Gazette van 't arrondissement Yperen. POLITIEKE BERICHTEN. Nr |14. 21G Jaar. Zondag 4n Maart 1888. Politiek. Stads-, Üunsi- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, bekendmakingen. Ï1IYNËNLAND& Bureel öixeuudeslraat, 18 AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RECLAIMER 25 centiemen den regel Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. (ssmw ABONNEMENT fr, 4-00 's jaar» voor de stad fa*. 4-50 voor geliccl België, Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen liet stuanmer Men schrijft in op al de postbureelen. IJZEREN WEG. Vertrekuren van Ypere.n naar Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 L. 3-00 4-00 6-42 905 9-58. Poperinghe-Hazebrouck, 6-5012-076-42 Houthern, 5-50 8-20 11-16 5-20. Comen, 5-50 8-05 8-209-58 10-10 11-16 2-41 2-55 5-20 8-58. Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 5-20 8-58. Roeselare, 6-15 7-45 10-45 12-20 4-10 —6-42. Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 5-57 6-22. Kortrijk, 5-308-209-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 2-41 5-20. FRANKRIJK. De Fransche Kamer houdt zich bozig met de bespreking van het budjet van buitenland sche zaken, die iu de omstandigheden waarin wij ons bevinden van belang is. Ziehier er eenige bijzonderheden over: De markies de Breteuil wenscht de Ka mer te onderhouden over het driedubbel verbond tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië en het onder Fransch oogpunt te beschouwen. ,i Er zijn, zegt hij, geene monarchisten of republiekeinen meer wanneer men handelt over Fransche belangen in 't aanschijn van de vreemde. Overal waar er parlementen zijn, worden de vraagpunten van buitenlandsche politiek voor de vertegenwoordigers van bet land behandeld. Alleen in Frankrijk doat de minister van buitenlandsche zaken de poli tiek van Frankrijk niet kennen. Men doet er hem een verwijt over. Het driedubbel verbond, zegt men. is gevormd ten aanzien van den vrede. Het schijnt nog al broos. Men zal overigens be merken dat de strijdkrachten der drie mo gendheden die der andere niet overtreffen. Het is de beste waarborg van vrede. Prins Bismarck heeft zijne voorzorgen willen nemen met het oog op eenen oorlog. Hij heeft Rusland in bedwang willen houden tegenover Oostenrijk en Frankrijk tegenover Italië. Deze schikking schijnt weinig voordee- lig voor de twee bondgenooten van Duitsch land. Zij hebbende drukking van deze mo gendheid niet kunnen weerstaan. De redenaar zegt dat prins von Bismarck alleen de schuld draagt van de verpletteren de wapeningen die den ondergang voor ge heel Europa bedreigen. Hier komt de aap uit de mouw; de rede naar is van gevoelen dat de tegenwoordige fransche gouvernementsvorm de bondge nootschappen zeer moeilijk maakt. Om daar in te voorzien vraagt hij dat er twee mini- steriën bestendig zouden gemaakt worden, dat zijn degenen van oorlog en van het zee wezen. In de gedachte van den heer de Breteuil moet de Czar de scheidsman van den vrede blijven. Maar men moet. alle gelegenheden te baat nemen om hem de genegenheid van Frankrijk te bewijzen. Hij eindigt met te zeggen: Toonen wij aan de natie dat wij den oorlog niet willen, maar dat wij hein niet yreezen. Wij verstooten eiken aanvallenden oorlog, wij willen leven al werkende, op voorwaarde dat noch de eere, noch de weerdigheid der Kamers gecompromitteerd worden. M. Laure. En Elzas en Lotharingen, wat doet gij daarmede? Af. Breteuil. Wat men voornamelijk moet doen, dat is tijd winnen. (Levendige protestatie). De voorzitter verklaart dat in een derge lijk debat men zich moet onthouden van alle onderbrekingen, die slecht zouden kunnen uitgelegd worden in den vreemde. (Toejui chingen). M. Laure verlaat de zaal. Daarna heeft de Kamer zich met het Suez- kanaal bezig gehouden. Een wetsontwerp gaat eerlang in Frank rijk worden neergelegd, een taks leggende op de vreemdelingen. Deze zou geheven worden als volgt: Is Taks op eiken vreemdeling die in Frank rijk verblijft 2° Taks op de ondernemers, nijveraars en patroons die veemde personen in dienst heb ben; 3e Verbod van