STADSNIEUWS. ÏY r 188. 28e Jaar. Zondag, 4» Augusti 1889. Zondagsblad van Stad en Arrondissement YPEREÏY. Men schrijft in: Te Yperen, DIXMUDESTRAAT, 18, en op al de postbureelen van 't land. Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt, worden onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikelen uiterlijk tegen Vrijdag middag, vrachtvrij en onderteekend, toe te zenden. ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR: 3 fr. 's jaar» voor de »tad; fr. 3-50 voor gcbccl Belgie, Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 5 CENTIEMEN HET NUMMER, Aankondigingen: 10 centiemen den regel. Reklamen: id. Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id. id. id. Akkoord per maand of per jaar. In de stad is het ook zoo gesteld. Geen jongeling mag ergens met een meisje staan spreken oi' het wordt gezegd, GEESTELIJKEN EN WERELDLIJKEN. Wanneer in hel dorp door een boeren jon gen uit loutere vriendschap,de mand helpt dat hij er mede vrijt dragen van het gebuurmeisje,dan ziet menj Ziet men eene gehuwde vrouw met de tronies der kwezels voor het venster- eenen gelrouwden man spreken of elkan raam komen en zij denkeu: dat is het der vriendelijk groeten, dan zeggen de panneken. Des Zondags, in plaats van zich bezig te houden met den godsdienst, weet ieder congreganist, voor en na hel lof te vertel len dat Wannes van de hoeve gaat met Joken van den viezen. Ziet men een oude jongman voor eene boodschap bij eene weduwe ingaan en alhoewel hij eene poezelige meid houdt,zijn kwatongen dal daar iels moet in bestaan Geen oude jongman mag eene meid in dienst hebben of de gebeuren spreken er schande van, andere zullen beweren dat die leven, gelijk man en vrouw. Maar de pastoor is boven dit alles ver heven; van hem zal niemand klappijen nichtje, zegt men Dagelijks gaat die goede zielen verzor ger een bezoek brengen aan de jufvrouwen die sinds eenige jaren in Sint-Anna's scbappraai zilten; hij speelt met hen, kaart of domino, rookt eene lekkere ci- gaar en tikt met zijnen vvijuroomer vrien delijk tegen dien van jufvrouw heeft hij het ongeluk er wal te blijven pra ten, o dan roepen al de congreganisten te gelijk: dat het schande is voor eene we duwe, eenen vrijer in haar huis te ontvan gen. Ieder weet er het zijne bij te voegen en de kwaadsprekerij, gaat beuren gang aangevuurd door de jaloezij, of de al te vurige godsvrucht. De pastoor van het dorp kan maar niet verdragen dat de jeugd met de kermis zich vermaakt al dansende. Dat is zedeloos, zegt hij, op zijnen pre dikstoel; zij nemen elkander in de ar men, zij nijpen en prangen het lichaam legen malkaar en dansen zoo de zaal rond. Maar, dat is nog niet al, beminde paro chianen, wanneer zij door den dans en den drank verhit zijn, verlaten zij met den donker de danszaal en hebben soms meer dan een uur noodig om le huis te geraken. O, beminde kristenen, het hart bloedt mij, als ik denk aan hoeveel gevaren uwe kinderen dan blootgesteld zijn! Nochtans, wanneer die jonge, flinke pastoor uren doorbrengt op de hoef bij eene jonge weduwe of eene jeudige con greganist; wanneer hij, tusschen licht en donker, in de sakristij, eene gehuwde vrouw ontvangt, daarvan spreekt niemand. Wanneer de jeudige zielenherder met zijne congregatie ter bedevaart gaat en hij'zwijgen hebben! met de veertigjarige dochter van den se-| Is de jonge pastoor, die niets te doen crelaris, die voorzitter is, in een hotel heelt dan te eten, te drinken en te wande- gaat dineren, souperen en vernachten,jlen meer bestand tegen de hartstochten daar zal niemand een greintje achterdocht der natuur, dau de wereldlijken? over hebben. j Neen, integendeel, moesten wij een on- De kruin van M. pastoor waarborgt derzoek kunnen instellen over die zaak, hem tegen alle bekoringen, zijn priesters- wij zouden nog al vieze studies zien en gewaad is voor de vrouwen, de verzeke- vele horendragers ook. Doch genoeg, wij hebben alleenlijk ten doel ;ehadeen voorrecht aan le wijzen bij de zoo menigvuldige voorrechten wel ke de geestelijkheid geniet en dat zijne waarde heeft. Of nu mijnheer pastoor van dit voor recht misbruik maakt, lalen wij God en den maalder afspinnen! SLECHTE TIJD VOOR DE PACHTERS. Het jaar 89 heeft zich buitengewoon schoon ingezet. Door een prachtig weder begunstig; warme zon met frische, rnal- sche regens afgewisseld, ontkiemden de granen in de beste voorwaarden, school alles weelderig op en beloofde de oogst gouden bergen voor onze naarstige land