I
BRIEFWISSELINGEN. 1
KUNST LETTEREN.
Ziellier het programma van het feest, dat
zal plaatshebben, morgen, Zondag, gegeven
door de maatschappij onder-officieren,korpo
raals en brigadiers der Burgerwacht onzer
stad.
Dit feest zal plaats hebben in de Tooneel-
zaal, om 7 1/2 uren 's avonds
PROGRAMMA.
1. Escrime a la baïonnette.
2. Romance, chantéepar M. Dumon,G.
3. Fantaisie, caprice pour violon, exé-
cutée par M. Ligy, Arthur.
4. Le Golosse de Rhodes, pochade en 1
acte, dc MM. Péricoud, Villermer et Delor-
mel.
1. Travail d'ensemble. (canne royale).
2. Chansonnette dite par M. Mailliard.
5. Serenade humoristique pour 3 vio-
lons, exécutóe par MM. A.Iugy, A. Gaimant
et A. Ligy. Léonard.
4. Assaut (canne royale).
5. Les Troubadours, pochade musicale,
paroles de Tréfeu, musique de Margeot.
Maatschappij Bekwaamheidskiczers
Morgen, 5n Februari, om 5 uren 's avonds,
maandelijksche vergadering in het gewoon
lokaal.
DAGORDE
1. Stemming voor 2 nieuwe leden.
2. De aanvaarding van eenige veran
deringen aan het reglement.
Vlaauaschc Ster.
Zondag laatst gaf de Vlaamsche Ster
hare laatste vertooning van het tooneeljaar
1887-1888.
De tooneelzaal was vol geperst en gedu
rende vijf volle uren heeft men er zich ver
maakt men kan niet beter. Het programma
was op eene meesterlijke wijze samengesteld.
Het telde twee blijspelen met zang in een
bedrijf: Eene Slaapmuts en Een Boeren
meisje en een tooneelspel met zang in twee
bedrijven: Hageroos. Daarenboven wissel
den die stukjes af met allermooiste en gansch
nieuwe muziekstukken, die door een twintig
tal uitgelezene muziekanten, onder 't bestuur
van den heer Balmaekers, uitgevoerd wer
den.
De opgevoerde stukken waren vol geestige
zetten of roerende ingrijpende tafereeltjes,
die of hartelijk gelach uitbersten deden, of
de gevoeligste snaren van het gemoed aan
het trillen brachten.
Daarbij waren zij vol van leerrijke zede-
lessen, die diep op het gemoed der tallooze
menigte aanwezigen ingewerkt hebben.
Ook werden al de rollen meesterlijk, onbe
rispelijk weergegeven zoowel door de heeren
Sterrelingen als de dames speelsters.
Herhaalde en luidruchtige toejuichingen
vielen die moedige tooneelliefhebbers en
kunstenaressen gestadig ten deel.
Ook de muziekanten en vooral de heer
Balmaekers met zijn air varié voor klarinet,
hebben veel en daverende salvo's doen los
barsten.
Maar toen de heer A. Delmotte optrad
met zijn tooneellied In Vlaanderen
Vlaamsch dan steeg de begeestering der
menigte ten top en aan het dreunend hand
geklap en bisgeroep kwam geen einde tot dat
de talentvolle zanger terugkeerde.
Eere en dank aan de dappere Ster, die
ons zulken genoeglijken en genotvollen avond
verschaft heeft, eere en dank aan den weêr-
galoozen zanger en eere en dank ook aan
den dichter van het tooneellied, den heer
H. Creus. D.
IZoe 't K«ki:w»b*,a»ji5 lezen kan
Wie zou 't ooit gepeisd hebben! Toen wij
schreven dat er geen het minste betrek stond
tusschen de schuldige onthouding van de
politie in de erge feiten van Ghistel en den
misstap van een pohtiebediende te Yperen
en dat de twee feiten dus niet tegenover
elkander kouden geplaatst worden, hebben
v/ij, volgens't geschrijf van Niek Brozen
een hoog verstand van 's Nieuwsbladjes
redactie, hebben wij het Nieuwsbladje
-verantwoordelijk gemaakt voor hetgeen ge
beurd is.
Waariijk, T is om er Gom van te staan!
Ot die discipels vaa Loyola tusschen de
lijnen lezen kunnen
Nu tot daar. Wij laten er hun al de eere
van;
Maar het is daarmee nog niet al. Wij heb
ben ook gezegd dat er mannen warendie
zich in het ongeluk van die familje verheug
den en dat men daarvoor een lafaard, een
ellendige lafaard zijn moet.
