BRIEFWISSELINGEN. STADSNIEUWS. DE SCHOOLSTRIJD VOOR DE RECHTBANKEN. Sedert het ontslaan van den school strijd, hebben wij dagelijks de wetten met de voeten zien treden, door een aan tal ambtenaren en overheden, die voor plicht hebben ze te doen eerbieden. Het is aan velen gelukt aan de toepas sing van het slraiwetboek te ontsnappen, daar de mazen der wet, hoe dicht ook, nog te breed waren voor mannen die opgeleid zijn door doortrapte, leeraars ge lijk de Jezuielen. Andere zijn min gelukkig geweest en zoo komen nog onlangs Jozef D. burge meester van Samart (provincie Namen), en Antoine M. gemeente-secretaris in het zelfde dorp, ieder lot drie jaren gevang- zitting verwezen te worden door hel hof an beroep van Luik. in hunnen ijver om de belangen der Kerk en der klerikale scholen te beharti gen, hadden zij niets beter gevonden dan in 1885, nadat de begrooling der gemeen te reeds was gestemd en vastgesteld, er verscheidene toelagen bij te voegen ten voordeele der onderwijzeressen van de klerikale school. Zoo bedreven zij eene valschheid in openbare geschriften. Wie zal ons zeggen hoe vele dergelijke valschheden niet zijn bedreven geworden, die ongelukkiglijk straffeloos zullen blij ven, daar de getuigen ervan den mond niet durven openen uit vrees aan den haat en de wraak der priesters bloot le slaan. In de beruchte zaak der branden van St- Denys hebben wij staaltjes gekregen van die vrceze, die in onze dorpen heerscht voor de wraaknemingen der kerkuilen. De .strenge en zware straf uitgesproken tegen den burgemeester en den gemeente secretaris van Samart, zal aan meer dan een ambtenaar den lust afnemen om hun voörbeëld te volgen. EEN KREET BES HARTEN- In den provincieraad van Antwerpen werd door een der klerikale leden er zitten daar geene andere meer, voor het oogenblik een mondsvol gesproken, die niet mag verloren gaan. 't Was een echte kreet des harten De heeren Segers en Lefebvre hadden weer verhooging van toelagen gevraagd voor de klerikale scholen, dien afgrond zonder bodem, die nooit genoeg geld krijgt. Een lid der Bestendige deputatie, be streed die vraag, waarop M. de Zerezo uitriep: Onder voorwendsel van eerbied voor de vrijheid en voor hel zelfbestaan der gemeenten, hebben de katholieken de (libe- tot zijne soldaten gericht, wenschte hij deze geluk met de ongehoorde overwinningen, die zij behaald hadden en, volgens zijne gewoon te, hij bedankte de Voorzienigheid over hare zienlijke medehulp. Terzelfdertiid schiep hij gansch opzettelijk de waardigheid van véld- marschalk voor zijnen zoon Frederik-Willem en voor zijnen neef Frederi'k-Karel, die, zegde hij, zich als twee groote oorlogsman nen gedragen hadden. Intusschen ging de heer Thiers, na Londen, Weenen, St-Petersburg en Florence bezocht te hebben om de genegenheid der groote Europeesche Staten voor Frankrijk in te winnen, naar Versaljen, het algemeen kwar tier van den Koning van Pruisen, om nieuwe vredesvoorstellen te doen. Hét oogenblik was slecht gekozen om reehtveerdige en billijke voorwaarden te be komen, en de volksopstand van 31 Oktober, die zoo rampspoedig te Parijs uitbrak, kwam de eiscken van den overwinnaar nog vergroo- ten. Nogeens werden de onderhandelingen opgeschorst en het bestuur der Nationale Verdediging besloot tot den geweldigen oor log. De belegering van Parijs duurde voort, maar men liet von Moltke zijne kundige, om zoo te zeggen, wiskundige krijgsbewegingen volvoeren, die bestemd waren om de jonge Fransche krijgsmachten, die Gambetta in de provinciën bijeengeraapt had, te verpletteren. De Koning van Pruisen wachtte zich wel binst al dien tijd zijne ontwerpen van overheer- sching op gansch Duicschland te verwaar- loozen. In de troonrede, die hij aan de Duitsche Kamer stuurdeter gelegenheid der openings zitting van 24 