STADSNIEUWS.
Nr 192.
28e Jaar.
Zondag, ln September 1889.
Zondagsblad van Stad en Arrondissement YPEREN.
Men schrijft in:
Te Yperen, DIXMUDESTRAAT, 18, en op al de postbureelen van't land.
AlleafFichen bij den drukker van dit blad gedrukt,
worden onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping.
Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikelen
uiterlijk tegen Vrijdag middag, vrachtvrij en onderteekend, toe te zenden.
ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR:
3 fr. 's jaar* voor de stad; fr. 3-SO voor geheel HelgRe,:
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
5 CENTIEMEN HET NUMMER
Aankondigingen: 10 centiemen den regel.
Reklamen: 23 id. id. id.
Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id.
Akkoord per maand of per jaar.
GEMEENTEBESTUREN
OP DEN BUITEN.
Heel waarschijnlijk gaat dees artikel
de gal van honderden pastoors doen kee
ren en boerenburgemeesters en schepe
nen van colère gebrekkelijk maken.
Wij bekommeren er ons niet om, zegt
het Laatste Nieuws.
De waarheid over de krabbersbesluren
van den buiten moet en zal gezegd wor
den De intresten, de stofFelijken belangen
der landlieden zijn ons uiterst duurbaar,
alhoewel zwarte opstoopen trek kers van
uit hunne leugenkuipen gedurig bet tegen
overgestelde beweren.
Dat we den buiten op onzen duim ken
nen, en dat we de goudieven van 's pach
ters portemonnaie goed weten aan de kaak
te stellen, dat bewijzen de bulderen zon
dagssermoenen wel, maar de dorpspas
toors al schuimbekkende de stukken van
bunnen preekstoelen kloppen.
Dat we hier nogmaals ons botten aan
vagen, zulks spreekt als een open boek.
Burgemeesters met vrije doen en la
ten worden door de almachtige drijtik-
ken niet geduld.
Hel natuurlijk gevolg van die onder-
duimsche werking der zwarte kraaien?
Alle burgemeesters,schepenen en raads
leden op den buiten zijn vijgen, wisse
wasjes en meelzakken; nulliteiten van
eerste klas
Bekwame, verstandige menschen wor
den op het gemeentehuis niet toegelaten.
En hoe dieper men den knikker buigt, en
hoe gehoorzamer men zich naar zijne gril
len en wensehen plooit, hoe terder men
den sluier van burgemeester kan bemach
tigen.
2. Riolen. Dat kennen ze op den op een beter leven, hiernamaals! gepaloe-
buiten niet. Ieder inwoner heeft een sterf- terd.
Iloe lang zal dat scbandige spel, van
duizenden verdrukten door enkele ver-
Stelt alle dorpsburgemeesters dan naast
elkandre, zoekt eenen ganschen dag en ge
zult er nog geenen mensch onder gevon
den hebben.
't Zijn godzakige, welstellende burgers,
specie van plotten
Door den band hebben ze een heel groot
put of vuilnishoop achter zijn huis of
voor zijne deur. Het water van overvloe
dige regens loopt naar het goedvindt
schieten de kelders onder, of overstroo
men de hoven, daar bekommeren zich de
gemeentevaders niet om. Zoolang het nat
maar in de kerk niet loopt of tot aan de
trappen der pastoorij stijgt, zoolang is
alles in orde. De straten zijn maar twee
maal 's jaars gekuischt, dat is, daags voor
het uilgaan de processie. Verder zijn alle
dorpen van verscheidene stinkgrachten en
vuilnispoelen omringd, welke voortdurenc
de bevolking met besmettelijke ziektens
bedreigen.
3. Verlichling. Zeggen we ook iets
van de verlichting. Djeemenis credo.
Acht a tien petrollampen, welke als peer-
kens of nachtlichtje in den donker staan
te flikkeren; die negen keeren op tien uit
gaan, smoren of springen. En van die
weinige lampen moet er dan nog eene de
gedacht van hun eigen. Zij mogen in de pastorij, en eene tweede het nounekens-
Wie is de burgemeester op het dorp?j
De pastoor!
Hij is heer en meester op het gemeen
tehuis; hij doorsnuffelt alle brieven en
correspondenties; hij dicteert de ant
woorden aan 't hooger bestuur; hij be
noemt de beambten der gemeente, zet ze
af, jaagt ze weg of broodrooft ze.
Voor alle beslissingen moet hij geraad
pleegd worden, en geen besluit wordt er
ooit genomen, zonder dat hij zijn advies
heeft uitgebracht.
Burgemeester en schepenen hebben
maar één recht en dat is: ja knikken
Men noemt ze ook nooit anders dan de
knikkers uil den raad.
Ja, menheer pastoor; zeker, M.pastoor;
om u te dienen, M. pastoor; 'tzal zoo ge
beuren, M. pastoor; ziedaar de gansche
bevoegdheid van de negen tienden der cle-
rikalen gemeentevaders.
Vertelt dat aan sommige liberalen uit
de stad en ze zullen u antwoorden: a 'k
moest ik eens burgemeester zijn op een
dorp, 'k zou eens laten zien of de pastoor
zijnen neus lusschen de zaken zou steken!»
Goed, beste liberale vriend; gij zoudt
den drijtik wel buiten het gemeentehuis
weten te houden, en sommige katholieke
burgemeesters hebben ook al eens zoo
veel haar op hun tanden gehad, maar
bij de eerstvolgende kiezing zoudt gij met
klikken en klakken opgeschept en wande
len gezonden, en door eene plalbroek van
burgervader vervangen worden.
kerk op eene eereplaats zitten, in de pro
cessie, onmiddellijk achter het hoogweer-
kloosler verlichten.