Welnu, het schrijvelaartje,... pardon, het
groot verstand uit nr 66 der Boterstraat
maakt daaruit op dat wij hem lafaard ge
noemd hebben.
Wat denkt ge daarvan lezer? Zoudt ge
niet allichte geneigd zijn te gelooven dat het
spreekwoord: Wie niet besnot is moet zij
nen neus niet vagen, hier toepasselijk zijn
moet
Wij kennen mannen, die bij ons kwamen,
zich in de handen wrijvende, en die ons
zegden: «God dank, wij zijn van dien langen
blagueur verlost. Hij is schandelijk wegge
schopt.
Wij keerden enkel onzen rug naar die
mannen, wier hart van zulke rare christelijke
naastenliefde getuigde. Tusschen haakjes
gezegd, Nieuwsbladje, het waren geen libe
ralen; gelijk of het ook geen liberalen waren,
die in een fransch straatbladje onzer stad al
hunne gal tegen een gevallen bediende uit
spuwden en hunne vreugde in dien val wat
al te luidruchtig den vrijen teugel lieten.
Wien 't schoentjen past trehke het aan!
En nu om te eindigen. De Niek Brozen
van 't Nieuwsbladje vraagt ons met zoo'n
raren air of wij weten willen, hoe laf de
persoon is, die achter Niek Brozen steekt.
Een woordje is genoeg, roept hij uit.
Welnu ja; daar is 't woordje. Wij zijn nog
al curieus om den staat van moed of lafheid
van dat heerschap te kennen. Maar zonder
dat hij zich kwaad make; want wij zouden
niet gaarne oorzaak zijn dat hij aan eene
beroerte sterve.
't Ware jammer.
BURGERSTAND
van den 27 Januari tot den 3 Februari 1888.
Geboorten:
Mannelijk geslacht, 3; Vrouwelijk id. 5.
Huwelijken:
Garreyn, Julius, schoenmaker, en Schnap-
hauf, Eugenia, kantwerkster. Bosly,
Franciscus, sergent-wapenmaker, en Sanen,
Constantia, zonder beroep.
Sterfgevallen:
Questroy, Benedictus, zonder beroep, 7S
jaren, echtgenoot van Amelia Morrael,
Lange Thouroutstraat. Couvreur, Ludo-
vicus, meubelmaker, 70 jaren, weduwaar
van Rosalia Weeksteen, Mondstraat. Fer-
leu, Gustaaf, soldaat, 28 jaren, ongehuwd,
Vleeschhouwerstraat. Vandendriessche,
Barbara, dienstmeid, 58 jaren, ongehuwd,
Wenninckstraat. Deckmyn, Petrus, rond
leurder, 52 jaren, echtgenoot van Clementia
Demey, Neêrstraat.
POPERINGHE.
Maandag laatst had de uitvaart plaats, in
de tegenwoordigheid eener ontelbare menig
te, van M. Emiel Beheyt, zeer vroeg ontrukt
aan de liefde zijner naastbestaanden en
vrienden, in den ouderdom van 26 jaren.
De betreurde afgestorvene was comiais-
greffier van het Vredegerecht des Kantons
Poperinghe en was lid der Maatschappij
Philharmonie in hoedanigheid van muzie
kanten Bibliothecaris. Daarenboven bekleed
de hij nog bet ambt van secretaris der Maat
schappij Sint-Leonard en was hd der Gilden
der kruisboogschutters van Sint-Joris, der
Concordeals ook van het Zweerd.
Nooit zag men hartroerender en indruk
wekkender betooging te Poperinghe, en men
mag zeggen dat iedereen, zoowel katholijken
als liberalen, er aan hielden er aan deel te
nemen en een laatsten blijk van achting en
toegenegenheid te geven aan de stoffelijke
overblijfselen van dengene die men naar
zijne laatste rustplaats leidde en die, door
zijn open en rechtschapen karakter de alge-
meene achting en liefde verworven bad.
f)e stoet, samengesteld uit een duizendtal
personen, stelde zich om 9 1/2 ure des mor
ons in beweging, in de volgende rangschik
king:
De trommelaars en hoornblazers der Phil
harmonie, gevolgd van het Muziek, dooden-
marchen uitvoerende, de oudmuziekanten
en een groot getal Eere-Leden, waaronder
velen die van den vreemde gekomen waren.
Dan volgden de verschillige maatschap
pijen waarvan de overledene deelmaakte,
allen met hunne in rouwgebulde vaandels;
daarna volgde de lijkkist waarop het uniform
van den overledene lag omringd van een
groot getal buitengewone schoone kronen.
