Wel moge het hun bekomen Het Water. Feest bij de liberale Bekwaainheidskiezers. hebt ge voor mij estemd:ik mag stout zeggen de pompen vervrozen waren. Daarenbo en bij hooge en lege verzekeren en zweeren: „i. ik heb niet alleen voor u estemd maer ook voor n emmer wddc schoon geel uwe lijste. maken, goot men waIer in de riool, die Vriend Henri, wat zegt ge daervan; een goe'ook somtijds vervrozen was.En daardoor gedagt, niewaer? doe ook lijk ik en ge zult het waterlnnn nnmno-eliik dim dat de nooit beklagen. Ge zult op dit kiesbrietje zien waterloop onmogelijk, uus dat wat ik zegen(?) wil. En 't spijt mij maer eengrcppen vol stonden met vervrozen water a dingen, 't is ik zoo late dat goe gedagt gekre- gen hebbe; ik had zoo geerne nog van dezen avond mondelinge met u daerover esproken, maar 't is te late en k lope in deze tijden niet a» geerne uit zoo late. Maar morgen zal ik u alles uiteendoen met kanten en bouten 't zij voor, y of agter de kiezinge volgens dat ik u vinde. ïntusschen en spreekt daer aen niemand van voor dat ik bij u zal ekomen zijn, en doe lijk ik. Uwen vriend. Daar is na de brief in kwestie. Wat wij er in bemerken, is 1° dat de schrijver wetens en willens taal- en spel fouten begaan heeft om te laten gelooven dat bij de vlaamsche taal, die nochtans zijne moedertaal schijnt te zijn, niet mach tig is; 2° dat het 't natuurlijk geschrift siiet is dat die arlequin gewoonlijk schrijft; 3® dat de opsteller een lafaard is, want Iiijj beeft den moed niet zijnen brief te leekenen. Als men vertrouwelijk aan iemand schrijft, en dan nog wel om eenen raad 1e. geven, moet men niet aarzelen zich te laten kennen, des te meer dat men den naam van vriend aanneemt om de pil, <di£ men den kiezer wil aanbieden, te ge makkelijker te doen slikken. Wij herhalen iet, wij, kennen den vlegel die dezen truc verzon en wij zullen niet aarzelen hem «ens duchtig over den hekel te halen, •want om zulke dingen te durven doen en «kn nog te wiliendoorgaan voor een eerlijk ■man, moet men niet alleen lafaard, maar ïanailje zijn. Moeide: zich die zonderlinge raadgever •wat mia met dc politiek en wat meer met zijn© eigene zaken,, li ij zou vesl beter doen den eerbied winnen van of ijsplaatsen in de stralen waren, dat het onmogelijk was voor man of paard door tei stappen. Wie herinnert zich die droeve lijden niet? en menigmaal gebeurde liet dat huis vrouwen de beenen braken, als zij water naar buiten moesten gaan halen? EN NU Het water is gelegd binnen de huizen, lot zelfs aan den watersteen, om alle ge mak te geven aan iedereen. Geene bo vengemelde ongelukken gebeuren meer, DANK AAN ONS LIBERAAL STADS BESTUUR. De kaloten willen van zulke goede za- kenniet hoorenjhadden zij aan het bewind geweest, tot heden waren wij nog zonder zulke goede waterleidingen. 0 Sophie, waar kan men beter wezen, O Sophie, waar kan men heler zijn? De tweede was Biebuyck, de welspre kende en edele advokaat, die te velde trok tegen de reuze Goliath en beweerde da hij, met de 360 keien van Seys, dien reus zou overwinnen, omverwerpen en zijn hoofd afslaan en dat hij alzoo hel tweede bedrijf van het kluchtspel zou spelen. De derde was Boone, de brouwer, die eenen oproep deed aan de St-Pieternaars, die de kaloten vroeger voor vlooienvan- gers uitgegeven hadden, en die wilde doen doovcn dat de bewoners van St-Pieter: parochie in hem eenen beschermer ge vonden hadden die hen altijd cn overal zou bijstaan aan tien centiemen de pinte. De vierde was Breyne, die sprak over (Napoleon 1 en de slechte spijsverteering Zij hadden misschien gedaan gelijk met die hij gekregen had toen hij gansch hunne weversfabriek, al dc pompen ge-jEuropa wilde opslikken. Hij vertelde van zegend,en't water laten loopen waar visschen zonder graten, en schepen in de liet loopen wilde. Ziet nu, medeburgers en lastenbetalers welk verschil van bestuur wij gehad had den slecht bestuur en daarenboven groo- lere schuldenjniet voor openbare werken, maarschulden om de kerken en moeten dienen. kloosters gedurig te verzadigen. Gij hebt gelijk mannen te houden die dc voorstanders, de beschermers van algemeen welzijn zijn. Middellansche zee. Nu, de wierook van Colaert kittelde hem zoodanig in den neus dat hij liet verstaan dat hij aan de jaren gekomen was om te rusten en maar wei nig lust had nog langer tot buizensleper de deftige In de kiesvergadering van 12 October 11. hebben de klerikale pijpenkoppen zoo lieden,, waarop hij denkt te mogen aan- bermhertig gelogen om de kiezers te mis spraak makenMaar 'tis een schijnheilige Csdsbedirieger, die- niets dan misprijzen cn verachting waard is. En zeggen dat Henrietje, Colaert en iamie aanhangers geen andere aan hunne koorde hebbent... te De kaloten schreeuwen en tieren tegen ens. liberaal stadsbestuur omdat bet de goede: inzichten gehad heeft liet oud sys teem van waterloop in onze straten, veranderen tegen bet nieuw, dat is met ijzeFen buizen Het is ook hunne leuze dat al wat de liberalen verrichten slecht is,d it is gekend'. Daar wij nogmaals- op een tijdstip (de vorst) zijn om erover tc spreken, zooals wij' erover spraken ten tijde van Weer willen wij slechts de oude tijden leiden, dat do duivels o»m de stukken kwamen. Colaert,de vermaarde Colaert,de weer galoze Colaert, dc domste der domme Colaert's, dien iedereen genoegzaam heeft leeren kennen en waardeeren sedert de kiezing en vooral sedert het enkwest, speelde cr de rol van wierooker en stelde de acht kandidaten voor die elk met eene kolossale buis moesten begiftigd worden. Maar ongelukkiglijk sloeg hij zoo-gewel dig met het wierookvat tegen den neus zijner beschermelingen dat zij er duizelig van werden en raaskalden gelijk zinneloo- zen, die niet weten wat zij zeggen. al hetgene hij zegde. Al wat hij uitkraam de tegen de gestichten door de hospicen- hceren bestuurd, was loutere inbeelding die in zijnen kalen kop gedrongen was gedurende zijnen slaap. Ook heeft hij geweten aan welken prijs. De heer Voorzitter van het bestuur der Godshuizen komt hem eenen boterham voor te dienen dien hij niet gemakkelijk verleeren zal en die hem nog lang op de maag zat wegen. Nu 't is wel besteed, en wel moge het hem bekomen. De vijfde was Henrietje, het schrander Henrietje, Henrietje, de ootmoedige die naar der Yperlingen, die alles zou aan wenden om door zijn vernuft iedereen gelukkig te maken, 't Mannetje waande zich een held die den liberalen schrik aanjoeg, en hij loog en lasterde en be schuldigde de liberalen van al de gebreken die hij zelf tot in den hoogste» graad bezit. Natuurlijk hij sprak niet van zijné begeerte om burgemeester te worden, hij dacht dat hij het reeds was, en hij achtte zich gevaarlijk voor zijne tegenstrevers en waardig van op het stadhuis te zetelen. De eerste was Begerem, die uitriep dat hij reeds tweemaal eene buis gekregen had in de kiezingen,maar dat hij nog niet .voldaan was, dal hij er eene derde wikte, aanhaka, die clc kaloten zoo lief hebben, die de andere twee zou overtreffen. Hij Over eet* tiental jaren, cn nog slechts gaf zich uit als een echten volksvriend, «ver weinige jaren, bestonden nog de wa-jeenen beschermer van de werkende klasse, Eerpompen 0p de straten; men moest ineen voorstander der kanten nijverheid, tfe koude en sneeuw loopen om een em- een bewonderaar der pulle, enz. enz. 