STADSNIEUWS.
feiteen voorafgaandelijke bijdrage is
onaannemelijk.
Waarlijk Dus, zoodra niemand in
faut is, zou men moeien aannemen dat de
gekwetste werkman aan niets recht heeft
en dat hij heel en gansch op de genade
van de openbare liefdadigheid leven moet.
Die maatschappelijke princiepen zijn
misschien waardig van eenen lieer Perin,
maar stuiten volop alle nieuwerwetsche
gedachten over die stof legen de borst.
De Palriolewat meer is, haast zich
zijne bewijsvoering te volledigcn met
praktische redens. Men had een bevredi-
gingswet willen maken, die de gevallen
van twist tusschen bazen en werklieden
moét zeldzamer maken.
Welnu, wat is er gebeurd? Zoohaast
de werkman weet dat hij in alle gevallen
zich tot de rechtbanken wenden kan, dan
is bij natuurlijk geneigd de handgift, die
de baas hem aanbiedt, te verdenken. Hij
weigert en pleit.
Hij pleit, hoort ge? Welke onbeschaamd
heid 1 Van het oogenblik dat men er niet
in gelukt den werkman te verplichten van
te zwijgen, zonder morren waartoe,
vraag ik u, zijn de maatschappelijke wet
ten dan goed? Hij pleitWelk een af
schuwelijke omwentelaar, niet waar
Maar wat de Palriole het moeilijkst
verzwelgen kan, 't is dal de verzekering
verplichtend is. Verplichtend foei! foei!
Dat is goed voor de pruisenaers dat,
voor lieden die aan de roede en den knoet
gewoon zijn. De pruisische werkman,
door een ongeluk in de onmogelijkheid
gesteld nog te werken, zal, op eene
verplichtende wijze,eene verzekerings
premie trekken.De ongelukkige! De moe
dige Belgische werkman in eenen derge-
1 ijken toestand gebracht, zal,vrijelijk,
van honger mogen vergaan. Dat is
misschien verkieslijker
En daarop eene wel gevoelde Braban-
Qonne.
De klerikalen, dat is geweten, zijn de
vrienden bij uitgelezenheid van de vrij
heid. Het verplichtende doet hun in
alle geval kiekenvleesch krijgen van afe
keer.
Verplichtend onderwijs, verplichtende
soldatendienstverplichtende bezuini
gingsmaatregelen, zooveel afschuwelijk
heden.
Geen dwang!
Dal de priesters maar vrijelijk de jonge
hersens met hunne scheeve vertellingen
opvullen. Niemand moet verplicht zijn
zijne kinderen naar hatelijke openbare
scholen te zenden.
/Jat alle zoon des huizes vrij zij van het
soldatenkleed niet te dragen. De zonen
der straatloopers zullen wel in hunne
plaats moeten optrekken, maar dat is van
ondergeschikt belang.
Dat de grondeigenaars, dank aan de
inkomrecblen, vrijelijk de hoogst moge
lijke pachten trekken, opperbest. Het
gepeupel zal wel een beetje meer de rieme
moeten toehalen, maar dat doet niets ter
zake.
Geene verplichting! Vermits de onder
richtingen der kristenleer maar nauwlet
tend gevolgd zijn, 't is al wat noodig is.
Op dat punt zijn alle goede katholieken
van af de meest ultramontaansche tot de
koelste, het eens, en. onlangs zelfs heeft
de zeer gematigde minister van Becht de
heer Lejeune, in volle Kamer, hunne
grondstelsels meesterlijk samengevat.
Ziehier hoe hij zich uitgedrukt heeft:
De Struggle for life, de strijd voor
bet leven, godslastering! het werk? koop
waar! de werkman! werktuig! het laten
doen, hel laten doorgaan, het voedsel van
den werkman behandeld als de warmings
middelen der stroomtuigen dat leidt tot de
regeeringsioosheid.
Bekent het, wie ziet hel niet Zedelijke
voorwaarden, verzedeüjkende invloeden
de troost bij hel lijden, ziet daar het
dringend noodige
En het besluit van dal schoon woor-
d en gek raam De heer Lejeune gaat meent
gij eenige dringende maatschappelijke
maatregelen voorstellen bijvoorbeeld de
voering der verplichtende verzekering
Dat juist niet. Heel eenvoudig voegt
hij er deze eenige zinsnede bij:
En ziet daar waarom ik 500 duizend
franks voor de noodwendigheden van
den godsdienst vraag! Langdurige
toejuichingen rechts.)
