Gazette van 't arrondissement Yperen. STADSNIEUWS. V 133. 27c Jaar. /.ondag 15n Juli 1888. Politiek. stads-, Roost- en Letternieuws. Yerschiiiige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. Bni»eetBlxmndestraat, 18 AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RKf J.lllES 25 ceutiemen dril regel Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. ABONNEMENT fr. 4-00 's jaars voor de stad 5 fr. 4-50 voor geheel Belgle. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen het nummer Men schrijft in op al de postbureelen. IJZEREN WEG. Vertrekuren van Yperen naar Poperinghe, 6-50 -9-09 10-00 12-07 3-Ö0 4-00 6-42 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck, 6-50— 12-076-42 Houthem, 5-50 8-20 11-16 5-20. Comen, 5-50 7-55 8-20 9-58 10-03 11-16 2-41 2-54 5-20 7-50 8"53' Comen-Armentiers, 5-30 7-55 11-16 2-54 5-20 8-55. Roeselare, 7-45 4 0-45— 12-20 4-10 6-42. Langemarck-Oostende, 7-16 9-57 12-17 -5-56—6-21. Kortrijk, 5-30—8-20—9-58 11-16 2-41 5-20 7-50. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 2-41 5-20 7-50. DE VADER ZIJNER BEDIENDEN. Men weet dat de klerikalen, men ver staat goed de klerikalen, aan Père Boom den naam van vader zijner bedienden hebben gegeven, omdat bij zoo bezorgd was voor de belangen der beambten en vooral voor de kleine bedienden. Men herinnert zich nog dat de minister dei- spoorwegenwanneer een bediende lan gen tijd ziek was, hij hem ging bezoeken en troosten. Het is waar, vuile tongen zeggen dat het enkel was om te zien of die bediende geene karot trok, ten einde hem zijne jaarwedde te onttrekken. Nu, wat er van zij, heden vernemen wij dat de eerwaarde Père Boom, zich heeft onderscheiden door eene daad.welke aantoont wat groote liefde,wat vaderlijke teederheid hij voor zijne bedienden heeft die, hij weet het wel, niet rijk betaald zijn, maar dit is zijne fout niet; want hing het van hem af hij zou hunne jaarwedde verdubbelen. Maar kan bij langs dezen officiëelen weg niets doen, ehwel, hij zal langs eenen anderen kant zijne kinderen, zooals hij ze soms noemt, met voordeelen overladen. Luistert: Père Boom heeft dezer dagen aan zijne bedienden en werklieden herin nerd, dal zij geene bediening, tenzelfden tijde met degene die zij vervullen, mogen aannemen voor rekening der provintie, gemeenten of bijzondere besturen. Daarenboven is het bun verboden een kiesbaar mandaat te aanvaarden, een winstgevend bedrijf of hoegenaamden han del uit te oefenen, hetzij in hunnen naam, hetzij in naam hunner echtgenote of door eenen tusschengeplaatsten persoon zij mogen geen deel maken van het bestuur eener maatschappij of van een nijverheids- of handelsgesticht. Wat goedhartigen en zorgvuldigen va der is die Père Boom toch. Alzoo mag de vrouw van eenen werkman, die van 2 tot 4 franken per dag wint, niet het minste winkelken houden; zij mag niets doen om soms een huisgezin waar 6 tot 8 kinderen zijn te helpen opkweeken. Het zijn maar de groote bedienden die verscheidene ambten mogen vervullen en liet middel vinden om hunne reeds hoogo jaarwedde nog te vermeerderen. Père Boom, die daad zegt dat gij verre van eenen goeden vader te zijn voor uwe bedienden, meer dan een strengen stief vader zijt. die zijn kinderen al het kwaad doet dat mogelijk is. HET SCHANDAAL VAM CISEAUX. Het broertjes-gesticht, waar er 250 leerlingen bezoedeld werden, blijft voort de opvoeding geven. Van de 600 kinders, die er waren, blijven er nog 300, niette genstaande de walgelijke feiten, die zoo onverwachts aan het licht gekomen zijn. Die ouders stellen nog vertrouwen in de zedelijkheid dier gerokte monsters of wat waarschijnlijker is zij stellen hunne stoffe lijke belangen boven de zedelijkheid van hunne kinderen. Schande