November 1870, spreekt hij over zijne overwinningen, over de noodzake lijkheid vawFrankrijk te vermorzelen, opdat het later den oorlog niet meer herbeginnen rale) schoolwet van 1879 overdreven te gengewerkt, en die legen werking is ramp vol voor het groot openbaar nationaal belang van het onderwijs, alen laat de ge meenten over aan hunne eigene krachten en de uitslag daarvan zal noodlottig zijn. En M. Brassine voegde er bij, dat het onderwijs het hoogste belang was, wat M. Reypens der deputatie, geheel er kende. Wij teekenen volgaarne deze bekentenis sen, komende uit klerikale monden, aan. Zij belijden, dat de oorlog der klerika- len tegen de wet van 1879 noodlottig is voor de gemeenten en rampvol voor het onderwijs, die zaak van nationaal en opperste belang. 't ls de bevestiging van wat wij sedert 1884 en vroeger niet opgehouden hebben te schrijven. Wat zal 't ISieuwshladje daarvan zeg gen? DE WET TEGEN DE HERBERGIERS. Wij denken dat het zoo diep gevallen ministerie zich vergist beeft bij het voor stellen van het wetsontwerp tegen de dronkaards, en het moet zijn wet te gen de herbergiers. Inderdaad, de wel is veel strenger voor de herbergiers dan voor de dronkaards. De herbergiers zijn verantwoordelijk voor alles wat in hun huis voorvalt, en men kan zelfs hunne herberg voor twee jaren sluiten. Een baas, uit eene voorname herberg, zegde Wij die de meeste belastingen betalen en verschillige patenten moeten nemen, worden nu, om zoo te zeggen, ge lijk gesteld met de houders der slechte huizen. 't Is proper, heeren klerikalen. KIESKRONIJK- In October aanstaande is het in al de steden en dorpen van gansch het land kiezing voor de hernieuwing der helft van den Gemeenteraad. Nevens deze gewone kiezing zal er te Brugge met October tezelfdertijd eene bui tengewone kiezing zijn voor 't vervangen der leden wier lastgeving maar in October 1890 moest eindigen, maar die gestorven zijn en bijgevolg eenige andere plaatsen hebben opengelaten. Het zijn MM. Standaart, Marlier en De monie. Te zamen met deze der twaalf uitreden de leden zullen er dus met October vijf tien zetels in het stadhuis beschikbaar zijn. Indien de liberale partij den strijd aan gaat met eene volle lijst, zijn het vijftien namen welke zij moet vooruitbrengen. Eene voorloopige lijst is reeds opge- kunne; hij handelt over die edele en onge lukkige natie aan wie het Staatsbestuur niet toelaat haren wil te doen kennen bij middel van eene vertegenwoordiging met hare volmacht bekleed; hij eindigt met zijne plannen nopens de inwendige inrichting van Duitschland en de opslokking der ongeluk kige broeders van 't Zuiden, die men kost wat kost aan de Fransche drukking onttrek ken moet. Baden en Hessen hebben reeds toegestemd en de redevoering drukt de hoop uit dat Beieren en Wurtemberg in 't korte ook toestemmen zullen om zich in den ijzeren keten te laten knellen, dien de Pruisische Staatkunde voor hen gesmeed heeft. Die vooruitzichten zouden, inderdaad, niet lang wachten zich te verwezentlijken; en, dank aan de behendige Staatkunde van von Bismarck, Zuid-Duitschland verloor, eenige maanden later, zijne vrijheid, zijn zelfbestaan en zijne onafhankelijkheid. Om aan de gevoelens van den meester met zijn ijzeren wilskracht gevolg te geven en hem aangenaam te zijn, bekrachtigde de groote meerderheid de eenzelvigheid van Duitsch land en noodigde de Koning uit om in zijnen persoon de keizerlijke waardigheid der oude Germanen te hei-stellen. Een gezantschap van den Rijksdag, naar Vsrsaljen gezonden, bood Willem op 17 December een verzoek schriftvan de Kamer aan, die hem smeekte van het werk der eenzei fmaking wel te wil len bekrachtigen door de keizerlijke kroon te aanvaarden! De Koning bedankte het gezantschap, maar verschoof' zijne aanvaar ding tot later: :t Is