Yperen, 11 Februari 1888.
SCHOOLPENNING.
Vorige lijsten, 57,958-90
Woensdag in den Sultan, 1-85
Busse van den Zalm, 12-71.
Woensdag in den Sultan, 1-60
Busse van den Zwarten Leeuw, 14-90
Totaal, fr. 57,989-96
Uitgaven tot heden, fr. 55,536-81
Blijft in kas, fr. 2,453-15
Van heden af kan men in de Blauwe Zaal,
ten onzen stadhuize eene reeks schilderijen
gaan bewonderen, welke naar da Tentoon
stelling van Schoone Kunsten van Brussel
(1887) gezonden zijn geweest door onze jonge
en talentvolle medeburgeres Mejuffer Loui
sa Dehem.
Ziehier de opsomming dezer schilderijen:
1° De Kantwerkster;
2° Jong meisje met den Waaier;
3° Hoofd van oude vrouw;
4° id.;
5e Nature Morte: Vruchten en Wild;
6° id.: Visschen en Koperen
huisraad.
De maatschappij Bekwaamheidskiezers
heeft verleden Zondag hare maande!ijksche
vergadering gehouden, in haar lokaal.
Bij het aanvangen der zitting was er
een klein onverschil tusschen de gekozene en
afgekozene ond«r-voorzitters. Dit gebeurde
voor eene omstandigheid die in het regle
ment niet voorzien was.
Niet alleenlijk om deze reden, maar er
is eene aanvraag gedaan geweest voor de
herziening van het reglement, voor wel
ke verladen Donderdag avond, een aantal
leden bijeenkwamen, eenen raad vormende,
om deze herziening te bespreken en om aan
de toekomende algemeere vergadering hare
voorstellen ter goedkeuring te onderwer
pen. Betere en vastere artikels werden er in
gebracht om aan de maatschappij een stevi
ger basis te geven.
1
Kiescxamen.
Het kiesexaam nadert met rasse schreden.
Het zal heel waarschijnelijk in het begin
van Maart plaats hebben.
Wij kunnen niet nalaten onze vrienden,
die nog geen bekwaamheidskiezers zijn, len
zeerste aan te wakkeren, dit exaam af te
leggen. Zij kunnen te dien einde van heden
af reeds een uittreksel van hunnen geboorte-
akt op het stadhuis bekomen en hunne in
schrijving in het sekretariaat vragen.
Dit geldt enkel diegenen onzer vrienden,
die de leergangen in de stadsschool niet
volgen.
Men mag zich niet laten afschrikken; het
exaam is niet moeilijk en men mag niet uit
het oog verliezen dat het de laatste maal is
dat men tot het kiesexaam toegelaten wordt,
zonder een getuigschrift, vaststellende dat
men gedurende zes jaren eene school be
zocht iieeft.
Het is hoogst noodig dat alle jongelingen,
die'eenigszins bekwaam zijn, zich voor dat
exaam aanbieden; want het groot getal aan
biedingen zal eene welsprekende protestatie
zijn tegen de ontwerpen, welke de klerikalen j
koesteren om de bekwaamheidskiezers af te j
schaffen, of minstens zekere kategoriën van j
het kiesrecht te berooven.
Dat allen zicb dus aanbieden om het kies
recht te veroveren en op die wijze het hunne
bijbrengen tot de uitbreiding van het kies
recht voor de gemeente en de provincie, in
afwachting dat men overeenkome om aan
allen, die voldoende geleerd zijn het kies
recht te verschaffen
Concert «sa Schermspel.
Verleden Zondag bood de maatschappij
der onder-officieren onzer Burgerwacht haren
leden en hun huisgezin een luisterlijk avond
feest aan. Dat- feest had in de Tooneelzaal
I plaats; deze was vol volk, het puik onzer
bevolking.
Ook was het programma zeer aanlokke
lijk en de uitvoering er van heeft niemand in
zijne verwachtingen teleurgesteld. Zangers
en muziekanten zijn genoegzaam als roem
volle kunstenaren gekend, en het is volstrekt
onnoodig hier over hunnen ongehoorden bij
val uit te weiden.