aan hen Tegen zes broertjes werden er eerst aanhoudingsmandaten afgeleverd. Twee werden aangehouden en vier hadden reeds het hazenpad gekozen zij waren gevlucht vóór dat de rechters aankwa men. Een derde is ook aangehouden en toen hij zijne medeplichtigen in het ge vang ging vervoegen stelden deze het zoodanig op een lachen dat de derde ook een schaterlach niet bedwingen kon. Dat geeft een hoog gedacht van de zedelijkheid dier gerokte kerels. Nog twee andere broertjes werden bij den kraag gevat en zijn nu ook achter de grendels. Zij zijn naar het gevang geleid na eene lange ondervraging, die op een nieuw bezoek van het parket in het kloos ter volgde. De eene, de oudste, was in priester kleederen, de andere droeg eene blauwe broek en bloes; zij waren stevig gebonden. Eene menigte van ruim 300 personen volgde het rijtuig van af den ingang der stad tot aan het gevang en toonde de vuisten aan de twee ellendelingen, terwijl de krachtigste scheldnamen hun naar het hoofd geslingerd werden. De twee gerok te vuilaards sloegen op jesuitiscbe wijze de oogen neêr, maar scheen niet zeer ontroerd. Op heden zitten er dus vijf achter de grendels, drie zijn op do vlucht en door de politie opgezocht. Wat meer is nieuwe aanhoudingsmandaten zijn tegen nog an dere afgeleverd, maar hel schijnt dat deze ook reeds spoorloos verdwenen zijn. En zeggen dat zulke feiten nog niet gruwzaam genoeg zijn om de oogen der ouders te openen Verachtelijke ouders, maar diep onge lukkige kinderen Het Nieuicsbladje zal weer roepen en tieren dat het al leugens zijn Wat wilt men, 't is hun orde woord Yperen, 44 Juli 1888. Gemeenteraad van Yperen. Zitting van 7 Juli 1888. De zitting is om 5 ure 's avonds geopend. Zijn tegenwoordig: de heeren Vanheule, Burgemeester-Voorzitter,- Cornette, Schepe- ne; Ridder de Stuers, Soenen, BruDfaut, Beaucourt, Gravel, Gaimant, Vermeulen, Poupart, Verschaeve, Van Daele, Van Eeck- hout, Colaert, Raadsleden; Gorrissen, Sekre- taris. Orde-voorstel. M. Vermeulen herinnert aan den Raad dat het oogenblik gekomen is om te handelen over het oprichten van een landbouw-labora- torium te Yperen. De stad Kortrijk heeft ook zulk eene inrich ting en zij strekt er veel voordeel uit. De uitgaven zijn onbeduidend en daarenboven zijn zij gedeeltelijk gedekt door de hulpgel den van Staat en provintie. Te Yperen bijzonderlijk is een landbouw- laboratorium hoogst noodzakelijk. Men zou overvloedige stalen boter kunnen doen onder zoeken, die nu moeten verzonden zijn naar Roeselaere, Kortrijk, Gent of Gembloers. En, zegt M. Vermeulen, gesteund door M. Verschaeve, zulk gesticht is voor onze Botermarkt bijzonder noodzakelijk. Het Gouvernement is beschikt de inrich ting van een laboratorium te begunstigen. M. de Burgemeester antwoordt, dat, ware hij van dit voorstel vooraf verwittigd geweest, hij seffens aan den Gemeenteraad, de stappen, die den Schepenenraad gedaan heeft nopens de zaak in kwestie, zou kunnen doen kennen. M. Vermeulen bedriegt zich als hij zegt dat de uitgaven ervan onbeduidend zijn zul len. Uit de onderzoekingen, blijkt dat de uit gaven veel hooger zullen beloopen dan M. Vermeulen wel denkt. Maar daar ligt de knoop niet en dat is geene reden zelfs om van deze zaak af te zien. Het is onloochen baar dat een landbouw-laboratorium alhier van een zeer hoog belang zou zijn. Deze zaak mag en zal door den Schepe nenraad niet uit het oog verloren worden en den Raad zal te onderzoeken hebben in de besprekingen over het toekomende stadsbud- get, of de geldmiddelen zullen toelaten dat deze nieuwe inrichting tot stand kome. M. de Burgemeester voegt er bij dat men in het bezit is van een nieuw werktuig, dat zeer wel dient om de vervalsching der boter te kennen. Dat