Het lijk werd gedragen door de oud-Pom
piers, die insgelijks de haag maakten.
De hoeken van het baarkleed werden ge
houden door de heeren Tbeophiel Crousel,
commis-greflier van hei Vredegerecht als de
overledene, Edouard Dupont en Henri Van
den Ameele, respektievelijk Secretaris en
Schatbewaarder der Maatschappij de Phil
harmonie, en M. Waeles, Voorzitter der
maatschappij Sint-Leonard.
Het lijk werd onmiddellijk gevolgd door de
familie van den overledene vergezeld van
een overgroot getal ingetogenen en in den
rouw deelnemende vrienden en kennissen.
De geestelijkheid had van deze gelegenheid
gebruik gemaakt om zich eens te meer hate
lijk en belachelijk te maken, met te weigeren
het lijk te gaan afhalen en, vóór zij den
kerkelijken dienst aanving te eischen dat men
het uniform van den overledene van de kist
wegdeed!
Wij moeten er nogtans bijvoegen dat de
afkeer welke onze gerokten voor dit uniform
koesteren, hun niet afgehouden hebben het
geld in hunnen zak te steken welke de mu
ziekanten, gekleed met hetzelfde uniform,
hun in de offerande gegeven hebben.
Op het oogenblik dat de plechtigheid ging
aanvang nemen heefc bet publiek veel gelet
bij de kerkdeur op den abbé Ooghe, die, met
een streng gebaar, de wegneming van het
uniform geboodt, terwijl M. de deken, met
geslagen oogen,de opgeblazenheid van zijnen
onderhoorige scheen te beweenen, die, zeg
gen de kommeeren, tegenwoordig de rol ver
vult welke eertijds door de Meijers van 't
Paleis, in de oude fransche Hoien gepleegd
werd.
Kiezing van eenen Schepene.
(Vervolg, zie briefwisseling van 22 Januari).
Eindelijk MIJN SCHOONZOON is schepene
gekozen
De kort- en langgerokte Jesuïten moeten
nu hoogst te vrede zijn, want, dank aan de
uiterste pogingen van den laatsten oogen
blikzijn zij erin gelukt hunnen kandidaat te
doen zegepralen, en de achtbare MIJNHEER
DEGRYSE te doen mislukken.
De roem der Poperinghenaars had dit nog
te kort, van aan het hoofd huns bestuurs
FELIX VAN MERRIS te zien, eene zero vol
heerschzucht die nooit in state geweest is
het kleinste diploom in de Hoogschool te be
komen.
De verstandige en onafhankelijke inwoners
onzer stad, van hunne eerste verstomdheid
teruggekomen, beginnen zich te overpeizen,
het is als kwamen zij uiteen slechten droom;
en buiten eenige Pijpenkoppen, die gestemd
hebben onder de dreigende drukking van
zekere abeetjes, (waarvan de Vanderheyden
en anderen van dezelfde soort, maar de uit
voerders hunner hoogere bevelen zijn), nie
mand kan geloof geven aan hetgeen er
gebeurd is.
Hoe, zegt men, men heeft niet gewild van
eenen koopman, wiens bekwaamheden, be
komen door lange jaren de bestuurlijke loop
baan te bewandelen, door niemand kunnen
betwist worden, en men neemt in zijne
plaats eenen man, wiens onbekwaamheid van
iedereen is gekend, en die zal gaan vragen
wat hij mag doen naar hem die over eenigen
tijd voorzegd heeft dat bij welhaast de plaats
van Burgemeester en Volksvertegenwoordi
ger zal bekleeden.
Nogtans deze benoeming en het affront
aan onzen achtbaren medeburger Degryse
gedaan, door zijne kollegas van den Gemeen
teraad, is verre van ons te verwonderen,
want wij zien er de voortdurende werking in,
welke in 1868 ondernomen werd door zekere
abeetjes, geholpen door den vreemdeling
Vanderbeyde en andere, naar niet luisteren;
de mannen, die boe langer hoe meer de pre
tentie hebben over onze stad als ware alleen-
heerschers te beschikken.
Wij zullen dit ffi een naaste nummer uit
een doen.
Wij vernemen op het oogenblik dat, maar
weinig betrouwen hebbende in den achtba
ren persoon van den kommandant der Pom
piers, onze Don Quichotten voorstellen hem
MIJN SCHOONZOON voor luitenant te geren.
Indien dit gerucht gegrond is, men zou
moeten beginnen gelooven dat de Leuven-
sche Buizeman zot wordt!