De vertolkers der pochade hebben ook
ter ieders voldoening gespeeld. Zij hebben
de aanwezigen lustig doen lachen en luide
en herhaalde toejuichingen vielen hun ook te
beurt. Het schermspel mocht door kenners
gezien zijn. Het beeft zeer wel bevallen en
het was met kunst en talent uitgevoerd. Die
oefeningen strekken onze wachten en hun
nen meester, K. Dewaele, tot eere. Men
stond oprecht verbaasd bij zooveel "ensem
ble zooveel vlug- en handigheid.
Het was, in een woord, een heel lief, mooi(
genotvol en puik feest,dat in gulden letteren
in de jaarboeken der Maatschappij prijken
mag.
Nochtans wij kunnen niet nalaten onze ver
wondering uit te drukken over de aanwezig
heid in dat feest van tal van klerikalen, die
vroeger zoo 'n hekel tegen de Burgerwacht
hadden en deze overal bespotten, waar bet
maar pas gaf. Zijn die heeren misschien van
gevoelen veranderd Of hoe komt het dat zij
daar in dat feest aanwezig waren in eenen
tooi, die van achting en eerbied voor de
Burgerwacht getuigde
Wij worden uit dat raadsel niet wijs.
Om te eindigen een innig dankwoord voor
de maatschappij, die; ons van dat aange
naam feest heeft laten genieten en een gul
bravovoor de heeren medewerkers en in
richters, die allen zich opperbest van hun
nen taak gekweten hebben.
Liindbonwmaatichappij
De afgevaardigden van het comité der land-
bouwmaatschappij van't arrondissement pe
ren hebben de eer de leden der maatschap
pij uit te noodigen tot de algemeene verga
dering, welke in de gewone zaal van het
stadhuis van Yperen. den 15 Februari aan
staande, Asch-Woensdag, te tien ure stipt
des morgens, zal plaats hebben.
DAGORDE:
1. Aanveerding van nieuwe leden.
2. Uitdeelingen van zaden van voeder-
planten en van moeskruiden.
3. Prijskamp voor het paardenras.
4. Terhandstelling van eene premie van
honderd franks, aan eenen leergast-hoef
smid, die het getuigschrift van bekwaam
heid bekomen heeft in de Veeartsenijschool
te Curegem.
5. Mededeelingen over den Internationa
len Prijskamp-Tentoonstelling te Brussel, in
1888.
DSEMSTDOENDE BURGERWACHT
VAI YPEREN.
De majoor, bevelhebber der Bur
gerwacht, heeft de eer ter kennis te
brengen wie de zaak betreft, dat de
optellingsraad in jaarlijksche zit
ting zal vergaderen, den Maandag
20 Februari 1888, ten negen ure
's morgens, in den beneden zaal van
het Stadhuis, om te beslissen over
de opwerpingen, die de personen in
4866 geboren welke dit jaar op de
control gesteld en voor de gewone
dienst aangeduid zijn, zouden kun
nen maken, alsook over de opwer
pingen der ingelijfde wachten, welke
hun ontslaging willen bekomen uit
oorzaak van ziekte of gebrekelijk-
heid. E. DUSILLION.
Siouicnamfie ever kasEasï.
Piet. Zijt gij reeds op de Blauwe Zaal
van ons stadhuis gaan zien?
Pol. Neen ik, Piet. Wat is er daar nu
nog alweer
Piet. Wel, eene reeks schilderijen van
Mej. Louise Dehem.
Pol. Hoe, van die jonge schilderes,
van wie men zooveel goeds zegt
Piet. Van dezelfde en de eigenste, 't Is
waarlijk de moeite weerd er naartoe te gaan.
Pol. Maar, Piet, jongen, 'k en versta ik
daar al niet veel van.
Piet. Dat gij wil zeggen, dat gij niet
klaar ziet door de kunst.
Pol. Zoo klaar als door een slijpsteen.
Piet. Toe, toe, Pol, zeg dat niet, vent.
Gij zijt immers een geboren Yperling, meen
ik?
Pol. Dat meen ik ook. 'k Ben kersten
gedaan op St-Maartens...
Piet. Hewel, nu, hebben de Yperlingen
kunstzin, ja of neen?
Pol. Ze hebben er ten minste de repu
tatie van.
Piet. Reputatie van wat?
Pol. Van kunstzin te hebben.
Piet. Welnu dan, gij zoudt moeten be
schaamd zijn voor een Yperling, te zeggen
dat gij geen smaak hebt voor kunt...
Pol. Ja, dat wil ik zóó niet zeggen,
maar kunstzin en kunstsmaak is twee...