vreemde bedienden of werk lieden te gebruiken voor allen aannemer van werken voor rekening der regeering of der gemeenten. Alhoewel die maatregel rechtstreeks tegen de Duitschers gericht wordt, zullen echter de Belgen er gevoelig door getroffen worden. SPANJE. De officiëele gazette van Spanje kondigt een dekreet af, dat er in 1892, ter gelegen heid van den vier hondersten verjaardag der ontdekking van Amerika, een wereldten toonstelling te Madrid zal geopend worden ter eere van CristofT Colombus. ITALIË. Eene depeche uit Rome meld, dat de on derhandelingen nopens het. franscli-itali- aansch handelstraktaat difinitief afgebroken zijn. Het Zwitschers gouvernement heeft gewei gerd het italiaansch-zwitsersch traktaat te verlengen. Het heeft, om den tarief oorlog te voorkomen, toegestemd de behandeling te aanveerden van de meest bevoordeeligde natie. MOETEN ONZE OFFICIEREN VLAAMSCH KENNEN. In 't volle vuur der laatste Kra mertwisten over het opdringen van de kennis onzer taal aan Waalsche officieren, kwam geen ander argu ment ten berde van Waalsche zijde dan dat die nieuwe verplichting het verkrijgen van officierplaatsjes ging vermoeilijken voor de Walen. Eene broodkwestie dus niets dan eene broodkwestie Maar de groote nationale kwestie, het heil en de zekerheid des lands, de nood wettigheid zijner doelmatige verdediging, daaraan gebaarden de "Walen niet eens te denken. En dit was nochtans de hoofdzaak, de eenige zaak zelfs. M. Coremans heeft, in al zijne ge weldenarijen, niet eens gedacht dat te doen uitschijnen. "Wij zegden toen dat bevoegde oor- logskundigen, M. Tardieu, onder an deren, reeds meermaals en op over tuigende wijze de aandacht op die kwestie geroepen hadden. Doch wij haalden hunne woorden niet aan. Ziehier thans wat die heeren zeg den De heer Tardieu, oud-officier van het Bel gisch leger, leeraar in de krijgschool, die in de Inclépendance Beige de groote krijgs oefeningen van 1882 heeft besproken, schreef te dier gelegenheid in het nummer van I I September van dit jaar hetgeen volgt: Het is niet alleen de rechvaardigheid, die het eischt, maar het is een militaire belang van eerste ordedat de officieren van ons leger het Vlaamsch kennen. Het is noodig dat de soldaat den officier en de officier den soldaat versta. Dat de comman do's in het fransch worden gegeveD, dat is niets. Men legt er den zin van uit. aan de Vlaamscbe soldaten, die terstond weten wat het wil zeggen: Portez armes! présentez ar- mes! enz. Maar tijdens den oorlog heeft de officier aan den soldaat raad en aanduidingen te geven, die geen commando's zijn. Verken ners doorioopèn een bosch, zij komen terug om te zeggen wat zij gezien hebben en de officier verstaat ze niet. De officier legt aan zijne troepen deze of gene gebeurlijkheid uit en de walen alleen begrijpen hem. Het is duidelijk dat zoo iets niet mag zijn. Geluk kig spreken vele officieren het Vlaamsch; maar het is onontbeerlijk dat geen enkel officier, geen enkel zelfs die een graad heeft de taal onkundig weze, welke alleen door duizenden militianeiï gesproken wordt. b Ik zal er bijvoegen, dat ten gevolge van het aanwerven der kaders onder de militia- nen, de graad van onder-officier voor het meerendeel aan walen wordt vergund, om dat deze spoediger de reglementen kennen. Het kwaad dat ik hier aanduid, wordt dus nog vermeerderd door de tegenwoordige wijze van werving der lagere graden. De overdrijvingen, ja zelfs zekere ge weldige uitingen der Vlaamschgezindheid mogen ons niet beletten deze vraag, gelijk alle andere, met kalmte, onpartijdigheid en rechtvaardigheid te onderzoeken. Een dagblad van Brussel, dat van geene Vlaamschgezindheid verdacht zou kunnen zijn, la Gazette, verklaarde den 12 Septem ber 1882, zonder voorbehoudingen de bemer kingen van den briefwisselaar der In dépen dance bij te treden. Een bekwaam officier van ons leger, kolo nel de Lanier, schrijver van een Vlaamsch handboek voor den velddienst, drukt zich volgenderwijze uit in de voorrede van zijn werkje: Daar de aanwerving der kaders sedert verschillige jaren in de Waalsche