aan al de mogendheden gezonden worden. Voor elk land heeft hel uitvoerend Comiteit een aan zienlijke afgevaardigde benoemd, welke het bureel zal besturen, waar de brief wisseling met dat land zal geschieden. Al die bureelen zullen gerangschikt worden in de gebouwen welke door het Bestuur van den Grooten Prijskamp bezet zijn elk dezer afgevaardigden zal een zeker getal Vertegenwoordigers bij zich hebben wel- vaarden na eene voorloopige overeenkomst op 18" November. De nieuwe kiezingen kwamen nochtans, eens te meer, eene verpletterende meerder heid aan de liberale gezindheid te geven. De Deensche kwestie kwam ter goeder ure om aan het Pruisisch Staatsbestuur de gelegen heid te geven de parlementaire moeilijkhe den tijdelijk uit den weg te ruimen en het gezag van den troon veel te verhoogen door eene gemakkelijke zege in het buitenland: de oorlog werd in den koninklijken raad besloten. Zij was eerst op het punt tusschen de twee groote Duitsche mogendheden uit te breken. Willem weigerde naar het Congres der Duitsche vorsten, te Frankfort door den Keizer van Oostenrijk bijeengeroepen en voorgezeten, te gaan en de beslissingen dier vorstenvergadering aan te nemen. Maar eensklaps bedaarde dat groot on weder zich en de twee mededingende mogendheden ver- eenigden zich, in 1863 om ondereen de eeu wige kwestie der hertogdommen op te lossen of beter om gezamentlijk een zwak en schul deloos volk: de Denen, te verpletteren. Denemark overwonnen, er bleef eene ern stige zaak over: de verdeeling van het ge roofde. Deze werd geregeld door het verdrag van Gastein op 14 Oogst 1863. Maar Pruisen, dat de ellebogen gevoeld had van zijn eenigen en waren tegestrever, terwijl hij nevens hem ten strijde trok; Pruisen, dat de wezentlijke zwakheid van zulken tegenkamper had kun nen vaststellen, vond het gemakkelijk, een voudig en niet te versmaden alles voor zich zeiven te houden. Het bezette de hertogdom men en weigerde hardnekkiglijk er zich van te ontdoen. Het afgezantschap angstig en met vrees bevangen, kwam tusschen om ke rechtstreeks met de Nijveraars zullen bandelen. Het uitvoerend Comiteit doel de docu menten, betreffend den Grooten Internati onalen Prijskamp en de vereeniging der desideratasin de volgende talen over zetten Duilscli, Fransch, ltaliaansch, Engelsch, Spansch, Porlugeesch en Rus sisch. Reeds zijn de documenten verzonden van den Internationalen Prijskamp van kunstenaars en bouwkundigen voor de ge bouwen welke in den tuin der Tentoon stelling zullen opgericht worden. De gevraagde plannen voor teekeningen en voorbeelden van diplomas en medailles moeten voor den 15 September a. s. in gezonden worden en die van gebouwen voorden 9 Augustus 1887. Tot heden is het Frankrijk, Italië en Engeland welke de meeste ijver toonen om hunne deelnemingen te doen gewor den. Men kan van heden at verzekeren dat de afdeelingen dezer drie landen schit terend zullen zijn. Sinds men alhier de werken der groo te gebouwen, zoo dapper ziet vooruit gaan, op de plaats der Tentoonstelling van 1880, is de aandacht der nijveraars evenals van het volk, gedurig op den Grooten Prijskamp van 1888 gevestigd, want het land wilt van deze Prijskamp eene groote handel en nijverheids plech tigheid maken. IJperen, 23 Juli 1887. De droogte en Siel stadswatcr. Wij zijn zeer gelukkig onzen lezeren te kunnen verzekeren dat, niettegenstaande de groote en langdurige droogte, die wij beleven en die dreigt nog lang aan te