Piet. Luister, beste Pol. Wanneer gij
iets ziet dat stevig en stout geborsteld is, dat
blijken geeft van een flinke opvatting, van
teekening vol opmerkingskracht, van ontle
ding van elk evendeel, van rijkdom in kleu
ren, van uitdrukking in de trekken des ge-
laats, kortom van alles wat eene sterke
kunstuitdrukking na mag,— welnu, verstaat
gij er dan niets van?
Pol. Drommels, dat geloof ik wel, dat
ik er dan iets van versta. Houdt gij mij
voor dom?
Piet. Geenzins! En wat zegt gij dan
1 ol. Zeggen? Ik zeg niets, maar ik sta
in bewondering En ik denk bij mijn eigen
die zoo iets voortbrengen kan is artiest in de
ziel.
Piet. Wel, ga sta eens eenige oogen-
blikken voor De Speldewerkster van Mej.
Dehem. Deze schilderij heeft juist al de
eigenschappen, welke ik daar kom op te
noemen.
Pol. Abah! Gij maakt mij curieus En
wat heeft zij daar nog
Piet. Daar zijn twee Oude vrouwtjes
koppen, die niet minder goed gelukt zijn.
Deze met de witte muts, is vooral stout van
uitvoering; het andere is van breede factuur
en zeer eigenaardig verlicht. Mej.Dehem zal
het verre brengen in de expressieve schilderij
van 't gelaat.
Pol. Men zei mij gisteren, in den Sau-
mondat zij eene zeer eigenaardige wijze
uitvoering heeft, niet waar
Piet. Eén, zegt gij Zij heeft er ver
scheidene. Bezie maar eens, nevens hetgeen
ik kom te noemen, haar Meisje met den
waaier, 't Is van een heel ander statistiek
standpunt gezien zou men zeggen, 't is eene.
echte jachtgewerkte fantaizie, alhoewel de
penseelstreek overal de eigene, zelfde vaar
digheid verraadt.
Pol. Dat is nu nog al wonderbaar. En
beeft ze geen Natures mortes? Hoe heet gij
dat ook weêral in uw academiek vlaamsch
Piet. Dat heeten de Hollanders en de
Vlamingen Stillevens. Ja, zij heeft er twee,
en 't zijn, volgens mij de beste doeken nog,
uit hare expositie. Hier vooral komt haar
vast en gloeiend koloret gelukkig uit. Zij
heeft er een met Vruchten en Vogels en
niets overtreft de fijne doorschijnendheid
der druiven noch de goed afstekende toon
van de vederen. Het andere tafereel dat niet
minder vlaamsch is,als kloekheid en factuur
is even stevig en knap gepenseeld als het
eerste dat op het Salon van Amsterdam
prijkte.Het tweede werd aangenomen op het
laatste Salon van Brussel, 't heet Visch en
Koper....
Pol. Pristi Dat is geen kleinbier.
Naaste jaar exposeert zij zelve te Parijs
Piet. Meer dan waarschijnlijk. Ik zegde
u dan, dat dit laatste deel een der beste be
wijzen is van de vele middelen onzer jonge
stadsgenote. De deelneming ervan laat niets
te wenschen, en gij, die ook nog al wat tee
kent, gij nogtans genoeg, hoe moeilijk het is,
vooral voor dooden mensch eene natuurlijke
en juiste teekening tevens met eene stipt ge
ziene kleurschakeering te doen paren en de
gemengde bleeke kleuren te doen overgaan
in vastere toonen.
Pol. Ja, dat begrijp ik genoeg.
Piet. Welnu, daar gelukt ze admira-
bel in. Ook haar koper heeft een gloeienden
glans, dat de natuur ons alleen weergeeft,
en het steekt op zeer yoordeelige wijze af nu
het achterplan..., in een woord...
De Beiaard. Tingelein ne lein
ne Ion!., etc...
Pol. Vervloekt kariljon, daar gaat het
aan het rammelen dathooren en zien vergaat.
Kom, Piet, laat ons hier niet langer staan
in dien beestigen wind... ,'t Is een weer om
zijn schoonmoeder zelf niet aan de deur te
zetten... Gaan wij liever regelrecht naar de
Blauwe Zaad, want ik wil mij een gedacht
nemen van het groot talent onzer jonge
stadsgenote.
Piet.—Zoo gezeid, zoo gedaan. En avant,
archeP. V. C.
ScSiofflme ®4ssEBetea«.
Volksvliji.