Gazelle van 'I arrondissement IJ peren.
POLITIEKE BERICHTEN.
STADSNIEUWS.
88.
26e Jaar.
bondag 4n September 1887.
Politiek. Stads-, ilunst- en Letternieuws. Yerschiiilge Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Bureel: Oixmadestraat, 18.
AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel.
RECLAMEK IS centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden.
ABONNEMENT
Cr. 4-00 Jaara vaor de atad; fr. 4-50 voor geheel Belgle.
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
10 centiemen bet auinraer.
Men schrijft in op al de postbureelen.
De keizer van Duitschland en prins von
Bismarck doen al wat mogelijk is om den
keizer van Rusland te doen besluiten
vriendschapsbetrekkingen met Duitsch
land aan te knoopen.
Prins von Bismarck wanhoopt niet kei
zer Alexander te doen besluiten tot een
onderhoud met keizer Wilhelm maar in
de politieke kringen hecht men geen ge
loof aan de mogelijkheid eener toenade
ring.
Mobilisatie is het groote woord van
den dag in Frankrijk En dit ofschoon de
aardigheid er eigenlijk af is, sedert door
de onbescheidenheid van een paar amb
tenaren aan het ministerie van oorlog het
geheele mobilisatie plan vóór zijn tijd in
den Figaro werd openbaar gemaakt.
Sommigen hadden gemeend, dat de mi
nister van oorlog na deze onbescheiden
heid een ander dan het 17e legerskorps
zou aanwijzen, maar generaal Ferron
heeft blijkbaar den boel niet in de war
willen sturen en blijft hij het eerste plan;
alleen schenkt hij zich deze voldoening
dat hij persoonlijk het onderzoek naar de
verraders leidt.
Dinsdag is het bevel tot het mobiliseeren
der actieve troepen van het 47" legerkorps
gegeven. Woensdag was het de eerste dag
der mobilisatie, die tot 14 September zal
duren.
Te Toulouse en in den omtrek beerscht
groote opgewondenheid de bevolking
weet niet recht wat met haar gebeuren zal;
onder de verbazing en nieuwsgierigheid
mengt zich angst en kommer, want er is
menige eenvoudige ziel onder het groote
publiek, welke in de mobilisatie geen ge
wone militaire oefening maar de voorbode
van een oorlog ziet.
TE EERLIJK!
Het .Journal d'Vpres van over acht
dagen doorsnuffelde eene programma
der prijsileeling van het stadskollegie
en de middelbare school en, na al de
jrijsbehalende leerlingen opgeteld te
lebben, het vond dat er maar 148
eerlingen in het stadskollegie en in
de middelbare school te zamen waren
Dat was te vergeven. Het Journal
dacht dat het in de officiëele scholen
gaat gelijk in de zijne; dat alle leer
lingen er een prijsje krijgen om de
ouders niet ontevreden te maken.
"Welnu het Journal moest de waar
heid aan zijne lezers zelf bekend ma
ken. De heer Studieprefekt zond hem
die terechtwijzing en zegde er in dat
het enkel de beste leerlingen zijn die
in de officiëele scholen prijs hebben;
dus enkel het kleinste getal. Hij
voegde er zelfs bij dat de middelbare
sektie alleen niet 42 maar wel 147
leerlingen telde.
Natuurlijk viel de gansche bereke
ning van 't Journal daarmede in dui-
gen°en het was bewezen dat het blad
gelogen had misschien ter goeder-
trouw, waarschijnlijker wetens en
willens als naar ouder gewoonte.
Wij weten zulks niet.
Maar een ander bladje, dat ook
van zijn eerste leugentje precies niet
gestorven en is, en dat eens schreef
dat wij oneerlijk waren, het Nieuws
blad om kort te maken, herhaalt in
zijn laatste nummer al die grove leu
gens door 't Journal uitgebraakt.
Zijne eerlijkheid gaat toch een
beetje te verre.
Waarlijk men moet schaamteloos
zijn om zulke feiten te durven be
gaan, na de klinkende terechtwij
zingen, die aan het Journal ingezon
den werden en men moet een klein
gedacht van zijne lezers hebben om
te kunnen denken dat zij dom genoeg
zijn zullen om zulken laster nog voor
klinkende munte aan te nemen,
wanneer iedereen de handelwijze
van 't Journal besproken en gelaakt
heeft.
Waarlijk, Nieuwsblad]e, wij be
wonderen uwe eerlijkheid en
wenschen er u proficiat mede.