bouwers. Helaas! Wat is er van al die schitteren de vooruitziehligen geworden! Hevige onweders, door allesvernielende hagelbuien gevolgd, hebben ds groenge- vvassen tegen den grond geslagen, het loof der groenlens verbrijzeld en afgerukt, De meid ronkt terwijl in de keuken en bet fruit der ooftboomen afgesmakt en moet zich niet derangteren dan wanneer weggeslingerd. juvrouw belt om het kopje thee le bren- Met droevig oog en verbrijzeld harte gen, dan moet zij kloppen en nog niet staren onze landlieden op hunne verwoes- binnen komen dan wanneer men geroepen te velden; angstig berekenen zij hoeveel heeft entree! Moet er geene spoedige belernis opda gen, dan gaan wij eenen jamerlijken win ter te gemoet; dan zullen werkvolk en pachters vreeselijke ellende Verduren en dan zal de weerbots zich ook bij onze ar me inwoners der steden opschromelijke wijze doen gevoelen. Hopen wij dat deze zwarte vooruitzich ten zich met al le erg mogen verwezenlij ken! Yperen, 5 Augusti 1889. BERICHT. Door een sterfgeval in de familje van 't lokaal, wordt het bal, gegeven op morgen Zondag, in het Zilveren Hoofd, verschoven tot op Zondag, 1 September naastkomende. (De voorzichtigheid is de moeder van den porseleinwinkel, zegt de pastoor!) Morgen zal mijnheer pastoor zijnen avond,bij eene andere jufvrouw doorbren gen; hij verkiest nochtans de huizen waar goede wijnkelders zijn. Overmorgen zal hij in een rijk huis gaan terwijl mijnheer naar den Cerkel is, om de kinderen goede voorbeelden le ge- venen vertrekt niet dan wanneer deze klei nen al een uur of twee te bed liggen. En nochtans, wie zijn de kwaadspre kers in dorpen en steden, wie is bet, die het meest op de zedeloosheid kan praten en klappijen? Wel, de meid van den pastoor, de con greganisten, de jufvrouwen en de ge trouwde vrouwen die het meeste reden tot ring legen alle ongevallen. ze nog van hunnen oogst zullen binnen halen en of dat weinige voldoende zal we zen om de liooge pacht aan hunnen heb zuchtige grondeigenaars le betalen. Zoo leven ze tusschen hoop en vrees, wanneer eene nieuwe plaag, misschien'kunslenaa nog erger dan de eerst, het laatste met vernieling komt bedreigen, dal er van hunnen beschadigde oogsten nog is over gebleven. Onderscheiding. Een onzer stadsgenoten heeft in de konink lijke muziekschool te Gent schoone onderschei dingen behaald. In de wedstrijden der houten blaasspeeltuigen werd voor de Hobo, leeraar M. Lebert, de eerste prijs toegewezen aan den heer Eugeen Be Hollander, van Yperen. Voor den Engelschen Hoornleeraar M. Lebert, werd de l8 prijs niet toegewezen en de heer Eug. De Hollander, van Yperen, bekwam den 28n prijs. Onze beste gelukwenschen aan den jongen Onze slimme kadodders. Onze kadodders weten niet van wat hout pij len maken om de kiezers te vleien en tot hunnen Die plaag, welke onze pachter teisteren'kant te lokken. Nu gaan zij van tijd tot tijd in komt, is de regenplaag. zekere herbergen en betalen een glas bier voor Oprecht bedroeven is 't om in de velden al de personen die daar aanwezig zijn. Zoo rond te wandelen. Het graan slaat sinds weken afgepikt; binnen halen kan men het niet en de ko- trachten zij zich volksgezind en gemeenzaam te toonen, ten einde de kiezers te naaste jare te gemakkelijkereen kartonnen neus op te draaien. ren- en tarwekorrelljes schieten reeds op.Doc^ ^at za^Nvater 'n zee dragen zijn. de akkers I Yperlingen zijn precies van geene twee j j 'oude wijven gemaakt; zij zien klaar in dat spel Het vlas ligt tegen den grond, gebroken J.. 1 00 en terwijl zij die politieke pinte uitdrinken, en gepletlerd. De patatten rotten door het nat en eene bedorven stinklucht zweeft reeds boven de aardappelvelden. Eindelijk staat het gras in de weiden te bederven en le vergaan, en zij die het reeds afgemaaid hebben, zullen het binnen eenige dagen zien wegdrijven, zoo on rustwekkend stijgt het water van beken en rivieren. Ongelukkige landlieden, ge zijt waarlijk bitter le beklagen. lachen zij elkander eens schalks aan als wilden zij ze;;gen i als ge ons zoo meent beet te nemqn, dan zijt ge van 't goö jaar.meneere de kadodder; wij zullen 't u bij de eerste de beste gelegen heid eens eventjes doen voelen. En die goede kiezers hebben overschot van gelijk; want een eerlijk man versjachelt zijne denkwijze niet voor een glas bier. In de Bolbaan der herberg dm X oer man kregen de gebroeders P. twist met eei ige bi ik.- DE TOEKOMST Twist.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1889 | | pagina 1