4. Brandspuiten.
Zoo men het kun
dige, met eene flambeeuw in hunne polle- nen gelooven? De meeste dorpen bezitten
kens loopen, en een snuifje aan menheer
pastoor offreeren, die ze dan knikkenc
en lachend hun goeie, brave burgemees
ter noemt. Verder voelen ze zich wel ne
kop grooter worden, als de dorpelingen
hun met een luid klinkend: dag, burge
meester! begroeten.
In een woord: 't zijn doorgaans groole
kinders, die met een' appel en een ei te
vreden zijn gesteld.
Iloe die pretentieuse praalhansen hunne
gemeentezaken beridderen, vertellen we
hierna.
Bespreken we slecht een viertal punten:
Steenwegen en binnenioegen.
Hoe zijn ze gesteld? Erbarmelijk. In vier,
vijfjaar wordt er niet naar omgezien. Er
komen gaten in, eene knie diep; het water
kan zijnen afloop niet vinden, liet maakt
den grond week en rot; een zware wagen
rijdt er over en zinkt er in: stukken aan
den wagen of een ongeluk aan het peerd,
ziedaar het onvermijdelijk gevolg. In de
binnenwegen, welke naar de velden gelei
den, zakken de karren lot aan den dom
in de voren en plonsen de arme paarden
tot aan den buik in 't slijk. De trottoirs
die soms in de kom van 't dorp aange
legd worden, laat men van puntscherpe
steentjes vervaardigen, welke, bij het
overgaan, duizend sterrekens voor uwe
oogen doen flikkeren van de stekende
pijn aan uwe eksteroogeu.
nog geene brandspuit! en daar waar er
eene is aangekocht, wordt ze doorgaans
zoo slecht verzorgd, dat ze in oogenbiik
ken van gevaar allen dienst weigert. Hel
gebrek aan dat voorwerp van allereerste
noodzakelijkheid is de schuld, dat er soms
ettelijke woningen ja gewone gehucnlen
worden in assche gelegd.
Om kapelten te bousven en kerken te
versieren is er altoos geld genoeg voor
handen. Om steenwegen rein en zindelijk
te houden, om rioolen aan te leggen en
om voor verlichting en brandspuiten te
zorgen, zijn er altoos oorden te kort.
Aan kerk of toren, pastorij of klooster,
mag er niets, volstrekt niets ontbreken,
achter geld mag er dan hoegenaamd niet
gezien worden, maar laat de boeren
hun paarden voor den tijd verslijten, laat
hun door de besmettelijke ziekte aange
tast worden, en laat het vuur bunnen
drukkers, nog blijven voortduren?
(Sinjoor.)
Yperen, 31 Augusti 1889.
Decoratie.
Bij koninklijk besluit is de bijzondere de
coratie van 2° klas verleend aan den heer Is.
Ducorney, schatbewaarder der erkende maat
schappij onderlingen bijstand De Oud-leer
lingen der Stadsscholen te Y'peren.
Benoeming.
M.Durutte,krijgsauditeur van West-Vlaan
deren, is substituut van den algemeeneu
auditeur bij het krijgshof benoemd, in ver
vanging van den beer Massart, ontslaggever.
Feest.
Ons korps Pompiers is verleden Zondag
naar Kortrijk, de gemeente feesten ter eero
van Palfyn en van den kommandant der
ompiers, M. Piuikem, ter gelegenheid der
25e verjaring van zijn kommandantschap,
gaan bijwonen. Nu, gelijk eertijds, heeft bet
korps Pompiers van Yperen zich weten tu
onderscheiden door welvoegehjkheid, schoon
kleedij en fierheid al de bewegingen zijn
met gelijkheid uitgevoerd geweest. Wanneer
het korps voor hetKortrijkschestads-bestuui-
defileerde, brak er een donderend handge
klap los. De stad Yperen mag fier zijn over
zijne dappere pompiers.
Belooningen.
Voor daden van moed en zelfopoffering-
werden in onze stad drie decoraties toege
staan; eene aan Burggraeve, Edouard, voor-
het stilhouden van een op hol zijnden muil
ezel, die aan eene ijsledc gespannen was
eene aan Timmerman,Henri, die met gevaar
van zijn leven er bij in te schieten een kind
uit onze stadsgrachten gehaald heeft en de
derde aan Deweerdt, Karei, drukker, die
oogst, hun vee en hunne woning tot ascti reeds menige keer zichzelven aan de grootste
vernielen, daar moet niet voor gezorgd gevaren blootstelde om de ergste ongeluk -
woi'den. De kas der gemeente aan die ken te voorkomen iets waarin hij telkenmale
nuttige en noodige werken besteden is gelukte.
geld verspilling, is geld in 't water werpen. I Onze beste gelukwenschen aan die moedige
Als de kerkratten maar geflodderd, ge- mannen,
troeteld en gevelvingerd worden, dan is
alles richlig, gebeurt alles om ter beste. Ontvreemd.
Moet de arme boer, door schuld van die Zaterdag, rond 9 ure 's morgens, kocht
nietsdoeners, zwoegen en wroeten om eene vrouw boter op de kleine Botermarkt
eene drooge korst brood, zoo wordt hij en toén zij betalen wilde, zag zij tot haar
door deze gewijde luiaards met de hoop leed dat een gauwdief met haren portmon-
DE TOEKOMST