maar, zegde hij, na den eenparigen wensch der Duitsche prinsen, der- vrije steden en van het gansche Duitsche volk gehoord te hebben, dat ik den roep der Voorzienigheid herkennen zal en in de zege ning des hemels vertrouwen hebben kan. (Wordt voortgezet.) maakt, verzekert men ons, en waarvan de namen reeds genoemd worden. Uit het bovenstaande ziet men dat de liberalen als zij in de kiezing kunnen win nen,in eens meester van het Stadhuis zijn. Dus aan 't werk Bruggelingen gij hebt de kans schoon. IJperen, 30 Juli 1887. Examen. Wij vernemen met genoegen dat de heer K. Debersaques, student aan de Hoogeschool van Gent, oud-leerling van ons Stadskollegie, met geoote ondebscheiding zijn exaam van eerste doktoraat in genees-, heel- en vroedkunde komt af te leggen. De heer Alfred Vandelanoitte, student aan de Hoogeschool van Gent, oud-leerling van ons Stadskollegie, komt op eene voldoende wijze zijn eerste exaam in de geneeskunst af te leggen. Wij vernemen met genoegen dat de heer August Colion, student aan de Hoogeschool van Luik, oud-leerling van ons Stadskollegie, tweede exaam van kandidaat in natuurwe tenschappen, voor den jury der Hoogeschool van Luik, komt af te leggen. Onze beste gelukwenschen aan onze drie jeugdige medeburgers. Aan de inwoner» van de Kaai. Den twintigsten dezer is te Nieupoort aan gekomen voor IJperen, de Jonge August schipper Depaepe, met graan geladen. De onderbreking der scheepvaart op den vaart van IJperen eindigde den 22" dezer en de vaart moest heropend worden 's. ander daags. Maar de brave schippers, die dat ge loofden, vinden zich wel teleurgesteld. Vroeger was het zoo, maar eilaas nu niet meer. De hoogere overheid onze meesters hebben besloten dat onze vaart geene vaart voor scheepvaart meer is, maar enkel een gracht voor het lossen der binnenivaters! Vroeger na eene vaartsluiting stak men zoo gauw mogelijk het noodige water uit de Schelde of de Leie; nu moet de vaart vol regenen. En God weet, in dit saisoen van droogte, wanneer zulks zal zijn. Intusschen blijven de arme marktschippers en andere te Nieupoort steken. Er zijn nu nog al veel schepen verwacht. Onze Kaai is steen dood. De herbergiers, bakkers, winke liers en werklieden lijden bitter en onzen grooten handel gaat te niet. Onze vaart is aanzien als een gracht om de binnenwaters te lossen. En geheel de wereld vergaat van droogte terwijl men onze werklieden en stieldoeners doet vergaan van werkgebrek en slechten verkoop, 't Is klaar, men doet al wat men kan om de IJper- lingen ten onderen te brengen. Wat geeft werkgebrek, slechten verkoop, de volledige ruïne van het Kaaievolk voor onze provinciale raadsleden, voor onze re presentanten, voor onzen senateur Als de pastoorswinkel maar wel draait, ze vagen wel hunne botten aan de reste. Over driejaren waren de sasrechten van het Boesinghe-sas afgeschaft, maar men doet die nog maar altijd voort betalen, juist als of er nooit geene kwestie van afschaffing zoude geweest zijn. Welke spotternij. In afwachting, werklieden van IJperen en van de Kaai, als het werk u ontbreekt en dat gij honger hebt, sluit uwe rieme. De papen gaan voor u bidden. Ucete zomer». Woensdag en gisteren hebben wij wat re gen gehad;maar heden is het weder op nieuw versterkt en de lucht drukkend. De weêrgesteldheid is min of meer veran derd, maar blijft beet en er is geen voldoende regen ie bekomen. Het schijnt echter dat er voortijds ook beete zomers geweest zijn, wij laten bier eenige aanteekeningen volgen. In 1715 was de warmte zoo groot in ver scheidene Fransche departementen, dat zij gelijk stond met die der ovens der glasbla zerijen. Men deed het vleesch door de zon bra en. Van 's middags tot 4 ure was er niemand die buiten dierf komen. In 1718 werden vele gestichten gesloten. Gedurende zes maanden viel