Hoe, door eene plechtige stemming, een
korps, bijna met algemeene stemmen, ver
klaart dien individu voor chef niet te willen,
en die zelfde, na dit affront genoten te heb
ben, zou zich verhaasten, in de zelfde kom-
pagnie, een mindere grade te aanvaarden?!
Omdat zulks zich zou kunnen voordoen, er
moet iets onder schuilen, en M. Baeckeroot
heeft maar goed het oog in 't zeil te houden,
zonder dat zou hij het zich kunnen berouwen.
Rechterlijke Kronijk.
Geschiedenis van eene Zwarte Non.
Er was een keer, ge ziet wel, dat begint
juist gelijk eeue tooververtelling. 't Is omdat
het reeds zoolange geleden is. Er was dus
een keer, rond de jaren 1840 tot 1850, eene
zwarte non, zuster konfijt in Godsdienst. Zij
bezorgde hare zieken, zooals gij zien zult,
met vleierijen, met evangelische zoetheden;
en deze betuigden haar eene vergulde dank
baarheid. Hoewel men non is, blijft men
toch vrouw: zwarte oogjes zijn zwarter onder
eene witte kap en een trillend lichaam ver
bergt zich, met de aantrekkelijkheid van het
geheimzinnige, onder de rechte plooien van
den pijenrok. Nu dan, na tien jaren onthou
ding het gebeurde datJa,
zonder de hulp van den heiligen Geest.
En zij ging uit het klooster weg.
Hij, ge weet hij, de dader, de zoon van
het huis, waar zij een zieke verzorgde, be
kende zijne zonde. Bekende zonde is ten
halve vergeven! En hij nam het kind op
zijnen naam.
Hedendaags hij is dood. Het kind erft
maar als natuurlijk kind: het heeft dus enkel
de helft van 't gene het zou gehad hebben,
ware het wettig geweest. Zijne moeder, de
gewezen non, maar waar zijn de zaken
van eertijds wil zijn aandeel vermeerde
ren en brengt eene schuldbekentenis van
40,000 fr. voor den dag, welke door den
overledene geteekend is.
Maar de wettige erfgenamen, de onmen-
schelijksn, houden staan dat het maar eene
gemaskerde gifts is onder den vorm van eene
bezwaarlijke overeenkomst ten voordeele van
bet natuurlijk kind, dat onbevoegd is om
meer dan de helft te ontvangen.
Hoe kaddet gij dat geld in leening gegeven,
zeggen zij, dan wanneer gij en uw zoon se
dert 1850 door den overledene gekweekt ge.
weest zijt. Dan, wanneer gij nooit geen
rooden duit bezeten hebt. Heb ik gezegd dat
de gewezene non eene kloeke boerendochter
was, aan wie gelijk aan de kleintjes der
vogelen, God het voedsel schonk
Maar zij antwoordt snedig; en hare sne
dige antwoorden werpen een nieuw daglicht
in die kloosters, waar men belofte doet van
volkomene gehoorzaamheid, eeuwige zuiver
heid en vrijwillige armoede: Ik had, zegt
zij, 15,000 fr., wanneer ik uit het klooster
vertrok. Het waren loetagen voor mijne
goede zorgen. En dan volgt er een roozen-
hoedje van toelagen: 500 fr. langs hier,
1000 fr. langs daar. Eene aanhaling maakt
u gansch droomerig: 7000 fr. voor zorgen
aan een ouden heer X... gedurende honderd
dagen. Maar welke zorgen mochten dat wel
zijn? Daghuren van 70 fr.! Drommelsch!
Men ziet wel dat men in de kloosters niet
van doode hand gaat Dan diezelfde heer
geeft haar 't volgende jaar 2000 fr. voor
zorgen alle Zaterdagen Herinnert u dat
scherreweg in 1840 nog niet dood was.
Maar genoeg daarover. Het zal mij vol
doende zijn te zeggen dat dit nieuw klooster-
liefdevertellingsken want, als reliquiën,
zijn de minnebriefjes van 1850 bewaard ge
weest en komen nu die cijfers vergeestigen
op dit oogenblik het geluk uitmaakt der 4®
Kamer van den Rechtbank van ln aanleg
te Brussel. P.
Do boekhandelaar J. Lebègue en C'*, 46,
Magda.lenastraat, te Brussel, stelt te koop
bij al de boekhandelaars, een nieuw werk van
onzen beroemden schrijver Hendrik Concien-
1° DEEL.
2" DEEL.
Volksvlijt.
Kinderen beneden de "jaren:
Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id., 2.
«ra» a-stil
I^SS—ULI. I I Uil 11.11 I .Uil."