provintien gebeurt, doordien aan het regiment (namelijk het 12° linie regiment) Waalsche garnizoen steden werden aangewezen, bezitten wij maar een zeer gering getal Vlaamsche onder richters meer. Het is in ons land bijna on mogelijk zulken onregelmatigen toestand te vermijden. Benevens de moeilijkheden die er uit spruiten, wanneer het geldt de rekruten te onderrichten,is die toestand zeer erg,indien men hem uit een verhevener standpunt be schouwt. Immers, wat zal, in tegenwoordigheid van den vijand, een welkdanige overste worden, die zich niet van zekere zijner ondergeschikten kan doen verstaan, in de onmogelijkheid verkeert om hun bevelen te geven, zelfs de inlichtingen, de dringende be richten niet begrijpt, welke een schildwacht, een verkenner hem zullen brengen? Wat zal in zulke voorwaarden, bet vertrouwen ge worden, dat hij aan zijne soldaten moet in boezemen Er is daar een zeer ernstig ge vaaren alle gegradeerden moeten uit deze beschouwingen besluiten, dat het bun vol komen onmogelijk is de hun toevertrouw de zending te vervullenindien zij de Vlaamsche taal niet machtig zijn. Doch er dient bovendien nog in acht geno men te worden, dat de officieren van het leger niet alleen de'jonderrichters van hunne ondergeschikten, maar ook hunne rechters zijn. In deze laatste hoedanigheid zijn zij ver plicht de taal te kennen, die door hunne te- rechtstaanden wordt gesproken, willen zij aan de gegronde verwijting ontsnappen nog maals volkomen onbekwaam te zijn om de bun toevertrouwde zending te vervullen. BRAVO! VOOR DEN bisschop! Een erg feit beeft zich den 22 Februari jl. voor den lijfstraffelijken rechtbank van Luik voorgedaan. Men veroordeelde er den pastor van F., beschuldigd van tal rijke aanslagen op de zeden, bij verstek tot verscheidene jaren gevangenisstraf. Hij badde, inderdaad, gewaarschuwd ge weest van de betichting die op hem woog en was aan de gendarmen ontsnapt met spoorloos te verdwijnen. Tot daar is er niet veel buitengewoons; daden van dat slach gevolgd van de ver dwijning der schuldigen hebben zich in deze laatste jaren dikwijls genoeg voorge daan. Maar wat geheel nieuw is, het is de ongehoorde pretentie van onze hooge geestelijkheid, die zich voor de eerste maal in den loop van dal onderzoek voor gedaan heeft. De bisschop, als getuige voor den on derzoeksrechter gedaagd, heeft geweigerd op de vragen van dien rechter te ant woorden, en vooral op de vraag om te weten waar de schuldige zich schuil hield! Hij verklaart dat hij, in zijne hoeda nigheid van geestelijken rechter van den betichte, het recht had eene soort van beroepsgeheim in te roepen. Het is moeilijk een vreemdsoortiger pretentie, dan die, uit te denken. Zij brengt ons in de volle middeleeuwen terug. Het wereldlijk gerecht is dus als van alle gezag en bevoegdheid ontbloot aan zien, wanneer het er op aankomt eenen geestelijke te veroordeelen 't Is hetgene het openbare ministerie met zorg heeft doen uitschijnen, met op te merken dat die weigering niet mocht aanzien zijn als een voorgaande uitmakende en dat zij volkomen onwettig was. Ware het dan niet billijker geweest van in den beginne af deze verkrachting der wet te beletten Maar uit dat alles zou men allichte moeten besluiten dat alle geestelijken van af den bisschop de medeplichtigen dier vuildoppers zijn aangezien zij zulke smeerlappen aan de welverdiende straf helpen onttrekken. O die katholieke zeden 't Is iets pro pers VANDER SMISSEN. Vander Smissen, de stichter der inde- pendenten!? en de moordenaar van zijne eigene vrouw, de moeder van zijn eigen kind, is op vrije voeten en heeft Woens dag, 22 Februari, ons land veriaten om zich te Parijs te gaan vestigen. Het is met een gevoel van verontwaar diging en diepe afkeuring dat het land gezien heeft op welke ongewone wijze dien Vander Smissen, veroordeeld voor moord op eene weerlooze vrouw, zijné vrouw, zijne straf ondergaan heeft. God beware ons uit te weiden op de gruweldaden door Vander Smissen ge- DE TOEKOMST tZCHWWZEraaSSHSBKI»

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1888 | | pagina 1