houden, IJpe ren geen het minste gebrek aan water te vreezen heeft. De voorzorgen door het Stads bestuur genomen zullen het toelaten den dienst gedurig voort te zetten, zelfs dan, wanneer de regen nog verscheidene maanden wegblijven zou. En het publiek is niet min gelukkig te kunnen vaststellen, hoezeer het drinkbaar water in goede hoedanigheden toeneemt. Dat valt zeer te bejammeren voor onze klerikale bladjes! Zij zouden toch zoo geluk kig geweest zijn, hadde, tengevolge der hitte en der droogte, het water, slecht geworden zijnde, eene of andere, groote of kleine pest ziekte, vóór de kiezingen, in onze stad doen ontstaan. Welke steen om naar het hoofd onzer bestuurders te werpen Gemecute!)rlas(in{cn. Een koninklijk besluit machtigt het stads bestuur van Poperinghe eene belasting op de i voorlanden (trottoirs) te leggen. J eenen onvermijdelijken oorlog af te weren. Een ontwerp van Congres werd voorbereid, maar bijna seffens verlaten. De vijandelijkheden begonnen in Juni 1866. Men weet met welken schrikbarenden spoed zij geleid werden. In een enkelen veld slag dien van Sadowa op 3n Juli 1866, ver loor Oostenrijk zijnen stand in Duitschland en die slag waaronder hst nog immer gebukt gaat, heeft zijne eenheid bepaald verbroken, en bereidt zijnen ondergang nog in een tijdstip dat misschien niet verre meer af is. Het verdrag van Nikolsburg en dat van Praag, die op die vreeselijke nederlaag volg den, sloten Oostenrijk voor altijd uit het Germaansch Verbond. Dat van Berlijn schiep onder den naam van Noord-Duitschland, een wezentlijk Pruisisch keizerrijk, waarvan acht Staten, die tot alsdan op zichzelven bestaan haftden, deelmaakten. De aanhechtingen volgden weldra: Hanno ver, Keur-Hessen, het hertogdom Nassau, de vrije stad Francfort voegden zich bij de erf- staten van Koning Willem, die toen ruim 23 miljoen en half onderdanen telde, in plaats van zoo wat 19 miljoen. En dan, om dien toestand, dank aan zooveel geweldenarijen tot stand gekomen, in regel te brengen, deed de Koning, die de Kamer vóór den oorlog uiteengezondenhad, deze weder bijeenroepen met tot nieuwe kiezingen te doen overgaan. Gelijk hij het voorzien had, zond het land, door zooveel overwinningen bedwelmd, eene gouvernements meerderheid ter Kamer, die zich haastte een schadeloosstel lings wetsont werp voor al de onwettige daden, door het bewind sedert vier jaren bedreven, te stem men. Van af dat tijdstip kon Koning Willem, die zich zoo arglistig aan alle nazicht van wege 's lands afgevaardigden had weten te Samenspraak. Pies. Ehwel, Jan, wat nieuws in IJper? Jan. Ach. Ik kom daar iets te verne men waar ik geen geloof aan hechten kan. Men zegt dat er eenen zeer godvruchtigen koster van IJperen zou broederkenszonde bedreven hebben. Pier. Wat gij zeggen durft? Dat is iets dat weeral uitgevonden wordt door die ver- vloeksche geuzen. Ik geloof er niets van. Jan. 't Is mogelijk, ik zal ook niet zeggen dat het waar is. Tier. Zulk een verstandig en godvruch tig man! Maar dat kan geen waar zijn, want als men hem ziet gelijk op welke plaats, zelfs op de straat, zou hij met gevouwen handen en biddende gaan, juist gelijk iemand die van de communiebank komt. Wel neen, Jan, waar is het niet, maar ziet ge, wij naderen de kiezingen en de liberalen moeten toch iets hebben om op onzen nek te leggen. Jan. Me dunkt dat de katholieken ook al iets uitvinden durven, want zij steken uit dat wij maar twee uren per dag water meer zullen