er geen enkel druppel water. In 1735 teekende de thermometer 48 gra den. In 1779 was te Boulogne de hitte zoo ver slikkend dat een groot aantal personen op de straten dood vielen. In 1799 was het in de maand Juni onuit staanbaar de vruchten verdroogden op stam, in de huizen berstten het boutwerk en de meubelen van uur tot uur. In 1811 verdroogden verscheidene rivie ren. Men verkocht het water. In 1822 groote warmte, vergezeld van onweders en aardbevingen. De droogte deed een overgroot getal muizen uit den grond komen in Lotharingen en Elzas. Op een tijd verloop van 15 dagen vernietigde men er te Saverne meer dan 2 millioen. In 1832 verwekte de hitte de cholera in Frankrijk. Te Parijs vielen bijna twintig dui zend slachtoffers. In 1846 teekende de thermometer 52 gra den in de zon. Eindigen wij met de hitte aan te stippen van de jaren 1859, I860, 1869, 1870, 1874, die alhoewel heet, geene algemeene ongeluk ken hebben voortgebracht. 't Draagt vruchten. Het broertjes onderwijs, volgens zekere geruchten, begint in onze stad volop zijne vruchten af te werpen. Sinds een paar weken is er hier veel ge sproken over zekeren kerkrat, die op eene heel aardige wijze de keersen aanstak. Dat alles blijft natuurlijk in het donkerste donker weggestoken. Ook zijn het wij niet, die het floers van dien hutsepot oplichten zullen; wij laten dat aan de zorg van het gerecht over. Doch dat is het eenigste schandaal niet, zoo er wezentlijk schandalen bestaan. Verledene week, zegt men, heeft een kle rikale rneester-schoenmaker onzer stad zijne twee werklieden in zijne werkplaats betrapt bezig met.... broêrtjeszonde te bedrijven. Hij heeft ze seffens alle twee de deur gewezen en hij heeft ten minste gelijk gehad. Indien wij de geruchten gelooven moeten zijn het twee kerkratten uit dezelfde kerk, waar de eerste betichte ook zijn stielke uit oefent. Wij hopen dat er veel onwaarheid in al die loopende geruchten steekt of anders moe ten wij uitroepen: Wat vuile, smerige boel is dat BURGERSTAND VAN DEN 22 TOT DEN 29 JüU 1887. Geboorten: Mannelijk geslacht, 2; Vrouwelijk id. 6. Sterfgevallen Hoornaert, Joanna, zonder beroep, 56 ia- ren, echtgenote van Karei Lapeere, Drink plaatsstraat. Staessen, Jules, scholier 15 jaren, Meenenstraat. Vandermeersch! Stephania, zonder beroep, 75 jaren, wedu we van Petrus Vuylsteke, Hondstraat. Liefooghe, Catharina, zonder beroep, 79 ja ren, echtgenote van Jacobus De Grave, Bol- lingstraat. Carpentier, Jacobus, eere-vre- derechter, 76 jaren, weduwaar van Henrietta Vanden Bogaerde, Recollettenstraat. POPERINGHE. Een looord aan het Journal d'Ybbes. De poperingsche Van Coppernolle, waar van de keurige schrijver van het Journal cl Ypres,op zoo een minachtige wijze spreekt, is verre van de inzichten te hebben welke men hem leent. Het is in zijn voornemen niet te beknibbelen of goed te keuren wat men te IJperen doet. Hij veroorloofd zich enkeliik aan het stadsbestuur van Poperinghe dezelfde beschuldigingen toe te sturen welke het Journal aan het IJpersch bestuur doet en het is zeer te verwonderen dat te IJperen de katholieken het bestuur beknibbelen voor de zelfde zaak welke te Poperinghe geene de mmste opspraak baart onder hunne politieke vrienden! Het is in de hoop dat het katholiek Journal d" Ypres, hem zou ondersteund hebben m het bestrijden der verkwistende uitgaven weke men alhier op zulk eene zotte wijze doet, dat hij zich veroorbofd heeft over zijne artikels te schrijven Maar eilaas, hefgeen waar om zes-uen is te Tjnf.rpn schijnt veel beter te Pn peringhe verzwt Ongelukkige Poperinghenaars, ziel tot icaar gij gebracht zijl Be stilstand aller koophandelszaken, als ook de lijdende staat waarin de landbouw Q>----- MET DE GKOOTSTE ONDEBSCHEIDING het o—

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2