Gij moogt ze voor ualleene hebben.
Pouah
'T IS WELSPREKEND.
Het Nieuwsbladje, dat met zijne
hoofdmannen al het mogelijke ge
daan heeft om ons festival te doen
mislukken en het volk uit de stad te
houden, heeft zijne rol tot het einde
uitgespeeld.
Zondag laatst was er te Kortrijk
een geschiedkundige stoet en om die
reden vertrok er een bijzondere trein
uit IJperen naar Kortrijk om 1 ure
's namiddags. Een trein, dus, die het
volk van IJperen moest wegvoeren.
Hewel het Nieuwsblad je, dat de
IJpersche neringdoenders in zijn har
te draagt, kondigt dien bijzonderen
trein voor Kortrijk aan; maar van de
bijzondere treinen, die IJperen bin-
nenstoomden ter gelegenheid van 't
festival en die dus volk stedewaarts
brachten, daarvan sprak het Nieuws
blad je geen woord.
Natuurlijk, 't badde liever dat zijne
lezers naar Kortrijk gingen dan dat
zij naar IJperen kwamen.
IJpersche neringdoenders is dat
welsprekend genoeg
Niet waar, het Nieuwsblad je en
zijne leaders zijn u genegen en zij
zorgen voor uwe belangen? Jaop
eene averechtsche perse!
LEEST DIT, LANDBOUWERS
In deze maand is overgegaan geworden
tot de openbare aanbesteding in het bureel
der lntendeneie, Sanderusstraat, 102, te
Antwerpen, voor de levering van twee
honderd duizend kilos tarwe van Cali-
fornie.
Dat is voor rekening van het ministerie
van oorlog.
Landbouwers, ge ziet dat onze minis
ters nog voortdurig denken dat inlandsche
tarwe niet deugt voor soldatenbrood te
bakken.
Dit zegde, verleden jaar, de klerikale
minister Thonissen in volle Kamer.
Zoo bloedig gehoond worden in zijn
eigen land, dat gaat te verre.
Is het zoo dal onze klerikale meesters
den landbouw beschermen.
Handen uil de mouwen, landbouwers,
toont wie gij zijt. De smaad u aangedaan
kan noch mag langer uw voorhoofd belas
ten. Toont dat gij mannen zijt, en spuwt
den lasteraar in 't aangezicht. (Dixm.)
DE HEDENDAAGSGHE
INKWISITEURS.
Den 22 der maand Augusti, had er in
eene provinciestad eene zitting plaats; die
veel geleek ®p eene zitting der middeleeu
wen, welke men deri inkwisitieraad noemde
en zulke bloedige herinneringen heeft nage
laten.
Verbeeld u eene groote zaal, in het midden
eene tafel, met een groen tapijt overdekt,
waarop boeken en een grooten stapel met
dossiers liggen. Aan de tafel zitten drie per
sonen, in 't zwart gekleed.
De voorzitter is een mager man, zonder
baard, bleek van wezen. Hij heeft, dunne lip
pen, zijn glimlach is valsch, in een woord,
zijn geheel duidt aan dat men het hier met
een fijnen jesuiei te doen heeft.
Het zijri drie personaadjes, die door het
gouvernement gelast zijn, de onderwijzers
en onderwijzeressen te ondervragen, die op
wachtgeld zijn gesteld, om te zien of het niet
mogelijk is, hun armzalig wachtgeld wat te
besnoeien of geheel af te nemen.
Een onderwijzer wordt binnen geleid.
De voorzitter neemt het woord en met
eene zeemzoete kerkstem, terwijl hij den
onderwijzer van het hoofd tot de voeten be
ziet en al zijne kleederen tot schoenen toe in
overzicht neemt, vraagt hij
Hoeveel hebt gij die costuum compleet
betaald, mijnheer de onderwijzer?
Twee-en-veertig franken 80 centiemen.
't Is eene groote uitgave!... En dien
hoed
Het is een Trois-Franpois...
't Is wel..Uwe hemden
't Zijn katoenen hemden en mijn hals
band is van papier.
Dit alles is «el geen pracht, maar het
toont toch dat gij in welstand verkeert. Uwe
laarzen v
Ik draag geene laarzen.
Gij hebi gelijk Gij moet Bastien niet
navolgen. (De t,»ee overige inkwisiteurs
lachen). En hoeveel hebt gij die schoenen
van... lijnwaad betaald. Het is lijnwaad niet
waar
Inderdaad, 't is zeildoek. Die zullen mij
fr. 7-50 kosien.