tuig is door den Bestuurder van het landbouw-laboratorium van Gem bloers aangenomen. M. Colaert vraagt om deze kwestie te verschuiven tot eene naaste zitting. Aangenomen. W'at er afleiding naar de Kalfvaart. M. de Burgemeesler herinnert dat de Schepenenraad bemachtigd was een eerste deel der huishoud-waterafleiding te laten maken op de Kalfvaartsn'\]V. Eenige dagen daarna, verscheen in le Mémorial Administratifonzer provintie, een omzendbrief van den heer minister van Inwendige en Openbaar Onderwijs, dat de wet van 22 Maart 1888, toelaat eene subsidie van 600,000 fr. te verleenen aan openbare gezondheidswerken. De Schepenenraad heeft zich gehaast een hulpgeld te vragen voor de werken waaraan men bezig is. Maar vooraleer de aanvraag toe te staan, eischt de Bestendige Deputatie onzer provin tie dat deze aanvraag door eene beraadsla ging in den Gemeenteraad gesteund worde. Volgens de onderrichtingen moet de stad 2/3 van de uitgaven op zich nemen en 4/3 blijft ten laste van den Staat. Men herinnert zich nog dat de uitgaven beloopen tot rond d@ 4,000-00 franken. De Raad neemt eene beslissing in dien zin. Teehen- en Nijverheidsschool. De Raad heeft over eenige maanden een nieuw reglement gestemd voor deze twee gestichten, dat niet gansch goedgekeurd is door het Gouvernement. Dit heeft er eenige veranderingen aan gebracht en de bestuur raad heeft er zich aan onderworpen. M. de Burgemeester geeft lezing dezer veranderingen, welke geene opmerking uit lokken. Het reglement wordt met algemeene stem men aanvaard. Lager Onderwijs. Lijst der behoeftige kinderen die het kosteloos lager onderwijs genieten. Deze lijsten bevatten, zegt M. de Burge meester omtrent 700 kinders, waar van bijna 400 knechten en 300 meisjes. M. Colaert vraagt of al de ingeschrevene kinders, wel behoeftigen zijn. M. de Burgemeester antwoordt dat het mogelijk is dat er onder hen eenigen zijn, waarvan de ouders eene lichte betaling zou den kunnen doen, maar ik moet doen opmer ken dat de Raad sedert jaren het kosteloos onderwijs in de lagere scholen aangenomen heeft. M. Colaert betwist dit feit niet, maar hij herinnert dat art. 5 der wet van 20 Septem ber 1884 zegt dat de Gemeenteraad, na het Bureel van weldadigheid gehoord te hebben, allo jaren eene lijst van de beoeftige kinde ren moet opmaken, om kosteloos in de ge meentescholen aanvaard te worden.De Raad moet ook de betalingen van ieder kind aan de onderwijzers der school vaststellen. Deze lijst, alsook het deel der betaling, moet goedgekeurd worden door de Bestendige Deputatie. M. Colaert komt er niet tegen dat de lijs ten tegenwoordig aangenomen en overhan digt zijn aan de bevoegde overheid; maaY hij vraagt om ze te mogen overzien. M. de Burgemeester antwoordt dat het Bureel van Weldadigheid er over geraad pleegd geweest is. Het Armbestuur heeft over de kwestie beraadslaagd, gelijk zij alle jaren doet en verklaard niet te kunnen tus- schenkomen in de uitgaven voor het onder wijs. Veronderstellende dat de bevoegde over heid hare macht gebruiken zou het Armbe stuur te doen betalen, wat zou er gebeuren? Het Bureel zou verplicht zijn zich tot de stad te wenden om de hulpgelden te bekomen, hetgeen gebeurd is tot deze laatste jaren. Er is dus niets te winnen met de handel wijze, tot op heden door den Stadsraad aan genomen, te veranderen. Daarenboven dringt M.de Burgemeester op dit punt aan, dat de lagere scholen altijd kosteloos zijn geweest. Ten allen tijde heeft het Gemeentebestuur er aan gehouden het kosteloos onderwijs te verschaffen niet alleen aan de kinderen, dia van het Bareel van Weldadigheid krijgen, maar ook aan de kinderen der kleine burge- DE TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1888 | | pagina 1