'Jezuïetenklooster kwam. Deze randde de vser water; en nog me er, metr moest vele Jammer maar dat hij, zijne aanspraak bestuurders der hospicen aan enloos zool Het i j, twf Boefc doen om water te krijgen daar al niet eindigde met zijn geliefkoosd liedje: geweldig dat hij zelf begon le -eloovenr De zesde was Surmont, die natuurlijk niet sprak over zijne mildadigheid als het een feest ten voordeele van den arme geldt, noch van zijn brijken kuïschen, noch van de schoenen die hij le Gent gaat koopen, noch van de gelukkigen die hij te Voor- mezeele gemaakt heeft, (de man is daar le zedig voor) maar over onze scholen,die hij niet goedkeurt, omdat de kinderen er te veel onderwijs ontvangen. Volgens hem moet het volkskind ongeleerd, bol en on wetend blijven; de eenige school waar bet zich moet onderwijzen is de St-Mi- chielsehool, waar men leert paternosters knabbelen, den geest verstompen en rijp worden om hooi le eten, gelijk Henrietje. (Dit was al ïeffektvan Colaert's wierook). Dan kwam pater Struye; den onbe- schaamdsten leugenaar die ooit uit een En eindelijk kwam Van Raes, die ver koos niet veel te zeggen tenzij dat er bij de liberalen zieken waren die hij wensebte te genezen en daarom bitter beklaagde dat hij zich in de netten van Henrietje had laten vangen om als achtste buizensleper op het kiestooneel te komen. Waarom die herhaling? zullen onze ezers zeggen. Om te bewijzen dat de kaloten, die altijd liegen en lasteren, den moed niet zullen hebben hunne leugens te ïerroepen en, hoewel het bewezen zij dat zij er op uit waren om al wat eerlijk is door de modder te slepen, geen gebenedijd woord zullen vinden om hunne beschul digingen eenen schijn van waarheid te geven. Zij zijn in den ketel en moeten er in blijven, weldra zal hun wierooker, de slimme Colaert hen volgen, niet meer om aen te wierooken maar om ze te helpen pijnigen en te doen knarselanden. En denken dat het die vuige lasteraars, ■die menschenbedriegers zijn die de kiezing willen verbreken en allerhande leugens uitkramen om hun doel te bereiken; dat zij het zijn die, om hunne heerschzucht te voldoen, de getuigenis inroepen van oud- veroordeelden en mannen wier reputatie alles behalve eerlijk is Zeg, lezer, gaat dat niet over zijn hout Men klaagt somlijds dat er nooit geene feesten in Yperenzijn, mar als eene libe rale maatschappij een feest wil inrichten moet hel eenige weken te vóren aangekon digd worden, omdat eene andere maat schappij, op hetzelfde tijdstip het hare niet geven zou. Zoo gebeurde het. Reeds over een paar maanden was het bekend gemaakt ïn dc algemeene vergadering der liberale be kwaamheidskiezers, en verleden Zondag was het gelukt dat het feest plaats had,in ■het lokaal Zilveren Hoofdter stede. Wij moeten bekennen dat de liberalen immer werkzaamzijn,voor het nut en ver maak van hunne vriendenen de beant woording van deze was Zondag laatst zeer talrijkwant de zaal was te klein, veel tc klein om allen eene behoorlijke plaats te geven. Wij hebben de tegenwoordigheid be merkt van vijf gemeenteraadsheeren, en vele andere eere-leden. taan fend. Nooit heeft men het geluk gehad

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1890 | | pagina 2