Gij spreekt in den toekomenden tijd.
Ik zou voorwaardelijk hebben moeten
spreken: ik zal mijne schoenen en het overige
betalen als het gouvernement mij zelf betaald
en regelmatiger <fan het tot hiertoe gedaan
heeft, want ik zie van de 1000 fr. wacntgeld,
maar weinig met ne keer komen.
tiet is voor uw zedelijk welzijn, Mijn
heer de onderwijzer; alzoo zult gij niet ge
neigd zijn beesf.igheden te doen, de koffiehui
zen en schouwburgen te bezoeken, alsook de
verderfelijke plaatsen en gij zult de galant
niet spelen bij de vrouwen... Gij hebt noch
peerden, noch rijtuig
Ik heb peerd en rijtuig.
Ah, daar hebben wij het!... Mijnheer
heeft peerd en rijtuig, en hij is onbeschaamd
genoeg de 1000 fr. in den zak te steken, die
het gouvernement hem niet kan geven, dan
door wat te besnoeien op het ellendig loon
van de arme dutsen van onderpastoors! Ah,
gij hebt peerd en rijtuig
Ja, ik heb het houten peerd van mijn
jongste kind, een speelding, waarop men
een pop plaatst als amazone; en 'k heb een
rijtuig, welke ik, bij gebrek aan eene kinder
meid, zelf voortsteek als ik met mijne toe
komende verdedigers der versterkingen van
de Maas uit wandelen ga. (De inkwisiteurs
bezien elkander en staan verstomd.)
de vooezittee (van zijn stuk gebracht).
Het is wel, M. den onderwijzer, gij moogt
voortgaan! Wij zullen u nog voor dezen keer
uw wachtgeld laten Eene laatste kwestie
nogtans: hoeveel kinderen bebt gij
Zeven
Zeven!... Gij hebt maar zeven kinde
ren... Als het alzoo is, het spijt mij, maar
wij kunnen u geene 4000 fr. meer betalen.
Hoeveel kinderen moet ik wel hebben
opdat die 1000 fr. die men mij tot hiertoe
met kleine sommen heeft betaald, mij regel
matig worden overhandigd.
Dat weet ik niet. Maar de verster
kingen der Maas, verergeren sterk die kwes
tie; wij moeten verdedigers voor het land
hebben, Mijnheer de onderwijzer, en gij ant
woordt onder dit opzicht, waarlijk aan de
verwachting van het gouvernement niet. Gij
mogt vertrekken.
(De arme onderwijzer vertrekt en de beurt
is aan een ander slachtoffer van den krijscher
Thonissen.)
IJperen, 3 September 1887.
Ondci'tiage» bijstand.
Een koninklijk besluit van 18 Oogst laatst,
staat, ten titel van belooning, eene premie
van 100 franks toe aan de Maatschappij van
Ouderlingen Bijstand onzer stad.
Ziehier de woorden van dat besluit
LEOPOLD II, Koning der Belgen,
)i Aan allen, tegenwoordig en toekomend,
Heil.
Gezien het koninklijk besluit van 17
Februari 1885, door welk een zevenden
driejaarlijkschen prijskamp, bevattende de
jaren 1884-85-86, tusschen de maatschap-
pijen van Onderlingen Bijstand is geopend
geweest;
Willende onder de mededingende maat-
schappijen dezebeloonen, die zich om meer
redens, aan de welwillendheid des Staats-
bestuurs aanbevelen om hunnen voorait-
gang, hunne goede inrichting en den uitslag
van hun beheer;
Gezien het oordeel der bestendige kom-
missie der maatschappijen van Onderlingen
Bijstand;
Op voorstel van onzen Minister van land-
bouw, nijverheid en openbare werken,
Hebben Wij besloten en besluiten:
v Art. I. De hiernagenoemde beloonin-
gen zijn toegestaan aan de maatschappijen,
die aan den zevenden driejaarlijkschen
prijskamp deelgenomen hebben.
DERDE REEKS. ondee beeks A.
Steden van 10.000 tot 20,000 inwoners.
Maatschappijen van meer dan 100 leden.
Premie van 100 franks aan de maat-
n schappij van Onderlingen Bijstand, gezegd
de Oud-leerlingen der Stadsscholen te
IJperen.
Die ouderscheiding is voorzeker zeer wel
verdiend en de aanmoediging allervieiendst.
De Onderlingen Bijstand der oud-leerlin
gen van de IJpersche Stadsscholen is onte-
DE TOEKOMST,