hebben; nochtans lees ik in den Pro- grès van Woensdag dat het liberaal bestuur van IJperen maatregelen genomen heeft, op dat wij altijd zouden water hebben, zelfs dan, wanneer 't nog verscheidene maanden droog weder blijft. Pier. Ja, Jan, dat heb ik ook gehoord in St-Laurents, maar dat is nog zoo erg niet als 't gene de liberalen uitsteken van onzen zeer godvruchtigen Koster; men zegt toch luidop dat deze besmet is van hroêrtjeszonde, dat hij liefhebber is van knechtejongens. Jan. Jamaar, Pier, een mensch kan falen; de Koster deed dit niet, zegt men, in 't openbaar; en men voegt er bij dat men nog zulke personaadjes eertijds bevonden heeft, bezig met hunne vuile driften uit te voeren, 't zij in zekere kappel, 't zij in de Sakristiën; men houdt zelfs staan dat dit maar al te waar is. Pier. Zulke dingen gebeuren ook bij de liberalen. Jan. Ik zeg niet contrarie, maar toch zooveel niet en ik meen dat het veel grooter kwaad is en min te verschoonen voor iemand die een fonctie bekleed in eene kerk en allerlei gewijde dingen verhandelen moet, dan voor een slechterik van een liberaal. Daarbij als zulks waar is, het gerecht zal zich wel de zaak aantrekken en den heiligen Koster loon naar werken geven. Pier. 't Is waar ook, we zullen allichte t' fijne van de zaak weten. Tot later Jan. Jan. Tot wederziens, Pier. Mnntechnppij dep Burgerwacht van f peren. Schieting van Maandag 18 Juli 1887. Ligy Albert 4 4 4 5 1 18 Boedt Leon 4 5 3 5 i 18 Swekels Leon 3 5 5 0 3 16 Vermeulen Henri 3 0 5 3 4- 15 Gelders Constant 3 4 0 3 4 14 Froidure Robert 4 3 2 3 2 14 Poot Arthur 2 2 4 0 5 13 Vanryckelen Gustave 3 0 1 5 4 13 Fraipont Maurice 4 3 0 0 5 12 Vannieuwenhuyse Cyrille 0 0 5 5 2 12 Lesaffre Auguste 1 1 5 4 1 12 onttrekken, zonder de minste hindernis of tegenkanting te ontmoeten, zijn wapenings stelsel voortzetten, zich op alle wederwaar digheden voorbereiden en zich in staat stellen om met kans den strijd tegen Frankrijk aan te gaan. Hoewel schijnbaar zeer bevriend, werden de betrekkingen tusschen de ministeriën van Berlijn en Parijs van toen af in de wèzent- liikheid meer en meer gespannen en voor allen klaarzienden geest was het onvermijde lijk dat er vroeg of laat eene oneenigheid losbrak. Wel had Napoleon III onbekom merd de verplettering van Oostenrijk zien ge beuren, maar 't was dank aan den behendi- g_en minister van Koning Willem, die Frank rijk de mogelijkheid had voorgespiegeld die daadzaken te baat te nemen om zijn grond gebied langs Belgie en Holland uit te brei den. Napoleon moest nochtans niet lang wachten vooraleer gewaar te worden dat men hem voor den gaai gehouden had .Inder- daad, nauwelijks had hij zijne begeerte doen kennen van Luxemburg aan Frankrijk te hechten of Duitschland kwam daar kracht dadig tegen op. De oorlog w^s op het punt om los te bersten; doch daar geen een der twee machtige tegenstrevers zich voldoende bereid gevoelde, werden de Staatsafgezanten met de vereffening van het geschil belast en Luxemburg werd als onzijdig grondgebied erkend door liet verdrag van Londen in 1867, Binst dat de man van den 3n December in zijneonverschillige en schuldige slaperigheid herviel, haastten Koning Willem en zijn minister zich de Staten van Noord-Duitsch- land ondereen te verhinden, er een vast en stevig geheel van te maken en er het hooge militaire en diplomatische gezag over te voeren. [Wordt voortgezet.) - GHOOTE

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2